Navigeren in de hoofdstukken van dit boek

BRIEF IV - HET GEBRUIK VAN HET HEILIG WOORD IN DE MEDITATIE - Deel 1

BRIEF IV

HET GEBRUIK VAN HET HEILIG WOORD IN DE MEDITATIE

1.    Fundamentele grondstellingen

2.    De scheppende uitwerking van het Heilig Woord

3.    De vernietigende uitwerking van het Heilig Woord

4.    Uitspraak en gebruik van het Heilig Woord

5.    De uitwerking van het Heilig Woord op de centra en op elk lichaam

[51]

BRIEF IV

HET GEBRUIK VAN HET HEILIG WOORD IN DE MEDITATIE

19 juni 1920

Het vandaag te behandelen onderwerp is zo diepzinnig en van zulk een vitaal belang, dat het zeer natuurlijk is dat u ertegen opziet het zelfs ook maar in overweging te nemen. Ongeacht wat wij over dit onderwerp kunnen zeggen, is het toch slechts de buitenkant ervan die wij kunnen aanroeren, en de diepte van datgene wat onuitgesproken blijft, kan zo groot schijnen, dat de meegedeelde gegevens misschien te kleine verhoudingen kunnen aannemen.

Fundamentele Grondstellingen

Allereerst wil ik bepaalde fundamentele grondstellingen geven, die, ofschoon als mentale begrippen opgevat, toch te diep kunnen gaan om gemakkelijk te worden begrepen.

Er zijn vijf grondstellingen — vijf uit een aantal dat te groot is voor uw bevat- tingsvermogen. Deze grondstellingen zelf berusten op bepaalde fundamentele feiten en deze feiten (zeven in getal) worden nog niet alle begrepen. H. P. B. roerde er drie aan in de verklaring over de grondslagen van de Geheime Leer. Vier blijven er nog verborgen, hoewel de vierde door de studie van de psychologie en de mentale wetenschap zich enigszins duidelijker gaat aftekenen. De drie andere grondslagen zullen gedurende de eerstvolgende drie ronden aan de dag treden. In deze ronde zal de vierde grondslag worden begrepen.

Deze grondstellingen bevatten het volgende:

1.    Dat alles wat bestaat, gebaseerd is op klank of op het Woord.

2.    Dat splitsing het gevolg is van klank.

3.    Dat op elk gebied het Woord een andere uitwerking heeft. [52]

4.    Dat overeenkomstig de toon van het Woord of de trilling van de klank het  werk van inbouw of uitdrijving zal worden voltooid.

5.    Dat het ene drievoudige Woord zeven grondtonen heeft en dat deze zeven grondtonen hun eigen bijtonen hebben.

Het begrijpen van deze fundamentele feiten werpt veel licht op het gebruik van het Woord in de meditatie.

Toen het Heilig Woord voor de eerste maal weerklonk (de drie oorspronkelijke ademtochten met hun zeven klanken — één ademtocht voor elk van de drie zonnestelsels), was de toon anders en waren de klanken op een andere grondtoon afgestemd.

In het eerste stelsel lag de voltooiing van de Eerste Ademtocht, het hoogtepunt, in het doen weerklinken op een majestueuze wijze van de toon FA  de noot die de grondtoon vormt van dit stelsel, de toon van de geopenbaarde natuur. Deze toon is, en hieraan moet de tweede toon worden toegevoegd voor dit stelsel, het tweede.

Hij klinkt nog niet op volle sterkte of de klankkleur is nog niet afgerond en hij zal ook niet worden voltooid voor het einde van de grotere cyclus. De Logos doet die toon nu weerklinken, en indien Hij zou ophouden hem uit te ademen, zou het hele stelsel in volkomen duisternis ten ondergaan. Dit zou het einde van de openbaring betekenen.

In het tweede stelsel, het tegenwoordige, mag de grondtoon niet worden ge- openbaard. Het is een van de geheimen van de zesde inwijding en moet omsluierd blijven.

In het derde stelsel zal de laatste toon, de derde, aan de grondtonen van het eerste en het tweede stelsel worden toegevoegd, en wat zult u dan krijgen? U zult te maken krijgen met de grote terts van de Logoïsche Persoonlijkheid in haar volmaaktheid, een overeenkomst met de grote terts van de microkosmos — één toon voor elk gebied. Ons is verteld dat de Zonnelogos op de kosmische gebieden aan het probleem van het kosmisch denkvermogen werkt; dat Hij in zijn stoffelijk zonnestelsel werk- zaam is, gericht is in zijn kosmisch astraal of gevoelslichaam en bezig het [53] kosmisch denkvermogen te ontwikkelen. Op de gebieden van het zonnestelsel gebeurt dus hetzelfde als op die van de microkosmos. Door het besef van deze overeenkomst en de verstandige toepassing ervan wordt veel duidelijk over het gebruik van het Heilig Woord in de meditatie.

      Stelsel I - komt overeen met het stoffelijk lichaam.

      Stelsel II - komt overeen met het emotielichaam.

      Stelsel III - komt overeen met het mentaallichaam.

Door het Woord of de klank bij het vormen van deze drie te bestuderen, zal men inzicht erin krijgen hoe dat Woord moet worden gebruikt bij het opbouwen van het intuïtief voertuig en bij het louteren van de persoonlijkheid.

Wij zullen nu datgene wat wij willen zeggen, onder vier hoofden onderbrengen en ze een voor een bespreken:

1.   De scheppende uitwerking van het Heilig Woord.

2.   De vernietigende uitwerking van het Heilig Woord.

3.   Uitspraak en gebruik van het Heilig Woord:

 a.  In individuele meditatie.

 b.  In groeps  en gemeenschappelijk werk.

 c. Voor bepaalde bijzondere doeleinden.

4.    De uitwerking van het Heilig Woord op de lichamen en centra, en de doel-

 treffendheid ervan bij het teweegbrengen van ziele-eenlijnigheid.

De Tweevoudige Uitwerking van het Heilig Woord; opbouwend en vernietigend

20 juni 1920

Vandaag kunnen wij het gisteren in beschouwing genomen onderwerp voortzetten. Wij verdeelden het thema in vieren en zullen de twee eerste ervan nemen: de scheppende en de vernietigende uitwerking van het Woord. Slechts enkele algemene aanwijzingen  zullen mogelijk zijn, om een basis te vormen voor een intelligente toepassing van de wet.

Laat ons in de eerste plaats de oude waarheid herhalen dat de werelden het gevolg zijn van klank. Eerst leven, dan stof; later de [54] aantrekking van de stof tot het leven, om dit te openbaren en tot uitdrukking te brengen, en vervolgens de geordende rangschikking van die stof in de nodige vormen. Klank vormde de verbindende factor, de stuwende impuls en het aantrekkende beginsel. Klank betekent in een occult en diep metafysisch begrip datgene wat wij "de verhouding tussen" noemen, en is de scheppende bemiddelaar, de verbindende derde factor in het proces van openbaring. Klank is de akasha. Op de hogere gebieden is klank het werktuig van het grote Wezen dat de kosmische wet van zwaartekracht met betrekking tot ons zonnestelsel uitoefent, terwijl klank op de lagere gebieden als het astraallicht tot uitdrukking komt, de grote bewerker van weerspiegeling, die het verleden, het heden en de toekomst of datgene wat wij tijd noemen op haar trillend oppervlak vastlegt en vereeuwigt. In rechtstreeks verband met het lagere voertuig openbaart klank zich als elektriciteit, prana en magnetisch fluïdum. Het denkbeeld zou misschien vereenvoudigd kunnen worden, als u bedenkt dat klank de aandrijvende kracht is van de wet van aantrekking en afstoting.

De zeven Grote Ademtochten

Toen de Logos ter wille van dit zonnestelsel  het Heilig Woord in zijn zevenvoudige volheid deed weerklinken, verzamelde Hij door inademing de stof die nodig was voor de openbaring, en de evolutie van die stof begon bij de eerste grote ademtocht.

Bij de tweede grote ademtocht kwam er splitsing en drong het tweede aspect van de Logos door.

Bij de derde grote ademtocht kwam het werkzaamheidsaspect tot uitdrukking, de stof werd met dat vermogen bevrucht, zodat de vijfvoudige evolutie mogelijk werd.

Bij de vierde grote ademtocht reageerden enkele Hiërarchieën en de grote Bouwers zagen het plan duidelijker. Er bestaat een bepaald verband tussen de vierde [55] ademtocht en de vierde Scheppende Hiërarchie, die van de menselijke Geesten. Deze vierde toon van de Logos heeft een speciale betekenis voor de menselijke Geest en een ongeëvenaarde uitwerking op deze aarde en in deze vierde cyclus. De betrekkelijkheid ervan is zodanig dat het moeilijk voor u is deze uitwerking op enigerlei wijze te begrijpen. Voor zover u het kunt bevatten, komt deze toon tot uitdrukking in de harmonische toon van het vierde gebied en de vierde straal. Die toon doordringt momenteel de volkeren van de aarde en heeft dit sinds het vierde wortelras gedaan. Hij drukt zich uit in de worsteling van de mensheid om het ideaal van harmonie en vrede te verwezenlijken  en in de wereldomvattende  aspiratie in die richting.

Deze vierde ademtocht is in het bijzonder van toepassing op de menselijke evolutie.

U krijgt dus te maken met:

•      De eerste ondertoon van het drievoudig Woord die de eerste trillingstoon inzette, waardoor de beweging van de sferen begon — zowel solair als atomair. Hij belichaamt de Wil.

      De tweede ondertoon van het drievoudig Woord bracht het tweede aspect mee en riep de kosmische heerser van de samenvoegende straal tot openbaring. Hij kenmerkte de tweeslachtigheid of liefde in weerspiegeling.

      De derde ondertoon van het drievoudig Woord maakte onze vijfvoudige evolutie mogelijk. Hij is de grondtoon van de vijf lagere gebieden en ken- merkte werkzaamheid of aanpassing.

•      De vierde ondertoon van het drievoudig Woord is de klank van de Menselij- ke Hiërarchie en zou in zijn geheel de "kreet van de mens" kunnen worden genoemd.

•      Elk van deze klanken riep onmiddellijk een straal in openbaring met al dat- gene wat zich op een straal bevindt. Elke klank komt in het bijzonder op één gebied tot uitdrukking, omdat hij de dominante toon van dat gebied is.

•      De vijfde grote ademtocht heeft een bijzondere uitwerking op zichzelf, want in het weerklinken ervan ligt de sleutel tot alles — het is de ademtocht van het Vuur. Hij schiep een trilling gelijk aan die van het kosmisch men- taalgebied en is hecht verbonden met de [56] eerste ademtocht. Hij is (in technisch muzikale terminologie) de dominant van het zonnestelsel, zoals de derde ademtocht overeenkomt met de grote terts. Het is de toon van de Logos. Elke ademtocht trekt tot de Logos het een of ander wezen op kosmische hoogten aan voor openbaringsdoeleinden.  De weerspiegeling  van deze methode kan in de microkosmos worden waargenomen, wanneer de Ziel de zielentoon in de drie werelden doet klinken en zich gereed maakt tot openbaring of om in incarnatie te komen. De toon trekt rondom de permanente atomen of kernen de vereiste stof aan voor openbaringsdoeleinden en die stof zelf wordt door een of ander levend wezen bezield. Op gelijke wijze reageren de kosmische Heren van Vuur, de grote bezielende Wezens van ons zonnestelsel, wanneer deze vijfde ondertoon weerklinkt. De Heren van de Vlam in het zonnestelsel zelf reageerden ook, toen de microkosmos de vijfde ondertoon van de monadische toon deed weerklinken en zij zich met de menselijke evolutie inlieten.

•      De zesde grote ademtocht trok de Heren van de geheimzinnige vijfhoek tot zich, de vluchtige kern van het emotiegebied, het begeertevermogen gehuld in stof, het waterig aspect van het logoïsch leven.

      Bij het weerklinken van de zevende ondertoon trad kristallisatie in en absolute overeenstemming met de wet van benadering. Hieruit vloeide voort het dichtste aspect van openbaring, het punt van diepste ervaring. U zult dan ook het verband opmerken met de straal van Ceremoniële Wet, een van de grote opbouwende stralen — een straal die onder vastgestelde vormen de stof tot de gewenste modellen schikt.

U zou hier kunnen vragen waarom ik schijnbaar zo ben afgedwaald. Het schijnt u het doel voorbij te schieten en niets met het onderwerp te maken te hebben. Laat mij dit toelichten. De microkosmos moet het werk van de macrokosmos slechts her- halen. De Geest of de monade doet op zijn eigen gebied de toon (zijn hiërarchische toon) weerklinken en daalt af in incarnatie. Het is zowel [57] de toon van aantrek- king als van uitademing. De persoonlijkheid — het spiegelbeeld van die monade op het dichtste punt in evolutie — is verbonden met de monade door de aantrekkingskracht van het Heilig Woord, dat door zijn monade werd uitgezonden op zijn toon en zijn eigen ondertoon.

Het werk van uitademing is echter al volbracht. Het is de involutie. Het werk van inademen of weer opnemen in de bron gaat voort. Wanneer de persoonlijkheid (na levens van spanning en onderzoek) voor zichzelf haar geestelijke toon onderkent op de juiste toonhoogte en met de juiste ondertoon, wat is dan het resultaat? Zij is in harmonie met haar monadische toon, zij trilt op dezelfde maat, vibreert met dezelfde kleur, vindt ten slotte de lijn van de minste weerstand en het inwonende leven wordt bevrijd en keert terug tot zijn eigen gebied. Dit ontdekkingswerk gaat echter zeer langzaam en de mens moet het akkoord met oneindige zorg en moeite trachten te vinden. Eerst vindt hij de terts van de persoonlijkheid en doet die weerklinken, met als gevolg een geordend harmonieus leven in de drie werelden. Vervolgens vindt hij de dominerende kwint van het Ego, de grondtoon van het akkoord, en laat deze weerklinken in harmonie met de toon van de persoonlijkheid. Het gevolg hiervan is dat er een vacuüm wordt gevormd (indien ik het zo mag uitdrukken), zodat de bevrijde mens met zijn "inspirerende" ziel — de drievoudige geest, naast het denkver mogen en de ervaringen — de Drie, vervolmaakt door het Viervoud en het Vijfde, tot de Monade opstijgt. De wet van aantrekking komt tot uitdrukking door klank. Soort zoekt soort, daartoe aangedreven door eenheid van klank, kleur en ritme.

Dit voert ons naar de tweede factor, de vernietigende, die wij nu gaan bespreken. Door vrijmaking worden de ketenen verbroken, door bevrijding worden de oude vormen terzijde gelegd, door het beheersen van de stof komt de geest vrij. Zo komt door het weerklinken van het Heilig Woord in zijn zevenvoudige betekenis de ont- snapping tot stand uit de uiteengevallen [58] vormen; eerst wordt bij het uitademen de stof aangetrokken, en vervolgens worden bij het inademen de stoffelijke vormen geleidelijk vernietigd en achtergelaten.

Meditatie en het Woord

Ik heb dit voor u met betrekking tot het stelsel uitgebeeld. Laat mij het nu op de meditatie toepassen, opdat u kunt zien hoe het werkt. Wanneer de mens mediteert, streeft hij naar twee dingen:

a.     Naar het vormen van gedachten, het omlaag brengen van abstracte denkbeelden en intuïties naar de concrete niveaus van het mentaalgebied. Dit zou men de meditatie met zaadgedachte kunnen noemen.

b.    Naar het op één lijn plaatsen van het ego en het scheppen van dat vacuüm tussen de stoffelijke hersens en het Ego, wat de goddelijke uitstorting tot gevolg heeft, met de daaruit voortvloeiende vernietiging van de vormen, waardoor bevrijding plaatsvindt. Dit zou men de meditatie zonder zaadgedachte kunnen noemen.

In een bepaalde periode van de evolutie gaan deze twee in elkaar over, de zaad- gedachte wordt weggelaten en het vacuüm wordt dan gevormd, niet zozeer tussen de hogere en lagere voertuigen, als wel tussen deze voertuigen en het gebied van de intuïtie of het gebied van harmonie.

De mens zou daardoor bij het uitspreken van het Heilig Woord in de meditatie (indien het op de juiste wijze weerklinkt) in staat moeten zijn tot zowel scheppend als vernietigend werk, zoals de Logos dit doet. Het zal in de microkosmos de weer- spiegeling zijn van het kosmisch proces. Hij zal een fijner soort stof tot zijn lichamen trekken, en datgene wat grover is, uitwerpen. Hij zal gedachtevormen formuleren die fijnere stof tot zich trekken en datgene wat van een lagere trilling is, afstoten. Hij zou het Woord zo moeten laten klinken, dat eenlijnigheid [59] automatisch ontstaat en het noodzakelijke vacuüm wordt geschapen, dat een uitstorting van boven moge- lijk maakt. Al deze gevolgen kunnen zich voordoen, wanneer het Woord op de juiste toon wordt ingezet, en elke meditatie zou de mens meer in één lijn moeten brengen, zou iets van de stof van lagere trilling uit een van zijn lichamen moeten verwijderen, zou het kanaal moeten verbreden en zo een geschikter voertuig verschaffen voor de verlichting vanuit hogere gebieden.

Maar het verkregen effect door het gebruik van het Woord is — voordat nauwkeurigheid mogelijk is — zeer klein, wat een geluk is voor de mens die het gebruikt. Door de zeven grote Ademtochten en hun uitwerking op elk gebied te bestuderen, kan een mens veel ontdekken van wat er op de verschillende ondergebieden van elk gebied moet gebeuren, speciaal met betrekking tot zijn eigen ontwikkeling. Door de grondtoon van het zonnestelsel (die in het eerste stelsel wordt gestabiliseerd) te bestuderen, kan men veel te weten komen over het gebruik van het Woord op het stoffelijk gebied. Ik geef u hier een aanwijzing ter overdenking. In de poging de toon van dit zonnestelsel te vinden, de toon van liefde en wijsheid, zal de studerende de noodzakelijke verbinding maken tussen het emotie- of begeertegebied en het intuïtief gebied en achter het geheim komen van het emotiegebied. Door het Woord op de mentale gebieden en zijn uitwerking bij het bouwen van vormen te bestuderen, zal de sleutel worden ontdekt voor de opbouw van de Tempel van Salomo, terwijl de leerling de vermogens van het oorzakelijk lichaam zal ontwikkelen, waardoor hij ten slotte bevrijd wordt uit de drie werelden.

De studerende moet echter onthouden, dat hij eerst de toon van zijn persoonlijkheid moet vinden en vervolgens die van de ziel, voordat hij het monadisch akkoord kan aanslaan. Wanneer hij dit heeft gedaan, heeft hij voor zichzelf zijn eigen drievoudig Woord doen klinken en is nu een intelligente schepper, bezield door liefde. Het doel is bereikt. [60]

Enkele Praktische Aanwijzingen

21 juni 1920

Vanmiddag wil ik u duidelijk maken dat het niet mogelijk is, noch verstandig en wenselijk, u in te lichten over de verschillende toonaarden waarin het Heilig Woord kan worden aangeheven. Ik kan slechts op algemene beginselen wijzen. Ieder menselijk wezen, iedere eenheid van bewustzijn verschilt zozeer van ieder ander, dat aan de individuele behoefte alleen dan kan worden tegemoetgekomen, wanneer er een volledig oorzakelijk bewustzijn bestaat aan de zijde van de leraar en wanneer de leerling zelf een punt heeft bereikt waar hij bereid is om te weten, te durven en te zwijgen. De gevaren bij het misbruiken van het Woord zijn zo groot, dat wij slechts gronddenkbeelden en fundamentele beginselen durven aan te geven, en het verder aan de aspirant overlaten voor zichzelf de punten die voor zijn ontwikkeling nodig zijn, uit te werken en de nodige experimenten te doen, totdat hij voor zich- zelf datgene vindt wat hij nodig heeft. Alleen datgene wat het resultaat is van eigen inspanning, van moeizame worsteling en van bittere ervaring, is van duurzame en blijvende waarde. Pas wanneer de discipel — door mislukking en welslagen, door moeilijk bevochten overwinningen en bittere uren die op een nederlaag volgen — zich aan de innerlijke gesteldheid aanpast, zal hij inzien dat het gebruik van het Woord wetenschappelijk en proefondervindelijk van waarde is. Zijn gebrek aan wil beschermt hem er grotendeels voor het Woord te misbruiken, terwijl zijn streven om lief te hebben hem ten slotte tot de juiste intonatie ervan leidt. Alleen datgene wat wij voor onszelf weten, wordt een inherent vermogen. De mededelingen van een leraar, ongeacht hoe wijs hij zijn mag, blijven slechts verstandelijke begrippen, totdat ze proefondervindelijk deel gaan uitmaken van het leven van de mens. Daarom kan ik alleen de weg aangeven. Ik mag slechts algemene aanwijzingen geven; degene die meditatie beoefent, moet de rest voor zichzelf uitzoeken.

[61]

Uitspraak en Gebruik in de Individuele Meditatie

Ik zal nu zeer praktisch zijn. Ik spreek voor de mens op het Proefpad, die dus een intellectueel begrip heeft van wat tot stand moet worden gebracht. Hij beseft ongeveer zijn plaats in de evolutie en het werk dat gedaan zal moeten worden, wil hij op enig moment door de poort van inwijding gaan. Wat ik op deze wijze zeg, zal tot onderricht dienen voor de meerderheid van hen die deze brieven bestuderen... De mens neemt zich voor te mediteren en tracht zich aan te passen aan de noodzakelijke voorschriften. Laat mij als inleiding enkele aanwijzingen geven:

•      De aspirant zoekt dagelijks een rustige plaats, waar hij zich ongestoord en zonder belemmering kan terugtrekken. Wanneer hij verstandig is, zal hij steeds dezelfde plaats opzoeken, want hij zal daaromheen een schil op- bouwen die als bescherming zal dienen en het gewenste hogere contact zal vergemakkelijken. De stof van die plaats, datgene wat u de omringende ruimte zou kunnen noemen, wordt dan op een bepaalde trilling afgestemd waardoor het hem elke keer gemakkelijker valt op zijn hoogste punt te beginnen, zodat hij de lange inleiding, nodig om de trilling eerst op te voeren, kan weglaten.

•      De aspirant zet zich in een houding waarin hij zijn stoffelijk lichaam kan vergeten. Hiervoor kunnen geen vaste regels worden gegeven, omdat men hier met het stoffelijk lichaam zelf rekening moet houden — het kan namelijk op de een of andere wijze, bij voorbeeld door verstijving of kreupelheid, belemmerd worden. Men moet proberen een gemakkelijke houding aan te nemen, gepaard aan waakzaamheid en aandacht. Traagheid en laksheid leiden een mens tot niets. De geschiktste houding voor de gemiddelde mens is om met gekruiste benen op de grond te zitten, terwijl hij tegen iets leunt waardoor de ruggengraat steun krijgt. Bij de meest intense meditatie of wanneer de aspirant zeer bedreven is en de centra snel ontwaken (misschien dat zelfs het innerlijk vuur aan het ondereinde van de ruggengraat tot trilling komt), [62] zou de rug recht maar zonder steun moeten zijn. Om gespannenheid te vermijden moet men het hoofd niet achterover werpen maar recht houden of met de kin een weinig naar beneden. Wanneer men zich hieraan houdt, zal de gespannenheid, zo kenmerkend voor veel mensen, verdwijnen en het lagere voertuig zal ontspannen zijn. Men moet de ogen sluiten en de handen in de schoot vouwen.

•      Laat de aspirant dan nagaan of de ademhaling regelmatig,  rustig en on- veranderlijk is. Als dit zo is, moet hij zich geheel ontspannen, terwijl hij het denkvermogen positief en het stoffelijk lichaam soepel en ontvankelijk houdt.

•      Laat hij zich dan een beeld vormen van zijn drie lichamen en laat hem na besloten te hebben of zijn meditatie in het hoofd of in het hart zal zijn (dit punt zal ik later toelichten), dan zijn bewustzijn daarin terugtrekken en zich op een van deze twee centra concentreren. Terwijl hij dit doet, moet hij diep beseffen dat hij een Zoon van God is, die terugkeert tot de Vader; dat hij God zelf is, die probeert het Godsbewustzijn te vinden dat het zijne is; dat hij een schepper is, die tracht te scheppen; dat hij van de Godheid het lagere aspect is, dat naar eenlijnigheid met het hogere streeft.

•      Laat hem dan driemaal het Heilig Woord aanheffen, de eerste keer zacht uitademend, waardoor het mentaal voertuig wordt beïnvloed; de tweede keer iets luider, waardoor het emotioneel voertuig wordt gestabiliseerd, en de laatste keer op een nog luidere toon, waardoor op het stoffelijk voertuig wordt ingewerkt. De uitwerking op elk lichaam zal drievoudig zijn. Indien het op de juiste wijze wordt gezongen en men het bewustzijn voortdurend binnen het gekozen centrum houdt, zal de uitwerking als volgt zijn:

Op Mentale Niveaus:

a.  Het in contact komen met het hoofdcentrum, waardoor het gaat trillen. Het tot rust brengen van het lagere denkvermogen. [63]

b.   In meer of mindere mate een verbinding met het Ego, maar altijd tot op zekere hoogte door middel van het permanent atoom.

c.   Het uitdrijven van grove deeltjes en het inbouwen van fijnere.

Op Emotionele Niveaus:

a.   De bepaalde stabilisering van het emotielichaam door middel van het per- manent atoom en het in contact komen met en in beweging zetten van het hartcentrum.

b. Het uitdrijven van grove stof en het kleurlozer maken van het emotioneel of begeertelichaam, zodat het een zuiver spiegelbeeld zal zijn van het hogere.

c.   Het veroorzaakt een plotselinge drang van gevoelens vanuit de atomaire niveaus van het emotiegebied naar het gebied van de intuïtie, via het atomaire kanaal dat tussen deze beide bestaat. Het stuwt opwaarts en zuivert het kanaal.

Op de Stoffelijke Gebieden:

a.   Hier is de uitwerking ongeveer dezelfde, maar het etherlichaam wordt in de eerste plaats beroerd. Het stimuleert de goddelijke stroming.

b.   De uitwerking  doet zich gevoelen buiten de omtrek van het lichaam en vormt een schil die als bescherming dient. Disharmonische factoren worden in de naaste omgeving verdreven.

Het Logoïsch Akkoord en de Logoïsche Analogie

22 juni 1920

Laat ons nu verder gaan met het bestuderen  van het gebruik van het Heilig Woord bij zijn toepassing in de groep om tot enkele bepaalde doeleinden te komen. Wij hebben zeer beknopt het Woord bestudeerd, zoals het wordt gebruikt door de individuele mens die begint te [64] mediteren; loutering, stabilisering en centrali- satie is voor een groot deel de uitwerking van het gebruik ervan. Dit is alles wat mogelijk is, totdat de studerende een punt zal hebben bereikt waar het hem toege- staan wordt de toon op een van de ondertonen van het ego te doen weerklinken. In de toon van het ego zult u dezelfde volgorde hebben als in de toon van de Logos. Waarmee hadden wij daar te maken? Met een zevenvoudig akkoord, waarvan in ons ontwikkelingsstadium de belangrijkste punten zijn:

1.    De grondtoon.

2.    De grote terts.

3.    De dominant of de kwint.

4.    Ten slotte het septiemakkoord.

Ik kan u hier een aanwijzing geven langs de lijn van analogie. Er is een hechte samenhang tussen de kwint of dominant en het vijfde beginsel, Manas of Denkvermogen, en er is, waar het dit zonnestelsel betreft (echter niet voor het eerste en het derde), een belangwekkende wisselwerking tussen het vijfde gebied van het denkvermogen en de dominant, en tussen het zesde gebied van de emoties en de grote terts. Vanuit enkele gezichtspunten vormt het emotioneel voertuig in dit verband een derde voertuig van bewustzijn — het grofstoffelijk voertuig en dat van prana of elektrische vitaliteit geteld als twee eenheden. Meer kan ik niet zeggen, want het geheel verplaatst zich en doordringt elkaar, maar ik heb u stof tot nadenken gegeven.

In de toon van het ego hebben wij — zoals al eerder gezegd — een soortgelijke volgorde, want die toon is op zijn eigen gebied de weerspiegeling van die van de Logos. U zult dan ook te maken hebben met de grondtoon van de stoffelijke gebieden, de terts van het emotiegebied en de kwint van de oorzakelijke niveaus. Wanneer een mens de grondtoon meester is en zijn eigen ondertoon gevonden heeft, zal hij het Heilig Woord nauwkeurig laten weerklinken en zo het begeerde doel bereiken; zijn eenlijnigheid zal volmaakt zijn, de lichamen rein, het kanaal [65] vrij van belemmering en hogere inspiratie zal mogelijk zijn. Dit is het doel van alle ware meditatie en kan worden bereikt door het Woord op de juiste wijze te gebruiken. Doordat een leraar ontbreekt en ten gevolge van de tekortkomingen van de leerling, is alles wat voorlopig gedaan kan worden, zo goed mogelijk het Woord te doen weerklinken, wetend dat er geen gevaar dreigt waar er zuiverheid is, en dat men bepaalde resultaten, zoals bescherming, tot kalmte komen en verbetering kan bereiken.

Het Gebruik van het Woord in Groepsverband

In groepsformatie is de uitwerking van het Woord veel sterker, mits de groepen op de juiste wijze zijn samengesteld, want wanneer de groepen ongewenste elemen- ten bevatten, is de uitwerking van nul en geen waarde en wordt deze geneutraliseerd. Men moet daarom van bepaalde dingen zeker zijn, voordat het Woord doeltreffend door een groep kan worden gebruikt:

a.    Het is wenselijk dat mensen van dezelfde straal of op een aanvullende straal een groep vormen.

b.    Het is wenselijk dat het Woord op dezelfde toonhoogte wordt ingezet of tenminste harmonisch klinkt. Wanneer dit het geval is, is de uitwerking van de trilling verstrekkend en zullen er bepaalde reacties optreden.

Wat gebeurt er dus wanneer het Woord op de juiste wijze wordt verklankt door een groep mensen die op de juiste wijze is samengesteld?

a.    Er wordt een sterke stroom opgewekt, die de voor de groep verantwoordelijke discipel of de verantwoordelijke Meester bereikt; door die stroom wordt hij in staat gesteld de groep in verbinding te brengen met de Broederschap, terwijl het kanaal gezuiverd kan worden voor het doorgeven van onderricht.

b.    Er wordt een vacuüm geschapen dat enigszins overeenkomt met het vacuüm dat tussen het Ego en de persoonlijkheid moet bestaan, maar nu tussen een groep en degenen aan de innerlijke zijde. [66]

c.   Indien de omstandigheden in orde zijn, ontstaat er tevens een verbinding met de zielengroepen van de betrokken persoonlijkheden, een stimulering van de desbetreffende oorzakelijke lichamen en een verbinding van alle drie de groepen — de lagere, de hogere en de Broederschap — voor de overdracht van kracht.

d.    Het heeft een bepaalde uitwerking op de stoffelijke voertuigen van de lagere groep; het versterkt de trilling van de emotielichamen, waardoor de tegengestelde trilling wordt verdreven en alles in overeenstemming met het hoger ritme wordt gebracht. Hiervan is evenwicht het gevolg. Het stimuleert het lagere denkvermogen, maar ontsluit tevens de verbinding met het hogere, dat zich doet gelden door het lagere concrete denkvermogen te bestendigen.

e.    Het trekt de aandacht van bepaalde deva’s of engelen bij wie het werk samenhangt met de lichamen van de mensen; het stelt hen in staat dat werk met grotere nauwkeurigheid te doen en contacten te leggen die later van nut zullen zijn.

f.     Het vormt een beschermende schil om de groep heen, wat (ofschoon slechts tijdelijk) storingen buitensluit, de eenheden van de groep in staat stelt met groter gemak en overeenkomstig de wet te werken en de innerlijke Leraren helpt om de lijn van de minste weerstand te vinden tussen Henzelf en degenen die hun onderricht zoeken.

g.     Het bevordert het werk van de evolutie. Hoe oneindig klein die hulp ook zijn mag, toch is elke poging die tot een ongehinderd functioneren van de wet leidt, die op enigerlei wijze op de stof inwerkt om deze te verfijnen, die trilling stimuleert en het contact tussen het hogere en het lagere vergemakkelijkt, een instrument in de hand van de Logos om zijn plan te versnellen. [67]

Ik heb hier enkele gevolgen aangeroerd die optreden wanneer het Woord in harmonie weerklinkt. Later, wanneer de regels voor occulte meditatie begrepen en bij wijze van proef toegepast worden, zal men deze gevolgen bestuderen. Naarmate het mensdom meer helderziend wordt, zullen deze gevolgen tevens in een tabel gerangschikt en gecontroleerd worden. De meetkundige vormen die bij het doen weerklinken van het Woord door de individuele mens en de groep worden geschapen, zullen worden opgetekend en vastgelegd. Het verwijderen van personen uit verschillende groepen om ze in andere voor hen beter geschikte groepen onder te brengen, zal geschieden na een oordeelkundige beschouwing van het door hen gedane werk. Later, wanneer de mensen het hogere bewustzijn ontwikkelen, moeten er groepsvoogden worden gekozen — niet alleen vanwege hun geestelijke verworvenheden en hun intellectuele bekwaamheid — maar wegens hun gave om met innerlijke visie te zien, waardoor zij hun leden en hun groep kunnen bijstaan waar het gaat om de juiste plannen en de juiste ontwikkeling.

Groepen voor Speciale Doeleinden

Later zullen er groepen voor speciale doeleinden worden gevormd. Dit brengt mij op mijn derde punt, namelijk het gebruik van het Woord voor bepaalde weloverwogen doeleinden.

Laat mij enkele van die doeleinden voor u opnoemen die de zich vormende groepen voor ogen zullen hebben en die door het gebruik van het Heilige Woord, gevolgd door een zuiver occulte meditatie, bepaalde resultaten verkrijgen. De tijd hiervoor is nog niet rijp, maar indien alles naar wens verloopt, kunt u gedurende uw leven er nog iets van verwezenlijkt zien.

1.    Groepen die zich tot doel stellen op het emotielichaam in te werken, om het te ontwikkelen, te onderwerpen en te louteren.

2.    Groepen die zich tot doel stellen zich mentaal te ontwikkelen, het evenwicht te versterken en contact te maken met het hoger denkvermogen. [68]

3.    Groepen voor de genezing van het stoffelijk lichaam.

4.    Groepen waarvan het doel is eenlijnigheid te bewerkstelligen en het kanaal tussen het hogere en het lagere te zuiveren.

5.    Groepen voor het behandelen van bezetenheid en mentale ziekten.

6.    Groepen waarvan het werk zal zijn de reactie te bestuderen bij het weerklinken van het Woord, de daaruit ontstane meetkundige vormen op te tekenen

en te rangschikken, de uitwerking op de enkelingen in de groepen te noteren, alsook van de van buiten komende wezens die door de aantrekkings-

kracht van het Woord worden opgeroepen. Deze groepen moeten tamelijk vergevorderd zijn, willen zij in staat zijn tot helderziend onderzoek.

7.    Groepen die zich er speciaal op toeleggen contact te maken met de deva’s, om met hen samen te werken volgens de wet. Tijdens de zevendestraals-activiteit zal dit

werk zeer vergemakkelijkt worden.

8.    Groepen die op bepaalde en wetenschappelijke wijze de wetten, kleur en klank van de stralen bestuderen, alsook hun individuele en groepsuitwerking en onderlinge verhouding. Dit is vanzelfsprekend een uitgelezen groep en slechts diegenen die van hoge geestelijke perfectie zijn en zij die op het punt van inwijding staan, zullen hieraan mogen deelnemen. Vergeet niet dat deze groepen op het stoffelijk gebied niets anders zijn dan de onvermijdelijke uitdrukkingen in openbaring van de innerlijke groepen van aspiranten, leerlingen, discipelen en ingewijden.

9.    Groepen die op bepaalde wijze onder de een of andere Meester werken en volgens een door Hem voorgeschreven werkwijze. De leden van deze groepen zullen dan ook door de Meester worden gekozen.

10.  Groepen die in het bijzonder onder een van de drie grote afdelingen werken en — onder kundige leiding op politiek en godsdienstig gebied [69]de wereld van de mensen trachten te beïnvloeden en de evolutieprocessen te versnellen, zoals dit van uit het departement van de Heer van Beschaving wordt voorgeschreven. Enkele van deze groepen zullen in de kerk werken, andere in de vrijmetselarij en weer andere zullen werken in verbinding met de ingewijde leiders van grote organisaties. Terwijl u hierover nadenkt moet u zich er rekenschap van geven, dat de hele wereld in de loop van de tijd steeds mentaler wordt — vandaar dan ook dat dit soort werk steeds meer toeneemt.

11.  Andere groepen zullen geheel werken in wat men zou kunnen noemen het voorbereidingswerk voor de toekomstige kolonie.

12.  Probleemgroepen,  zoals zij genoemd zouden kunnen worden, zullen worden gevormd om sociale, economische, politieke en godsdienstige problemen, wanneer zij zich voordoen, te behandelen en de uitwerking van meditatie, kleur en klank te bestuderen.

13.  Weer andere groepen zullen zich bezighouden met kinderopvoeding, met het individueel trainen van mensen, met het leiden van personen op het proefpad en met de ontwikkeling van de hogere vermogens.

14.  Later, wanneer de Grote Heer, de Christus, met Zijn Meesters komt, zullen er enkele zeer esoterische groepen zijn, bijeengebracht uit alle andere groepen, waarvan de leden (door hun graad en karmisch recht) getraind zullen worden voor discipelschap en voor de eerste inwijding. Er zullen zeven van zulke groepen of centra zijn, opgericht voor bepaalde occulte training...Slechts diegenen van wie het trillingsvermogen daarvoor geschikt is, zullen hun weg daarheen vinden.

Voor vandaag heb ik u genoeg gegeven ter overdenking; morgen zullen wij punt vier bespreken. [70]

23 juni 1920

U hebt gelijk, wanneer u denkt dat de huidige omstandigheden niet gunstig zijn. De hele wereld beweegt zich snel naar een crisis toe — een crisis van wederopbouw, zelfs al schijnt zij voor de toeschouwer afbrekend te zijn. Aan alle kanten voltrekt zich het proces van afbraak van de oude vormen, maar dit werk is nog niet geheel voltooid. Desalniettemin is er genoeg tot stand gebracht om het optrekken van het geraamte van het nieuwe gebouw mogelijk te maken. In rustige en gestage aanhankelijkheid aan de eerstvolgende plicht zal de vereenvoudiging komen van wat gedaan moet worden.

Vandaag houden wij ons bezig met de uitwerking van het Woord op de verschil- lende centra, op elk lichaam en zijn nut bij het in één lijn brengen van de lichamen met het oorzakelijk voertuig. Dit was ons vierde punt. De eerste twee zijn hecht met elkaar verbonden, want het Heilig Woord (wanneer het op de juiste wijze wordt uitgesproken) werkt op de verschillende lichamen in door middel van de centra en hun astrale en mentale tegenhangers. Wij hebben enkele uitwerkingen, zoals het uit- drijven van ongewenste stof en het inbouwen van nieuwe, de beschermende werking van het Woord en zijn werk van bestendiging en loutering, al enigszins aangestipt. Wij zullen nu voornamelijk onze aandacht concentreren op de centra en welk resultaat de klank van het Woord daarop heeft.

De Zeven Centra en het Heilig Woord

Laat ons volgens onze gewoonte onze gedachten onder de volgende opschriften onderbrengen. Tabellen hebben hun waarde; zij geven een systematisch overzicht van de kennis en dragen ertoe bij het mentaal lichaam ordelijk te rangschikken; met behulp van het gezichtsvermogen kan men zich de dingen gemakkelijker herinneren.

1.    Opsomming en bespreking van de centra.

2.    Groei en ontwikkeling van de centra.

3.    De uitwerking van meditatie op de centra.

4.    Hun onderlinge samenhang in het werk van eenlijnigheid. [71]

Laat mij eerst zeggen dat bepaalde inlichtingen, die het natuurlijke gevolg en het resultaat kunnen schijnen van wat ik kan meedelen, verzwegen moeten worden. De gevaren, verbonden aan een onoordeelkundige ontwikkeling van de centra, zijn te groot, dan dat wij het durven wagen reeds nu volledige, gedetailleerde voorschriften te geven. Wij trachten Meesters van Mededogen op te leiden, de uitdelers van de liefde van het heelal. Wij willen geen Meesters van de Zwarte Kunst opleiden en specialisten in meedogenloze zelfuitdrukking ten koste van de oningewijden. Be- paalde feiten zijn meegedeeld en kunnen worden meegedeeld. Zij zullen leiden tot de ontwikkeling van de intuïtie en de zoeker naar licht inspireren tot ernstigere in- spanning. Andere feiten moeten achtergehouden worden, willen zij niet als wapens van groot gevaar in handen komen van gewetenloze mensen. Indien het u toeschijnt dat ik juist genoeg heb meegedeeld om de belangstelling te wekken, weet dan dat dat mijn bedoeling is. Wanneer uw belangstelling en die van alle aspiranten voldoende gewekt is, kan niets u onthouden worden.

1. Opsomming van de Centra

De stoffelijke centra zijn, zoals u weet:

1.    Het ondereinde van de ruggengraat.

2.    De zonnevlecht.

3.    De milt.

4.    Het hart.

5.    De keel.

6.    De pijnappelklier.

7.    De hypofyse.

Deze opsomming is juist, maar ik wil u nog een andere verdeling geven, gebaseerd op al eerder meegedeelde feiten, en wel over het zonnestelsel. Deze zeven centra kunnen als vijf worden gerekend, wanneer wij de milt weglaten en de twee centra in het hoofd als één rekenen. De aldus vermelde vijf centra [72] zijn van toepassing op onze vijfvoudige evolutie in dit tweede zonnestelsel.

In het eerste zonnestelsel werden de drie laagste centra ontwikkeld, maar hiermee heeft de occultist niets te maken. Zij vormen de basis van de ontwikkeling van het lagere viervoud voor individualisering, waar wij nu boven uitreiken, en het goddelijk vuur moet in andere en hogere centra worden gecentraliseerd.

De Milt

De milt, het derde centrum, heeft een bepaald doel. Zij stemt overeen met het derde of werkzaamheidsaspect en met de derde straal van activiteit (aanpassing). Zij is de grondslag van alle fundamentele werkzaamheden van de microkosmos en van de herhaalde aanpassingen van de microkosmos aan zijn omgeving, aan zijn behoef- ten en aan de macrokosmos. Zij bestuurt de selectieve processen van de microkosmos; zij neemt de trillingskracht en de energie van de macrokosmos in zich op en vormt ze om ten bate van de microkosmos. Wij zouden haar het orgaan van omvorming kunnen noemen en men zal — wanneer haar functies beter worden begrepen — ontdekken dat zij voor een magnetische schakel zorgt tussen de bewust denkende drievoudige mens en zijn lagere voertuigen, terwijl wij deze lagere voertuigen, die zelf worden bezield door bezielende wezens, beschouwen als het niet zelf. Het is zaak en de bedoeling om deze wezens in contact te brengen met de levenskracht.

In haar emotionele tegenhanger krijgen wij het orgaan van emotionele vitaliteit, dat weer in dezelfde betekenis voor een verbindingsschakel zorgt; op het mentaal- gebied wordt ongeveer hetzelfde doel beoogd, maar nu worden door dit centrum de gedachtevormen bezield door middel van de kracht gevende wil. Ik zal niet verder op dit centrum ingaan dan alleen met deze algemene aanduidingen. Enkele mensen hebben het vermogen [73] door het gebruik van het Woord dit centrum te stimuleren, maar het is niet wenselijk dit te doen. Het ontwikkelt zich op normale wijze, wanneer de aspirant zelf — als een totaliteit — naar wens vordert, wanneer zijn stoffelijk lichaam op bekwame wijze de levenskrachten van de zon weet te gebruiken, wanneer zijn emotielichaam door een hoog verlangen wordt bewogen en openstaat voor de instroming van kracht vanuit de oorzakelijke en intuïtieve gebieden, en wanneer zijn mentaal leven sterk en vibrerend is en bezield wordt door een krachtige wil. Dan zullen de milt en haar innerlijke tegenhangers zich ontwikkelen en in een gezonde toestand verkeren.

Wij zullen er nu dus van afstappen en er in deze brieven verder geen plaatsruimte aan geven.

De Fundamentele Centra

De drie fundamentele centra van vitaal belang waar het de gemiddelde mens betreft, gericht in zijn emotielichaam en het normale leven van de mens in de wereld leidend, zijn:

1.    Het ondereinde van de ruggengraat.

2.    De zonnevlecht.

3.    Het hartcentrum.

De drie grote centra waar het de mens betreft die het Proefpad nadert, en hem die streeft naar een leven van onbaatzuchtigheid na de verlokkingen van de drie werelden te hebben onderzocht, zijn:

1.    Het ondereinde van de ruggengraat.

2.    Het hart.

3.    De keel.

Aan zijn zonnevlecht wordt dan de normale functie overgelaten, omdat zij aan het doel heeft beantwoord als een centrum voor het in een brandpunt brengen van de emoties. De activiteit van het vuur wordt meer in de keel gecentraliseerd. [74]

De drie voornaamste centra voor de mens op het Pad zelf in zijn tweevoudige verdeling zijn:

1.    Het hart.

2.    De keel.

3.    Het hoofd.

De goddelijke activiteit heeft het zonnevlechtcentrum ontwikkeld, beheerst alle centra beneden de zonnevlecht en stijgt op in geordende voortgang, totdat zij wordt samengetrokken en de centra van het hoofd bezielt.

Al eerder hebben wij het leven van de mens in vijf hoofdperioden verdeeld en zijn ontwikkeling in elk van die perioden nagegaan. Wij zouden (indien wij zorgvuldig de grote lijn aanhouden) hetzelfde op de vijf centra kunnen toepassen.

•      Periode I — waarin het ondereinde van de ruggengraat het werkzaamste is, opgevat in een betekenis van louter wentelend en niet in een vierdimensionaal begrip. Het innerlijk vuur is geconcentreerd  op de bezieling van de voortplantingsorganen en op het functioneel stoffelijk leven van de persoonlijkheid.

•      Periode II — waarin de zonnevlecht het doel is waarop het vuur zich richt en de emotionele tegenhanger synchroon trilt. Er trillen dus twee centra, ofschoon nog traag; de andere leven; men kan hun klopping waarnemen, maar er is geen wentelende beweging.

•      Periode III — Het goddelijke vuur stijgt nu op naar het hartcentrum en alle drie wentelen  in gelijkmatige overeenstemming met elkaar. Ik zou erop willen wijzen dat de bezieling van welk centrum ook een krachtsvermeerdering in alle andere centra veroorzaakt en verder dat er in het hoofd zeven centra zijn (drie grote centra en vier bijcentra) en dat deze centra rechtstreeks in verbinding staan met een of ander centrum in het lichaam. Zij zijn de synthese, en wanneer hun overeenkomstige centra wor- den gestimuleerd, neemt hun omwentelingskracht in dezelfde mate toe. [75]

•      Periode IV — kenmerkt de positieve stimulering van het keelcentrum. De hele scheppende activiteit van de drievoudige mens — stoffelijk, emotioneel en mentaal — wordt omhoog gericht in dienst en zijn leven begint occult te klinken. Hij wordt occult productief. Hij openbaart zich naar buiten en zijn klank gaat voor hem uit. Dit is een occult vaststaand feit, ontegenzeglijk waarneembaar voor hen die de innerlijke visie hebben. Coördinatie tussen de centra wordt zichtbaar; de omwenteling wordt sterker en de centra zelf veranderen van uiterlijk, zij ontluiken, terwijl de omwentelende beweging vierdimensionaal wordt en zich op zichzelf naar binnen richt. De centra zijn dan stralende kernen van licht en de daarmee overeenstemmende vier lagere centra in het hoofd zijn eveneens tot leven gekomen.

•      Periode V — kenmerkt de toepassing van het vuur op de hoofdcentra en hun volledig ontwaken.

Vóór de inwijding zullen alle centra in vierdimensionale orde wentelen, maar na de inwijding worden zij vlammende wielen en zijn — helderziend waargenomen — van zeldzame schoonheid. Het Kundalini vuur is dan gewekt en beweegt zich voort in de vereiste spiralen. Bij de tweede inwijding worden de emotionele centra eveneens gewekt en bij de derde inwijding worden de centra op het mentaal gebied beroerd. Dan kan de ingewijde staan in de Tegenwoordigheid van de Grote Koning, de Ene Inwijder.

Ik wil erop wijzen dat u steeds voor ogen moet houden dat hier enkel sprake is van algemeenheden. De ontwikkeling van de microkosmos is even ingewikkeld als die van de macrokosmos. Het ontwaken van de centra en de volgorde waarin dit geschiedt, hangt van verschillende factoren af, zoals:

a.     De Straal van de Geest of Monade.

b.    De Straal van het Ego, het hoger Zelf, of de Zoon, of de bijstraal. [76]

c.     Ras en nationaliteit.

d.    Het speciaal soort werk dat moet worden gedaan.

e.     De wijze van toepassing van de leerling.

U kunt nu wel begrijpen dat het nutteloos is voorschriften te geven voor de ont- wikkeling van de centra en methoden vast te stellen waardoor het vuur tot circulatie kan worden gebracht, totdat de tijd aanbreekt dat er geoefende leraren, die over vakkennis en helderziende vermogens beschikken, met het werk op het stoffelijk gebied worden belast. Het is voor aspiranten niet wenselijk dat zij hun gedachten op enig centrum concentreren. Zij lopen gevaar het te [77] overstimuleren of uit te putten. Het is niet wenselijk een poging te doen het vuur naar een bepaald punt te richten; onwetend handelen voert tot krankzinnigheid en afschuwelijk lijden. In- dien de aspirant slechts tracht zich geestelijk te ontwikkelen, slechts streeft naar oprechtheid van bedoeling en naar onbaatzuchtigheid vol mededogen, indien hij, met kalme toepassing, zich concentreert op de onderwerping van het emotielichaam en op de verruiming van het mentaal voertuig, alsook de gewoonte van abstract denken aankweekt, zullen de gewenste resultaten in de centra vanzelf tot stand komen en de gevaren zullen worden vermeden.

Wanneer deze driehoeken de paden van drievoudig vuur zijn, dat van het onder- einde van de ruggengraat uitstroomt, wanneer de ineenstrengeling volledig is en het vuur op de juiste wijze van centrum tot centrum op zijn pad voortgaat, en wanneer dit plaatsheeft in de volgorde, vereist door de voornaamste straal van de mens, dan is het werk voltooid. De vijfvoudige mens is voor deze huidige grotere cyclus tot volmaaktheid gekomen en het doel is bereikt.

(Merk op dat deze volgorde eveneens in de centra in het hoofd moet plaatshebben).

Morgen zullen wij verder gaan met de bestudering van de centra meer in bijzonderheden; ik zal ze min of meer beschrijven en wijzen op het gevolg dat het ontwaken van deze wielen op het leven heeft.

2. De Groei en Ontwikkeling van de Centra

25 juni 1920

Wij zullen de centra nog eens opnoemen en deze keer hun psychische overeenkomsten in beschouwing nemen, terwijl wij de kleuren en het aantal van hun bloembladen zullen aangeven.

1.    Het ondereinde van de ruggengraat. Vier bloembladen. Deze bloembladen vormen een kruis en stralen met oranje vuur uit. [78]

2.    De zonnevlecht.  Tien bloembladen.  Kleur roze met een toevoeging van groen.

3.    Het hartcentrum. Twaalf bloembladen. Kleur gloeiend goud.

4.    Het keelcentrum. zestien bloembladen. Kleur zilverachtig blauw, waarin hetblauw overheerst.

5.    De hoofdcentra. Deze zijn in tweeën verdeeld:

a.    Tussen de wenkbrauwen. Zesennegentig bloembladen. Kleur: de ene helft van de lotus is roze en geel, de andere helft is blauw en purper.

b.   De kruin van het hoofd. Er zijn twaalf grote bloembladen van wit en goud en daaromheen zijn in de tweede plaats 960 bloembladen gerangschikt. Dit vormt een totaal van 1068 bloembladen in de twee hoofdcentra of 356 drievouden. Al deze getallen hebben een occulte betekenis.

Deze beschrijving is ontleend aan "Het Innerlijk Leven", Deel I. Deze beschrijving is van toepassing op de etherische centra, die zelf de uitwerking zijn op het stoffelijk gebied van daarmee overeenkomende draaikolken op het emotiegebied, waar doorheen emotionele levenskracht stroomt. Zij hebben hun mentale tegenhangers, en wanneer zij, zoals hier tevoren is gezegd, ontwaken, groeien en zich ontwikkelen, komt de laatste bezieling met de daaruit voortvloeiende bevrijding.