Het Elektrisch Universum

Het idee van een “elektrisch universum” 9 kent binnen de wetenschappelijke wereld een aantal pioniers, waarvan we noemen:

  • Christian Birkeland (Noorwegen, 1876-1917).
  • Irving Langmuir (USA, 1881-1957, Nobelprijs 1932)
  • Hannes Alven (Zweden, 1908-1995, Nobelprijs 1950)

Christian Birkeland was pionier, die zijn tijd vooruit was. Hij nam deel aan een expeditie naar de Noordpool. Hij bestudeerde allerlei elektromagnetische verschijnselen, waaronder de Aurora of het Noorderlicht, dat hij als elektromagnetisch verschijnsel verklaarde. Hij is verscheidene malen genomineerd voor de Nobelprijs en zijn beeltenis is nog steeds te vinden op het 200 Kronen bankbiljet van Noorwegen.

Irving Langmuir kreeg de Nobelprijs in 1932, en is met name bekend van zijn onderzoek in de plasmafysica, als onderdeel van zijn onderzoek naar elektromagnetisme. Hij was het die de term ‘plasma’ voor het eerst in de elektrodynamica gebruikte.

Hannes Alvfén kan worden gezien als de vader van het elektrisch universum. Hij kreeg de Nobelprijs in 1950 voor zijn werk aan dit onderwerp. Desondanks is zijn werk grotendeels genegeerd door de wetenschappelijke wereld.

Meer recente prominenten zijn: Anthony Peratt, Donald Scott, David Talbott, Wallace Thornhill, die actief onderzoek doen en hun resultaten publiceren.

Deze groep van onderzoekers benadert het onderwerp van  twee kanten:

  • Pure fysica
  • Geschiedenis gecombineerd met mythologie.

Hoewel de lijn van de mythologie verbazingwekkende resultaten en vele fascinerende inzichten oplevert, volgen we hier de puur fysische lijn.

De basisaannamen van het elektrische universum zijn:

  • Ruimte is niet leeg, maar gevuld met plasma.
  • De hemellichamen zijn niet elektrisch neutraal maar geladen – ook de Zon, planeten, enz.
  • Wisselwerkingen tussen hemellichamen zijn voornamelijk elektromagnetisch (de elektromagnetische kracht is veel sterker dan gravitatie: 1039 – een 10 met 39 nullen!).
  • “Steady-state” model: geen begin, geen end.
  • Geen Big Bang.
  • Zwarte gaten, donkere materie, donkere energie zijn niet nodig.

Wat is plasma, in deze context?

  • Het beste voorbeeld is een neonbuis, die is namelijk gevuld met plasma. Plasma is dus niet iets exotisch, we zien het overal om ons heen. Denk bijvoorbeeld ook aan plasma-schermen.
  • Plasma is ijler dan gas (vast, vloeibaar, gas, plasma). Soms wordt het wel de “vierde toestand van materie” genoemd. Hoewel het voor de hand ligt deze toestand met de vierde ether te associëren, is dit niet het geval: plasma zit in neonbuizen, TV displays enz. Maar het komt er wel dichtbij.
  • Plasma is globaal gezien elektrisch neutraal.
  • Een deel van de elektronen kan vrij bewegen, los van de kernen, m.a.w. niet gebonden aan atomen. En de positief geladen kernen kunnen ook vrij bewegen.
  • Binnen een plasma bestaat de neiging cellen te vormen, die gescheiden worden door een vlies (eigenlijk een dubbel vlies). Het waarschijnlijk hierom dat Langmuir de term ‘plasma’ introduceerde in vergelijking met de menselijke cel. We hebben het hier wel over cellen met afmetingen van miljoenen, zelfs miljarden kilometers.
  • Plasma kent verschillende toestanden, afhankelijk van de elektrische spanning of potentiaal – denk aan het voorbeeld van de neonbuis:
  1. Donker:          geen uitstraling.
  2. Gloeiend:       straalt licht uit.
  3. Lichtbogen:   onweer, donderslagen.
  • Plasmafysica is hetzelfde in laboratoria en in het universum. Verschijnselen die we op de schaal van het laboratorium waarnemen zijn hetzelfde als die op kosmische schaal (i.e. met afmetingen van miljarden kilometers).
  • Op kosmische schaal vergen deze processen  meer tijd.
  • Elektrische ladingen binden een plasma neigen tot vorming van filamenten en stromen.  Een stroom loopt van de ene plaats naar de andere wanneer er een elektrisch potentiaal verschil is. Meerdere stromen hebben de neiging parallel te gaan lopen en samen te voegen tot een soort touw – wat weer een spiraalvorm geeft. Een soort spiraalbrug tussen twee werelden.

[Figure 4: Birkeland currents]

[Figure 4: Birkeland currents]

 

Referentie

10.David Talbott and Wallace Thornhill, The Electric Universe.

Top | Melkwegstelsels >