Navigeren in de hoofdstukken van dit boek

HOOFDSTUK V - De wetenschap van de antahkarana

[143]

 

Als voorbereiding voor wat studerenden moeten leren zou ik graag de nadruk op bepaalde punten willen leggen, door een overzicht te geven van de reeds gegeven inlichtingen. De wetenschap van de antahkarana is niet gemakkelijk te leren wegens de volgende punten. Deze punten, waarop de nadruk wordt gelegd, moeten door studerenden aangenomen worden als een werkhypothese voordat met enig werk van deze aard begonnen kan worden.

1. De wetenschap van de antahkarana houdt verband met het hele probleem van energie, maar in het bijzonder van de energie die door het individu wordt gehanteerd en met de krachten waardoor het individu zich verbindt met andere individuen of groepen. Om duidelijk te zijn willen wij de naam geven van:

a.  Energie: aan alle krachten die in de individuele vorm binnenstromen, uit welke richting of bron dan ook. Aan de voornaamste van deze energieën worden dikwijls de namen "sutratma" of "levensdraad" of "zilveren koord" gegeven.

b.  Kracht: aan alle energieën, die — na de vereiste hantering en concentratie — door het individu of de groep met velerlei motieven, waarvan sommige goed maar vele zelfzuchtig zijn, in de een of andere richting worden gestuurd.

2. De wetenschap van de antahkarana is, technisch gesproken en voor groepsdoeleinden, in het bijzonder de wetenschap van [144] de openbaring van licht met als resultaat onthullingen en de daaruit voortvloeiende veranderingen. Men moet eraan denken dat:

a.  licht substantieel is en vanuit het gezichtspunt van de geest een verfijnde of hogere vorm is van de grofstoffelijke materie.

b.  licht ook de hoedanigheid of het voornaamste kenmerk van de ziel op haar eigen gebied is en van het etherisch lichaam (dat tenslotte een weerspiegeling van de ziel is) in de drie werelden van menselijke evolutie.

c.   het doel van de wetenschap waar wij ons mee bezighouden, de samensmelting van de lagere en hogere vormen van licht betreft, zodat er één licht in stoffelijke openbaring schijnt en er daardoor een synthese van licht tot stand wordt gebracht.

d.  er, technisch gesproken, twee lichtlichamen bestaan: het levens‑ of etherisch lichaam en het voertuig van de ziel. Het eerste is het resultaat van eonen van geïncarneerd leven en wordt mettertijd een machtige opslagplaats van energieën die door een groot aantal zeer uiteenlopende contacten verzameld zijn, hoewel door het type van de straal in zijn drie aspecten gekleurd. Het etherisch lichaam bestaat en functioneert nu op krachtige wijze. Het ziele lichaam wordt langzaam opgebouwd en is "dat huis, niet met handen gemaakt, en eeuwig in de hemelen" waarnaar het Nieuwe Testament verwijst (II. Cor. 5: 1). Het is belangwekkend op te merken dat het Oude Testament naar het etherisch lichaam en zijn bouw verwijst (Prediker 12: 6‑7), en dat het Nieuwe Testament het bouwen van het geestelijk lichaam behandelt.

3. De wetenschap van de antahkarana moet op drie manieren bestudeerd worden:

a.  Concreet en in verband met het etherisch lichaam dat een substantiële, tastbare vorm heeft en door de moderne wetenschap als zodanig wordt beschouwd (hoewel dit tot nog toe niet overal erkend wordt). [145]

b.  Egoïsch en in verband met de ziel en met het "lichtlichaam" door middel waarvan de geestelijke mens in de wereld van zielen moet functioneren en dat, wanneer het vermengd en versmolten is met het etherisch lichaam, in meerdere of mindere mate de manifestatie van goddelijkheid op aarde voortbrengt, in overeenstemming met de mate van versmelting en de bewuste erkenning door het individu van die bereikte versmelting.

c.   Abstract en in verband met kennis‑wijsheid, welke twee woorden in verband met kracht en energie worden gebruikt en die door het individu gebruikt worden in zijn omgeving en bij zijn contacten. Denk over deze woorden na. U zult beseffen hoe nodig het is dat er enig vermogen tot abstract denken aanwezig moet zijn voordat de ware gevolgtrekkingen en bedoelingen van deze nieuwe wetenschap kunnen worden begrepen.

4. De wetenschap van de antahkarana houdt zich met het probleem van de continuïteit van bewustzijn bezig en met dat van leven en dood. Houdt deze twee onderwerpen helder in gedachten, want ze zijn fundamenteel en belangrijk.

5. De wetenschap van de antahkarana houdt zich bezig met de drievoudige draad, die:

a.  de monade, de ziel en de persoonlijkheid met elkaar verbindt evenals de drie periodieke voertuigen en alle zeven beginselen tot één geheel maakt.

b.  de drievoudige persoonlijkheid met zijn omgeving in de drie werelden van menselijk handelen verbindt en later hetzelfde doet in de andere twee werelden van bovenmenselijke uitdrukking (samen vijf werelden).

c.   de bewust scheppende mens met de wereld van denkbeelden verbindt. Hiermee moet hij contact maken, deze door middel van scheppend werk tot uitdrukking brengen en zo met het licht een brug bouwen:

1.  tussen de wereld van zielen en de wereld van verschijnselen. [146]

2.  tussen het rijk van subjectieve schoonheid en werkelijkheid en de uiterlijke tastbare wereld van de natuur.

3.  tussen hemzelf en anderen.

4.  tussen groep en groep.

5.  later, wanneer het Goddelijk Plan voor hem een werkelijkheid is geworden, tussen het vierde rijk (het mensenrijk) en het vijfde rijk (het Koninkrijk van God).

6.  tenslotte tussen de mensheid en de Hiërarchie.

6. De wetenschap van de antahkarana is de wetenschap van de drievoudige draad, die vanaf het begin der tijden bestaat en die de individuele mens met zijn monadische bron verbindt. De erkenning van deze draad en zijn bewust gebruik als het Pad en het middel van steeds uitgebreidere contacten komt naar verhouding in een laat stadium van het evolutieproces. Het doel van alle aspiranten en discipelen is om zich bewust te worden van deze stroom van energie in zijn vele vormen en deze energieën bewust in twee richtingen te gebruiken:

1.  naar binnen gericht voor zelfontplooiing en

2.  ten dienste aan het Plan voor de mensheid.

7. De wetenschap van de antahkarana onderricht bepaalde fundamentele waarheden over de draad waarvan er enkele als volgt zouden kunnen worden benoemd:

a.  De levensdraad komt direct uit de monade of de ene. Deze draad is gedurende de incarnatie verankerd in het hart. Daar bevindt zich de zetel van het leven.

b.  De bewustzijnsdraad komt direct uit de ziel. Deze is verankerd in het hoofd. Daar bevindt zich de zetel van bewustzijn.

c.   De draad van scheppende activiteit wordt door het menselijk wezen opgebouwd. Deze is, wanneer zij in voldoende mate is opgebouwd, verankerd in de keel. Deze draad is een verlenging of synthese van de twee fundamentele draden. [147]

De scheppingsdraad zelf is drievoudig van aard. Zij wordt door de mens in de loop van de tijd langzaam opgebouwd. Wanneer de mens, gezien vanuit het standpunt van intelligente waarneming en het verlangen zich volledig uit te drukken, echt begint te "leven", wordt het proces stoffelijk versneld. Deze drie, door de mens zelfgeschapen lagere draden, die samen de derde draad van de antahkarana vormen, worden tenslotte verlengd:

1.  vanuit het stoffelijk lichaam naar het etherisch lichaam, via het hart naar de milt en van daaruit naar het lichaam van prana, het levens‑ of etherisch lichaam en verbindt zich met de kracht die van de bloembladen van wil van de egoïsche lotus uitgaat.

2.  vanuit het etherisch lichaam naar het astraallichaam. Deze draad gaat via de zonnevlecht naar het hart en van daaruit naar het astraallichaam, neemt de energie van de bovengenoemde draad op en verbindt zich met de kracht die van de bloembladen van liefde van de egoïsche lotus uitgaat.

3. vanuit het astraallichaam naar het mentaallichaam. Deze draad gaat via het ajnacentrum naar het hoofdcentrum en van daaruit naar het lichaam van het denkvermogen, neemt de energie op van de andere twee hierboven genoemde draden en verbindt zich met de kracht die van de bloembladen van kennis van de egoïsche lotus uitgaat.

Hoewel deze drie energieën tenslotte tot één draad worden verweven, blijven ze toch onderling van elkaar gescheiden. Men moet in gedachten houden dat het zielelichaam van zuiver wit licht is gemaakt, terwijl het licht waaruit het etherisch lichaam is gemaakt goudkleurig is.

8. De wetenschap van de antahkarana houdt zich daarom bezig met het hele systeem van binnenkomende energieën, met de processen van het gebruik, de omzetting en de samensmelting ervan. Zij houdt zich ook bezig met de uitgaande energieën en hun verhoudingen tot de omgeving en is de basis voor [148] de wetenschap van de krachtcentra. De inkomende en uitgaande energieën vormen tenslotte twee grote energiestations, het ene gekenmerkt door macht en het andere door liefde, en alle energieën zijn gericht op de verlichting van het individu en de mensheid als geheel door bemiddeling van de Hiërarchie die uit individuen is samengesteld. Dit is de grondslag van de wetenschap van het Pad.

De antahkarana is daarom de draad van bewustzijn, van intelligentie en het weerklank gevende werktuig bij alle gevoelsreacties. Het punt dat van belang is om in gedachten te houden en waar wij nu de nadruk op moeten leggen is dat deze draad van bewustzijn door de ziel wordt ontwikkeld en niet door de monade. De wereldziel voert haar uiterst fijne draad van gevoelig bewustzijn in alle vormen en alle lichaamscellen en in alle atomen binnen. De menselijke ziel, de zonne‑engel, herhaalt het proces in verband met haar schaduw en weerspiegeling, de persoonlijkheid. Dit is een deel van het scheppende werk van de ziel. Maar op zijn beurt moet het menselijk wezen ook scheppend worden in de mentale betekenis van het woord en moet het proces herhalen, want op alle punten lijkt de microkosmos op de macrokosmos. Daarom schept en reproduceert de ziel, door middel van de levensdraad, een persoonlijkheid waardoor zij zal functioneren. Dan ontwikkelt de ziel, door het bouwen van de antahkarana, in de eerste plaats gevoeligheid op het stoffelijk gebied en overbrugt later — door meditatie en dienst — de kloof tussen de drie mentale aspecten. Zij voltooit zodoende de schepping van het pad van terugkeer naar het centrum dat evenwijdig moet lopen met het uitgaande pad.

Ik heb nu mijn ter inleiding dienende uiteenzetting van de grondslagen, die in de toekomst de opvoedkundige systemen zullen beheersen, voltooid. Het was voor u allen nodig — en voor degenen die later deze instructies met betrekking tot de nieuwe opvoeding zullen bestuderen — enig begrip te hebben van de ten grondslag liggende invloeden en neigingen uit het verleden en, hoewel [149] vaag, ook enig idee te hebben van de lijn waarlangs belangrijke veranderingen kunnen komen. U kunt daarom op intelligente wijze en met zo weinig mogelijk verlies van tijd beginnen te werken.

Er rest nu nog het onderricht dat ik gegeven heb van praktische invloed te maken. De Nieuwe Opvoeding moet nu de plaats innemen van dat wat oud is en waarvan bewezen is dat het zo verkeerd was, dat het de universele slachting, waardoor de jaren 1914—1945 gekenmerkt werden, niet kon voorkomen. Deze toestand moet men te boven komen. Het volgende stadium van de evolutie van de mens zal als resultaat van de zuiveringsactie van de Wereldoorlog ontstaan. Er zijn stappen die de mensheid moet nemen en alleen een nieuw soort opvoeding en een gewijzigde houding tegenover de opvoedingsprocessen (opgelegd aan de zeer jonge kinderen in iedere natie) zal de mensheid in staat stellen deze stappen te nemen.

Een nieuwe cyclus van ervaring, van psychologische ontwikkeling en van de nieuwe opvoedkundige systemen is ophanden. Wat ik hier en ook elders gegeven heb over de wetenschap van meditatie, van dienst en over de antahkarana geeft methode, vorm, belofte en betekenis aan dit alles.

De Tibetaan.