Navigeren in de hoofdstukken van dit boek

BRIEF VIII - TOEGANG TOT DE MEESTERS VIA MEDITATIE - Deel 2

 

a.            De wetten die het stoffelijk lichaam regeren, zullen bestudeerd en overdacht worden. Deze overdenking zal uitdrukking vinden in een strenge discipline van het stoffelijk lichaam. Het zal geheel en al voor dienst worden bestemd en dientengevolge worden onderworpen aan een proces waardoor het zich sneller zal aanpassen en zich zal ontwikkelen.

b.            het emotielichaam zal wetenschappelijk worden bestudeerd en de wetten van het water (occult verstaan) zullen worden begrepen. De betekenis van de uitdrukking "er zal geen zee meer zijn" zal bekend zijn en de zee van storm en hartstocht zal worden vervangen door de zee van glas, die direct de hogere intuïtie weerspiegelt, en doordat de zee effen en onbeweeglijk is, is het spiegelbeeld volmaakt nauwkeurig. Het emotielichaam zal [284] geheel en al voor dienst worden bestemd en zijn plaats in de drievoudige microkosmos zal worden beschouwd als overeenstemmend met die in de macrokosmos, terwijl de occulte betekenis ervan als de enige volledige eenheid in de drievoudige lagere aard begrepen zal worden; van dit feit zal gebruik worden gemaakt om bepaalde resultaten te bewerkstelligen. Denk hierover na.

c.            De plaats van het lagere denkvermogen in het schema van de dingen zal bestudeerd en de hoedanigheid van het onderscheidingsvermogen  ontwikkeld worden. Het onderscheidingsvermogen en vuur zijn occult verbonden, en zoals de Logos het werk van ieder mens, ongeacht wat dit ook zijn mag, door vuur beproeft, doet de microkosmos hetzelfde op kleinere schaal. Zo- als de Logos dit overwegend doet in de vijfde ronde van het oordeel en van de afscheiding, doet de microkosmos hetzelfde op kleinere schaal in de laatste en vijfde periode van zijn evolutie — wat al eerder in deze brieven is aangeroerd en beschreven. Elke kracht van het denkvermogen zal tot het uiterste toe worden gebruikt voor het bevorderen van de evolutieplannen; eerst in de eigen ontwikkeling van de mens, vervolgens op het speciale ter- rein van werk waarin hij zich uitdrukt en ten slotte in zijn verhouding tot andere eenheden van het mensdom wanneer hij zich opwerpt tot hun leider en dienaar.

Ziet u nu de synthese hiervan? Pas de op één punt ingespannen gerichtheid die het teken is van de met liefde en wijsheid doordrongen occultist, wat vanuit het hogere in de spiegel van het emotielichaam wordt weerkaatst, en vervolgens de aandrijving van het intellect om te handelen als de dienaar van het Ego door middel van een éénpuntig gerichte inspanning, bezield door liefde en wijsheid. De ware Yogi zal het resultaat hiervan zijn.

Ik wil er hier op wijzen dat de ware Yogi iemand is die, na de voorgeschreven vormen en tijden voor meditatie te hebben volbracht, die meditatie in zijn dagelijks leven inschakelt, zodat hij ten slotte de hele dag de houding van meditatie zal vasthouden. [285] Meditatie is het middel waardoor men in contact kan komen met het hoger bewustzijn. Wanneer het contact onafgebroken voortduurt, is meditatie, zoals u het opvat, overbodig. Volgens deze eerste methode werkt de occultist van de buitenkant af naar het centrum toe, vanuit het objectieve naar het subjectieve, van- uit de vorm naar het leven in de vorm. Door dus in Raja Yoga de nadruk te leggen op het stoffelijk lichaam en de verstandige beheersing ervan, beseft de occultist het wezenlijk belang van het stoffelijke en de nutteloosheid van al zijn kennis los van het stoffelijk lichaam door middel waarvan hij zich kan uitdrukken en het mensdom kan dienen. Het is de weg van de eerste straal en van de daarbij aangesloten of aanvullende straal.

2. Liefde en Wijsheid.

Deze methode is de weg van de minste weerstand voor de mensenzonen. Het is de onderstraal van de samenvoegende straal van een gelijksoortige trilling, waarvan ons zonnestelsel de objectieve openbaring is. Waar ik echter op wil wijzen, is dat de liefde, bereikt door degene die meditatie beoefent en die deze weg volgt, niets te maken heeft met de zo vaak besproken sentimentele opvatting. Het is niet de liefde die geen onderscheid maakt, geen paal en perk stelt en alle fouten verbloemt. Het is niet de liefde die niet tracht te verbeteren en die zich uitdrukt in een onverstandige houding tegenover allen die leven. Het is niet de liefde die allen, geschikt of ongeschikt, aandrijft tot dienst en die het punt in evolutie over het hoofd ziet. Veel van wat liefde wordt genoemd, zou — indien logisch doorgevoerd — het blijkbaar zonder evolutieladder kunnen stellen en allen zien als van gelijke waarde. In aanleg zijn allen gelijk, maar in de huidige uitingen van dienst is dit nog niet het geval.

Zuivere liefde of wijsheid ziet met volmaakte helderheid de gebreken van welke vorm ook en spant alle krachten in om het inwonende leven te helpen zich van zijn boeien te bevrijden. Op verstandige wijze onderkent zij wie hulp nodig hebben en wie haar aandacht niet nodig hebben. Zij luistert aandachtig en ziet de bekommer- nis van het hart en tracht altijd de [286] werkers in de wereld samen te bundelen tot één geheel. Dit wordt niet bereikt door ongevoeligheid, maar door onderscheidingsvermogen en wijsheid, terwijl tegenstrijdige trillingen worden gescheiden en op verschillende plaatsen gezet. Er is teveel nadruk gelegd op die zogenoemde liefde (uitgelegd door de mens in overeenstemming met zijn tegenwoordige plaats in de evolutie) en er is geen aandacht genoeg besteed aan wijsheid, die liefde is die zich uitdrukt in dienst, namelijk zulk een dienst die de occulte wet erkent, de betekenis van tijd en het bereikte punt.

Dit is de weg van de tweede straal en van de daarbij aangesloten of aanvullende stralen. Later wordt hij de alomvattende straal die oplost en absorbeert. Doordat hij een samenvoegende straal is, kan hij, al naar de samenvoegende betekenis ervan, worden gevolgd of langs de lijn van Raja Yoga of langs die van het christelijk gnosticisme...

3. Intellectuele Toepassing.

Hier is de volgorde omgekeerd, en de studerende, vaak gepolariseerd in zijn men- taallichaam, moet door middel van dat denkvermogen leren de andere twee te begrijpen, te beheersen en te besturen, en zo goed mogelijk gebruik weten te maken van de inherente vermogens in de drievoudige mens. In allerlei opzichten is deze methode misschien niet zo moeilijk, maar de belemmeringen van het vijfde beginsel moeten worden overwonnen voordat er werkelijke vorderingen kunnen worden gemaakt. Deze belemmeringen zijn grotendeels kristallisatie en datgene wat u trots noemt. Beide moeten worden gebroken, wil de studerende die zich ontwikkelt door intellectuele inspanning, de mensheid kunnen dienen met liefde en wijsheid als de bezielende bron.

Hij moet de waarde leren kennen van de gevoelens, en door dit te leren, kan hij de uitwerking van vuur op water, occult verstaan, meester worden. Hij moet het geheim van dat gebied leren kennen, omdat dat geheim (indien hij het kent) hem de sleutel geeft tot het omlaag stromen van verlichting vanuit de Triade via het oorzakelijke naar het astrale. Het bevat ook de sleutel van het vierde etherisch gebied. Dit zult u nog wel niet [287] begrijpen, maar de hier gegeven aanwijzing is zeer waardevol voor de studerende.

Dit is de weg van de derde Straal en van zijn vier hulpverlenende Stralen en is de weg van grote activiteit, van veelvuldige overdrachten en van veel actieve mentale ontplooiing in de lagere werelden.

Pas wanneer de studerende, die door intellectuele inspanning tracht vooruit te komen, het geheim van het vijfde gebied heeft leren kennen, zal hij het leven van gewijde of geheiligde dienst leven en op die wijze de drie Stralen samenbundelen. Altijd moet een synthese worden bereikt, maar altijd blijft de grondkleur of grond- toon bestaan. In de eerstvolgende of vijfde ronde zal deze werkwijze het krachtigste tot uitdrukking komen en zal de mentale groei zich in buitengewone mate ontwikkelen, terwijl de daarin evoluerende Monaden tot nog toe onvoorstelbare hoogten zullen stijgen.

Deze ronde kenmerkt het hoogtepunt van de tweede werkwijze, namelijk die door middel van liefde wijsheid. In deze vierde ronde bereikt het emotionele een hoogtepunt van trilling, en er bestaat een rechtstreekse verbinding tussen het vierde gebied van harmonie, tussen het emotielichaam of het vierde beginsel, het viervoud, het vierde of het Atlantische wortelras dat het astrale coördineerde. Ik geef u in deze brieven veel stof tot nadenken.

Vijf Gevolgen van Meditatie in de drie Werelden

21 september 1920

Vandaag moeten wij de vijf gevolgen bespreken in de drie lichamen in de lagere wereld waarvan de studerende die meditatie beoefent, zich bewust zal worden indien hij de aangegeven richting stipt heeft gevolgd.

Deze gevolgen zijn voor de toeschouwer in de wereld geen duidelijk waarneem- bare gevolgen in het leven, zoals grotere  liefde of [288] geestelijke  gaven of bekwaamheid tot dienen. Waar ik vandaag op wil wijzen, zijn de aanduidingen in het stoffelijk breinbewustzijn van de studerende dat hij iets van het noodzakelijk werk heeft gedaan en iets dichter bij het verlangde doel is gekomen. Houd dit scherp in gedachten. Ik tracht niet de vele en verschillende resultaten naar voren te brengen die bereikt zijn door zich te houden aan de occulte wetten van meditatie. Ik behandel hier slechts één fase van deze aangelegenheid, namelijk de verwezenlijking in het stoffelijk breinbewustzijn  van bepaalde resultaten waar het ons onmiddellijke onderwerp betreft — de toenadering tot de Meesters.

Dit beperkt ons onderwerp tot een bewuste verwezenlijking van de Meesters en van de een of andere bijzondere Meester door de studerende in zijn stoffelijk brein. Deze verwezenlijking hangt grotendeels af van zijn plaats op het Pad en of hij dicht bij een inwijding of er verder van afstaat. Sommige zeer ver gevorderde Ego’s kunnen aan dit probleem werken en inderdaad dicht bij hun Meester staan zonder in staat te zijn speciale feiten, die hun die nabijheid zouden bewijzen, op hun stoffelijk brein over te brengen. Sommigen verwerken deze kennis eerder dan anderen. Het hangt af van het in gebruik zijnde type lichaam en van het werk dat in vroegere levens verricht werd, waardoor een stoffelijk voertuig is ontstaan dat een tamelijk juiste weergave is van de innerlijke mens. Vaak is de mens van veel meer waarde en grotere kundigheid op de innerlijke gebieden dan op het stoffelijk gebied. Vele van onze ernstigste werkers, vooral in de laatste vijftig jaar, werken slecht karma uit doordat zij slecht toegeruste lichamen hebben. Door ijver, toewijding, ernstig streven en door het lang, geduldig volgen van de voorgeschreven regels komt er een tijd dat de studerende zich plotseling — direct door het stoffelijk brein — bewust wordt van bepaal- de onverwachte voorvallen, een verlichting, ofwel hij aanschouwt in de geest iets dat hem tot dusver onbekend was. Het is echter iets dat zo werkelijk is en toch voor een ogenblik zo adembenemend, dat geen [289] daaropvolgende schijnbare weerlegging hem de wetenschap kan ontnemen dat hij iets zag, er binding en er voeling mee had.

Het is op geen enkele wijze mogelijk, zoals ik u zo vaak heb verteld, in dit werk meer te doen dan op ruime schaal te generaliseren.  Er zijn 60.000 miljoen zielen die zich moeten ontwikkelen, waarvan elke vele levenstijdperken doorloopt totaal verschillend van die van anderen; er wordt hun een ruim veld van keuze geboden en geen ervaring is precies gelijk aan die van anderen. In het algemeen zou echter gezegd kunnen worden dat er (uit de vele die mogelijk zijn) vijf zo vaak voorkomende wegen zijn, dat ze, vergelijkenderwijs gesproken, het wettigen ze op te noemen. Op alle is gezinspeeld, maar ik kan enigszins over die reeds meegedeelde gegevens uitweiden.

 

1. Het Zien van de Meester en het Zelf in het Centrum van het Hart

Zoals u weet, is het de studerende vaak gezegd zichzelf en de Meester te visualiseren — ongeveer ter grootte van een halve centimeter — binnen de omtrek van het etherisch hart. Hem wordt gezegd zich, tegen het einde van zijn meditatie, het etherisch hart voor te stellen en daarin zeer kleine vormen van de Meester tot Wie hij zich aangetrokken voelt en van zichzelf op te bouwen. Dit moet hij regelmatig doen met grote zorg, terwijl hij dagelijks met behulp van de verbeelding en met liefderijke inspanning aan zijn beelden moet werken, totdat zij zeer werkelijk voor hem worden en hun bouw en vorm nagenoeg automatisch een deel van zijn meditatievorm worden. Dan komt er een ogenblik (gewoonlijk wanneer astrologische standen gunstig zijn en het bijna volle maan is) dat hij zich in zijn brein bewust wordt dat die beelden niet de kleine poppetjes zijn die hij denkt, maar dat hij in het hemzelf voorstellend beeld staat en dat hij letterlijk en in volle waarheid voor de Meester staat. Dit doet zich in het begin zelden en bij tussenpozen voor en de bewustheid van dit feit wordt slechts voor enkele korte seconden vastgehouden; naarmate hij vorderingen maakt en elk aspect van zijn aard en van zijn dienst zich ontwikkelt, zal deze [290] ervaring veelvuldiger voorkomen en zich kenmerken door een telkens langere tijdsduur, totdat er een tijd komt dat de leerling zich even gemakkelijk op deze wijze met zijn Meester kan verbinden als vroeger toen hij zijn beelden vormde.

Wat is er nu precies gebeurd? De leerling is erin geslaagd drie dingen te doen:

1.            Hij heeft zich vereenzelvigd met het beeld in het hart en is de Meester naderbij gekomen.

2.            Hij heeft een kanaal gevormd tussen het hartcentrum (waarin hij zijn bewustzijn tracht te concentreren) en het daarmee overeenkomend hoofdcen- trum. Elk van de zeven centra in het lichaam heeft, zoals u weet, een tegen- hanger in het hoofd. Door het centrum met zijn tegenhanger in het hoofd te verbinden komt verlichting. Dit is — in het onder¬havige geval — door de studerende volbracht. Hij heeft het hart met zijn hoofdcentrum verbonden.

3.            Hij heeft niet alleen de twee hier genoemde feiten tot stand gebracht, maar hij heeft bovendien dat deel van het stoffelijk brein dat overeenkomt met het speciale hoofdcentrum, zo gelouterd, dat het op de vereiste hogere trilling kan reageren, waardoor het nauwkeurig datgene kan optekenen wat doorgekomen is.

 

2. Herkenning van Trilling.

In dit geval is de werkwijze niet geheel dezelfde. Gedurende de ogenblikken van zijn hoogste aspiratie tijdens meditatie wordt de studerende zich bewust van een bepaalde bijzondere trilling of beroering in zijn hoofd. Het kan zich doen gevoelen in een van de drie volgende plekken:

a.    Aan het boveneinde van de ruggengraat.

b.    In het voorhoofd.

c.    Op de kruin van het hoofd.

Ik spreek hier niet van de gewaarwording die men ondervindt wanneer het psychisch vermogen zich ontwikkelt, ofschoon er een binding bestaat tussen die twee, maar ik spreek van een bepaalde trilling die samengaat met een contact met een van de Groten. In het begin is de studerende zich alleen bewust van een gevoel voor een ogenblik opgeheven te worden, iets wat de vorm aanneemt van een golving of beweging in het hoofd. [291] Het kan eerst gepaard gaan met een gevoel van onbehaaglijkheid; indien het wordt gevoeld in het voorhoofd, kan het tranen en gehuil veroorzaken, indien aan het boveneinde van de ruggengraat of onder aan de schedel, veroorzaakt het vrolijkheid en zelfs duizeligheid, en indien het gevoeld wordt op de kruin van het hoofd, geeft het een gevoel van verruiming met een gewaarwording van volheid, alsof de begrenzende schedel te weinig ruimte had. Dit verdwijnt naar- mate men eraan gewend raakt. Dit alles wordt veroorzaakt door een contact, in het begin slechts een ogenblik, met de een of andere Meester. Na verloop van tijd gaat de studerende deze trilling herkennen en gaat haar verbinden met een van de Groten, want iedere Meester heeft zijn eigen trilling die op een bijzondere wijze op zijn leerlingen wordt overgedragen. Deze methode van contact gaat vaak gepaard met geur. Vervolgens leert de leerling hoe hij zijn trilling moet versnellen tot een bepaal- de toonhoogte. Nadat hij dit gedaan heeft, houdt hij die trilling vast totdat hij de trilling of geur van de Meester waarneemt. Hij tracht dan zijn bewustzijn op te laten gaan in dat van de Meester, althans voor zover dit mogelijk is, de wil van de Meester te leren kennen en datgene te begrijpen wat de Meester wil meedelen. Naarmate de tijd voortschrijdt en de reactie van de leerling groeit, zal de Meester van zijn kant zijn aandacht trekken of hem een teken van goedkeuring geven (bij voorbeeld door deze trilling in zijn hoofd te stimuleren)...

23 september 1920

...Er rest ons nu nog drie punten te bespreken, omdat wij er al twee hebben aangeroerd, namelijk het contact met de Meester in het centrum van het hart en de herkenning van zijn trilling. Er zijn nog drie andere wegen (naast vele andere, vergeet dat niet) waarlangs de ernstig studerende zich in zijn stoffelijk brein bewust kan worden van contact te hebben met zijn Meester.

3. Door op het stoffelijk Breinbewustzijn de Herinnering over te brengen van de Ashram van de Meester en de daar gegeven Lessen. [292]

Naarmate de studerende in zijn meditatie volhardt, terwijl hij zijn vermogen ver- sterkt om zich af te stemmen op de juiste trilling, legt hij een pad aan (indien ik het zo mag uitdrukken) dat hem rechtstreeks naar zijn Meester voert. Dit is letterlijk een voldongen feit. Door goed werk verkrijgt de mens mettertijd het recht op gezette tijden in gezelschap van zijn Meester te zijn. Dit vereist goed werk tijdens meditatie, gepaard met actieve dienst ten behoeve van de mensheid. Dit samenzijn komt in het begin zelden voor, maar vindt veelvuldiger plaats naarmate de mens vorderingen maakt. Hij zal zich van dit contact bewust worden door een herinnering eraan bij het ontwaken. Hij zal de kamer van de Meester zien en zich zijn medewerkers tijdens de lesuren herinneren. Hij zal zich bepaalde door zijn Meester geuite zinnen herin- neren en tevens een herinnering hebben van het in overweging gegeven werk of van waarschuwingen. Dit is een van de werkwijzen waardoor de leerling uit de symptomen kan afleiden dat hij erin geslaagd is, door middel van het vermogen opgebouwd in meditatie, toegang tot de Meester te verkrijgen.

4. Het Verkrijgen van een bepaalde Mate van Oorzakelijk Bewustzijn.

Dit is voor de leerling een aanwijzing dat hij het vermogen heeft ontwikkeld (misschien in geringe mate, maar toch wel degelijk gerealiseerd) enigszins deel uit te maken van hun wereld. Het vermogen van abstract denken en innerlijk, geestelijk beschouwen, de macht om de grenzen van tijd en ruimte te overstijgen, zijn vermogens van het zielenlichaam, en daar alle zielengroepen — zoals al gezegd is — door een Meester  worden gecontroleerd,  is de ontwikkeling  van het zielenbewustzijn (mits bewust erkend) een aanwijzing van contact en toenadering. Veel mensen ma- ken onbewust contact met hun Ego en hebben tijdelijk flitsen van zielenbewustzijn, maar wanneer de leerling zich bewust kan opheffen, wanneer hij weloverwogen zijn trilling verhoogt en zijn gerichtheid verplaatst in het zielenlichaam, zelfs al is het voor een kort ogenblik, dan kan hij weten dat hij gedurende dat kortstondig mo- ment trilt in overeenstemming met de grondtoon van de Meester van zijn groep. Hij heeft contact gemaakt. Eerst herinnert hij [293] zich in het stoffelijk brein misschien de onderdelen van dat contact niet, hij kan zich misschien de verschijning van de Meester niet voor de geest halen of de woorden die over zijn lippen kwamen, maar doordat hij zich bewust aan de voorschriften heeft onderworpen en in de stilte van de verheven plaatsen is binnengetreden, werkt de wet altijd, en heeft hij zijn contact gemaakt. Op de innerlijke gebieden kennen sommige discipelen hun Meester zeer vertrouwelijk en werken zij onder zijn leiding, maar er kunnen vele levens voorbijgaan voordat zij de wet begrijpen en met overleg, door middel van het vermogen ontwikkeld in meditatie, het toegangskanaal kunnen vormen. Naarmate de tijd verstrijkt, neemt dit vermogen om contact te maken toe, totdat het punt is bereikt dat de leerling te allen tijde te weten kan komen wat de wil van de Meester is, en toegang heeft tot zijn hart.

5. Door Klank wordt de Aspirant zich bewust van Welslagen

Deze vijfde werkwijze is niet zo algemeen in gebruik, maar zij is bekend aan sommige naturen. Hij volgt zijn gewone vorm van meditatie. Hij houdt dit vol van dag tot dag en werkt op alle drie gebieden aan het werk dat verricht moet worden. Hij verhoogt voortdurend zijn trilling en streeft met de noodzakelijke inspanning, ver- bonden aan alle innerlijke pogingen, naar het uiterlijke leven van liefderijke dienst. Hij zal zich plotseling tijdens een meditatie bewust worden van een welluidende toon, die in zijn hoofd schijnt te weerklinken of uit zijn hart schijnt voort te komen. Die toon wordt niet opgeroepen door het doen weerklinken van het Heilig Woord, want wanneer het Woord door de mens op een bepaalde toonhoogte wordt uitgesproken, kan het een welluidende reactie vanuit het Ego oproepen, terwijl daarentegen de toon zal ontstaan als een uitwerking of een hoogtepunt van de meditatie, en de klank van de toon zo duidelijk in het centrum zal trillen, dat men dit nooit meer vergeet. Dit is weer een aanduiding van welslagen. Men heeft contact gekregen met de Meester en deze heeft erop gereageerd door de toon van het eigen Ego van de mens te laten weerklinken. Dit is in werkelijkheid  het van oudsher bestaand recht van de wachter die de zogenoemde sollicitant naar de mysteriën van de groep antwoordt. Wanneer het werk [294] goed wordt uitgevoerd, zal de aspirant het toegangswoord in zijn eigen toonaard of met zijn eigen grondtoon laten weerklinken, terwijl hij tracht de toon aan te slaan die het Ego zal oproepen. De wachter zal reageren en het antwoord doen weerklinken op diezelfde klankvolle toon, waardoor hij de mens, door de macht van klank, met de Meester van de aanstaande ceremonies verbindt. Dit brengt ieder lid van de groep — door zijn eigen inspanning en door de derde factor, de wachter — in verbinding met de Meester. Dit zal later beter worden begrepen en men zal zich inspannen de toon tussen degenen die binnentreden en degenen die de drempel bewaken bestendig te doen vibreren. Wanneer dit op volmaakte wijze ten uitvoer wordt gebracht (wat nu nog onmogelijk is), vormt het een volmaakte bescherming. Er zullen groepen worden gevormd overeenkomstig de zielenformatie en de speciale Meester. De toon van de groep zal bekend zijn aan degene die de toegang bewaakt, en niemand kan binnentreden die niet de toon hetzij in het hoger of in het lager octaaf doet weerklinken. Dit is van toepassing op groepen die zich wijden aan innerlijke geestelijke ontwikkeling en die rechtstreeks betrokken zijn bij het werk van een Meester met zijn verwante leerlingen of discipelen of proefleerlingen. Andere groepen, gevormd uit verschillende eenheden en onder verschillende stralen en Meesters, zullen hun deuren door andere methoden, die later zullen worden onthuld, beveiligen.

Wanneer  een  studerende  tijdens  meditatie  deze  innerlijke  welluidende  toon hoort, moet hij trachten die toon vast te leggen en het vermogen aankweken hem zowel te herkennen als te gebruiken. Dit is in het begin niet gemakkelijk, omdat de klank zowel onverwachts komt als te kort duurt om de indruk ervan te bewaren. Naarmate de tijd echter verstrijkt en de leerling erin slaagt telkens en telkens weer een soortgelijke reactie te verkrijgen, kan hij beginnen de werkwijze te ontdekken en op de oorzaken te letten die de trilling in beweging zetten.

Er zijn, zoals ik al heb gezegd, veel werkwijzen waardoor een leerling zich bewust wordt van welslagen op het pad van toegang. Ik heb er hier slechts vijf uit vele gegeven. Later zullen er, wanneer de [295] Scholen zijn georganiseerd en geleid worden door een Meester in het bewustzijn van het stoffelijk gebied, aantekeningen worden gehouden van de tijden en vormen van contact, waardoor veel kennis zal worden verkregen. Tot slot wil ik erop wijzen dat het oproepen van de reactie altijd het werk moet zijn van de leerling en dat het ogenblik van die reactie afhangt van de ernst van zijn werk, de toewijding van zijn dienst en zijn karmische verplichtingen. Wanneer hij een antwoord verdient, zal het aangetoond zijn in zijn sterren, en niets kan dit verhinderen of uitstellen. Evenmin kan iets het in werkelijkheid bespoedigen, zodat de leerling geen tijd hoeft te verspillen, met neer te gaan zitten in somber gepeins bij het uitblijven van een antwoord. Zijn opgave is om aan de regels te gehoorzamen, zich aan te passen aan de vastgestelde vormen, te denken over en zich op verstandige wijze te houden aan de voorgeschreven instructies, volhardend te werken en met overgave zijn medemensen te dienen. Wanneer hij dit alles heeft gedaan, wanneer hij het noodzakelijk trillend materiaal in zijn drie lagere lichamen heeft ingebouwd, wanneer hij ze in één lijn heeft gebracht met het zielenlichaam (al is het slechts voor een kort ogenblik), kan hij plotseling zien, plotseling horen, plotseling een trilling voelen, en dan kan hij voor altijd zeggen dat geloof is opgegaan in weten en aspiratie erkenning is geworden.

[296]