Navigeren in de hoofdstukken van dit boek

BRIEF I - DE EENLIJNIGHEID VAN HET EGO MET DE PERSOONLIJKHEID

BRIEF I

DE EENLIJNIGHEID VAN HET EGO MET DE PERSOONLIJKHEID

1.    Het in één lijn brengen van de drie lagere lichamen

2.    Het in één lijn brengen van het Oorzakelijk Lichaam

3.    De Methode van Eenlijnigheid

4.    Macrokosmische en Microkosmische Eenlijnigheid

[1]

LETTER I

ALIGNMENT OF THE EGO WITH THE PERSONALITY.

Zondag, 16 mei 1920

Het eigenlijke werk dat door het Ego of het hoger Zelf in een bepaalde incarnatie kan worden volbracht, is het in één lijn brengen van de drie voertuigen — het stoffelijk, het gevoels- en het lager mentaallichaam — binnen de omtrek van het oorzakelijk lichaam en ze daar door een inspanning van de wil te bestendigen. De grote denkers van het mensdom, de ware vertegenwoordigers van het lagere denk- vermogen, zijn in de grond der zaak diegenen bij wie de drie lagere lichamen in één lijn zijn, dat wil zeggen zij van wie het mentaallichaam behoedzaam de twee andere in één lijn houdt. Het mentaallichaam staat dan in rechtstreekse verbinding met de stoffelijke hersenen, zonder enige belemmering of onderbreking.

Wanneer er een viervoudige eenlijnigheid bestaat en de drie bovengenoemde lichamen zich in één lijn bevinden met het lichaam van het hoger Zelf, het oorzakelijk of egoïsch lichaam, en bestendig binnen de omtrek ervan worden gehouden, dan heeft men de grote leiders van het mensdom, zij die de mensheid emotioneel en verstandelijk beïnvloeden; dan kunnen de geïnspireerde schrijvers en dromers vorm geven aan hun ingevingen en dromen, en de samenvoegende en abstracte denkers [2] kunnen hun begrippen naar de vormwereld overbrengen. Het is eenvoudig zaak een onbelemmerd kanaal te vormen. Streef daarom in dit verband, wanneer de tijd het toelaat, naar de coördinatie van het stoffelijk lichaam; voeg hieraan emotionele bestendigheid toe en de twee voertuigen zullen als één werkzaam zijn. Wanneer de coördinatie zich tot het mentaallichaam uitstrekt, bereikt de drievoudige lagere mens zijn hoogtepunt en heeft hij de meeste veranderingen in de wereld van de vorm doorlopen.

Later wordt de coördinatie met het hoger Zelf vervolmaakt, waarbij het verbin- dingskanaal rechtstreeks — via een onbelemmerde trechter, indien ik het zo mag uitdrukken — het stoffelijk hersenbewustzijn bereikt. Voordien gebeurde dit slechts met grote tussenpozen. Bij de mens met een sterk gecoördineerde persoonlijkheid werken de vier lagere hersencentra op hoge trilling. Wanneer het Ego de eenlijnig- heid met de lagere lichamen benadert, zijn de pijnappelklier (epifyse) en de slijmklier (hypofyse) bezig zich te ontwikkelen, en wanneer zij in onderling verband werkzaam zijn (hetgeen mogelijk is tegen de tijd dat de derde inwijding wordt ondergaan), dan verhoogt het derde of alta major centrum zijn tot nu toe zwakke trilling. Bij de vijfde inwijding wordt de wisselwerking tussen de drie centra vervolmaakt en de eenlijnigheid van de lichamen geometrisch hersteld; dan hebt u de volmaakt geworden vijfvoudige supermens.

Bij de gemiddelde mens komt deze eenlijnigheid slechts bij tussenpozen voor — in ogenblikken van spanning, in uren waarin krachtsinspanning ten bate van de mensheid nodig is, en in tijden van zeer intensieve aspiratie. In meerdere of mindere mate moet men tot abstract denken in staat zijn, wil het Ego doorlopend aandacht schenken aan de persoonlijkheid of het lager zelf. Wanneer die abstractie de emoties omvat, in het denkvermogen is geworteld en verbinding heeft met de stoffelijke hersens, dan komt er een begin van eenlijnigheid. [3]

Hiertoe dient meditatie, want zij leidt tot abstractie en tracht zowel de emoties als het denkvermogen tot abstract bewustzijn te wekken.

Eenlijnigheid en Trilling

Vergeet ook niet dat het grotendeels een kwestie van stof en trilling is. De abstracte niveaus bestaan uit de drie hogere niveaus, waarvan het eerste het derde ondergebied wordt genoemd. Zoals ik u al eerder heb uitgelegd, staat elk ondergebied in verbinding met het daarmee overeenkomstige hoofdgebied. Wanneer u dus in uw lichamen — stoffelijk, emotioneel en mentaal — stof hebt ingebouwd van het derde ondergebied van het betreffende gebied, dan begint het hoger Zelf bewust en steeds meer ononderbroken te werken door de tot eenlijnigheid komende persoonlijkheid. Misschien zouden wij het denkbeeld kunnen omkeren en zeggen dat pas wanneer de voertuigen een bepaald percentage stof van het derde ondergebied bevatten (en dit percentage is een van de geheimen van inwijding), de persoonlijkheid als een bewust geheel het hoger Zelf erkent en gehoorzaamt. Wanneer dat percentage is bereikt, wordt het noodzakelijk op het stoffelijk en gevoelsgebied stof in te bouwen van de twee hogere ondergebieden; vandaar de strijd van de aspirant om het stoffelijk lichaam te louteren en te leren beheersen, alsook het gevoelslichaam te onderwerpen. Loutering en onderwerping bepalen het werk dat op de twee gebieden moet worden gedaan. Dit houdt in het gebruik van het lagere denkvermogen, waardoor de drie lagere voertuigen in één lijn worden gebracht.

De trillingen van de abstracte niveaus kunnen dan beginnen zich te laten gevoe- len. U moet onthouden dat zij worden overgebracht door het oorzakelijk lichaam, het voertuig van het hoger Zelf, en dat het gemiddelde oorzakelijk lichaam zich op het derde ondergebied van het mentaalgebied bevindt. Dit is een punt dat niet voldoende onderkend is. Denk hierover na. Werkelijk abstract denken wordt pas mogelijk, wanneer de persoonlijkheid, door haar trillingen wederkerig gelijk aan die van het [4] Ego, zich voldoende in één lijn heeft gebracht om een vrijwel onbelem- merd kanaal te vormen. Dan zullen, eerst met grote tussenpozen, maar dan steeds veelvuldiger, abstracte denkbeelden beginnen door te dringen, om op een gegeven ogenblik gevolgd te worden door flitsen van werkelijke verlichting of intuïtie vanuit de Geestelijke Triade of het ware drievoudige Ego zelf.

Het Akkoord van het Ego

Wanneer ik de term "wederkerige trilling" gebruik, wat bedoel ik dan? Ik bedoel dat de Persoonlijkheid of het lager zelf zich aanpast aan het Ego of het hoger Zelf, dat de straal van het Ego de straal van de Persoonlijkheid  overheerst en dat hun tonen samenklinken. Ik bedoel dat de primaire kleur van het hoger Zelf zich mengt met de secundaire tint van het lager zelf, totdat schoonheid is bereikt. In het begin is er wanklank en disharmonie, de kleuren vloeken met elkaar en er is strijd tussen het Hogere en het Lagere. Er wordt echter in de loop van de tijd en later met behulp van de Meester — harmonie van kleur en toon (dit zijn synonieme termen) teweeggebracht, totdat u ten slotte de grondtoon van de stof zult krijgen, de grote terts van de tot één lijn gebrachte Persoonlijkheid, de dominerende kwint van het Ego, gevolgd door het volle akkoord van de Monade of de Geest.

Het is de dominant waarnaar de adept streeft; voordien was de vervolmaakt geworden terts van de Persoonlijkheid zijn doel. Gedurende onze verschillende incarnaties slaan wij alle tussenliggende tonen aan en doen ze weerklinken; soms staan onze levens in majeur, soms in mineur, maar steeds streven zij naar soepelheid en grotere schoonheid. Er komt een tijd dat elke toon in zijn akkoord, het akkoord van de Geest, past. Elk akkoord maakt deel uit van een muzikale frase, de frase of groep waartoe het akkoord behoort, en de frase draagt ertoe bij een zevende van het geheel te voltooien. De zeven delen in hun geheel voltooien dan de sonate van dit zonne- stelsel een deel van het drievoudig meesterwerk van de Logos of God, de Meester Toonkunstenaar. [5]

Microkosmische en Macrokosmische Eenlijnigheid

2 juni 1920

Vanochtend zou ik het onderwerp van ziele eenlijnigheid nogmaals willen behandelen en u de universele toepassing willen aantonen onder de Wet van Overeenkomst. Deze ligt verankerd in de geometrie of in cijfers en getallen.

Het doel van de evolutie van de mens in de drie werelden — de stoffelijke, emotionele en mentale gebieden — is om zijn drievoudige Persoonlijkheid in één lijn te brengen met het zielenlichaam, totdat één rechte lijn is bereikt en de mens de Ene wordt.

Elk leven dat de Persoonlijkheid  leidt, wordt aan het einde weergegeven door een of andere geometrische figuur, met gebruikmaking van de lijnen van de kubus en hun uitdrukking in de een of andere vorm. De vormen van de eerste levens zijn duister en vaag van omtrek en ruw van tekening. De vormen die door de gemiddelde gevorderde mens van deze generatie worden opgebouwd, zijn scherp omlijnd en duidelijk. Wanneer hij echter het Pad van Discipelschap betreedt, is het de bedoeling dat hij al deze vele lijnen in één lijn doet opgaan, hetgeen geleidelijk wordt bereikt. Hij is de Meester die alle lijnen van de vijfvoudige ontwikkeling heeft samengesmolten, eerst tot de drie en dan tot de ene. De zespuntige ster wordt de vijfpuntige ster, de kubus wordt de driehoek en de driehoek wordt de ene, terwijl de ene (aan het einde van de grotere cyclus) het punt wordt in de cirkel van openbaring.

Vandaar de poging alle gelovigen  eenvoud bij te brengen,  gebaseerd  op een drie-eenheid van grondwaarheden, en hun éénpuntige gerichtheid in te prenten.

Elk leven draagt bij tot grotere stabiliteit, maar zelden wordt tot dusver de drievoudige Persoonlijkheid aangetroffen die — als ik [6] het zo mag zeggen — in één lijn is met het oorzakelijk bewustzijn. Er doen zich van tijd tot tijd momenten voor waarin dit het geval is, wanneer het hogere en het lagere (in ogenblikken van hoogste aspiratie en onzelfzuchtig streven) één rechtstreekse lijn vormen. Gewoonlijk is het emotielichaam door heftige emotie en trilling of door een steeds in beweging zijnde rusteloosheid nooit in één lijn. Zelfs al is het emotielichaam voor een ogenblik in één lijn, dan nog werkt het mentaallichaam als een belemmering en belet het doordringen van het hogere naar het lagere en zo naar het stoffelijke. Het vraagt vele levens van ingespannen pogen, voordat het emotielichaam tot rust kan worden gebracht en er een mentaallichaam wordt opgebouwd dat als een filter zal werken zonder belemmering te veroorzaken. Zelfs wanneer dit enigermate tot stand is gebracht en het emotielichaam gestabiliseerd is en als een zuivere spiegel werkt, terwijl het men- taallichaam dienstdoet als een gevoelige plaat en als een onderscheidingsinstrument, alsook de intelligente vertolker is van de meegedeelde hogere waarheid — zelfs dan, zeg ik u, is er een krachtige discipline en zijn er vele levens van inspanning nodig om deze beide gelijktijdig in één lijn te brengen. Wanneer dit gedaan is, rest ons nog het stoffelijk brein te beheersen en de uiteindelijke gelijkgerichtheid hiervan teweeg te brengen, zodat het als een rechtstreekse ontvanger en doorgever van de meegedeelde lering kan optreden en nauwkeurig het hoger bewustzijn kan weerspiegelen.

Waarin ligt nu de macrokosmische overeenkomst? Waar is de analogie in het zonnestelsel? Ik zal hier een aanduiding geven. In de rechtstreekse eenlijnigheid van bepaalde planeten in het evolutieproces van het stelsel, met elkaar en met de Zon, komt logoïsche of goddelijke eenlijnigheid. Denk hierover na, maar ik geef u deze waarschuwing: tracht geen hypothesen van eenlijnigheid uit te werken, gebaseerd op de stoffelijke planeten. De waarheid ligt niet in die richting. Slechts drie stoffelijke planeten (en deze drie in etherische stof ) komen tot de uiteindelijke eenlijnigheid die het [7] bereiken van het kosmisch zielenbewustzijn  door de Logos kenmerkt, hetgeen voor Hem het te bereiken doel vormt. De aarde behoort niet tot deze drie, maar Venus neemt hier de plaats in die overeenkomt met het astraal of emotioneel permanent atoom.

De eenlijnigheid kan nog verder worden doorgevoerd: in de eenlijnigheid van ons hele zonnestelsel met het stelsel van Sirius ligt nog een verder verwijderd doel. Het is een punt dat heel ver in het verschiet ligt, maar dat het geheim verborgen houdt van de grotere cyclus.

[8]