De Mantram van Eenwording

Eén zijn de mensenzonen en één ben ik met hen.

Liefde betracht ik en geen haat;
Te dienen tracht ik zonder verplichte dienst te vorderen;
Te helen tracht ik, niet te wonden.

Moge het lijden zijn beloning van licht en liefde brengen.
Moge de ziel de uiterlijke vorm beheersen, en ook het leven en al wat er gebeurt
En Liefde doen verschijnen, die grondslag is der lotgevallen van de tijd.

Moge visie komen en inzicht.
Moge de toekomst zich ontsluieren.
Dat innerlijke eenheid te voorschijn kome, en uiterlijke scheuring worde overbrugd.
Dat liefde zegeviere, en alle mensen zich tot liefde bekeren.

 
De Mantram van Eenwording toont twee werkelijkheden. De eerste is dat de gebruiker een is met de hele mensheid, en de tweede dat de mensheid als geheel reageert op het goddelijk Plan.
Vijf aspecten van dit Plan worden behandeld:
 

De beloning van het menselijk lijden.
De controle van het menselijk leven door de ziel.
Het neerstromen van de visie die de toekomst onthult.
Het aantonen van de innerlijke eenheid van de gehele mensheid.
Dat de mensheid door de liefde wordt overheerst.

Hier hebben we een prachtige opsomming van het goddelijk Plan voor de mensheid. Wat we er als individuen ook van begrijpen en er naar leven, toch helpen we de gehele mensheid. Het brengt betekenis en doel in onze levens.

Deze mantram is voor alle discipelen die actief zijn in het geestelijk werk, een bron van kracht.