054-059

[54]

FALEN

1. Voor de discipel is het een ernstige tijdverspilling over een mislukking te piekeren of die te vrezen. Er bestaat geen mislukking, er kan alleen maar tijdverlies zijn. Dat is op zichzelf in deze tijden van uiterste wereldnood iets ernstigs, maar de discipel moet onherroepelijk te eniger tijd zijn vorige mislukkingen goed maken en herstellen. Ik hoef er hier niet op te wijzen, dat wij door mislukkingen leren, want dat is een overbekende waarheid en wordt als zodanig geweten door allen, die als ziel trachten te leven. Evenmin behoeft de discipel zich te bedroeven over de vermeende of wereldlijke mislukkingen zijner medediscipelen. Het gevoel van tijd veroorzaakt begoocheling en teleurstelling, terwijl in werkelijkheid het werk verder gaat en een les, die door mislukking geleerd is, een veiligheidswaarborg voor de toekomst is en dus tot snelle groei leidt. Een eerlijke discipel moge voor een ogenblik begoocheld zijn, maar op de lange duur kan niets hem werkelijk tegenhouden. Wat zijn enkele korte jaren vergeleken bij een cyclus van aeonen? Wat is een seconde tijds in spanne van de aan de mens toegewezen zeventig jaar? De individuele discipelen schijnen deze zeer belangrijk toe, maar voor de toeziende ziel betekenen zij niets. Voor de wereld moge een tijdelijke mislukking een uitstel betekenen in verwachte hulp, maar ook dit is kort en de hulp zal uit andere bronnen komen, want het Plan gaat zonder mankeren verder.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 449.

2. Het zich voordoen van emotionele toestanden of van begoocheling in uw levensuitdrukking hoeft niet op mislukking te duiden. Er is alleen mislukking als er vereenzelviging is met deze astrale toestanden en een terugvallen in oude ritmen.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 75.

3. De enige spijt die gerechtvaardigd is, bestaat uit het in gebreke blijven om de lessen van het falen te leren.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 523.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 579, 580.

Top | Inhoud

[55]

ANGST

1. (Angst) wordt door onwetendheid veroorzaakt en in haar beginfasen is zij niet het gevolg van verkeerd denken. In de grond is zij instinctief, men vindt haar overwegend zowel in het niet mentale dierenrijk als in het mensenrijk. Doch in de mens wordt haar macht door de krachten van het denkvermogen bijzonder versterkt. De herinnering aan doorleden pijn en smart en het bij voorbaat ondergaan van wat wij hierin voorzien maakt dat — door de gedachtevorm die wijzelf uit onze eigen, individuele angsten en fobieën gebouwd hebben — de kracht der vrees in hoge mate verscherpt wordt. Naarmate wij aan deze gedachtevorm aandacht besteden groeit hij, want 'energie volgt gedachte', totdat wij erdoor overheerst worden.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 172, 173.

2. Ieder menselijk wezen kent vrees en de omvang van vreestrillingen strekt zich uit van de instinctieve angsten van de wilde, gebaseerd op zijn onwetendheid omtrent de wetten en krachten der natuur, op zijn angst voor het duister en het onbekende, tot de angsten die thans de overhand hebben: angst voor verlies van vrienden en geliefden, gezondheid, geld of populariteit, met daarbij de volslagen angsten van de aspirant — de vrees voor mislukking, de vrees die in twijfel wortelt, de vrees voor volkomen vernietiging of uitblussing, de vrees voor de dood (die hij met de gehele mensheid deelt), de vrees voor de grote illusie van het astrale gebied, voor de luchtspiegelingen van het leven zelf en ook vrees voor eenzaamheid op het Pad, ja zelfs voor de Vrees zelf. Deze lijst zou nog verder uitgebreid kunnen worden, maar is voldoende om aan te tonen, hoe allerlei angsten overheersend zijn, de meeste omstandigheden beheersen en menig gelukkig moment verduisteren. Zij maken van de mens een verlegen en verschrikt atoom van gevoelsleven, dat bevreesd is voor de overweldigende bestaansproblemen, zich bewust is dat hij als mens niet in staat is de omstandigheden het hoofd te bieden of zijn angsten en vragen achter zich te laten en zijn erfenis van vrijheid en leven te aanvaarden. Vaak wordt hij zo door angst overmand, dat hij zelfs bevreesd is voor zijn eigen verstand. Het beeld kan niet te somber afgeschilderd worden, want in deze tijd is vrees de overheersende astrale energie en de gevoelige mensheid valt te licht aan haar ten prooi.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 212.

3. De vrees voor de dood is gebaseerd op:

a) Een angst voor de laatste verscheurende processen in de voltrekking van de dood zelf.

b) Afschuw voor het onbekende en het onverklaarbare.

c) Twijfel aan werkelijke onsterfelijkheid.

d) Smart over het achterlaten van geliefden, of om achtergelaten te worden.

e) Oude reacties op vroegere, gewelddadige wijzen van sterven, die diep in het onderbewustzijn liggen.

f) Een zich vastklampen aan het vormleven, omdat men zich in zijn bewustzijn voornamelijk daarmede vereenzelvigd heeft.

g) Oude en verkeerde leringen betreffende Hemel en Hel, die voor een bepaald soort mensen allerlei een even onplezierig vooruitzicht opleveren.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 214.

Top | Inhoud

[56]

HET VIJFDE RIJK (HET RIJK VAN GOD)

1. In het vijfde rijk … zal de uiterlijk zichtbare verschijning blijven voor zover het de uiterlijke vorm betreft, hoewel veredeling en hoedanigheid versterkt zullen worden. Het Koninkrijk Gods verwezenlijkt Zich door middel van de mensheid. In het rijk van bewustzijn echter treedt een sterk verschillende toestand op.

Een Meester van Wijsheid schijnt wat de uiterlijke vorm betreft een menselijk wezen te zijn. Hij heeft de stoffelijke eigenschappen, functies, gewoonten en het mechanisme van het vierde natuurrijk, doch het bewustzijn in de vorm is geheel veranderd. ...In het verleden heeft elke grote ontplooiing van bewustzijn nieuwe vormen verwekt. Dit zal niet meer plaatsgrijpen... Volgens het goddelijk Plan ten aanzien van dit zonnestelsel heeft deze vormsplitsing haar grenzen en kan niet buiten een zeker punt voortgaan. Dit punt werd bereikt in het mensenrijk voor deze wereldcyclus. Nu zal in de toekomst het bewustzijnsaspect van de Godheid voortgaan de vormen in het vierde natuurrijk te vervolmaken door bemiddeling van diegenen wier bewustzijn gelijk is aan dat van het vijfde rijk. Dit is de taak der Hiërarchie van Meesters. Dit is de opgedragen taak van de Nieuwe Groep van Werelddienaren die op het stoffelijk gebied het instrument kunnen worden van Hun wil. Door middel van deze groep kunnen de innerlijke goddelijke hoedanigheden van goede wil, vrede en liefde groeien en zich uitdrukken door menselijke wezens die in de vormen van het vierde rijk werken.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 195.

2. Het doel van alle streven op onze planeet is juiste verhoudingen tussen mens en mens en tussen mens en God, tussen alle uitdrukkingen van goddelijk leven, vanaf het kleinste atoom tot in het oneindige.

Vanuit het standpunt van onze planetaire evolutie gezien bestaat er niets anders dan liefde, niets dan goede wil en wil‑ten‑goede. Deze bestaat reeds en de juiste manifestatie hiervan is in onze tijd dichterbij dan te eniger tijd in onze planetaire geschiedenis.

Van het ene stadium naar het andere, van de ene crisis tot de andere, van punt tot punt en van centrum tot centrum gaat het leven Gods voort, steeds grotere schoonheid achter zich latend, terwijl het van de ene vorm in de andere en van het ene rijk in het andere overgaat. Het bereiken van het ene leidt weer tot een volgend bereiken; uit de lagere rijken is de mensheid voortgekomen en (als gevolg van het menselijk streven) zal het koninkrijk Gods ook tot aanschijn komen. Het doen verschijnen hiervan is alles, wat voor de mensheid in deze tijd van werkelijk belang is en alle levensprocessen in de mensheid zijn erop gericht om ieder individu in dat koninkrijk te doen ingaan. De wetenschap, dat er nog grotere manifestaties zijn dan die van het koninkrijk Gods kunnen inspirerend werken, maar dat is dan ook alles. Het openbaren van het koninklijk Gods op aarde, het bereiden van de weg voor de Grote Inwijder, de Christus, de mogelijkheid te scheppen, dat de Hiërarchie op aarde naar buiten treedt, geeft ons allen een volledige taak en iets waarvoor wij leven en werken, waarover wij dromen en waarnaar we streven.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 584.

3. Het Koninkrijk Gods is niets dat op Aarde zal nederdalen, wanneer de mensen goed genoeg zijn! Het is iets, dat heden doeltreffend werkt en bevestigd wil worden. Het is een georganiseerd lichaam, dat reeds de erkenning oproept van de kant van die mensen, die werkelijk eerst het Koninkrijk Gods zoeken en daardoor ontdekken, dat het koninkrijk hetwelk zij zoeken er reeds is. Christus en Zijn discipelen worden door velen gekend als stoffelijk op Aarde aanwezig, en het Koninkrijk dat Zij regeren, met zijn wetten en werkwijzen, is velen bekend en is dat door de eeuwen heen geweest.

De Wederkomst van de Christus. blz. 51, 52.

4. De burgers van het Koninkrijk Gods zijn al diegenen, die weloverwogen het licht zoeken en proberen (door middel van zelfopgelegde tucht) voor de Ene Inwijder te komen staan. Deze wereldomvattende groep — in of buiten het lichaam — neemt de leer aan dat 'alle mensenzonen één zijn'. Zij weten, dat goddelijke openbaring steeds doorgaat en steeds nieuw is, en dat het Goddelijk Plan is zich op Aarde te verwezenlijken.

De Wederkomst van de Christus. blz. 66.

5. Het is slechts in wanhoop, en wanneer hij ten einde raad is, dat de discipel zijn weg vindt naar het Koninkrijk en bereid is de oude routes prijs te geven. Wat opgaat voor de enkeling, moet op groter schaal ook voor de mensheid opgaan.

De Wederkomst van de Christus. blz. 98.

6. Uw geestelijk doel is het vestigen van het Koninkrijk Gods. Eén van de eerste stappen ter verwezenlijking hiervan is 's mensen denkvermogen voor te bereiden het feit te accepteren, dat de wederkomst van de Christus op handen is. U moet alle mensen overal ter wereld vertellen, dat de Meesters en Hun groepen discipelen hard aan het werk zijn orde in de chaos te scheppen. U moet ze vertellen, dat er een Plan IS, en dat niets de totstandkoming ervan kan tegenhouden. U moet ze vertellen dat de Hiërarchie standhoudt, en dat Zij dat al duizenden jaren heeft gedaan, en dat Zij de uitdrukking is van de verzamelde wijsheid der eeuwen. U moet ze bovenal vertellen dat God liefde is, en dat de Hiërarchie liefde is en dat de Christus komt omdat Hij de mensheid liefheeft. Dit is de boodschap, die U in deze tijd moet verkondigen. En met deze verantwoordelijkheid verlaat ik U. Werkt, mijn broeders.

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 576.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 319, 320.

Top | Inhoud

[57]

DE VIER VRIJHEDEN

In de toekomst die wij trachten veilig te stellen, verwachten wij een wereld, die op vier essentiële menselijke vrijheden is gegrondvest.

De eerste is de vrijheid van spreken en uitdrukking — overal ter wereld.

De tweede is de vrijheid voor elkeen God te aanbidden op zijn eigen wijze — overal ter wereld.

De derde is vrij zijn van gebrek — wat, in wereldse bewoordingen omgezet, betekent economische schikkingen, die een waarborg zullen zijn voor elke natie van een gezond leven in vrede voor haar inwoners — overal ter wereld.

De vierde is vrij zijn van vrees — wat, in wereldse bewoordingen omgezet, betekent een algehele vermindering van bewapening, zodanig en zo ingrijpend, dat het geen enkele natie mogelijk zal zijn een daad van fysieke agressie te bedrijven tegen één van zijn naburen — waar dan ook op de wereld. ...Franklin D. Roosevelt.

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 266.

Top | Inhoud

[58]

VRIJE WIL

1. Men zou kunnen zeggen dat binnen de grenzen van intelligente leiding van de intelligente mens er een vrije wil bestaat voor zover het de werkzaamheid in het mensenrijk betreft. Waar geen werkzaamheid tot denken aanwezig is en geen vermogen om te onderscheiden, te ontleden en te kiezen, daar bestaat geen vrije wil. Binnen de uitgestrekter processen van het Plan, zoals het de gehele planetaire evoluties omvat, is er echter voor de kleine eenheid, de mens, geen vrije wil. Hij is bijvoorbeeld onderworpen aan, hetgeen wij noemen, een 'overmacht' en hier tegenover staat hij hulpeloos. Hij heeft geen keuze en kan er niet aan ontkomen. Hierin schuilt een wenk voor het uitwerken van karma in het mensenrijk; karma en intelligente verantwoordelijkheid worden dooreen geweven en zijn niet te ontwarren.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 21, 22.

2. Het grote onderscheid tussen het mensenrijk in de drie werelden en de andere natuurrijken is de factor van vrije wil. In het geval van dood heeft deze vrije wil per slot van rekening een bepaalde verhouding tot de ziel; de wil van de ziel wordt, waar het om de dood gaat, bewust of onbewust opgevolgd. Dit denkbeeld brengt vele verwikkelingen met zich mede, en men zou er verstandig aan doen erover na te denken.

Esoterische Genezing. blz. 183.

3. De mensheid is vaak onberekenbaar ten gevolge van de factor van de vrije wil.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 185.

4. Het menselijk wezen wordt op het pad van evolutie van boven naar beneden beïnvloed; de ingewijde wordt van binnen uit naar boven geleid. Dit kenschetst de betekenis op de achtergrond van de energie der vrije wil en is iets, dat alleen werkelijk mogelijk is door eigen koersbepaling; men kan zien hoe dit worstelen een uitdrukking zoekt in die grote wereld‑discipel, de mensheid.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 449, 450.

5. Directe acties worden door de mensen zelf beslist; zij bepalen hun eigen keuze en hanteren onbelemmerd de vrije wil, waarover zij op elk willekeurig moment kunnen beschikken.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 508.

6. Christus en de Geestelijke Hiërarchie — hoe groot de behoefte, of van hoeveel belang het motief ook moge zijn — nooit inbreuk maken op het goddelijk recht der mensheid haar eigen beslissingen te nemen, haar eigen vrije wil uit te oefenen en vrijheid te verwerven door voor die vrijheid te vechten — individueel, nationaal en internationaal.

Wanneer waarachtige vrijheid over de aarde is verspreid, zullen wij het eind beleven van zowel politieke als religieuze en economische tirannie. Ik bedoel hiermee niet de moderne democratie, als voorwaarde die aan de behoefte voldoet, want democratie is momenteel een filosofie van wensdromen en een onbereikt ideaal, maar ik bedoel de periode, die zeker zal aanbreken, waarin een verlicht volk zal regeren. Zulke mensen zullen het uitoefenen van gezag niet toelaten, in welke kerk ook, en evenmin een totalitair regiem in enig politiek stelsel of bestuur. Zij zullen zich geen overheersing laten welgevallen, of die toelaten van een groep mensen, die het op zich neemt hun te vertellen wat ze moeten geloven om te worden verlost, of welke regering ze moeten aannemen. Wanneer aan mensen de waarheid wordt verteld, en wanneer zij vrij voor zichzelf kunnen oordelen en beslissen, zullen wij een veel betere wereld zien.

De Wederkomst van de Christus. blz. 518.

7. Zoals ik u al vaak verteld heb, kan de Hiërarchie — vanwege het goddelijk beginsel van de vrije wil van de mens — niet voorspellen, hoe de mens in tijden van crisis zal handelen, de Hiërarchie kan de mens niet tegen zijn wil de goede levenswijze opdringen, want deze goede levenswijze moet uit de aller diepste diepten van het menselijk denken en voelen tevoorschijn komen en bovendien nog uit een vrije krachtsinspanning zonder enig toezicht. De Hiërarchie mag de vereiste maatregelen niet nemen die nodig zijn, om te voorkomen dat de mens fouten maakt, want juist door die fouten moet de mens leren of, zoals uw grote dichter‑ingewijde het uitgedrukt heeft: 'door middel van het kwaad leren dat het goede het beste is.'

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 523.

Zie ook: 'BEGELEIDING'.

Top | Inhoud

[59]

GEVEN

Er is een hoge wet, die in de volgende woorden kan worden weer gegeven: 'Hun, die alles geven, wordt alles gegeven'. ...De meeste aspiranten voor discipelschap van nu kennen of beseffen deze wet niet; ze geven noch vrijelijk en volledig aan het werk der Hiërarchie, noch aan hen die behoeven. Totdat zij dit doen, blijven ze beperkt in wat ze bereiken en sluiten ze de deur voor nieuwe toevoer, niet alleen voor zichzelf maar ook voor de groep, met wie ze in dienst zijn verbonden. Hierin ligt verantwoordelijkheid besloten. Wat aanleiding geeft tot nieuwe toevoer is geweldloosheid der persoonlijkheid en het wijden van alle beschikbare middelen aan de dienst der Groten, spontaan en zonder terughouding. Wanneer u, als discipel, probeert om geweldloos te leven, in gedachte, woord en daad, en wanneer niets wordt achtergehouden, materieel, emotioneel of ook vanuit het oogpunt tijd, en wanneer stoffelijke kracht zo wordt geschonken en de gaven van al die beschikbare middelen vergezeld gaan van vreugde, dan zal de discipel alles bezitten wat nodig is om zijn werk voort te zetten; hetzelfde geldt voor alle werkende groepen van dienaren. Zo is de wet. Volmaaktheid is nog niet mogelijk, onnodig het te zeggen, maar grotere inspanning uwerzijds tot geven en tot dienen is wel mogelijk.

De tijd zal daarom voorzeker komen, dat u als individuen en als deel van een groep van de Meester uw persoonlijke leven ondergeschikt zult maken aan de noden der mensheid en aan de bedoeling van de Meester. U zult zijn en niet zo hard streven om te zijn; u zult geven en niet zo voortdurend de neiging bestrijden om niet te geven; u zult uw stoffelijk lichaam vergeten en er niet zo veel aandacht aan besteden (en het resultaat zal een betere gezondheid zijn); u zult denken en niet zo diep in de gevoelswereld leven; u zult met gezond verstand, met wijsheid en als iets vanzelfsprekends het werk van de Meester en van dienst vooropstellen.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 599, 600.

Top | Inhoud