Navigeren in de hoofdstukken van dit boek

BRIEF III - PUNTEN WAARMEE REKENING WORDT GEHOUDEN BIJ HET VOORSCHRIJVEN VAN MEDITATIE - Deel 2

In geen enkel tijdperk in de geschiedenis van het mensdom is dit duidelijker aan de dag getreden dan in de eerste helft van deze eeuw. De zesde straal van Toewijding trekt zich terug en de straal van Ceremoniële Wet doet zijn intrede en hiermee komen de voornaamste kenmerken en vermogens van de afdeling van kracht en werkzaamheid op de voorgrond, hetgeen, vergeet dat niet, de synthese is van de vier bijstralen. Daarmee krijgt u de strijd voor idealen en de toegewijde aanhankelijkheid aan een zaak, zoals tot uitdrukking kwam onder de straal van Meester Jezus; vandaar dat de idealisten op elk terrein van streven (juist of verkeerd) met elkaar in botsing komen en hun bittere strijd voeren. Wat was de wereldoorlog anders dan het bereikte toppunt van twee tegenstrijdige idealen, die op het stoffelijk gebied werden uitgevochten? Het was een voorbeeld van de kracht van de zesde straal. Nu zullen, naarmate de zesde straal verdwijnt, de botsingen langzamerhand afnemen en zal er een geleidelijke overheersing komen van organisatie, regel en orde onder de invloed van de inkomende kracht van de straal van Meester R. Uit de huidige beroering zal de geordende en georganiseerde vorm van de nieuwe wereld verrijzen. Geleidelijk zal het nieuwe ritme aan de gedesorganiseerde menselijke samenleving worden opgelegd en in plaats van de maatschappelijke wanorde van nu zal men sociale orde en regelmaat krijgen; in plaats van de godsdienstige en de afgescheiden sekten van de vele zogenaamde godsdiensten zal een religieuze uitdrukking vorm aannemen, geheel geregeld door de wet; in plaats van economische en politieke druk en spanning zal men merken dat het systeem onder bepaalde fundamentele vormen harmonisch werkt; alles zal door ceremoniële vormen worden beheerst, waarbij de innerlijke resultaten die de Hiërarchie beoogt, zich geleidelijk zullen aftekenen. Vergeet niet dat in de apotheose van wet en orde en hun daaruit voortvloeiende vormen en belemmeringen, tegen het einde (ik kies mijn woorden met overleg), een [42] nieuwe periode van chaos ligt en de vlucht van het gekerkerde leven zelfs uit deze begrenzingen, terwijl dit het verworven vermogen en de kern van de ontwikkeling, bedoeld door de Logos van de zevende straal, met zich draagt.

Zo is de toestand van tijd tot tijd door de eeuwen heen. Elke straal komt aan de macht en brengt zijn eigen incarnerende Geesten met zich mee, voor wie die periode betrekkelijk de lijn van de minste weerstand betekent. Zij komen in de werelden in aanraking met zes andere soorten van kracht en met zes andere groepen wezens, waarop die kracht moet inwerken en die in haar stuwing moeten worden meegevoerd naar het universele doel. Zo is ook de bijzondere toestand in de periode waarin u leeft en waarin de zevende Logos van Ceremoniële Wet en Orde tracht de tijdelijke chaos te ordenen en streeft naar het herstel binnen de grenzen van het le- ven dat aan de oude, uitgeputte vormen ontsnapt. Nieuwe vormen zijn nu nodig en zullen aan de eisen voldoen. Pas na de middenperiode van een nieuwe cyclus wordt de begrenzing weer voelbaar en de poging om te ontsnappen zal opnieuw worden ondernomen.

Daarom houdt de verstandige leraar in deze tijd rekening met de toestand en gaat de uitwerking na van de inkomende straal op de geesten in incarnatie. Zodoende krijgt u hier te maken met een derde straal en zijn betekenis moet bij het voorschrij- ven van een meditatie in aanmerking worden genomen. Voelt u hoe ingewikkeld de taak is? Gelukkig worden degenen die dit stadium hebben bereikt, in de Hal van Wijsheid voor deze taak uitgerust.

In deze bijzondere periode zal in de meditatie — of deze nu voornamelijk berust op de zielenstraal of op die van de persoonlijkheid — het vormaspect sterk worden ontwikkeld. U zult merken dat er zeer bepaalde vormen worden opgebouwd en voorgeschreven, zowel aan enkelingen als aan groepen, waardoor witte magie toeneemt, met als gevolg wet en orde op het stoffelijk gebied. De aanstaande periode van wederopbouw voltrekt zich in overeenstemming met de straal, en zijn uiteindelijke succes en welslagen is [43] mogelijk dichterbij dan misschien wordt verwacht. De Grote Heer doet zijn intrede volgens de wet en niets kan zijn nadering tegenhouden.

Juist nu is er in deze tijd een grote behoefte aan mensen die de wet begrijpen en ermee kunnen werken. Bovendien is de gelegenheid er nu om dat beginsel te ontwikkelen en mensen op te voeden om de wereld te helpen.

De bijstralen van Harmonie en Wetenschap reageren snel op deze zevende invloed. Met deze verklaring bedoel ik dat hun monaden gemakkelijk in deze richting zijn te beïnvloeden. De monaden van de zesde Straal van Toewijding vinden, totdat zij het punt van synthese naderen, het moeilijker zich ernaar te richten. De monaden van de eerste en de tweede straal vinden in deze straal een gebied van uitdrukking. Eerstestraals monaden hebben een rechtstreekse binding met deze straal en trachten door macht de wet toe te passen, terwijl tweedestraals monaden, als samengevoegd type, door middel van liefde leiden en regeren.

Ik geloof dat ik u vandaag genoeg te denken heb gegeven over deze vijfde factor. Uw denken op te wekken is het enige waarnaar ik streef. Aan het leidinggevend licht van de intuïtie wordt alles overgelaten en wat die innerlijke gids openbaart, is van meer waarde voor de enkeling dan alles wat hem exoterisch kan worden meegedeeld. Denk hier dan ook over na en houd er rekening mee.

Enkele Woorden ter Aanmoediging

18 juni 1920

...Pas wanneer de discipel bereid is alles los te laten ter wille van dienstbetoon aan de Groten, en niets achter te houden, komt hij tot bevrijding en wordt het begeertelichaam omgevormd tot het lichaam van de hogere intuïtie. Door elke dag op volmaakte wijze te dienen — zonder een gedachte aan of berekening over de toekomst — bereikt de mens het stadium van de volmaakte dienaar. En mag ik u nog op het volgende wijzen? Alle zorg en angst zijn voornamelijk gebaseerd op zelfzuchtige beweegredenen. Bovendien vreest u pijn en u deinst terug voor verdere [44] droevige ervaringen. Zo wordt het doel echter niet bereikt; het wordt bereikt langs het pad van verzaking. Misschien kan het betekenen afstand doen van vreugde of van goede naam, van vrienden of van alles waar het hart zich aan vastklemt. Ik zeg misschien, ik zeg niet: het is zo. Ik tracht enkel u erop te wijzen dat, indien dit voor u de weg is om uw doel te bereiken, het dan voor u de volmaakte weg is. Alles wat u snel naar hun Tegenwoordigheid en aan hun Lotusvoeten voert, moet u verlangen en geestdriftig verwelkomen.

Wakker daarom dagelijks dat hoogste verlangen aan dat enkel de lof zoekt van de innerlijke Gids en Leraar, evenals de zielenreactie op juist handelen dat op onpartijdige wijze is verricht.

Mocht een zwaar verlies u treffen, glimlach dan door alles heen; het zal in een rijke beloning eindigen en al wat verloren ging, zult u herwinnen. Mochten toorn en verachting uw lot zijn, glimlach dan nog, want enkel de prijzende blik van de Meester moet u zoeken. Mochten leugenachtige tongen in beweging komen, vrees dan niet, maar zet u schrap. Een leugen is een aards ding en u kunt haar achterlaten als iets dat te walgelijk is om aan te raken. De op één punt gerichte blik, het zuiver verlangen, het gewijde doel en het oor dat zich doof houdt voor al het aards rumoer, dat is het waar de discipel naar streeft. Meer zeg ik niet. Ik verlang alleen maar dat u geen kracht nodeloos verspilt aan ijdele fantasieën, koortsachtige bespiegelingen en verwarde verwachtingen.

 

6. De Innerlijke en Uiterlijke Groepen waarbij de Leerling is Aangesloten

Het vandaag te behandelen punt is van praktisch belang, want het handelt over de factor van de groepen waarmee een mens is verbonden. De verhouding tot de Meester hebben wij enigszins besproken [45] en daarom wil ik nu verder gaan met het onderricht over groepsverband.

Gisteren toonden wij het belang aan van meditatie in verband met de groep waarmee een mens op zielenhoogten is verbonden. Vandaag houden wij ons bezig met te groep waarbij de mens op aarde betrokken kan worden. Deze groep is niet bepaald een weerspiegeling van de groep op zielenniveaus, zoals men misschien zou verwachten, want slechts bepaalde eenheden van een zielengroep zullen op een gegeven ogenblik in incarnatie zijn. Wij hebben te maken met de Wet van Oorzaak en Gevolg, zoals die in nationale, godsdienstige of familiegroepen tot uitdrukking komt.

Vier Groepen die in Verband staan met de Leerlingen

Een mens moet, wanneer hij in incarnatie is, vier soorten mensen als zijn groep beschouwen:

1. De grote nationale groep waartoe hij behoort en waarvan het karma zo krachtig is (door de grote getalsterkte), dat hij er zich niet aan kan onttrekken, zelfs als hij dat zou willen. Hij bezit bepaalde kenmerken van het ras, een bepaalde gemoedsgesteldheid, omdat deze verborgen liggen in het stoffelijk lichaam van het ras, en gedurende zijn leven op aarde moet hij die samenstelling  en de neigingen, eigen aan dat bepaald soort lichaam, met zich dragen. Dat lichaam zorgt voor de noodzakelijke lessen of verschaft hem (naarmate de evolutie vordert) het lichaam dat het best geschikt is voor het soort werk dat moet worden verricht. Een oosters lichaam heeft een bepaalde reeks hoedanigheden en een westers lichaam heeft een andere, en net zo goed, indien ik het zo mag uitdrukken. Ik tracht dit punt hier duidelijk te maken, want de westerling heeft de neiging de oosterling na te bootsen en te pogen zijn trillingen aan te drijven tot hetzelfde trillingsgetal als die van de oosterling. Dit vervult de innerlijke Leraren soms met zorg, want in sommige gevallen leidt dit tot storingen in de voertuigen. [46]

Men is al te veel geneigd geweest te geloven dat de oosterse levenswijze als het doel voor allen geldt. Vergeet niet dat zelfs de Groten niet allen oosterlingen zijn en dat de Meesters in Europese lichamen van even grote volmaaktheid zijn als de beter bekende oosterse Adepten. Denk hierover na. Dit moet verstandig in overweging worden genomen, vandaar dat ik de nadruk leg op dit feit. Wanneer hierover meer bekend zal zijn en er meditatiescholen zijn opgericht, geleid door daartoe bevoegde Leraren langs waarlijk occulte richtlijnen, zullen er meditatievormen worden ontworpen, aangepast aan de nationaliteit en aan de verschillen in temperament die er tussen de volkeren bestaan. Elk volk heeft zijn deugden en elk volk heeft zijn tekort- komingen; het zal dus de taak van de toezichthoudende Leraar zijn om meditaties voor te schrijven waardoor de deugden versterkt en de tekortkomingen verholpen zullen worden. Het door deze denkbeelden ontsloten terrein is zo uitgestrekt, dat ik mij er hier niet mee bezig kan houden. Later zullen specialisten het probleem ter hand nemen, en de tijd zal aanbreken dat het Oosten en het Westen elk hun eigen scholen zullen hebben, onderworpen aan dezelfde fundamentele regels en onder toe- zicht van dezelfde innerlijke Leraren. De scholen zullen echter wijselijk op bepaalde punten verschillen en zij zullen (ofschoon zij hetzelfde doel nastreven) verschillende wegen volgen. Later zullen deze scholen in elk land worden opgericht; om toegang ertoe te verkrijgen zal niet gemakkelijk zijn, want eenieder die zich wil laten inschrij- ven voor het onderwijs zal aan een zwaar toelatingsexamen  worden onderworpen. Elke school zal min of meer van de andere verschillen, niet in fundamentele zin, maar in de methoden van toepassing, dankzij het wijze onderscheidingsvermogen van het Hoofd van de School. Omdat dit Hoofd van dezelfde nationaliteit is als de leerlingen en de vermogens van het oorzakelijk lichaam volledig heeft ontwikkeld, zal hij de methode op de onmiddellijke behoefte toepassen.

Misschien zal ik later over de toekomst van de meditatiescholen uitweiden, maar nu wil ik voornamelijk de algemene lijnen aangeven. [47]

2. De tweede groep die in het leven van de leerling van belang is, is zijn familiegroep die haar bijzondere familie erfelijkheden en karaktertrekken omvat. Ieder mens die het punt in de evolutie heeft bereikt waarop occulte meditatie wenselijk en mogelijk wordt, is volgens een weloverwogen keuze in een bepaalde familie geboren:

a.     Om zo snel mogelijk zijn karma af te werken.

b.    Wegens het stoffelijk lichaam dat hem verstrekt wordt.

U zult dan ook gemakkelijk kunnen inzien dat bij het voorschrijven van een occulte meditatie, die op het stoffelijk gebied en in een stoffelijk lichaam moet worden beoefend, de Leraar ervoor zal moeten zorgen iets te weten over de stoffelijke afkomst en de aangeboren kenmerken van de leerling, zowel waar het betreft het vinden van de lijn van de minste weerstand als om aan te tonen wat er moet worden overwonnen. (Sommigen onder u die mediteren, zijn geneigd zo op te gaan in het streven naar intuïtief bewustzijn, dat u de zeer noodzakelijke stoffelijke voertuigen over het hoofd ziet). Het stoffelijk brein en het hoofd dat daarmee in overeenstemming is, spelen in het proces een grote rol en moeten in de toekomst niet, zoals nu het geval is, verwaarloosd worden. Dit bezwaar is niet te ondervangen, omdat het tekort aan getrainde leraren in een stoffelijk lichaam op het ogenblik onoverkomelijk is.

Daarmee is de familiegroep het tweede belangrijke punt dat in overweging moet worden genomen, omdat de kwestie van vitaler belang is dan u wellicht denkt.

In de toekomstige scholen voor meditatie zal aantekening worden gehouden van de voorvaderen van de leerling, zijn familiegeschiedenis, het verloop van zijn kinderjaren en leven, naast de toestand van zijn gezondheid. Deze aantekeningen zullen tot in bijzonderheden nauwkeurig zijn, zodat langs deze weg veel geleerd zal worden. Het leven zal worden geregeld en de wetenschappelijke loutering van het stoffelijk lichaam zal een van de [48] eerste dingen zijn dat wordt beproefd. Terloops zou ik (terwijl ik over deze scholen spreek) er de nadruk op willen leggen dat u zich niet moet voorstellen dat ze op een afgelegen plaats zullen verrijzen. In de wereld, en toch niet van de wereld, is het ideaal en slechts in de gevorderde stadia of vlak voor een inwijding zal het de leerling worden toegestaan zich voor perioden van langere duur terug te trekken. Het is de innerlijke ongehechtheid waar het om gaat, en de bekwaamheid het zelf los te maken van de omgeving is van belang en niet zozeer het zich afzonderen op het stoffelijk gebied.

3. De derde groep waarmee een mens rekening moet houden, is de bijzondere groep van dienaren waarbij hij aangesloten kan zijn. Ieder mens die rijp is voor occulte meditatie, moet eerst gedurende vele levens zijn intelligente bereidwilligheid hebben getoond om te dienen en te werken onder de mensen. Onzelfzuchtige dienst is de grondslag van het leven van de occultist, en wanneer dit ontbreekt, schuilt er gevaar, terwijl een occulte meditatie een bedreiging inhoudt. Vandaar dat de mens op het een of ander terrein in de wereld een actieve werker moet zijn, en ook op de innerlijke gebieden moet hij het zijne doen. Vervolgens moet de Leraar bepaalde factoren in overweging nemen, namelijk

a.     Het groepswerk dat een mens doet, en hoe hij het best geschikt kan worden gemaakt om in die groep beter te dienen.

b.    Het soort werk dat een mens doet, en zijn verhouding ten opzichte van zijn medewerkers in dat werk — een zeer belangrijke occulte factor — zullen zorgvuldig worden nagegaan, alvorens een meditatie wordt voorgeschreven; bepaalde soorten meditatie (misschien door de mens zelf gewenst) kunnen hem worden ontzegd wegens hun ongeschiktheid ten opzichte van het werk waaraan hij bezig is, en wegens hun neiging om bepaalde eigenschappen te ontwikkelen die de dienaar in zijn werk zouden kunnen belemmeren. Die meditaties die [49] het vermogen tot dienen zullen versterken, zullen altijd het doel zijn. Het grotere doel houdt tenslotte altijd het kleinere in.

4. De vierde groep die een plaats inneemt in de berekening van de Leraar, is die waartoe een mens op het innerlijke gebied behoort, de groep helpers waaraan hij is toegevoegd of — indien hij een discipel is — de groep leerlingen waarvan hij deel uitmaakt. Hun speciaal soort groepswerk zal worden overwogen, de geschiktheid van de leerling om met zijn metgezellen samen vooruit te gaan zal worden aangekweekt en zijn bekwaamheid om de hem toegewezen post te vervullen zal worden vergroot.

In deze paar laatste mededelingen heb ik slechts gezinspeeld op de vele factoren die in overweging moeten worden genomen bij het voorschrijven van een meditatie. U moet rekening houden met drie stralen, het punt in evolutie van het oorzakelijk lichaam en zijn verhouding op zijn eigen gebied tot zijn groep, tot de Hiërarchie en tot zijn weerspiegeling, de persoonlijkheid. U hebt ook te maken met de factor karma, de behoefte van het ogenblik en met de mens zelf en zijn verhouding tot vier verschillende groepen.

Dit alles is mogelijk en zal in de loop van de tijd worden erkend, maar het tijd- perk van de grondlegging is nog niet voorbij en zal nog veel tijd in beslag nemen. Het beheersen van het denkvermogen, wat altijd de eerste stap moet zijn, is het huidige doel van meditatie.

[50]