104-108

[104] BEPERKINGEN VAN WOORDEN,

[105] VERLOREN ZIELEN,

[106] LIEFDE,

[107] MAGIIE: WITTE EN ZWARTE,

[108] DE MENS SCHEPPER EN BOUWER

[104]

BEPERKINGEN VAN WOORDEN

1. In de volgende eeuw, wanneer 's mensen uitrusting beter ontwikkeld is en men de betekenis van groepswerk­zaamheid waarachtiger zal kunnen begrijpen, zal het mogelijk zijn meer inlichtingen door te geven, maar de tijd daarvoor is nog niet aangebroken. Het enige wat mij mogelijk is, is naar die zwakke woorden te zoeken, waarin de gedachte enigermate ingekleed kan worden. Naarmate zij deze inkleden, begrenzen zij haar en ik ben schuldig aan het scheppen van nieuwe gevangenen, die tenslotte bevrijd zullen moeten worden. Alle boeken zijn gevangenissen van denkbeelden en slechts wanneer spreken en schrijven door telepathische communicatie en door intuïtieve wisselwerking vervangen zullen zijn, zullen het plan en de techniek om dit plan tot uitdrukking te brengen, helderder begrepen worden. Ik spreek nu in symbolen, ik werk met woorden om een zekere indruk teweeg te brengen, ik bouw een gedachtevorm die, indien hij dynamisch genoeg is, op het brein van de doorgevende tussenpersoon, zoals gijzelf, een indruk kan maken. Doch terwijl ik dit doe, weet ik heel goed hoeveel er onvermeld moet blijven en hoe zelden het mogelijk is om meer te doen dan een kosmologie macrokosmisch of microkosmisch, aan te geven op een wijze dat deze een tijdelijk beeld van de goddelijke werkelijkheid kan overbrengen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 374.

2. Maar hoe kan het geheel door het deel begrepen worden? Hoe kan het gehele plan worden waargenomen door een ziel, die tot dusver slechts een heel klein deeltje van de structuur waarneemt? Houdt dit gedurig in gedachten, terwijl ge studeert en over deze Leringen nadenkt en onthoudt dat in het licht van de toekomstige kennis der mensheid, alles wat hier medegedeeld is, op het vijfde leesboek van de lagere school lijkt, vergeleken bij de tekstboeken die een hoogleraar gebruikt. Het zal evenwel dienen om de aspirant uit de Hal van Lering te doen overgaan naar de Hal van Wijsheid, wanneer hij de gegeven inlichtingen gebruikt.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 375.

3. Leert telepathisch en intuïtief zijn. Dan zullen deze woordvormen en deze in vorm geklede denkbeelden niet nodig zijn. Dan kunt ge van aangezicht tot aangezicht tegenover de naakte waarheid staan en leven en werken in het gebied van denkbeelden en niet in de wereld van vormen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 375.

4. Vraag uzelf af, hoe kan (een bepaalde verklaring) geheel waarheidsgetrouw zijn, wanneer wij rekening moeten houden met de beperktheid van uw bevattingsvermogen? Het is ondoenlijk voor mij u de waarheid mede te delen, omdat er geen terminologie bestaat noch een daaraan evenredige grondslag van kennis uwerzijds. Dit maakt mijn taak moeilijk.

Esoterische Genezing. blz. 24, 25.

5. Ik zou willen, wanneer u mijn woorden leest, dat u zich terugtrekt in uzelf en tracht te denken, te voelen en waar te nemen op het hoogst mogelijke niveau van uw bewustzijn. De inspanning om dit te doen zal veel vrucht dragen en u rijkelijk belonen. U zult wel niet de gehele bedoeling van deze woorden begrijpen, doch uw vermogen van bewustheid zal gaan reageren op indrukken van de triade. Ik weet niet hoe ik dit anders moet zeggen, belemmerd als ik ben door de noodzakelijkheid van de taal. U kunt misschien niet bewust iets opnemen, daar het brein van de gemiddelde discipel nog niet ontvankelijk is voor monadische trilling. Zelfs wanneer de discipel vatbaar is enigszins te reageren, zijn de vereiste woorden niet beschikbaar om het aangevoelde denkbeeld uit te drukken of het begrip te omkleden. Het is daarom onmogelijk de goddelijke denkbeelden in hun ideale vorm weer te geven en ze dan over te brengen naar de wereld van bedoeling en vandaaruit in de wereld van symbolen. Hetgeen ik zeg zal bijgevolg meer betekenis krijgen aan het einde van deze eeuw, wanneer de mensen de chaos en de wreedheid van de oorlog te boven zijn gekomen, en wanneer de nieuwe, hogere geestelijke invloeden gestadig instromen.

Mijn broeders, ik schrijf voor de toekomst.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 229, 230.

Top | Inhoud

[105]

VERLOREN ZIELEN

Indien een mens van leven tot leven volhardt op deze lijn van werk; indien hij zijn geestelijke ontplooiing verwaarloost en zich concentreert op intellectuele inspanning gericht op het hanteren van materie voor zelfzuchtige doeleinden; indien hij hiermee voortgaat ondanks de ingevingen van zijn innerlijk zelf, en trots de waarschuwingen die hem mogen bereiken van Degenen die waken, en indien dit gedurende een lange periode volgehouden wordt, kan hij misschien een ondergang voor zich veroorzaken die definitief is voor dit manvantara of deze cyclus. Hij kan misschien... slagen in de volledige verwoesting van het fysiek permanent atoom, en daarbij het verband met het hoger zelf voor aeonen van tijd afbreken. H.P.B. heeft iets hiervan aangeroerd toen ze sprak van 'verloren zielen'; we moeten hier de nadruk leggen op de realiteit van dit verschrikkelijke onheil...

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 100.

TopInhoud

[106]

LIEFDE

1. Wanneer liefde voor alle wezens, onverschillig wie zij ook mogen zijn, een feit begint te worden, dat beseft wordt in het hart van een discipel en er desalniettemin geen liefde voor hemzelf bestaat, dan wijst dit erop, dat hij bezig is de poort van inwijding te naderen en dat hij de noodzakelijke inleidende geloften mag afleggen. Deze zijn noodzakelijk, voordat zijn Meester zijn naam als een kandidaat voor inwijding indient. Indien het lijden en de pijn van het lager zelf hem niets doen, indien het hem onverschillig is, of geluk op zijn weg komt of niet, indien het enig doel van zijn leven is om te dienen en de wereld te redden en indien de nood van zijn broeder voor hem van meer belang is dan zijn eigen nood, dan doorstraalt het vuur der liefde zijn wezen en de wereld kan zichzelf warmen aan zijn voeten. Deze liefde moet een praktische, beproefde openbaring zijn en niet alleen maar een theorie en ook niet slechts een onpraktisch ideaal en een behaaglijk gevoel. Het is iets, dat gegroeid is in de beproevingen des levens, zodat de voornaamste levensimpuls gericht wordt op zelfopoffering en het offer van de lagere aard.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding blz. 178, 179.

2. Er kon een verhandeling over het onderwerp (liefde) geschreven worden, en dit toch onuitgeput laten. Er wordt veel licht op geworpen indien we diep na kunnen denken over de drie uitdrukkingen van Liefde: Liefde in de Persoonlijkheid, Liefde in het Ego en Liefde in de Monade. Liefde in de Persoonlijkheid ontwikkelt zich geleidelijk door de stadia van zuivere eenvoudige eigenliefde, volledig zelfzuchtig, tot liefde voor familie en vrienden. Liefde voor mannen en vrouwen, totdat men aan het stadium komt van liefde voor de mensheid of bewustzijn van liefde voor de groep dat het overheersend kenmerk van het Ego is. Een Meester van Mededogen heeft lief, lijdt mee, en blijft bij Zijn soort en Zijn familie. Liefde in het Ego ontwikkelt zich geleidelijk vanuit liefde voor de mensheid tot universele liefde — een liefde die niet alleen liefde voor de mensheid uitdrukt, maar ook liefde voor de deva‑evoluties in haar geheel, en voor alle vormen van goddelijke openbaring. Liefde in de Persoonlijkheid is liefde in de drie werelden; liefde in het Ego is liefde in het zonnestelsel en alles wat het omvat, terwijl liefde in de Monade een mate van kosmische liefde demonstreert en veel omvat dat helemaal buiten het zonnestelsel ligt.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 464.

3. Liefde was de aanzettende beweegreden voor openbaring en het is liefde die alles in geordend verband houdt; liefde richt allen op het pad van terugkeer naar de boezem van de Vader, en liefde vervolmaakt uiteindelijk alles wat bestaat.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 464.

4. Naarmate de evolutie vordert toont zij zich als een geleidelijke uitbreiding van het liefde-vermogen, door de stadia gaande van liefde voor de levensgezel, liefde voor de omringende kameraden, tot liefde voor iemands gehele omgeving; vaderlandsliefde maakt later plaats voor liefde tot de mensheid, vaak de mensheid zoals één van de Groten daartoe als voorbeeld dient.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 465.

5. In dienen leert (de mens) de macht der liefde en haar occulte betekenis. Hij geeft uit en als gevolg daarvan ontvangt hij. Hij leeft het leven van verzaking en de rijkdommen der hemelen worden hem in de schoot geworpen. Hij geeft alles, en is volledig gevuld. Hij vraagt niets voor zichzelf en is de rijkste mens ter wereld.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 90.

6. Deze energie van liefde wordt in de eerste plaats (met de bedoeling van hiërarchische activiteit) geconcentreerd in de Nieuwe Groep van Werelddienaren. Deze groep is door de Hiërarchie gekozen als haar voornaamste kanaal van uitdrukking. Deze groep, samengesteld uit alle werelddiscipelen en alle werkende ingewijden, vindt haar vertegen­woordigers in elke groep van idealisten, van dienaren, in elke organisatie van mensen die het menselijk denken uitdrukken, vooral op het gebied van de verbetering en opheffing van de mens. De kracht van liefde-wijsheid kan zich door bemiddeling van hem uitdrukken. Deze mensen worden vaak verkeerd begrepen omdat de door hen uitgedrukte liefde hemelsbreed verschilt van de sentimentele, toegenegen persoonlijke belangstelling van de gemiddelde werker. Zij houden zich voornamelijk bezig met de belangen en 't welzijn van de gehele groep waarmede zij verbonden zijn; zij laten zich niet direct in met de kleine belangetjes van de individu, die in beslag genomen wordt door zijn kleine problemen en zorgen. Zulke dienaren stellen zich bloot aan kritiek van de enkeling, doch zij moeten leren te leven met deze kritiek en er geen aandacht aan besteden. Ware groepsliefde is belangrijker dan persoonlijke verhoudingen, of schoon die onder de ogen gezien worden als de noodzakelijkheid (let op dat ik zeg noodzakelijkheid) dit vereist. Discipelen moeten de noodzakelijkheid van groepsliefde leren begrijpen en hun levenswijze wijzigen in overeenstemming met groepswelzijn, doch het is voor het baatzuchtige individu niet gemakkelijk het verschil te onderkennen. Door bemiddeling van die discipelen die het onderscheid hebben geleerd tussen de kleine zorgen van de individu met zijn belangstelling in zichzelf, en de behoeften en dringende noodzakelijkheid van groepswerk en groepsliefde, kan de Hiërarchie werken ten einde de noodzakelijke veranderingen in de wereld aan te brengen welke in de allereerste plaats veranderingen in bewustzijn zijn.

De Bestemming der Volkeren, eerste druk. blz. 25, 26.

7. Liefde is voor vele mensen, inderdaad voor de meerderheid, geen werkelijke liefde, doch een mengsel van het verlangen te beminnen en het verlangen bemind te worden plus de bereidheid om alles te doen om dit gevoelen te tonen en op te wekken en zich dientengevolge behaaglijker te voelen in het eigen innerlijk leven...

Het is deze pseudo‑liefde, die oorspronkelijk gebaseerd is op een theorie van liefde en dienstbetoon, die zovele menselijke verhoudingen kenmerkt, zoals bv. die welke tussen echtgenoten, ouders en kinderen bestaan. Begoocheld door hun gevoel voor hen en weinig wetend van de liefde der ziel, die zelf vrij is en anderen ook vrij laat, dwalen zij rond in een dichte mist, vaak degenen die zij verlangen te dienen meetrekkend teneinde een beantwoordende genegenheid uit te lokken. Bestudeer het woord 'genegenheid', mijn broeder, en begrijp de ware betekenis ervan. Genegenheid is geen liefde. Het is die begeerte, die wij door een krachtige poging van het astrale lichaam tot uitdrukking brengen en deze activiteit beïnvloedt onze kontakten; het is niet de spontane begeerteloosheid van de ziel, die niets voor het afgescheiden zelf vraagt. Deze begoocheling door gevoel houdt alle mensen in de wereld gevangen en verbijstert hen, en legt hen verplichtingen op, die niet bestaan en begoocheling veroorzaken, die uiteindelijk verwijderd moet worden door de instroming van ware en onzelfzuchtige liefde.

Begoocheling, een Wereldprobleem. blz. 76, 77.

8. Slechts één gedachte wil ik u geven, om te herhalen telkens wanneer u ontmoedigd bent, vermoeid en zwak:

'Ik sta in het middelpunt van alle liefde, en niets kan mij hier deren, en vanuit dat middelpunt zal ik gaan om lief te hebben en te dienen.'

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 456.

9. Laat liefde de grondtoon zijn in alle verhoudingen, want de kracht die de wereld moet redden, is de uitstorting van liefde.

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 278.

10. Liefde is geen sentiment en geen emotie, noch is het begeerte of een zelfzuchtige drijfveer tot juist handelen in het dagelijks bestaan. Liefde is het uitoefenen van de kracht die de werelden bestuurt en die leidt naar de integratie, eenheid en alomvattendheid, die de Godheid zelf tot actie drijft. Liefde is een moeilijk ding om aan te kweken, zozeer is de zelfzucht eigen aan de menselijke natuur. Om liefde onder alle omstandigheden in praktijk te brengen is geen eenvoudige zaak, en uitdrukking eraan geven zal het uiterste vergen van wat U te geven hebt, en zal ook het uitroeien van Uw zelfzuchtige persoonlijke werkzaamheden inhouden.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 9.

11. Houd iedere liefdeloze gedachte tegen; maak elke laakbare handeling ongedaan en leer uzelf alle wezens lief te hebben; niet in theorie maar daadwerkelijk en waarachtig.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 412.

12. Ik zou er u in deze tijd van beproeving aan willen herinneren dat ik, uw Meester, u liefheb en bescherm, want uw ziel en mijn ziel zijn één ziel. Wees niet onnodig verontrust. Er is voor de ziel geen licht of donker, maar alleen leven en liefde. Laat dit u een steun zijn. Er is geen afgescheidenheid, maar alleen vereenzelviging met het hart van alle liefde. Hoe meer u liefhebt, des te meer liefde kan anderen door u heen bereiken. De ketenen van liefde verenigen de wereld der mensen en de wereld der vormen en zij maken de grote keten van de Hiërarchie uit. De geestelijke poging die van u gevraagd wordt is om uzelf te ontwikkelen tot een vibrerend en machtig centrum van die fundamentele, universele liefde.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 427.

Top | Inhoud

[107]

MAGIE: WITTE EN ZWARTE

1. Er wordt onder occulte studenten in deze dagen veel gezegd betreffende witte en zwarte magie en veel dat gezegd wordt is zonder kracht of waarheid. Er is terecht gezegd dat de grenslijn tussen de twee werkers zo gering is dat ze moeilijk te herkennen is door degenen die nog niet de term 'kenner' verdienen.

Het onderscheid tussen de twee bestaat zowel uit motief als methode en zou als volgt opgesomd kunnen worden:

De wit‑magiër heeft als motief datgene wat tot nut zal zijn voor de groep waarvoor hij zijn energie en tijd besteedt. De magiër van het linkerhandse pad werkt alleen, of indien hij te eniger tijd met anderen samenwerkt is het met een verborgen zelfzuchtig doel. De vertegenwoordiger van witte magie interesseert zich voor het werk van opbouwende inspanning teneinde samen te werken in hiërarchische plannen en de wensen van de Planeetlogos te bevorderen.

De Broeder van de Duisternis houdt zich bezig met wat buiten de plannen van de Hiërarchie ligt en met datgene wat niet in het doel van de Heer van de planetaire Straal begrepen is.

De wit‑magiër werkt, zoals eerder gezegd werd, geheel door de grotere Deva Bouwers en door geluid en getal vermengt hij hun werk en beïnvloedt zo de mindere bouwers die de substantie van hun lichamen vormen en daarom van al wat bestaat. Hij werkt door groepscentra en vitale punten van energie en brengt van daaruit de verlangde resultaten in de substantie teweeg. De donkere broeder werkt direct met de substantie zelf en met de mindere bouwers; hij werkt niet samen met de krachten die uit de egoïsche niveaus afkomstig zijn. De mindere cohorten van het 'Leger van de Stem' vormen zijn dienaren en niet de leidende Intelligenties in de drie werelden. Hij werkt daarom hoofdzakelijk op de astrale en fysieke gebieden, terwijl hij alleen in zeldzame gevallen met de mentale krachten werkt. Slechts in enkele speciale gevallen, verborgen in kosmisch karma, vindt men de zwart‑magiër aan het werk op de hogere mentale niveaus. Toch zijn de gevallen die daar ontdekt kunnen worden de voornaamste oorzaken van alle zich openbarende magie.

...De wit‑magiër werkt altijd in samenwerking met anderen en staat zelf onder de leiding van zekere Groepshoofden. De Broeders van de Witte Loge bijvoorbeeld werken onder de drie grote Heren en regelen zich naar de vastgestelde plannen, waarbij Zij Hun individuele doeleinden en ideeën ondergeschikt maken aan het grote algemene schema. De zwart‑magiër werkt gewoonlijk op een intens individualistische wijze en men kan hem zijn schema's alleen zien uitvoeren of met de hulp van ondergeschikten. Hij duldt gewoonlijk geen erkende meerdere, maar wordt niettemin herhaaldelijk het slachtoffer van bewerkers van kosmisch kwaad op hogere niveaus, die hem gebruiken zoals hij zijn mindere samenwerkers gebruikt, dat wil zeggen, hij werkt (zover als het het grotere doel betreft) blindelings en op onbewuste wijze.

De wit‑magiër werkt, zoals welbekend is, aan de zijde van de ontwikkeling of in verband met het Pad van Terugkeer. De zwarte broeder houdt zich met de krachten van involutie bezig of met het Pad van Uitgang. Zij vormen de grote in evenwicht houdende kracht in de ontwikkelingsgang en hoewel zij in beslag genomen worden door de stoffelijke zijde van de openbaring en de Broeder van Licht zich bezighoudt met het aspect van de ziel of het bewustzijn, dragen zij en hun werk onder de grote wet van evolutie bij tot het algemeen doel van de Zonne‑logos, hoewel (en dit is van geweldige occulte betekenis voor de verlichte navorser) niet tot het individuele doel van de planetaire Logos.

Tenslotte zou er in het kort in verband met de onderscheidingen tussen magiërs gezegd kunnen worden dat de magiër van de Goede Wet met de ziel van de dingen werkt. Zijn broeders van de duisternis werken met het stoffelijk aspect.

...De witte broeder werkt onder de Hiërarchie of onder de grote Koning, waarbij hij Zijn planetaire bedoelingen uitvoert. De zwarte broeder werkt onder zekere voor hem onbekende afgescheiden Entiteiten die met de krachten van de stof zelf verbonden zijn. Er kon in dit verband veel meer gegeven worden, maar wat hier medegedeeld is, is voor ons doel voldoende.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 746‑767.

2. De duistere broeders zijn — houd dit altijd voor ogen — broeders die falend en verdoold, toch zonen van de Ene Vader zijn, of schoon zij ver afgedwaald zijn in het land der verte. Voor hen zal de weg terug zeer lang zijn, doch de barmhartigheid der evolutie dwingt hen onvermijdelijk naar het pad van terugkeer in ver in de toekomst liggende tijdperken. Eén ieder die het concreet denkvermogen te hoog aanslaat en het voortdurend toestaat het hogere buiten te sluiten, loopt gevaar het pad van de linkerhand te gaan. Velen gaan op die wijze de verkeerde weg op... maar komen terug en vermijden dan in de toekomst dergelijke fouten op dezelfde wijze als een kind dat zich eenmaal gebrand heeft, het vuur vermijdt. De mens die ondanks waarschuwingen en leed toch volhardt, wordt tenslotte een broeder der duisternis...

De duistere broeder erkent geen eenheid met zijn soortgenoten en ziet slechts mensen in hen die hij kan uitbuiten ter bevordering van zijn eigen doeleinden. Dit kenmerkt dan op kleine schaal diegenen die door hen met of zonder voorbedachten rade worden gebruikt. Zij ontzien niemand, zij beschouwen alle mensen als hun rechtmatige prooi, zij gebruiken iedereen om hun zin door te drijven en zij trachten door eerlijke of gemene middelen elk verzet te breken, ten einde voor het persoonlijk zelf datgene te verkrijgen wat zij begeren.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 125.

3. De duistere broeder slaat geen acht op het lijden dat hij kan veroorzaken; hij bekommert zich niet om de doodsangst welke hij bij de tegenstander teweegbrengt; hij volhardt in zijn voornemen en laat niet na iedere man, vrouw of kind te benadelen als hij daardoor zijn doeleinden bevordert. Verwacht absoluut geen genade van hen die zich kanten tegen de Broederschap van het Licht.

Op het stoffelijk en het emotioneel gebied heeft de duistere broeder meer macht dan de Broeder van het Licht — niet meer macht op zichzelf maar meer schijnbare macht, daar de Witte Broeders niet verkiezen om Hun macht op deze twee gebieden uit te oefenen, zoals de duistere broeders doen. Zij zouden Hun autoriteit kunnen laten gelden, maar onthouden zich hiervan, daar Zij met de krachten van evolutie werken en niet met die van involutie.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 125, 126.

4. Welke methoden kunnen nu worden gebruikt om de werker in de wereld te beveiligen? Wat kan er gedaan worden om zijn veiligheid te verzekeren in de strijd van het heden en in de grotere strijd van de komende eeuwen?

1) Een besef dat zuiverheid van alle voertuigen een eerste vereiste is. Indien een duistere broeder macht over een mens verkrijgt, blijkt hieruit dat die mens één of andere zwakke plek in zijn leven heeft. De deur welke toegang verleent, moet door de mens zelf zijn geopend; de opening waardoor de kwaadaardige kracht toegelaten kan worden, moet door de bewoner van de voertuigen zijn veroorzaakt. Vandaar de noodzaak van een kraakzindelijk stoffelijk lichaam, van eerlijke standvastige gevoelens in het emotioneel lichaam en van zuiverheid van denken in het mentaal lichaam. Wanneer dit zo is, zullen de lagere voertuigen gecoördineerd zijn en zal de inwonende Denker zelf geen toegang verlenen.

2) Alle angst uitschakelen. De krachten van evolutie trillen sneller dan die van involutie en in dit feit ligt een onmiskenbare veiligheid. Angst veroorzaakt zwakheid; zwakheid veroorzaakt ontbinding; de zwakke plek breekt open en er ontstaat een gat, waardoor de boze kracht kan binnentreden. De factor waardoor toegang wordt verleend, is de angst van de mens zelf, die op die wijze de deur ontsluit.

3) Stevig en onbewogen staan, ongeacht wat er moge gebeuren. Uw voeten kunnen ondergedompeld zijn in de modder der aarde, maar uw hoofd kan zich baden in de zonneschijn der hogere gebieden. Erkenning van het aardse slijk houdt geen bezoedeling in.

4) Een erkenning van het gebruik van het gezond verstand en de toepassing van dat gezond verstand op de aangelegenheid in kwestie. Slaap veel en leer, terwijl gij slaapt, het lichaam positief te houden; blijf doorwerken op het emotioneel gebied en verwerf innerlijke kalmte. Doe niets waardoor het stoffelijk lichaam oververmoeid raakt, en ontspan u wanneer het mogelijk is. In uren van ontspanning komt de vereffening die latere gespannenheid voorkomt.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 127, 128.

5. Het aankweken van emotionele kalmte is één van de eerste stappen naar het bereiken van de vereiste uitrusting van de wit‑magiër. Deze kalmte kan niet bereikt worden door een krachtsinspanning van de wil die erin slaagt alle astrale trillingswerkzaamheid te onderdrukken, maar door het aankweken van reactie op het Ego en een te niet doen van alle reactie op de aangeboren trilling van het astraal omhulsel zelf.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 763.

Zie ook: 'DE DUISTERE KRACHTEN'.

Top | Inhoud

[108]

DE MENS ALS SCHEPPER EN BOUWER

1. De mens in de drie werelden herhaalt bewust of onbewust het logoïsch proces en wordt een schepper, die in substantie werkt door de factor van zijn positieve energie. Hij wil, hij denkt, hij spreekt en gedachtevormen vloeien eruit voort. Atomische substantie wordt tot de uitspreker aangetrokken. De kleine leventjes die die substantie samen­stellen worden (door de energie van de denker) in vormen gedreven, die zelf actief zijn bezield en krachtig. Wat de mens opbouwt is hetzij een weldadige of een schadelijke schepping in overeenstemming met de begeerte, het motief, of het doel dat eraan ten grondslag ligt.

...Het is nutteloos voor de mens de groepen van mindere bouwers, hun functies en hun namen te bestuderen, tenzij hij er zich bewust van is dat hij met velen van hen een intiem verband heeft, daar hij zelf één van de grote bouwers is, en een schepper binnen het planetaire schema. De mensen zouden moeten bedenken dat ze door de kracht van hun gedachten en hun gesproken woorden definitief uitwerkingen teweegbrengen op andere menselijke wezens die op de drie gebieden van menselijke ontwikkeling en op het gehele dierenrijk functioneren. De scheidende en boosaardige gedachten van de mens zijn grotendeels verantwoordelijk voor de wrede aard van de wilde dieren, en de vernietigende aard van sommige van de natuurprocessen, die zekere verschijnselen insluiten zoals de pest en hongersnood.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 690, 691.

2. In verband met die menselijke wezens die niets scheppen, maar die alleen tot werkzaamheid opgezweept worden onder de drang van de omstandigheid — en zij vormen de meerderheid van het menselijk ras — zou erop gewezen moeten worden dat zij een deel vormen van de scheppingsactiviteit van de één of andere grotere en meer gevorderde entiteit. Naarmate de zelfbewuste ontwikkeling vordert, zullen meerderen in de menselijke familie scheppers worden en intelligente werkers in verband met deva‑substantie. In de beginstadia van hun vrijkomen uit de passieve houding zal men daarom een afkeer opmerken tegen wet en orde, een weigering om geregeerd te worden en een zekere bekwaamheid die zich kenbaar maakt door een individuele opvatting te volgen ten koste van de groep, groot of klein. Dit schijnbaar gebrek zullen de evolutie en de ervaring zelf verhelpen en naarmate het bewustzijn ontvankelijk wordt voor hogere trillingen zal de mens zich bewust worden van het doel en het plan van de Intelligentie van zijn groep. Hij zal zich bewust worden van de schoonheid van dat plan en zal beginnen zijn eigen belangen te laten verzinken in de grotere en op intelligente wijze samen te werken. De scheppingskracht die tevoren van afscheidende aard geweest was zal als een bereidwillig offer aan de grotere energie aangeboden worden en zijn kleine plannen en ideeën zullen met de grotere samengesmolten worden. Hij zal echter niet langer een passieve eenheid zijn die door de energie van zijn groep her‑ en derwaarts gevoerd wordt, maar zal een positieve, actief machtige kracht worden, zelfopofferend door intelligente erkenning van het grotere plan.

Hij zal doordrongen worden van het feit dat er levende krachten in de natuur zijn. Naarmate de grotere energie door hem heen trilt, worden zijn eigen latente krachten gewekt. Hij ziet en kent de deva‑krachten en kan bijgevolg op intelligente wijze met hen werken. Sommigen zal hij beheersen en hanteren, met anderen zal hij samenwerken en nog anderen zal hij gehoorzamen.

Het is in de verwezenlijking van deze feiten betreffende deva‑substantie, de macht van het geluid, de wet van trilling en het vermogen vormen voort te brengen in overeenstemming met de wet, dat de ware magiër gezien kan worden. Hierin ook ligt één van de onderscheidingen die gevonden kunnen worden tussen magiërs van de Goede Wet en die van het Linkerhandse Pad. Een wit‑magiër kan deva‑substantie beheersen en hanteren en hij doet dit door intelligente samenwerking met de grotere bouwers. Ten gevolge van de zuiverheid en de heiligheid van zijn leven en de hoogte van zijn eigen trilling, kan hij contact met hen maken in de één of andere van hun graden. De magiër van de schaduwen beheerst en hanteert deva‑substantie op het astraal en fysiek gebied en op de lagere niveaus van het mentaal gebied door de kracht van zijn eigen trilling en kennis maar niet door samenwerking met de leidende bouwers. Hij kan niet met hen in contact komen, daar zijn karakter onzuiver is door zelfzuchtigheid en zijn trilling te laag is; zijn macht is daarom beperkt en vernietigend, maar reusachtig binnen zekere beperkingen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 721, 722.

3. De mens die bewust leert te bouwen... moet allereerst de gedachte zo lang bij zich houden dat ze nauwgezet in het fysieke brein opgenomen kan worden. Herhaaldelijk zal het Ego aan het brein enig begrip 'doorgeven', enig deel van het plan en het zal toch het proces voortdurend moeten herhalen over een vrij lange periode voor de fysieke reactie van die aard is dat de Zonne‑Engel ervan verzekerd kan blijven dat ze intelligent geregistreerd en geboekstaafd is. Het is misschien onnodig te zeggen dat het gehele proces zeer vergemakkelijkt wordt indien de 'schaduw' of de mens regelmatige meditatie beoefent, de gewoonte aankweekt van een dagelijkse en voortdurende bespiegeling van het hoger Zelf en voor zich 's avonds terug te trekken tracht 'de gedachte vast te houden' om zo veel als mogelijk is van een egoïsche indruk mee te brengen ten tijde van het ontwaken. Wanneer de reactie tussen de twee factoren, het Ego en het ontvankelijk fysiek brein, tot stand is gebracht, de wisselwerking wederkerig is en de twee op elkaar afgestemd en met elkander in harmonie gebracht zijn, gaat het tweede stadium in. Het denkbeeld is begrepen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 753, 754.

4. Zolang de aandacht van de schepper van welke gedachtevorm ook, groot of klein, erop gericht is, duurt dat magnetisch verband voort. De gedachtevorm wordt bezield en zijn werk gaat door. Wanneer het werk volbracht is en de gedachtevorm zijn doel heeft gediend, wendt iedere schepper bewust of onbewust zijn aandacht ergens anders heen en valt zijn gedachtevorm uiteen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 756.

5. Veel van de ondoelmatigheid van de mensen is te wijten aan het feit dat hun belangstellingen niet gecentraliseerd zijn maar zeer verspreid en niet één ding hun belangstelling in beslag neemt. Zij verstrooien hun energie en trachten iedere omzwervende begeerte te bevredigen en in alles te liefhebberen wat op hun weg komt. Daarom neemt geen gedachte die zij ooit denken een eigen vorm aan of wordt behoorlijk bezield. Zij zijn bijgevolg omringd door een dichte wolk van half-gevormde ontbindende gedachtevormen en wolken van gedeeltelijk bezielde stof in staat van oplossing. Dit brengt occult een toestand voort die gelijk is aan de ontbinding van een fysieke vorm en even onaangenaam en ongezond is. Hij is verantwoordelijk voor veel van de ziekelijke toestand van de menselijke familie in deze tijd.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 757.

6. Nog een reden voor scheppings‑onbruikbaarheid is te wijten aan de stromen die uit de meerderheid van de mensen afkomstig zijn en van zo'n lage orde zijn dat de gedachtevormen nooit het punt van onafhankelijke werking bereiken.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 758.

Zie ook: 'GEDACHTEVORMEN'.

Top | Inhoud