123-129

[123] DE NIEUWE ONDERRICHTEN,

[124] DE NIEUWE WERELD RELIGIE,

[125] GEHOORZAAMHEID,

[126] OCCULTE BLINDHEID,

[127] OCCULTISTEN EN MYSTICI,

[128] HET OUDE COMMENTAAR,

[129] OVERBEVOLKING

[123]

DE NIEUWE ONDERRICHTEN

Welke zijn enkele van deze nieuwere waarheden waarvoor ik als overbrengende middelaar aan hen die het occultisme in de wereld bestuderen verantwoordelijk ben? Laat mij ze beknopt vermelden in de volgorde van hun betrekkelijke belangrijkheid:

1. Het onderricht over Shamballa. Er is weinig over dit onderwerp gegeven. Alleen de naam was bekend. Dit onderricht omvat:

a. Inlichtingen betreffende de aard van het wilsaspect.

b. Aanwijzingen betreffende de ten grondslag liggende doelstellingen van Sanat Kumara.

c. Aanwijzingen betreffende het bouwen van de antahkarana, als eerste stap om het monadisch bewustzijn te verkrijgen en aldus een eerste stap naar de weg van de hogere evolutie.

2. Het onderricht over het nieuwe Discipelschap. Dit is revolutionair geweest met betrekking tot de oudere scholen voor occultisme. Het onderricht sluit in:

a. Een voorstelling van de nieuwe houding der Meesters tegenover Hun discipelen, ten gevolge van de snelle ontplooiing van het denkbeginsel en het sterker worden van het beginsel van de 'vrije wil'. Deze gewijzigde techniek verwerpt de oude opvattingen zoals die gegeven zijn in de theosofische literatuur en het was een erkenning van de moeilijkheden om de verkeerd gegeven indruk recht te zetten, waardoor H.P.B. werd aange­moedigd om in één van haar mededelingen in de Esoterische Afdeling van haar tijd te zeggen het te betreuren ooit Hun namen vermeld te hebben. Die vroegere voorstelling was nuttig, maar heeft nu haar doel gediend. Tenzij de scholen, gebaseerd op de oude methoden, hun technieken en hun benadering van de waarheid veranderen, zullen zij verdwijnen.

b. Inlichtingen betreffende de samenstelling van de Hiërarchie en de verschillende ashrams waaruit zij is samengesteld. Ik heb de Hiërarchie voorgesteld als de ashram van Sanat Kumara in haar zevende vorm, waardoor wil en liefde samengebundeld worden.

c. Een uitbeelding van het nieuwere soort meditatie, met de nadruk op het visualiseren en het gebruik van de scheppende verbeelding. Ik heb een systeem van meditatie besproken waarin de aandacht, tot nog toe gericht op persoonlijke problemen en de vroegere intense concentratie op de verhouding van de discipel en de Meester, worden uitgeschakeld. De grondtoon van groepssamensmelting en groepsdienst ligt ten grondslag aan de nieuwere meditatievorm en niet aan deze sterke persoonlijke verhouding van de discipel tot de Meester met het accent op het welslagen van de individuele aspirant. Dit was gedegenereerd tot een vorm van geestelijke zelfzucht en afgescheidenheid.

3. Het onderricht over de Zeven Stralen. Het bestaan van de zeven stralen werd zeer abstract en vaag in 'de Geheime Leer' vermeld en vormde in een elementaire vorm iets van het gegeven onderricht in de Esoterische Afdeling, de namen van de stralen, enkele inlichtingen betreffende hun hoedanigheden en de Meesters op de stralen werden medegedeeld, maar niet veel meer. Ik heb u veel inlichtingen over het onderwerp gegeven en van een psychologisch gezichtspunt uit, omdat de nieuwe psychologie in wording is en ik heb gepoogd de belangrijkheid van dit onderricht aan te tonen. Ingeval esoterisch onderricht tenslotte voor éénieder openstaat, zal het langs psychologische lijnen worden gegeven, daar het esoterisch onderricht in zijn volste en diepste betekenis het bewustzijnsaspect van de mens en God betreft.

4. Het onderricht over de nieuwe astrologie. Ook dit onderricht is aan enkele honderden studerenden gegeven voordat het in boekvorm uitkwam. Aan deze nieuwe astrologie is tot nog toe door astrologen die het werk hebben gelezen (met uitzondering van hen die het buitengewoon waarderen, maar die wensen dat ik duidelijker zou zijn geweest) stilzwijgend voorbijgegaan en zij zien er niet veel in. Ik heb genoeg gegeven, (kon de onbevooroordeelde astroloog dit maar beseffen!) om de komende astrologie op een stevige basis te grondvesten. De nauwkeurigheid van hetgeen ik heb gegeven, zal na verloop van tijd worden vastgesteld wanneer astrologen, die zich met de horoscopen van gevorderde mensen en discipelen bezighouden, de door mij gegeven esoterische planeten zullen gebruiken en niet de orthodoxe planeten, zoals gewoonlijk wordt gedaan. De nauwkeurigheid van hun gevolgtrekkingen zal vanzelfsprekend afhangen van hun eigen punt van ontwikkeling, alsook van hun bekwaamheid een gevorderde persoon, een discipel of een ingewijde te herkennen wanneer zij hem ontmoeten en op zich te nemen zijn horoscoop te trekken. Ingeval zij zelf gevorderde discipelen zijn, kunnen zij een neiging hebben een te onbuigzame maatstaf aan te nemen ten opzichte van hen die naar astrologische gevolgtrekkingen zoeken, waardoor zij in gebreke blijven een discipel te herkennen. Ingeval zij niet gevorderd zijn, kunnen zij mensen als gevorderd beschouwen die zelfs verre van ware aspiranten zijn. In beide gevallen kan dan de horoscoop onnauwkeurig blijken te zijn. Het heeft geen nut de esoterische planeten met betrekking tot de gemiddelde mens te gebruiken.

5. Inlichtingen omtrent de Nieuwe Groep van Werelddienaren.

Deze inlichtingen omvatten:

a. De erkenning van deze groep als tussenpersoon tussen de Hiërarchie en de mensheid.

b. De aard van haar werk, zoals het de menselijke ziel beïnvloedt en tracht door de bemiddeling van de mannen en vrouwen van goede wil de periode, waarin wij leven, vast te stellen.

c. Het driehoekenwerk, dat twee fasen van hun werk belichaamt, d.w.z. het vormen van het netwerk van licht als een verbindingskanaal tussen de Hiërarchie en de mensheid, en het gelijktijdig vormen van het netwerk van goede wil, dat de objectieve uitdrukking is van de subjectieve invloed van licht.

Denk over deze verklaring na.

6. De poging om een exoterische afdeling van de innerlijke ashrams te vormen. Dit is tot uitdrukking gekomen in het werk dat ik heb verricht met een speciale groep aspiranten en aangenomen discipelen; de aan hen gegeven instructies, afkomstig van mijn ashram, zijn neergelegd in het boek 'Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk' (Deel I en II).

7. Onderricht over de nieuwe wereldgodsdienst, met nadruk op de drie grote vollemaan perioden (Ram, Stier en Tweelingen, die gewoonlijk in april, mei en juni vallen) en de negen (zo nu en dan tien) kleinere volle manen per jaar. Dit leidt dan tot een verhouding die tot stand wordt gebracht tussen het werk van de Christus en van de Boeddha in het denkvermogen van de geestelijk‑gerichte mensen waar ook ter wereld, met als resultaat een toenemen van de menselijke aspiratie op uitgebreide schaal. Dit werk is nog embryonaal, doch het moet een steeds grotere aandacht verkrijgen. Tenslotte zal het tot uitdrukking komen als de voornaamste verbindende eenheid tussen het oosten en het westen, vooral wanneer aangetoond wordt dat Shri Krishna een vroegere incarnatie is van de Heer van Liefde, de Christus. Daardoor zullen drie grote wereldgodsdiensten — het Christendom, het Hindoeïsme en het Boeddhisme — nauw met elkaar worden verbonden, terwijl men zal vaststellen, dat het mohammedaans geloof in verband staat met het Christelijk geloof omdat het het werk van de Meester Jezus omvat toen Hij één van Zijn oudere discipelen, een zeer vergevorderde ingewijde, Mohammed, overschaduwde.

Een ernstige studie van al het hierboven gegevene zal u de lijnen aangeven waarlangs ik zou willen dat het werk zich in de komende jaren ontwikkelt. Ik wil u vragen deze woorden zorgvuldig te bestuderen, want ik beschouw dit als een belangrijke instructie die gezien zou kunnen worden als de schetsmatige omtrek van het werk dat ik wens dat gedaan wordt. Het zal met zich meebrengen een opvoeren van de werkkracht van de gevorderde afdeling in de Arcane School, een sterkere nadruk op de vollemaan bijeenkomsten, een zorgvuldige organisatie van het driehoekenwerk en het werk van goede wil als een poging het werk van de Nieuwe Groep van Werelddienaren te steunen, terwijl men moet trachten de leden van de Nieuwe Groep te herkennen wanneer en waar ook men met hen in aanraking komt. Dit zal, mijn broeders, volstrekt geen gemakkelijke taak zijn indien u alleen uitkijkt naar diegenen die denken en werken volgens uw opvatting, of die de Hiërarchie erkennen zoals u haar erkent, of ingeval u diegenen uitsluit die zich inspannen met betrekking tot godsdienstige en andere problemen op een andere wijze dan de uwe.

...In de hier voorafgaande bladzijden gaf ik u enkele beginselen en schetste in hoofdlijnen een nieuw aspekt van het werk dat ik mij, volgens instructies van de Hiërarchie, had voorgenomen te doen voor de mensheid. Het daar door mij gegeven onderricht is zeer diepzinnig; weinig ervan kan voorlopig van werkelijke dienst zijn voor het merendeel der aspiranten, doch een veelomvattend, algemeen denkbeeld kan vorm aannemen en zorgen voor een stevige ondergrond voor later onderricht. Ik wil dat u zich er rekenschap van geeft dat het door mij gegeven onderricht van een overbruggingsvorm is, zoals het onderricht door H.P.B. onder mijn instructies gegeven, voorbereidend was. Het door de Hiërarchie ontworpen onderricht dat aan het nieuwe tijdperk, het Waterman-tijdperk zal voorafgaan en bepalen, onderscheidt zich in drie afdelingen:

        1) Voorbereidend, gegeven in 1875—1890 .........  neergeschreven door H.P.B.

        2) Overbruggend, gegeven in 1919—1949 ..........  neergeschreven door A.A.B.

        3) Openbarend, aan de dag tredend na 1975 ......  zal op een wereldomvattende schaal via de radio worden gegeven.

In het begin van de volgende eeuw zal een ingewijde verschijnen die dit onderricht zal voortzetten. Het zal onder dezelfde 'inprenting' zijn, want mijn taak is nog niet volbracht en deze serie van overbruggende verhandelingen tussen de materiële kennis van de mens en de wetenschap van de ingewijden moet nog een ander stadium doorlopen. De resterende jaren van deze eeuw moeten, zoals ik u elders verteld heb ('De Bestemming der Volkeren', eerste druk blz. 107), worden besteed om de tempel van 's mensen leven weer op te bouwen, de vorm van het leven der mensheid te reconstrueren, de nieuwe beschaving, gefundeerd op de oude, opnieuw te vormen en de structuur van het wereld-denken de wereldpolitiek plus de herverdeling van de hulpbronnen der wereld te reorganiseren in overeenstemming met het goddelijk gestelde doel. Dan alleen zal het mogelijk zijn de openbaring verder te ontplooien.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 201‑205.

Top | Inhoud

[124]

DE NIEUWE WERELD‑GODSDIENST

1. De Geestelijke Hiërarchie is steeds dichter bij de mensheid gekomen naarmate mensen zich meer van goddelijkheid bewust werden, en beter geschikt werden met het goddelijke in aanraking te komen.

Nu is opnieuw een grote Nadering van goddelijkheid en opnieuw een geestelijke openbaring mogelijk. Een nieuwe openbaring zweeft boven de mensheid en Degene, Die haar zal brengen en in werking stellen, komt ons steeds nader. Wat deze grote Nadering het mensdom zal brengen, weten wij nog niet. Zeker zal zij ons even uitgesproken resultaten brengen als werden bereikt door alle vroegere openbaringen en door alle missies van Diegenen, Die gehoor gevend aan de vroegere smeekbeden der mensheid, kwamen. De Wereldoorlog heeft de mensheid gelouterd. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn op weg. Wat bedoelt de orthodoxe theoloog en kerkelijke, wanneer hij de uitdrukking 'een nieuwe hemel' gebruikt? Kunnen deze woorden niet iets geheel nieuws, een nieuwe opvatting betekenen betreffende de wereld van geestelijke werkelijkheden? Kan de 'Op Komst Zijnde' ons niet een nieuwe openbaring brengen betreffende de aard zelf van God? Weten we dan al alles, wat omtrent God kan worden geweten? Zo ja, dan is God zeer begrensd. Kan het niet mogelijk zijn, dat onze huidige denkbeelden over God — als het Universeel Denkvermogen, als Liefde en als Wil — verrijkt worden met een nieuw denkbeeld of een nieuwe hoedanigheid, waarvoor we tot dusver nog geen naam of woord hebben, en waarvan we niet het minste begrip hebben?

De Wederkomst van de Christus. Blz. 143.

2. Op het feit van God en van 's mensen betrekking tot het goddelijke, op het feit van onsterfelijkheid en de continuïteit van goddelijke openbaring en op het feit van het voortdurend tevoorschijn komen van Boodschappers uit het goddelijk centrum, zal de nieuwe godsdienst gebaseerd worden. Bij deze feiten moet de overtuigde, instinctieve kennis van de mens gevoegd worden, dat het Pad tot God bestaat en dat hij het vermogen heeft het te begaan, wanneer het evolutieproces hem op het punt gebracht heeft van een nieuwe oriëntatie naar goddelijkheid en van het aanvaarden van het feit van God, Die transcendentaal is en God Die Immanent is in iedere levensvorm...

Het grote thema van de nieuwe wereldgodsdienst zal de erkenning zijn van de vele goddelijke benaderingen en de continuïteit van openbaring, die door elke nadering werd gebracht.

De Wederkomst van de Christus. blz. 144, 145.

3. Het instellen van een zekere uniformiteit in de godsdienstige rituelen der wereld der mensen zal alom helpen elkanders werk te versterken en op machtige wijze de gedachtenstromingen te vergroten, die naar de wachtende geestelijke Levens zijn gericht. Momenteel heeft de Christelijke godsdienst zijn grote feestdagen, houdt de Boeddhist zich aan zijn eigen serie van geestelijke gebeurtenissen, en heeft de Hindoe weer een andere lijst van heilige dagen. In de toekomstige wereld zullen de mensen van geestelijke gesteldheid en intentie dezelfde heilige dagen vieren. Dit zal teweegbrengen, dat geestelijke hulpbronnen worden samengevoegd, en dat er een vereende geestelijke inspanning en gelijktijdige geestelijke aanroep zal zijn. De macht hiervan zal duidelijk zijn.

De Wederkomst van de Christus. blz. 148, 149.

4. Kerkelijke mensen moeten bedenken, dat de menselijke geest groter is dan alle kerken en groter dan wat zij onderrichten. Ten langen leste zal de menselijke geest hen verslaan en zegevierend het Koninkrijk Gods binnentrekken, hen ver achter zich latend, tenzij zij er als nederig deel van de mensenmassa binnentreden. Niets dat minder is dan de hemel kan de vooruitgang der menselijke ziel tegenhouden op haar lange pelgrimstocht, van duisternis naar Licht, van het onwerkelijke naar het werkelijke, van dood naar Onsterfelijkheid en van onwetendheid naar Wijsheid.

De Wederkomst van de Christus. blz. 152, 153.

5. Eens zal de dag komen dat alle godsdiensten beschouwd worden uit één grote geestelijke bron voort te komen; men zal zien dat alle tezamen de ene wortel vormen waaruit onvermijdelijk de universele wereldgodsdienst zal voortkomen. Dan zal er noch Christen noch heiden zijn, noch Jood noch niet‑Jood, maar eenvoudigweg één grote gemeenschap van gelovigen, die voortkomt uit alle bestaande godsdiensten. Zij zullen dezelfde waarheden aanvaarden, niet als theologische begrippen, doch als wezenlijk bestanddeel voor het geestelijk leven; zij zullen met elkaar op dezelfde basis van broederschap en juiste menselijke verhoudingen staan, zij zullen het goddelijk zoonschap erkennen en eendrachtig trachten met het goddelijk Plan samen te werken, zoals hun geopenbaard wordt door de geestelijke leiders van het ras en zoals het hun de volgende stap op het Pad van Benadering tot God wijst. Zulk een wereldgodsdienst is geen ijdele droom, doch iets dat heden onmiskenbaar bezig is zich te vormen.

Problemen der Mensheid. blz. 197, 198.

6. De mensheid herkent de noodzaak voor een meer levende benadering tot God en ook dat deze benadering op intelligentere wijze moet worden voorgesteld; de mensen hebben genoeg van leerstellige en dogmatische twisten en verschillen. Vergelijkende godsdienststudie heeft aangetoond, dat de fundamentele waarheden in elk geloof identiek zijn. Door deze universaliteit roepen zij herkenning en weerklank op bij alle mensen overal. De enige werkelijke factor die de geestelijke eenheid van alle mensen overal tegenwerkt, bestaat uit de bestaande kerkelijke organisaties en hun strijdlustige houding ten opzichte van godsdiensten en geloven die anders zijn dan de hunne.

Ondanks dit alles wordt de structuur van de nieuwe Wereldgodsdienst opgetrokken door de groepen die zich hebben afgescheiden binnen de gevestigde Kerken, door de vele wereldgroepen die de voorstelling van de immanente God leren, zelfs al doen zij dit met zelfzuchtige motieven en met een ongezonde nadruk op de krachten van de inwonende goddelijkheid om zich volmaakte gezondheid, voldoende geld, rustig succes in zaken en onverminderde populariteit te verschaffen.

De Nieuwe Wereldgodsdienst wordt ook tot uitdrukking gebracht door het werk van de esoterische groepen over de gehele wereld, vanwege hun bijzondere nadruk op het feit van de geestelijke Hiërarchie, op de functie en het werk van de Christus en op de techniek van meditatie waardoor ziele‑gewaarwording (of het Christus‑bewustzijn) bereikt kan worden. Gebed heeft zich ontwikkeld tot meditatie; begeerte is verheven tot mentale aspiratie. Dit is verdrongen door een gevoel van eenheid en door de herkenning van de immanente God. Dit leidt uiteindelijk tot éénwording met de transcendente God.

Problemen der Mensheid blz. 217, 218.

7. De grondtoon van de Nieuwe Wereldgodsdienst is Goddelijke Benadering. 'Benader Hem en Hij zal U benaderen', is het gebod dat heden in nieuwe en heldere tonen van de Hiërarchie uitgaat. Het grote thema van de Nieuwe Wereldgodsdienst zal zijn de éénmaking van de grote goddelijke Benaderingen; de taak voor de Kerken is de mensheid voor te bereiden op de aanstaande vijfde Benadering, door middel van georganiseerde geestelijke bewegingen; de methode die gebruikt zal worden, zal het wetenschappelijke en intelligente gebruik zijn van invocatie en Evocatie en de erkenning van hun verbazingwekkende kracht; het doel van de komende Benadering, van het voorbereidende werk en van de aanroep, is openbaring — een openbaring die altijd cyclisch is gegeven en die nu gereed is om door de mensen te worden ontvangen.

Problemen der Mensheid. blz. 219, 220.

Top | Inhoud

[125]

GEHOORZAAMHEID

1. Niemand wordt verplicht tot gehoorzaamheid. Wij trachten intelligente dienaren voor het ras te trainen en zij worden ontwikkeld door inspanning, waartoe men zelf de eerste stap doet, door vrijheid van handelen en door onderscheidingsvermogen in de methode en niet door volstrekte gehoorzaamheid, negatieve inschikkelijkheid en blindelings volgen. Vergeet dit niet. Wanneer er ooit van de groep Leraren aan de innerlijke zijde, waarvan ik een nederig lid ben, een bevel zou uitgaan, laat dat bevel dan zijn om de voorschriften van uw eigen ziel en de ingevingen van uw eigen Hoger Zelf te volgen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 80.

2. In het trainen van de Westerse leerling wordt nimmer blinde, volstrekte gehoorzaamheid gevergd. Er worden wenken gegeven betreffende de methode en techniek, die gedurende duizenden jaren en voor vele discipelen nuttig gebleken zijn. Er zullen enkele voorschriften betreffende ademhaling, nuttige methoden en praktisch leven op stoffelijk gebied gegeven worden, maar het is de wil van de wakende Goeroes en Rishi's in het trainen van het nieuwe soort discipelen gedurende het komende tijdperk, dat deze vrijer gelaten worden dan tot dusverre het geval was. Dit kan betekenen, dat in het begin de ontwikkeling wat langzamer zal zijn, maar naar men hoopt zal het in de latere stadia op het Pad van Inwijding een snellere ontplooiing ten gevolge hebben.

Daarom wordt er bij de studerenden op aangedrongen gedurende hun trainingsperiode met moed en vreugde verder te gaan, wetend dat zij leden zijn van een groep discipelen, wetend, dat zij niet alleen staan, maar dat de kracht van de groep de hunne is, dat de kennis van de kring eveneens de hunne is, naarmate zij het vermogen ontwikkelen deze te begrijpen — en ook wetend dat de liefde, de wijsheid en het begrijpen der toeziende oudere Broeders achter iedere strevende Zoon Gods staan, zelfs indien hij schijnbaar (en wijselijk) alleen wordt gelaten om zich naar het licht toe te worstelen in de kracht van zijn eigen almachtige ziel.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 114.

3. Er bestaat niet zoiets als occulte gehoorzaamheid zoals gewoonlijk wordt onderricht door bestaande occulte scholen. In vroeger dagen eiste in Oosterse landen de Meester van Zijn discipel die onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, die feitelijk de Meester verantwoordelijk maakte en het lot of het karma van de discipel op Zijn schouders legde. Die voorwaarde is opgeheven. ...In het komende Nieuwe Tijdperk is de Meester verantwoordelijk voor het scheppen van gunstige gelegenheden en voor juiste verkondiging van de waarheid; meer niet.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 4.

4. De gehoorzaamheid die wordt vereist is gehoorzaamheid aan het Plan. Het is geen gehoorzaamheid aan de Meester. ...De vereiste gehoorzaamheid is die van de persoonlijkheid aan de ziel, naarmate ziele-kennis, ziele-licht en ziele-beheersing in macht toenemen bij de reacties van denkvermogen en brein bij de discipel.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 595.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 207; 433, 434.

Top | Inhoud

[126]

OCCULTE BLINDHEID

1. Blindheid is een inleiding tot inwijding ongeacht de graad. Pas bij de laatste en hoogste inwijding komt de 'neiging tot blindheid' geheel ten einde. In vroege stadia der evolutie is blindheid natuurlijk, aangeboren, onvermijdelijk en ondoordringbaar. Eeuwenlang wandelt de mens in duisternis. Dan komt het stadium waarin deze normale blindheid een bescherming is, doch er treedt ook een fase in waarin deze blindheid overwonnen kan worden. De blindheid waarop ik heb gedoeld is, technisch gesproken, iets anders. Vanaf het ogenblik dat een menselijk wezen het eerste, zwakke schijnsel van 'iets anders' opvangt en zich tegenover die vaag aangevoelde, verwijderde werkelijkheid ziet geplaatst, is de blindheid, waarover ik spreek, iets dat door de ziel wordt opgelegd aan de ongeduldige aspirant, opdat de lessen van bewuste ervaring, van discipelschap en later van inwijding op de juiste wijze opgenomen en verwerkt kunnen worden; hierdoor wordt de heetgebakerde zoeker beschermd om te snelle en te oppervlakkige vorderingen te maken. Het is diepte en een stevige 'geworteldheid' (indien ik zulk een nieuw woord mag bedenken) waarnaar de innerlijke Leraar en later de Meester kijkt; 'occulte blindheid', de noodzaak ervan, een verstandig aanpakken en haar uiteindelijke verwijdering maken deel uit van het aan de kandidaat opgelegde leerplan.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 158.

2. Occulte blindheid wordt geestelijk veroorzaakt en 'verduistert' de glorie en de beloofde bereiding en beloning. De discipel wordt teruggeworpen op zichzelf. Al hetgeen hij kan zien is zijn probleem, zijn klein terrein van ervaring en zijn — voor hem — zwakke en beperkte uitrusting. ...De schoonheid van het onmiddellijk voor de hand liggende, de glorie van de aanwezige gelegenheid en de noodzaak zich op de taak en de dienst van het ogenblik te concentreren zijn de beloningen van het voorwaarts gaan in de schijnbaar ondoordringbare duisternis.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 159.

3. Op die wijze hebben de sluiers hun doel gediend; blindheid koestert en beschermt, mits zij aangeboren en natuurlijk is, door de ziel opgelegd of geestelijk verwekt. Indien zij moedwillig zelf veroorzaakt wordt, indien zij zorgt voor een excuus voor begrepen kennis, indien zij voorgewend wordt ten einde verantwoordelijkheid te ontwijken, dan zondigt men en vele moeilijkheden vloeien hieruit voort. Dat u allen hiertegen beschermd mogen worden!

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 160.

4. ...De voortschrijdende discipel gaat geen nieuwe velden of gebieden van gewaarwording binnen, als bij een onophoudelijk voortschrijden van één niveau naar een ander... Wat begrepen moet worden is, dat alles wat IS steeds aanwezig is. Waarmede wij ons bezighouden, is het voortdurende ontwaken tot datgene, wat eeuwig IS wat steeds aanwezig is in de omgeving, maar waarvan de persoon zich niet bewust is als gevolg van kortzichtigheid. ...Het Koninkrijk Gods is heden ten dage op Aarde aanwezig en is er altijd geweest, maar slechts enkelen, in verhouding gesproken, zijn zich bewust van zijn tekenen en manifestaties.

Telepathie en het Etherisch Lichaam. blz. 59.

Top | Inhoud

[127]

OCCULTISTEN EN MYSTICI

l. Het pad van Kennis is dat van de occultist, het Pad van Liefde is het pad van mysticus en heilige. Of men langs het pad van het hoofd of van het hart nadert, hangt niet van de straal af, want men moet beide wegen kennen. De mysticus moet occultist worden, de witte occultist is een vrome mysticus geweest. Ware kennis is intelligente liefde, want het is een samengaan van het verstand en de toewijding. Eenheid wordt in het hart gevoeld en het is door kennis, dat men ertoe moet komen deze intelligent op het leven toe te passen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 92.

2. ...Men vroeger veelal de methode van het hart toepaste, maar in deze incarnatie de mentale ontwikkeling het voornaamste is.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 92.

3. De mysticus is niet noodzakelijkerwijs een occultist, doch de occultist omvat de mysticus. Mysticisme is slechts één stap op het occulte pad...

Door het vinden van het Koninkrijk Gods in zichzelf en door het bestuderen van de wetten van zijn eigen wezen komt de mysticus op de hoogte van de wetten die het heelal, waarvan hij een deel is, regeren. De occultist erkent het Koninkrijk Gods in de natuur of het stelsel en beschouwt zichzelf als een klein deel van dat groter geheel en is zich daardoor bewust geregeerd te worden door dezelfde wetten.

...Met andere woorden, ten einde het eenvoudiger en begrijpelijker te maken: na inwijding wordt de mysticus de occultist, daar hij zich is gaan verdiepen in de occulte wet; hij moet met de stof gaan werken, haar hanteren en gebruiken; hij moet alle lagere vormen van openbaring beheersen en leiden, en de regels leren waarmee de opbouwende deva's werken. Voordat de inwijding wordt ondergaan, zou het mystische pad het Proefpad kunnen worden genoemd. Voordat de occultist op verstandige wijze de stof van het zonnestelsel kan hanteren, moet hij boven de wetten staan die de microkosmos regeren, en zelfs ofschoon hij zich vanzelfsprekend op het occulte pad bevindt, zal hij toch de God in zijn eigen wezen moeten vinden, wil hij zich veilig wagen op het pad van de occulte wet.

De mysticus tracht vanuit het emotionele te werken naar het intuïtieve en daaruit naar de Monade of de Geest. De occultist werkt vanuit het stoffelijke naar het mentale en van daaruit naar Atma of de Geest. De ene werkt langs de lijn van liefde, de andere langs de lijn van de wil. Het doel in het leven van de mysticus — liefde coördineert door gebruik te maken van de intelligente wil. Daarom moet hij de occultist worden.

Dit geldt eveneens voor de occultist die, enkel werkend door middel van zijn verstand, een zelfzuchtige vertolker van macht wordt, tenzij hij een doel voor die wil en kennis vindt, ondersteund door een bezielende liefde die hem een redelijke beweegreden zal geven voor al hetgeen hij onderneemt.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 135‑137.

4. De mysticus concentreert zich meer op abstracties, op eigenschappen dan op aspecten, en meer op de levenszijde dan op de vormzijde. Hij is een strever, hij brandt, hij brengt eenheid, hij heeft lief en hij werkt door middel van toewijding. Hij mediteert terwijl hij tracht het concreet denkvermogen algeheel uit te schakelen, en streeft ernaar vanuit het emotioneel gebied over te springen naar dat van de intuïtie.

Hij heeft de fouten van zijn type — dromerig, visionair, onpraktisch, emotioneel, en mist die hoedanigheid van denken welke wij het onderscheidingsvermogen noemen. Hij is intuïtief, geneigd tot martelaarschap en zelfopoffering.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 137.

5. In zijn werkwijze om het Zelf te vinden schakelt de mysticus het denkvermogen uit of tracht er zich boven te stellen. De occultist komt door zijn intelligente belangstelling in de vormen die het Zelf omsluieren, en door gebruik te maken van het denkbeginsel op beide gebieden tot hetzelfde punt. Hij erkent de omhulsels die omsluieren. Hij legt zich toe op de studie van de wetten die het geopenbaarde zonnestelsel regeren. Hij concentreert zich op het objectieve en kan soms in zijn jongere jaren de waarde van het subjectieve over het hoofd zien. Hij bereikt ten slotte het centrale leven, doordat hij door middel van bewuste kennis en beheersing omhulsel na omhulsel verwijdert. Hij mediteert over de vorm totdat hij de vorm uit het oog verliest en de schepper van de vorm alles in alles wordt.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 138, 139.

6. De grondtonen van het occulte leven zijn geweest (en terecht) die van kennis, van mentale benadering van het probleem van goddelijkheid, van erkenning van de inwonende goddelijkheid (goddelijke immanentie) en van het feit dat 'zoals Hij is, zo zijn wij'. Er is echter geen gevoel van tweeslachtigheid. Het doel is om zulk een bekrachtigde en besefte vereenzelviging te bereiken dat de mens wordt hetgeen hij is — een God en tenslotte God in openbaring. Dit is niet hetzelfde als de mystieke eenheid.

De occultist moet op zijn beurt leren de mystische ervaring met volledig begrijpend bewustzijn erbij in te sluiten als een herhalingsoefening voordat hij er aan ontstijgt en overgaat naar een synthese en een alomvattendheid waarvan de mystische wijze van aanpakken slechts een begin is en waar de mysticus zich niet van bewust is.

De mysticus is teveel geneigd te menen dat de occultist de weg van kennis teveel overschot en botweg herhaalt hij steeds weer dat het denkvermogen het ware vermoordt en dat het intellect hem niets vermag te geven. De occultist is aan de andere kant geneigd de mystieke weg te versmaden en beschouwt de mystische methode als 'ver achter hem liggend'. Beiden moeten leren de weg van wijsheid te betreden. De mysticus moet en zal onvermijdelijk, of hij wil of niet, de occultist worden. Hij kan er op de lange duur niet aan ontsnappen, doch de occultist wordt niet de ware occultist tenzij hij de mystieke ervaring opnieuw ontdekt en deze in termen van synthese omzet. Geef uw aandacht aan de door mij gestelde zinnen in deze laatste paragraaf want zij zullen mijn onderwerp dienen toe te lichten. Ik gebruik dus de woorden 'mystiek en mystisch' in dit gedeelte van deze verhandeling om de intelligente, sterk mentale mens en zijn processen op het Pad van Discipelschap te beschrijven.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 417, 418.

7. Momenteel wordt er naar occulte studenten gezocht en niet naar mystici. De vraag is nu naar helder denkende mannen en vrouwen en niet naar de fanaticus of de persoon, die niets anders dan het ideaal ziet, en die niet in staat is met succes te werken met de toestanden en de dingen zoals ze zijn, en die derhalve niet het vereiste en onvermijdelijke compromis kan toepassen.

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 538.

8. De eerste inwijding zou beschouwd kunnen worden als het doel en de beloning van de mystische ervaring; deze inwijding is in de kern geen occulte ervaring in de zuivere betekenis van de term, daar men deze zelden nauwkeurig beseft of er zich bewust op voorbereidt, zoals het geval is met de latere inwijdingen; dit is de reden, waarom de eerste twee inwijdingen niet als grote inwijdingen worden beschouwd. ...De mystieke weg voert naar de eerste inwijding. Na zijn doel bereikt te hebben, verlaat men vervolgens die weg en dan wordt 'de verlichte weg' van het occultisme gevolgd, welke voert naar de verlichte gebieden van de hogere bewustzijnstoestanden.

Zo ziet men, dat beide wegen noodzakelijk zijn: het merendeel volgt in deze tijd de mystieke weg en een steeds groter aantal mystici zal vanuit de grote massa naar voren treden, terwijl hieraan evenwijdig lopend de occulte weg meer en meer de intelligentie van de wereld aantrekt. De ervaring is niet wezenlijk godsdienstig, zoals de orthodox‑kerkelijke mens dit woord opvat. De mensheid heeft een even sterke behoefte aan de weg der wetenschap als aan die van de godsdienst, daar 'God' zich op beide wegen bevindt. De wetenschappelijke weg voert de aspirant in de wereld van energieën en krachten, welke de ware wereld van occult streven is en het universele denkvermogen alsook de werken van die grote Intelligentie openbaart, Die het geopenbaard heelal schiep. De 'nieuwe mens', die bij de eerste inwijding tot geboorte is gekomen moet en zal de occulte wetenschappelijke weg betreden, welke hem onvermijdelijk uit de wereld der mystiek tot de wetenschappelijke en stellige waarneming van God als leven of energie leidt.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 528.

Top | Inhoud

[128]

HET OUDE KOMMENTAAR

Ik voelde, dat het voor leerlingen van belang kon zijn om dit over het oude tekstboek der Adepten te weten.

...Het Oude Commentaar... heeft geen nawijsbare datum. Indien ik zou trachten u te vertellen, hoe oud het is, dan zou ik de waarheid mijner woorden niet kunnen bewijzen... In de enkele zinnen hierboven heb ik getracht de kern te geven van wat in het Commentaar, door middel van een paar symbolen en een raadselachtige tekst, is uitgedrukt. Deze Oude Geschriften worden niet gelezen op de manier, waarop moderne studerenden boeken lezen, want men bekijkt ze, raakt ze aan en beseft ze. De betekenis wordt in een flits geopenbaard. Laat mij dit toelichten: De woorden 'De Ene Spreekt een woord uit, dat de drievuldige klank overstemt' worden uitgebeeld door een straal van licht, die eindigt in een symbolisch woord in goud, aangebracht over drie symbolen in zwart, rooskleurig en groen. Op die wijze worden de geheimen zorgvuldig bewaakt.

Een Verhandeling Over Witte Magie. blz. 60.

Top | Inhoud

[129]

OVERBEVOLKING

Het succes van de moderne geneeskunde is heden ten dage zo groot, dat miljoenen mensen, die in vroegere tijden met minder wetenschappelijke bekwaamheid meestal gestorven zouden zijn, nu, indien niet genezen, dan toch in leven gehouden worden. Deze ontwikkelde kundigheid en kennis, en deze houding van het stoffelijk mechanisme te verzorgen, doen thans een groot wereldprobleem ontstaan — het probleem van overbevolking van de planeet, hetwelk leidt tot het kudde‑leven van de mensheid en het daaruit voortvloeiend economisch probleem — om slechts één van de met dit succes samenhangende moeilijkheden te vermelden. Deze 'onnatuurlijke' instandhouding van het leven is ook oorzaak van veel lijden en vormt een vruchtbare bron van oorlog, terwijl het in strijd is met de karmische bedoeling van de planetaire Logos.

Ik kan dit veelomvattend probleem hier niet behandelen. Ik kan er slechts op wijzen. Het zal worden opgelost, wanneer de angst voor de dood verdwijnt en wanneer de mensheid de betekenis van de tijd en de bedoeling van de tijdkringen leert begrijpen. Het probleem zal worden vereenvoudigd, wanneer zuivere astrologische resultaten mogelijk worden, wanneer de mens het uur van zijn vertrek uit dit uiterlijk gebied weet en de techniek van 'zich terugtrekken', alsook de methoden om zichzelfe bewust te abstraheren uit de gevangenis van het lichaam, leert beheersen. Veel onderzoek moet hieraan echter voorafgaan.

Esoterische Genezing. blz. 206.

Top | Inhoud