098-103

[98] KARMA,

[99] KENNIS,

[100] WET,

[101]LDE WET VAN LIEFDEVOL BEGRIJPEN,

[102] LEIDERSCHAP,

[103] LICHT

[98]

KARMA

1. De wet van karma is de meest verbazingwekkende wet van het stelsel waarbij het voor de gemiddelde mens onmogelijk is haar in enig opzicht te begrijpen, want, indien ze langs haar centrale wortel en zijn vele vertakkingen terug nagespeurd wordt, bereikt men tenslotte de plaats waar oorzaken die voorafgaan aan het zonnestelsel behandeld moeten worden en dit gezichtspunt kan alleen op nuttige wijze door een hoge ingewijde begrepen worden.

Deze grote wet heeft werkelijk te maken met of is gebaseerd op oorzaken die ingeboren zijn aan de constitutie van de stof zelf en op de wisselwerking tussen atomische eenheden, hetzij we deze uitdrukking gebruiken in verband met een stoffelijk atoom, een menselijk wezen, een planetair atoom of een zonne‑atoom.

...Alle atomen worden altijd beheerst door de volgende factoren...

De invloed en hoedanigheid van het orgaan of de eenheid waarin het een plaats vindt...

De levensinhoud van het gehele fysieke lichaam waarvan ieder atoom een gezamenlijk deel is...

De levensinvloed van het begeerte‑ of astraal lichaam, de sterkste karmische macht waar rekening mee gehouden moet worden...

De levensinvloeden van het mentaal lichaam of van dat beginsel dat aan het atoom de eigenschap van werkzaamheid in de vorm oplegt, dat de reactie van het atoom op zijn groepsleven regelt en de hoedanigheid van zijn leven in staat stelt getoond te worden...

De levensimpuls van de Denker functionerend in het oorzakelijk lichaam die... niettemin een machtige en actieve factor is in het opleggen van ritme aan het atoom in ieder lichaam...

In deze gedachten hebben we de studie van karma slechts vanuit een nieuwe hoek benaderd en getracht de bronnen van de 'invloeden' te tonen die op alle atomische levens inwerken.

...We trachten slechts de nadruk te leggen op het feit van de onderlinge afhankelijkheid van alle atomen en vormen, de klemtoon te leggen op de werkelijkheid van de verscheidenheid van invloeden die inwerken op alles wat zich manifesteert en de onkenbare periode waarin de aanvangsimpulsen vastgesteld werden die nog voortduren en die God, mens en atomen nog bezig zijn uit en af te werken...

De bevrijding van karma waarover zogenaamde occulte studenten zo welbespraakt spreken is, alles welbeschouwd, slechts de bevrijding van het atoom van zijn eigen persoonlijk probleem (het probleem van reactie op eenheidsgewaarwording), en zijn bewust instemmen met groepsreactie en werk... De mens is niet langer de slaaf van het ritme van de stof per se, maar beheerst het in de drie werelden van zijn streven; hij wordt niettemin nog beheerst door het groepskarma van het planetair centrum, door zijn invloed, leven en trilling impuls...

Het zal duidelijk worden dat wanneer een mens van karma spreekt, hij te maken heeft met iets veel ruimer dan de wisselwerking van gevolg en oorzaak binnen de sfeer van zijn eigen individuele gewone gang van zaken. ...Tenslotte wordt hij beheerst door de wil van de Zonnelogos zoals hij zich demonstreert in inwijdingsactiviteit. Verder dan dit behoeven we nauwelijks te gaan, maar er is genoeg gezegd om aan te tonen dat ieder menselijk atoom onder de beheersing staat van krachten buiten zijn eigen bewustzijn, die hem en anderen in situaties brengen waar geen ontkomen aan is en die onbegrijpelijk voor hem zijn...

Niettemin 'beheerst de mens zijn lot' binnen zekere grenzen beslist en kan een actie beginnen die gevolgen teweegbrengt die voor hem te herkennen zijn als afhankelijk van zijn activiteit langs een speciale lijn.

...Hoewel hij de ontmoetingsplaats van krachten buiten zijn macht kan zijn, kan hij toch kracht, omstandigheid en omgeving benutten en kan ze aanwenden, indien hij dat wil, voor zijn eigen doeleinden.

Het uitwerken van de karmische wet in het eigen leven van een mens kan in het algemeen in drie afdelingen verdeeld worden, waar in ieder ervan een verschillend type energie zich demonstreert, door gevolgen van bepaalde aard voort te brengen in de lagere en hogere lichamen.

In de zeer vroege stadia, wanneer de mens nauwelijks meer is dan een dier, beheerst de trilling activiteit van de atomen van zijn drie omhulsels (en hoofdzakelijk van het laagste) alle acties van zijn kant. ...Het middelpunt van belangstelling is het fysieke lichaam en de twee ijlere lichamen reageren slechts zwak...

Gedurende het tweede stadium wendt de wet van karma of karmische invloed... haar aandacht naar het uitwerken van verlangen en de transmutatie ervan in de hogere aspiratie. Door ervaring worden de paren van tegenstelling door de Denker herkend en hij wordt niet langer het slachtoffer van de trilling impulsen van zijn fysiek lichaam; de factor van intelligente keus wordt duidelijk...

In het derde stadium werkt de wet van karma door 's mensen mentale aard en maakt in hem erkenning van de wet wakker en een intelligent begrip van oorzaak en gevolg. Dit is het kortste stadium maar is ook het machtigste; het betreft de ontwikkeling van de drie binnenste bloembladen die het 'juweel' beschermen en hun vermogen op het juiste moment wat verborgen ligt te onthullen. Het beslaat de periode van de ontwikkeling van de gevorderde mens en van de mens op het Pad. ...Wanneer de wil en het doel van het Ego door de mens in zijn waakbewustzijn in het fysiek brein beseft worden, begint de wet van karma in de drie werelden geneutraliseerd te worden en is de mens op de drempel van bevrijding.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 620‑627.

2. Wanneer ik u vertel dat de Wet van Karma, ingeval zij op de juiste wijze begrepen en op de juiste wijze gehanteerd wordt, datgene kan brengen wat geluk, welzijn en vrij zijn van pijn gemakkelijker teweegbrengt dan dat zij pijn brengt met de reeks van gevolgtrekkingen ervan, zijt gij dan in staat de betekenis van hetgeen ik zeg te bevatten?

...De wet van Karma is niet de Wet van Vergelding, zoals men zou vermoeden, wanneer men de in omloop zijnde boeken over dit onderwerp leest; dat is slechts één aspect van de werking van de Wet van Karma.

...De mensen verklaren deze vaag aangevoelde wetten in termen van een eindoordeel en van hun klein gezichtspunt uit. Het denkbeeld van vergelding vindt men telkens terug in de lessen, bijvoorbeeld, over Karma, doordat de mensen naar een aannemelijke uitleg zoeken van dingen zoals zij schijnen te zijn, en graag zelf vergelding uitdelen. Toch is er over het algemeen genomen meer goed karma dan slecht, al zult u zich dit niet kunnen indenken, nu wij in een dusdanige periode als de tegenwoordige zijn ondergedompeld.

Esoterische Genezing blz. 15‑16.

3. Heden ten dage is de Wet van Karma overal in het bewustzijn van de mensheid een groot onomstotelijk feit. Zij hoeven haar niet bij deze naam te noemen, maar de mensen zijn er zich zeer goed van bewust dat in al de hedendaagse gebeurtenissen de volken oogsten wat zij gezaaid hebben. Deze grote wet — is nu een bewezen feit en een erkende factor in het menselijk denken. De vraag 'Waarom?', zo herhaaldelijk gesteld, brengt de factor van oorzaak en gevolg voortdurend en onvermijdelijk met zich mede. De begrippen van erfelijkheid en van omgeving zijn pogingen de bestaande menselijke toestanden te verklaren; hoedanigheden, rassenkenmerken, nationale temperamenten en idealen bewijzen het feit van de één of andere inleidende wereld van oorzaken. Historische toestanden, verwantschappen tussen volkeren, maatschappelijke taboes, godsdienstige overtuigingen en neigingen kunnen alle tot oorspronkelijke oorzaken — waarvan enkele zeer oud zijn — teruggebracht worden. Al wat er in de huidige wereld gebeurt en zo krachtig op de mensheid inwerkt — dingen van schoonheid en afgrijselijke dingen, levenswijze, beschaving en cultuur, vooroordelen en voorliefde, wetenschappelijke blijken van kundigheid, artistieke uitingen en de vele methoden waarmede de mensheid over de gehele planeet het bestaan kleurt — zijn aspecten van gevolgen welke ergens, te eniger tijd op het één of ander niveau, door menselijke wezens, zowel individueel als in massa, zijn ingeleid.

Karma is bijgevolg datgene wat de Mens... door de eeuwen heen tot op het huidige ogenblik verricht heeft, bevestigd heeft, verzuimd heeft te doen of goed gedaan heeft. De oogst is nu rijp en de mensheid oogst wat zij gezaaid heeft, terwijl zij zich voorbereidt om in de lente van het Nieuwe Tijdperk opnieuw te ploegen en opnieuw te zaaien met zaad dat (laat ons bidden en hopen) een betere oogst zal voortbrengen.

Esoterische Genezing. blz. 194, 195.

Top | Inhoud

[99]

KENNIS

1. Dit is kennis: op juiste wijze krachtstromen te leiden, eerst in de drie werelden van menselijk streven, en dan in het zonnestelsel.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 685.

2. Exoterische en Esoterische Kennis:

'Waarom beschouwen we zekere aspecten van kennis als esoterische en andere aspecten als exoterische?'

Het antwoord hierop sluit praktisch het begrip in dat sommige kennis te maken heeft met de subjectieve zijde van het leven en het andere type van kennis met de objectieve zijde; dat het ene type kennis zich bezig houdt met energie en kracht (vandaar het gevaar van ongepaste haastige openbaring) en het andere met dat wat bezield wordt. Daarom zal het duidelijk zijn dat totdat het vermogen verworven is om zich van subjectieve informatie te vergewissen, gehele reeksen van feiten buiten de gezichtskring van het bewustzijn van het merendeel zullen blijven.

Zoals ons verteld is, ligt het doel van de evolutie in het bereiken van bewustzijn op alle gebieden; ten gevolge van de geringe ontwikkeling die het ras bereikt heeft is alleen het fysiek gebied tot nu toe enigszins onder bewust beheer gebracht. De kennis die met dat gebied te maken heeft, de inlichting die betrokken is bij de dichtste objectiviteit, het totaal aan feiten die in verband staan met de vijf lagere ondergebieden van het fysiek gebied worden (vanuit occult standpunt) als exoterisch beschouwd. . .

Inlichting en kennis van het leven dat zich door de vormen ontwikkelt zal voor een aanzienlijk langere tijd als esoterisch beschouwd worden, zoals dit ook zal zijn met het aanvoelen en begrijpen van het stofaspect, en de wetten die de energie beheersen op de astrale en mentale gebieden...

Al wat bereikt kan worden door het instinkt en door het gebruik van het concrete denken dat door het fysiek brein functioneert, kan beschouwd worden te maken te hebben met wat we exoterisch noemen. Het is dus duidelijk hoe de reeks van feiten verschillen zal in overeenstemming met:

a. De leeftijd van de ziel.

De ervaring die ontwikkeld is en benut wordt.

c. De toestand van het brein en het fysiek lichaam.

d. De omstandigheden en de omgeving.

Naarmate de tijd vordert en de mens een behoorlijk stadium van ontwikkeling bereikt, wordt het denkvermogen sneller ontwikkeld en komt er geleidelijk een nieuwe factor in het spel. Beetje bij beetje begint de intuïtie, of het transcendentale denken, te functioneren, en vervangt uiteindelijk het lager of concreet denken. Ze gebruikt het fysiek brein dan als een ontvangstschaal, maar ontwikkelt te zelfder tijd bepaalde centra in het hoofd en brengt zo de zone van haar werkzaamheid van het fysiek brein over naar de hogere hoofdcentra die in de etherische stof bestaan. Voor het merendeel van de mensheid zal dit bewerkstelligd worden gedurende het toegankelijk maken van de etherische onder­gebieden gedurende de volgende twee rassen. Dit loopt in het dierenrijk evenwijdig met het geleidelijk overbrengen van de zone van werkzaamheid van de solar plexus naar het brein‑in‑aanvangsstadium en de geleidelijke ontwikkeling ervan door de hulp van manas.

Naarmate we deze punten beschouwen, zal het duidelijk worden dat de esoterische aspecten van kennis in werkelijkheid die zones van bewustzijn zijn die nog niet overwonnen en binnen de straal van beheer van het inwonende Wezen gebracht zijn. Het punt waarop de nadruk moet vallen is dat wanneer dit begrepen wordt de ware betekenis van het esoterische en occulte gewaardeerd zal worden, en het streven van alle KENNERS zal zijn om binnen de grens van hun kennis andere eenheden te trekken die gereed zijn voor een gelijke uitbreiding van bewustzijn. In deze gedachte ligt de sleutel tot het werk van de Broederschap. Zij trekt aan door haar kracht op zekere gebieden van verwerkelijking en streven en door die aantrekkingskracht en het antwoord van die menselijke atomen die gereed zijn, wordt de groepsziel op de opwaartse boog, of een bijzonder centrum van een Hemels Mens, gecoördineerd.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 225‑228.

3. Voorbij een zeker punt is het noch veilig, noch wijs, meer mee te delen over de feiten van het zonnestelsel. Veel moet esoterisch en gesluierd blijven. De gevaren van te veel kennis zijn veel groter dan de bedreiging van te weinig. Met kennis gaat verantwoordelijkheid en macht gepaard — twee dingen waar het ras nog niet rijp voor is. Daarom kunnen wij slechts studeren, terwijl wij, met wat wij aan wijsheid en oordeel des onderscheids mogen bezitten, een verband kunnen leggen tussen de dingen, terwijl wij eventueel te verwerven kennis aanwenden tot welzijn van hen die wij trachten te helpen en daarbij beseffen, dat door het wijs gebruik van kennis een toenemende geschiktheid ontstaat om verborgen wijsheid te ontvangen. Gelijktijdig ook met de wijze toepassing van kennis om aan de omringende behoefte tegemoet te komen, moet de bekwaamheid tot tactvolle terughouding en het gebruik van het onderscheidingsvermogen toenemen. Wanneer wij de verworven kennis wijs kunnen gebruiken, deze met takt voor ons houden en scherp kunnen onderscheiden, geven wij de toeziende Leraren van het ras waarborg, dat wij gereed zijn voor een nieuwe openbaring.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 19.

4. (Een discipel) kan er evenwel zeker van zijn dat hij — tenzij het Pad van Kennis gepaard gaat aan het Pad van Liefde — nimmer tot een grote inwijding kan komen, want dat inwijdingen plaats hebben op de hogere niveaus van het mentaal gebied.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 92.

5. Materiaal dat door kennis wordt verworven en niet gekritiseerd wordt door een verstandig onderscheidingsvermogen, bij de mens stilstand, belemmering, stoornissen en pijn veroorzaakt.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 296.

6. Wanneer kennis wordt verschaft, moet zij gebruikt worden; zij moet praktisch worden toegepast in het dagelijks leven. Op u allen die deze woorden lezen... rust een plicht om drie dingen te doen welke ik u geef in volgorde van belangrijkheid ervan:

1) Uw dagelijks leven te vormen op basis van de medegedeelde waarheid, indien deze voor u inderdaad een waarheid is. Het is voor u misschien alleen maar interessant, een fascinerende zijweg van studie; misschien is het iets wat u bevalt wegens de nieuwheid en omdat deze lering een weinig verschilt van de algemene gang van onderricht; misschien voelt u zich gevleid deze instructie een weinig eerder te krijgen dan het overige deel der mensheid. Al deze reacties hebben weinig waarde daar zij uitgaan van de persoonlijkheid. Hoogst waarschijnlijk zal het merendeel hierop zo reageren. Indien er niets diepers in uw reacties te vinden is dan die ik heb opgenoemd, is deze lering niet voor u, daar de verantwoordelijkheid op uw schouders daardoor zeer groot is; indien gij echter probeert de waarheid zoals gij haar ziet in uw leven toe te passen, onverschillig in hoe een kleine mate ook, dan zijn deze inlichtingen voor u.

2) De gedachtevormen opbouwen welke deze nieuwe lering zal omvatten. Gij kunt — indien gij dat wenst — de gedachtenvorm der lering van het Nieuwe Tijdperk helpen construeren. Gij doet dit bovenal door uw denken, door elke waarheid welke gij hebt begrepen, praktisch op uw persoonlijk leven ten koste van alles toe te passen; door uw opoffering en uw dienst aan uw medemens en door elke kennis welke gij ook bezit, doorlopend te verspreiden.

3) Door de lering door te geven over een lange tijdsperiode. Hebt gij iets langs deze lijn gedaan en daardoor uw verantwoordelijkheid op u genomen?

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 547.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 219 en 309, 310.

Top | Inhoud

[100]

WET

Wat is een wet, mijn broeder? Het is de oplegging van de wil (zowel aan het minder als aan het meer belangrijke); alsook van het gestelde doel van datgene wat bovenmatig groot is. Daarom ligt het buiten 's mensen gezichtskring. Te eniger tijd moet de mens leren dat alle natuurwetten hun hogere, geestelijke tegenhangers hebben, en deze zullen wij binnenkort onderzoeken. Onze tegenwoordige wetten zijn slechts secundaire wetten. Zij zijn de wetten van groepsleven, zij regeren de natuurrijken en drukken zich uit (voor de mensheid) door bemiddeling van het denkvermogen, van de emotionele aard, en door een bemiddelaar op het stoffelijk gebied.

Esoterische Genezing. blz. 22.

Top | Inhoud

[101]

DE WET VAN LIEFDEVOL BEGRIJPEN

1. Vooruitstrevende groepen in elk volk beginnen te reageren op de Wet van Begrip. Door deze Wet zal men ten slotte de nadruk gaan leggen op de eeuwige broederschap der mensen, alsmede op de volkomen overeenstemming van alle zielen met de Alziel. Dit zal in het rassenbewustzijn worden erkend, evenals de eenheid van het Leven dat door het gehele zonnestelsel stroomt, het doordringt, bezielt en integreert. Dit Leven functioneert in en door alle planetaire stelsels, in al hun rijken van vormen, hetgeen in het woord 'vormleven' ondergebracht kan worden...

Het in werking stellen van de Wet van Liefderijk Begrip zal zeer vergemakkelijkt en bespoedigd worden tijdens het nu door ons te beschouwen Waterman‑Tijdperk. Deze Wet zal later leiden tot de ontwikkeling van een wereldomvattende, internationale geest, tot de erkenning van één universeel geloof in God en in de mensheid als de voornaamste uitdrukking van goddelijkheid op de planeet en tot de overdracht van het menselijk bewustzijn uit de wereld van materiële dingen naar de zuiverder psychische wereld. Dit zal te zijner tijd onvermijdelijk naar de wereld van geestelijke werkelijkheden voeren.

De Bestemming der Volkeren, eerste druk. blz. 51.

2. Er komen nu vele duizendtallen onder invloed van deze Wet van Liefderijk Begrip. Talrijke mensen in elk volk reageren op de bredere samenvattende, broederlijke toon, doch de massa's begrijpen hier nog niets van. Zij moeten langzaam op goede wegen worden geleid door een gestadige ontwikkeling in juist begrip van haar eigen landgenoten. Gij allen die voor wereldvrede en juiste menselijke verhoudingen, voor harmonie en synthese werkt, verliest dit niet uit het oog.

De Bestemming der Volkeren, eerste druk. blz. 52 en De Nieuwe Psychologie, I. blz. 293.

Top | Inhoud

[102]

LEIDERSCHAP

Leiders moeten leren alleen te staan en zullen dat ook altijd kunnen, indien ze genoeg liefhebben...

Welke zijn de lessen die alle ware leiders moeten leren?...

De eerste les is de les van visie. Welke zijn uw doelstellingen? Welke is de geestelijke aansporing die sterk genoeg is en zal zijn om u onwankelbaar aan het doel te doen vasthouden en waarachtig te doen zijn tegenover de doelstelling? Niemand kan voor u de visie formuleren. Het is uw eigen persoonlijkheidsprobleem en veel zal afhangen van de kracht van de visie en de schoonheid van het beeld dat u weergeeft met uw verbeelding, van wat u doet en wordt.

De tweede les is de ontwikkeling van een juiste zin van verhoudingen. Wanneer dit werkelijk ontwikkeld en op de juiste wijze toegepast wordt, zal dit u in staat stellen u nederig op de Weg voort te bewegen. Een waar leider kan niet anders dan nederig zijn, want hij beseft de enorme omvang van zijn taak. Hij geeft zich wel terdege rekenschap van de beperktheid van zijn bijdrage (gezien in het licht van zijn visie) alsook van de behoefte aan voortdurende zelfontwikkeling en het aankweken van een geest van gestadig, innerlijk geestelijk onderricht, wil hij ooit zijn eigen bijdrage leveren. Ga dus voort met leren; blijf ontevreden over uzelf en over wat u heeft bereikt, niet in negatieve zin, maar op een manier dat het beginsel van groei en van een zich voorwaarts en opwaarts bewegen in u moge worden aangekweekt. We helpen anderen door ons eigen pogen om iets te bereiken en dat betekent helder denken, nederigheid en voortdurend aanpassen.

De derde les is het ontwikkelen van de geest van synthese. Dit stelt u in staat alles in uw invloedssfeer te betrekken en ook te worden opgenomen in de invloedssfeer van hen die groter zijn dan uzelf. Op deze wijze wordt de keten van Hiërarchie tot stand gebracht...

En dan een les die in werkelijkheid uit het bovenstaande naar boven komt is het vermijden van de geest van kritiek. Kritiek leidt tot scheidsmuren en tijdverlies. Leer de geest van kritiek te onderscheiden van het vermogen tot analyseren en pas dan de analyse op praktische wijze toe. Leer om het leven, de omstandigheden en de mensen te analyseren vanuit het standpunt van het werk en niet vanuit de gezichtshoek van uw persoonlijkheid. Analyseer ook vanuit de ge­zichtshoek van de ashram en niet vanuit het standpunt van de schoolmeester op het stoffelijk gebied...

Kan uw verbeelding u het beeld tonen van uw reactie wanneer u, omdat u de leider bent, alle blaam op u moet nemen voor elke mislukking zelfs indien u niet persoonlijk verantwoordelijk bent? U moet, zonder wraak te nemen, de aanvallen accepteren van hen die u probeert te helpen, die te veel van u verwachten en die u er toe dwingen in het volle licht van de publieke opinie te leven. Wat zult u doen wanneer de door u uitgezochte medewerkers u niet begrijpen en ontrouw blijken te zijn of zonder grond kritiseren of hun eerzucht tegen u opstellen en halsstarrig weigeren om uw standpunt te zien en over u spreken tegenover anderen en de wrevel, de verbolgenheid tegen u aanwakkeren, wrevel die waarschijnlijk ongegrond is. Dit soort dingen worden niet zo gemakkelijk door uw persoonlijkheid aangenomen en het zou goed zijn als uw scheppende verbeelding zich met deze problemen zou gaan bezighouden, zodat de naar voren komende principes van gedrag u duidelijk voor ogen komen te staan. Bent u zo ver dat u een fout of een zwakheid wilt toegeven of om te zeggen dat u een fout heeft gemaakt in werkwijze of methode van benaderen, in het vellen van een oordeel of in het spreken, als het nodig mocht zijn om een breuk te helen en in het belang van het werk?

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 557‑560

Top | Contents

[103]

LICHT

1. Ieder van ons herkend wordt aan de schittering van zijn licht. Dit is een occult feit. Hoe fijner de graad van de stof is, die in onze lichamen is ingebouwd, hoe schitterender het in ons wonende licht zal uitstralen. Licht is trilling en door de mate van trilling wordt de graad van de leerling vastgesteld. Vandaar dat er niets bestaat dat de voortgang van de mens kan verhinderen, indien hij slechts toeziet op de zuivering van zijn voertuigen. Het innerlijk licht zal steeds helderder gaan uitstralen, naarmate het proces van verfijning voortschrijdt, totdat — wanneer de atomische stof de overhand heeft gekregen — de heerlijkheid van die innerlijke mens overeenkomt met de sterkte van het licht, van de trillingssnelheid, van de zuiverheid van toon en de helderheid van kleur.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 71. 2.

2. Door middel van zijn meditatie, zijn discipline en dienst, wakkert de mens dat punt licht, — dat op het tijdstip van zijn individualisatie in lang vervlogen eeuwen in aanzijn flikkerde, — tot een stralend licht aan, dat de drie werelden verlicht.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 76.

3. De mensheid is de planetaire lichtdrager en draagt het licht van wijsheid, kennis en begrijpen over en wel in esoterische betekenis.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 77.

4. Vaak hebben leerlingen het over een getemperd licht of een gloed. Dit is het licht van de atomen van het stoffelijk gebied, waaruit het brein bestaat. Later zullen zij mogelijkerwijze zeggen, dat zij iets zien wat lijkt op een zon in het hoofd. Dit is wanneer zij in aanraking komen met het ether‑licht samen met het stoffelijk atomisch licht. Later krijgen zij de gewaarwording van een intens helder elektrisch licht. Dit is het ziele‑licht samen met het ether‑licht en het atomisch licht. Wanneer zij dat zien, merken zij herhaaldelijk een donker centrum op in de stralende zon. Dit is de ingang tot het Pad, door 'het licht dat op de deur schijnt' onthuld.

De leerlingen moeten bedenken dat het mogelijk is een zeer grote hoogte van geestelijk bewustzijn bereikt te hebben, zonder dat zij iets waarnemen van deze straling in de hersenen, die algeheel tot het karakter der verschijnselen gerekend en grotendeels bepaald wordt door de gesteldheid van het stoffelijk lichaam van de aspirant, door zijn vroeger karma, door wat hij toen bereikt heeft en door zijn vermogen om 'het licht van omhoog' omlaag te brengen...

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 82.

5. 'In dat Licht zullen wij LICHT zien.' Een eenvoudige parafrase van deze ogenschijnlijk abstracte en symbolische woorden zou als volgt kunnen worden gegeven: wanneer de discipel dat verlichte centrum in zichzelf gevonden heeft en in het stralend licht daarvan voortgaat is hij in een positie (of in een bewustzijnstoestand, als u die term prefereert) waarin hij het licht gewaar wordt in alle vormen en atomen. De innerlijke wereld van werkelijkheid doet zich aan hem voor als lichtsubstantie (dat is iets anders dan de Werkelijkheid die door de intuïtie wordt onthuld). Hij kan dan een efficiënte medewerker aan het Plan worden omdat de wereld van psychische bedoeling werkelijk voor hem wordt en omdat hij nu weet wat er gedaan moet worden om begoocheling te verdrijven. Men zou kunnen zeggen dat dit proces van licht brengen op duistere plaatsen van nature in drie stadia uiteenvalt:

1) Het stadium waarin de beginner en de aspirant trachten begoocheling in hun eigen leven uit te roeien door gebruik te maken van het licht van hun denkvermogen. Het licht van kennis is een belangrijk verdrijvend werktuig in de vroege stadia van de taak en verwijdert doeltreffend de verschillende begoochelingen die de waarheid voor de aspirant versluieren.

2) Het stadium waarin de aspirant en de discipel werken met het licht van de ziel. Dit is het licht van wijsheid, dat het verkregen resultaat is van lange ervaring en dit stroomt naar buiten en vermengt zich met dat licht van kennis.

3) Het stadium waarin de discipel en de ingewijde werken met het licht van de intuïtie. Het is door middel van het gezamenlijk licht van kennis (het licht van de persoonlijkheid) en het licht van wijsheid (het licht van de ziel) dat het Licht wordt gezien, gekend en opgenomen. Dit licht dooft de minder heldere lichten door de reine straling van zijn kracht.

U hebt dus het licht van kennis, het licht van wijsheid en het licht van de intuïtie en deze vormen drie bepaalde stadia of aspecten van het Ene Licht. Zij komen overeen met de stoffelijke Zon, het hart van de Zon en de Centrale Geestelijke Zon. In deze laatste zin vindt u de aanwijzing en de sleutel tot de verhouding van de mens tot de Logos.

Deze stadia en hun daarmee overeenkomende technieken worden gemakkelijk verkeerd begrepen, wanneer de studerende in gebreke blijft te bedenken, dat tussen deze stadia en technieken geen werkelijke scheidingslijnen liggen, doch dat er alleen een voortdurend over elkaar heen grijpen plaats vindt, een cyclische ontwikkeling en een proces van samensmelting, hetgeen hoogst verwarrend is voor beginners.

Begoocheling, een Wereldprobleem. blz. 180, 181.

6. Discipelen zullen een punt in hun ontwikkeling bereiken, waarop zij zullen weten of zij reageren op het licht van de ziel of op de intuïtieve waarneming van de Triade.

Begoocheling, een Wereldprobleem. blz. 184.

7. Waarmee wij ons hier bezig houden is de vraag hoe men dit licht herkent, zich eigen maakt en gebruikt teneinde begoocheling te verdrijven en een echt esoterische dienst aan de wereld te bewijzen. Men zou kunnen zeggen, dat het innerlijk licht als een zoeklicht is dat gericht wordt op de wereld van begoocheling en van menselijke strijd, hetgeen een Meester genoemd heeft 'het voetstuk van de ziel en de geestelijke toren of baken'. Deze termen geven het idee van hoogte en afstand, die zo kenmerkend zijn voor de mystieke benadering. Het vermogen om dit licht te gebruiken als een verdrijvende kracht, komt pas wanneer deze symbolen over boord worden geworpen en de dienaar zichzelf begint te beschouwen als het licht en als het uitstralende centrum. Hierin ligt de reden voor sommige technieken van de occulte wetenschap. De esotericus weet, dat zich in ieder atoom van zijn lichaam een punt van licht bevindt. Hij weet, dat de aard van de ziel licht is. Eeuwen lang gaat hij voorwaarts, geleid door het licht, dat in zijn voertuigen is verwekt door het licht in de atomische stof van zijn lichaam en wordt dus geleid door het licht van stof. Later ontdekt hij het licht van de ziel. Nog later leert hij om het licht van de ziel en dat van de stof in elkaar te doen opgaan en met elkaar te vermengen. Dan straalt hij als een Lichtdrager, nadat het gelouterde licht van de stof zich met het licht van de ziel heeft vermengd en het op één brandpunt heeft gericht. Het benutten van dit geconcentreerde licht, zoals dit individuele begoocheling verdrijft, leert aan de discipelen de eerste fase van de techniek, die groepsbegoocheling en tenslotte wereldbegoocheling zal verdrijven.

Begoocheling, een Wereldprobleem. blz. 184, 185.

8. 'Leid ons, o Heer, van duisternis naar licht; van het onwerkelijke naar het werkelijke; van dood naar onsterfelijkheid.'

Begoocheling, een Wereldprobleem. blz. 186.

9. Het bestaan der ziel zal ten slotte worden bewezen door de studie van licht en straling en door een komende, geleidelijke ontwikkeling in kleine lichtdeeltjes. Door deze op handen zijnde ontwikkeling zullen wij ontdekken dat wij meer zien en dieper doordringen in hetgeen wij nu zien. ...De hoedanigheid van licht, welke de groei, de levensvatbaarheid en de vruchtbaarheid in de natuurrijken bevordert en voedt, is verscheidene malen gedurende de eeuwen veranderd en naarmate die hoedanigheid veranderde, kwamen daaruit overeenkomstige veranderingen in de wereld van verschijnselen voort. Van het standpunt uit van de esotericus worden alle levensvormen op onze planeet door drie soorten van lichtsubstantie beïnvloed en op het ogenblik laat een vierde type zich geleidelijk gelden. Deze lichtsoorten zijn:

1. Het licht van de zon.

2. Het licht van de planeet zelf — niet het weerkaatste licht van de zon, doch haar eigen straling, onafscheidelijk aan haar verbonden.

3. Een infiltrerend licht (indien ik een dergelijke uitdrukking mag gebruiken) uit het astrale gebied, een gestadig en geleidelijk doordringen van het 'astrale licht' en een samensmelten met de twee andere soorten.

4. Een licht dat zich met de drie andere soorten begint te versmelten en voortvloeit uit die toestand van stof welke wij het mentale gebied noemen — een licht dat op zijn beurt van het rijk der ziel uit weerkaatst wordt.

Het licht neemt steeds in sterkte toe; deze vermeerdering in sterkte begon op aarde ongeveer in de tijd toen de mens het gebruik van elektriciteit ontdekte, een ontdekking welke een direct resultaat was van dit toenemende licht. Door het algemeen gebruik van elektriciteit is de elektrificatie van de planeet één van de dingen welke het nieuwe tijdperk inwijdt en deze zal tevens bijdragen de openbaring tot stand te brengen van de tegenwoordigheid der ziel. Weldra zal deze versterking zo groot worden dat zij belangrijk zal medehelpen de sluier, welke het astrale gebied van het stoffelijk gebied scheidt, te verscheuren; het scheidende etherische web zal binnenkort worden verstrooid en dit zal een snellere instroming van het derde lichtaspect toelaten. Het licht uit het astrale gebied (een sterachtige glans) en het eigen licht van de planeet zullen intensiever worden vermengd en op het resultaat ten opzichte van de mensheid en de natuurrijken kan niet genoeg nadruk gelegd worden. Het zal onder andere grondig op het menselijk oog inwerken en bewerkstelligen dat het tegenwoordig sporadische etherische visioen tot een algeheel bezit wordt. Binnen de sfeer van het gebied waarmede wij kontakt hebben, zal het de infrarode en ultraviolette kleurenreeks brengen en wij zullen datgene zien wat nu verborgen is. Dit alles zal bijdragen het standpunt, waarop de materialisten staan, omver te werpen en de weg te effenen, ten eerste, voor het aannemen van de ziel als een gerechtvaardigde hypothese en, ten tweede, voor het aantonen van haar bestaan. Wij hebben in esoterische betekenis alleen maar meer licht nodig ten einde de ziel te zien en dat licht zal binnenkort beschikbaar komen waardoor wij de bedoeling zullen begrijpen van de woorden: 'En in Uw licht zullen wij licht zien.'

Dit licht zal steeds sterker worden tot 2025 A.D., terwijl dan een cyclus van betrekkelijke stabiliteit zal aanbreken en van een bestendige glans zonder dat deze veel toeneemt.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 95‑97.

10. Het waarnemen van dit innerlijk licht is meermalen de oorzaak ervan dat de onervaren mens zich ernstig ongerust maakt en er moeilijkheid door ondervindt; de hevigheid van zijn bezorgdheid en vrees heeft ten gevolge dat hij zoveel over het probleem denkt, dat hij in een toestand geraakt welke door ons occult genoemd wordt 'een bezeten zijn van het licht, zodat hij niet in staat is de Heer van Licht te zien en datgene wat het licht openbaart'. Ik wil er hier op wijzen dat alle aspiranten en diegenen die de occulte leer bestuderen, dit licht niet zien. Het zien ervan hangt van verscheidene factoren af: temperament, de hoedanigheid der stoffelijke hersencellen, de aard van het werk of de bijzondere taak welke verricht is, en de omvang van het magnetisch veld. Er behoeft nooit enige moeilijkheid te zijn, indien de aspirant het in hem aanwezig zijnde licht gebruikt ter wille van hulp aan zijn medemensen. De in zichzelf geconcentreerde mysticus komt in moeilijkheden gelijk de occultist die het in hem ontdekte licht gebruikt voor zelfzuchtige en persoonlijke doeleinden.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 470.

11. Veel van de hallucinaties, begoochelingen, eerzucht en dwalingen van de moderne mysticus kunnen tot jonge stadia en tot embryonaal begin dezer ontwikkelingen worden teruggebracht. Zij duiden derhalve op ontplooiing, doch ongelukkigerwijze worden zij niet verstaan voor hetgeen zij zijn. Het beschikbare licht en de beschikbare energie worden misbruikt of aangewend voor zelfzuchtige, persoonlijke doeleinden. Dit kan voorlopig niet worden vermeden, dan alleen door de verder gevorderde, ervaren discipelen en occultisten. Vele aspiranten moeten een geruime tijd voortgaan zichzelf te vernietigen (van het standpunt der persoonlijkheid en in dit leven) in hetgeen genoemd is: 'het vurig licht van hun verkeerd begrip en het verbrandende vuur van de eerzucht hunner persoonlijkheid', totdat zij geleerd hebben dat ootmoed en een wetenschappelijke techniek hen zullen maken tot wijze bestuurders van licht en macht welke te allen tijde in hen en door hen heen stromen.

De Nieuwe Psychologie, Il. blz. 472.

12. In al het aan de aspirant en aan de discipel gegeven onderricht in vroege stadia van hun opleiding is de nadruk gelegd op het 'punt van licht' dat ontdekt, tot volle verlichting en dan zo gebruikt moet worden dat degene in wie licht schijnt een lichtdrager wordt in een duistere wereld. Dit wordt mogelijk, zo wordt de aspirant geleerd, wanneer er een contact met de ziel is gemaakt en het licht ontvlamt. Dit is voor velen een vertrouwde leer en is de kern van de vorderingen welke door aspiranten en discipelen in het eerste gedeelte van hun opleiding moeten worden gemaakt.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 40, 41.

Zie ook: 'IN‑ZICHT’, 'VERLICHTING en 'HET LICHT IN HET HOOFD',

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II blz. 40 en De Stralen en De Inwijdingen blz. 60‑64, 114, 115;

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 342‑344.

Top | Inhoud