037-040

[37] DEVACHAN,
[38] DEVA'S,
[39] DIEET,
[40] DISCIPELEN: HET AANNEMEN VAN-

[37]

DEVACHAN

1. Devachan. Een toestand die tussen twee aardse levens ligt waar het Ego inkomt na zijn afscheiding uit zijn lagere aspecten of omhulsels.

Een verhandeling over Kosmisch Vuur. Voetnoot. blz. 573.

2. Er is veel misverstand over deze ervaring (devachan) geweest. In het algemeen heeft het denkbeeld postgevat dat, na het proces waarin men zich van het astraal en van het mentaal lichaam heeft bevrijd, de mens een soort van droomtoestand betreedt, waarin hij vorige gebeurtenissen weer opnieuw ervaart en opnieuw beschouwt in het licht van de toekomst en een soort van rustperiode doormaakt, een soort van overdenkingsproces ter voorbereiding van zijn nieuwe geboorte. Dit enigszins verkeerde denkbeeld is ontstaan, doordat het tijdsbegrip de theosofische voorstellingen van de waarheid nog beheerst. Indien men echter beseft dat buiten de ervaringen op het stoffelijk gebied tijd niet gekend wordt, verheldert het gehele begrip van devachan. Vanaf het ogenblik van volledige afscheiding zowel van het grofstoffelijk als van het etherisch lichaam en als het proces van elimineren wordt ondernomen, is de mens zich bewust van het verleden en van het heden; wanneer het elimineren is voltooid en het ogenblik van zielecontact intreedt, terwijl het manasisch voertuig bezig is te ontbinden, wordt de mens zich onmiddellijk bewust van de toekomst, daar profeteren een eigenschap van het zielebewustzijn is, waaraan de mens dan tijdelijk deel heeft. Bijgevolg worden verleden, heden en toekomst als één geheel gezien; de herkenning van het Eeuwig Nu wordt geleidelijk van incarnatie tot incarnatie en gedurende het doorlopend proces van ]wedergeboorte ontwikkeld. Dit vormt een bewustzijnstoestand (kenmerkend voor de normale toestand van de gevorderde mens) welke men devachanisch kan noemen.

Esoterische Genezing. blz. 366, 367.

Zie ook: Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 573.

Top | Inhoud

[38]

DEVA'S

1. Het zou goed kunnen zijn hier te vermelden, dat een groot aantal wezens, die de Christenen engelen en de Oosterling deva's noemen, werken als leden van die Hiërarchie. Velen van hen zijn lange eeuwen geleden door het menselijk stadium heengegaan en werken nu in de gelederen van de grote evolutie, die parallel loopt aan de menselijke, en die genoemd wordt de deva‑evolutie. Deze evolutie omvat onder meer de bouwers van de objectieve planeet en de krachten, die door deze bouwers elke bekende of onbekende vorm voortbrengen. De deva's die aan het Hiërarchisch pogen medewerken zijn daarom betrokken bij het vormaspect, terwijl de andere leden van de Hiërarchie zich bezig houden met de ontwikkeling van het bewustzijn in de vorm.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 44.

2. De deva's zijn met uitzondering van die grote deva's, die in vroegere cycli door het mensenrijk zijn heengegaan en die nu meewerken aan de menselijke evolutie, nog niet zelfbewust. Zij ontwikkelen zich door het gevoel en niet door de kracht van de bewuste gedachte... De deva's trachten te voelen, terwijl de mens tracht te kennen.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 96, 97.

3. Er zijn zekere grote groepen van deva's, 'de deva's van de schaduw' genoemd, of de violette deva's, die nauw verwant zijn aan de evolutionaire ontwikkeling van het etherisch lichaam van de mens en die zonne‑ en planetaire straling aan hem overbrengen.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 70.

4. ...De deva's die hoedanigheden en eigenschappen van de stof zijn, de actieve bouwers, die bewust of onbewust op het gebied werken. Hier wilde ik er op wijzen dat alle deva's van de hogere niveaus van het mentaal gebied bijvoorbeeld, en van de stelselgebieden van daaraf tot het middelpunt (het goddelijk gebied van de Logos, soms Adi genaamd) bewust samenwerken en van hoger rang zijn in het stelsel en van een positie die gelijk is aan alle rangen en graden van de Hiërarchie van een eerste graad ingewijde af tot, maar niet met inbegrip van, de Heer van de Wereld Zelf.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 366, 367.

5. Er is niet veel toe te voegen aan dit punt betreffende de deva ontwikkeling; veel dat misschien medegedeeld kon worden is noodgedwongen teruggehouden ten gevolge van het gevaar dat voortkomt uit oppervlakkige kennis, die niet vergezeld gaat van wijsheid en innerlijke visie... De deva's zijn de moeder van de vorm, maar de zelfbewuste eenheid, MENS, moet zich zijn onafhankelijkheid van vorm bewust maken en moet het pad van Zelfuitdrukking volgen... Terwijl de mens in stoffelijke, substantiële vormen in de drie werelden werkt, mag hij de scheidingslijn tussen de twee ontwikkelingsgangen niet overtreden... Op de gebieden van het kosmisch grofstoffelijk peil, (onze mentale, astrale en fysieke gebieden) kan er alleen onheil voortkomen uit contact. Ik heb over dit punt uitgeweid, want het gevaar is werkelijk en vlak bij de hand.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 370, 371.

6. Alle stof is levende stof, of is de levenssubstantie van deva entiteiten. Bijvoorbeeld, een gebied, en vormen die gebouwd zijn van die bijzondere gebiedsstof, is de stoffelijke vorm of het omhulsel van een grote deva die de essentie is achter de openbaring en de ziel van het gebied.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 383.

7. Alle vormen, die op enige grondtoon trillen, zijn door de bouwers deva's vervaardigd uit de stof van hun eigen lichamen. Vandaar dat ze het grote Moeder-aspect genoemd worden, want zij brengen de vorm voort uit hun eigen substantie.

...Alle deva‑essenties en bouwers op het fysiek gebied zijn bijzonder gevaarlijk voor de mens, want zij werken op de etherische niveaus en zijn — zoals ik eerder heb aangegeven — de overbrengers van prana, of de vitale, bezielende substantie, en vandaar dat zij op de onwetende en onbewuste mens vurige essentie loslaten die brandt en vernielt.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 383.

8. De Hiërarchie werkt met de ziel binnen de vorm en brengt resultaten voort die intelligent zijn, zelf‑verwekt en blijvend. Waar ook de aandacht geconcentreerd is op de vorm en niet op de Geest, bestaat de neiging tot deva aanbidding, deva contact en zwarte magie, want de vorm is gemaakt van deva substantie op alle gebieden.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 385.

9. Men kan zien hoe noodzakelijk het is dat de functies van de deva's van alle graden begrepen worden. Het is echter eveneens belangrijk dat de mens zich weerhoudt van het hanteren van deze natuurkrachten tot aan de tijd dat hij zichzelf en zijn eigen krachten 'kent', en totdat hij ten volle het bewustzijn van het ego ontplooid heeft; dan pas kan hij veilig, wijs en verstandig samenwerken in het plan. Tot nu toe is dit, voor de gemiddelde mens of zelfs voor de gevorderde mens, gevaarlijk om te proberen en onmogelijk om te volbrengen.

Een verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 418.

10. Indien de mens het maar kon beseffen dat de deva's van het astraal gebied op het ogenblik op zeer grote schaal beheersen wat hij doet en zegt, en dat zijn doel van evolutie (zijn onmiddellijk doel) is zichzelf te bevrijden van hun macht opdat hij, het ware Ego of de denker, de overheersende invloed moge zijn... Indien de mens erdoor beheerst wordt, is hij nog steeds onder deva‑invloed en moet zichzelf bevrijden. Indien het deva‑leven van een lage orde is, zal de mens lage en slechte instincten en begeerten van miserabel kaliber tonen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 517.

11. Het doel voor de deva's (beneden de rang van Zonnepitri's) is individualisatie en hun doel is mensen te worden in een toekomstige cyclus.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 650.

12. Daarom kunnen deva's, in verband met de openbaring op het fysiek gebied, in drie groepen worden verdeeld:

1) De overbrengers van de wil van God, de scheppers van werkzaamheid in deva‑substantie. Dezen zijn de grotere bouwers in hun verschillende groepen.

2) De bewerkers van de begonnen energie. Deze zijn de myriaden van werkers met kracht die de impuls op hun beurt overbrengen naar de elementale essentie. Zij vormen de bouwers van mindere graad, maar staan op de evolutionaire boog evenals de eerste groep.

3) De ontvangers van kracht, het totaal van de levende substantie van een gebied. Deze levens zijn passief in de handen van de bouwers van hogere graad.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 691.

13. Er wordt gewoonlijk verondersteld dat alle feeën, gnomen, elfen en gelijke natuurgeesten alleen in etherische stof gevonden kunnen worden, maar dit is niet zo. Zij kunnen eveneens in lichamen van gasvormige en vloeibare substantie gevonden worden, maar de fout is gerezen omdat de basis van al wat objectief gezien kan worden de etherische structuur is, en deze kleine bedrijvige levens beschermen hun grofstoffelijke werkzaamheden dikwijls door de macht van betovering, en werpen een sluier over hun objectieve openbaring. Wanneer etherisch gezicht aanwezig is, kunnen zij gezien worden, want de betovering zoals wij haar verstaan, is slechts een sluier over dat wat tastbaar is.

...Alle grofstoffelijke vormen, hetzij van een boom, een dier, een mineraal, een waterdruppel of een edelsteen op zichzelf elementale levens, zijn samengesteld uit levende substantie door hulp van levende bewerkers, die handelen onder de leiding van intelligente architecten... Een mooie diamant, een statige boom, of een vis in het water zijn alle welbeschouwd slechts deva's.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 693.

14. Het vogelrijk is speciaal verwant aan de deva‑evolutie. Het is het overbruggende rijk tussen de zuivere deva‑evolutie en twee andere openbaringen van leven.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 700.

15. De deva's van het Water vinden voor zichzelf het pad van dienst in hun groot werk van het voeden van al het plantaardig en dierlijk leven op de planeet; het doel voor hen is toe te treden tot die hogere groep van deva's die we de gasvormige of vuur‑deva's noemen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 700.

16. Naarmate toestanden van harmonie zich geleidelijk uit de huidige wereldchaos ontwikkelen zullen deva's en menselijke wezens elkander als vrienden ontmoeten.

...In het begin van deze periode van erkenning zullen de mensen hoofdzakelijk contact maken met de violette deva's, want die van hogere rangen onder hen doen definitief een poging om de menselijke te bereiken...

Sommige van de groepen van deva's waarmee op het fysiek gebied contact gemaakt zal worden zijn als volgt:

Vier groepen van violette deva's, verbonden met het etherisch dubbel van alles wat op het fysiek gebied bestaat...

De groene deva's van het plantenrijk... Zij zijn van hoge ontwikkeling en men zal er hoofdzakelijk mee in contact komen langs de lijnen van magnetiseren. De grotere deva's van deze orde hebben de leiding over de magnetische plekken op de aarde, beveiligen de eenzaamheid van de wouden, houden ongerepte ruimten op de planeet intact waarvan vereist wordt dat ze ongeschonden gehouden worden. ...Evenals de Meesters bezig zijn te proberen de mensheid voor te bereiden op dienst wanneer de Wereldleraar komt, zo werken de Raja‑Heren langs gelijke lijnen in verband met de deva's. Zij zijn ingespannen aan het werk, krachtig in Hun dienstijver, maar worden sterk belemmerd door de mens.

De witte deva's van de lucht en het water die de leiding hebben over de atmosfeer werken met zekere aspecten van elektrische verschijnselen en beheersen de zeeën, rivieren en stromen. Vanuit hun midden worden, in zeker stadium in hun evolutie, de beschermengelen van het ras verzameld wanneer dit in incarnatie is op het fysiek gebied. Iedere eenheid van de menselijke familie heeft zijn bescherm-deva. ...Voor de witte deva's ligt het pad van dienst in de bescherming van de individuen van de menselijke familie.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 708, 709.

17. De laagste soorten deva's of bouwers op het evolutie‑pad zijn violette deva's; daarop volgen de groene en het allerlaatste de witte deva's. Deze worden allen overheerst door een vierde en speciale groep. Ze besturen de exoterische processen van het bestaan op het stoffelijk gebied.

De Verhandeling over Witte Magie. blz. 280.

Top | Inhoud

[39]

DIEET

1. Geen enkel vastgesteld dieet zou volkomen juist kunnen zijn voor een groep mensen op verschillende stralen, van verschillend temperament, met ongelijksoortige uitrusting en van verschillende leeftijd. Individuen zijn, ieder voor zich op sommige punten anders dan anderen; zij moeten ontdekken wat zij, als individuen, nodig hebben, op welke wijze het best aan lichamelijke behoeften tegemoet kan worden gekomen en welk soort stoffen hen het best zouden kunnen dienen. Ieder mens moet dit voor zichzelf uitzoeken. Er is geen groepsdieet. Geen gedwongen uitschakeling van vlees wordt vereist of een strikt vegetarisch dieet afgedwongen. Er zijn levensfasen en soms gehele incarnaties waarin een aspirant zich aan een voedseldiscipline onderwerpt, gelijk er andere fasen kunnen zijn of een geheel leven waarin een strikt celibaat tijdelijk wordt opgelegd. Er zijn echter andere levenscycli en incarnaties waarin de belangstelling van de discipel en zijn dienst in andere richtingen liggen. Er komen latere incarnaties waarin niet voortdurend aandacht aan het stoffelijk lichaam besteed wordt en waarin een mens vrij van het dieet-complex werkt en leeft zonder zich op het vormleven te concentreren, terwijl hij dat voedsel eet dat beschikbaar is en waarmee hij het best zijn levenskracht kan onderhouden. Ter voorbereiding van bepaalde inwijdingen werd in het verleden een plantaardig dieet noodzakelijk geacht, maar dit behoeft niet altijd het geval te zijn, en vele discipelen beschouwen zichzelf te voorbarig als reeds in voorbereiding voor inwijding te zijn.

Esoterische Genezing. blz. 246.

2. Het gebruik van dierlijk voedsel (en in mindere mate het gebruik van mineralen als medicijn) heeft een vermenging teweeggebracht van deva‑substantie en van trillingen die niet op elkander zijn afgestemd. Het plantenrijk verkeert in een geheel andere situatie, en een deel van zijn karma heeft gelegen in het verschaffen van voedsel voor de mens; dit heeft een noodzakelijke transmutatie tot gevolg gehad van het leven van dat rijk naar het hoger stadium (het dierlijke) dat zijn doel is. De transmutatie van het plantaardig leven vindt noodzakelijkerwijs plaats op het fysiek gebied. Vandaar zijn bruikbaarheid als voedsel. De transmutatie van het leven van het dier naar het mensenrijk vindt op kama-manasische niveaus plaats. Vandaar de niet‑bruikbaarheid, esoterisch begrepen, van het dier als voedsel voor de mens. Dit is een argument voor een vegetarische leefwijze dat behoorlijke overweging vereist.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 504.

3. De ontwikkeling van het fysieke oog is iets dat volgens de Wet vordert, en het gehele mensenras zal onvermijdelijk ten slotte die tweevoudige focus bereiken die de mens in staat zal stellen, de dichte zowel als de etherische vormen te zien. In dit stadium is zijn onvermogen om dit te doen grotendeels te wijten aan gebrek aan pranische vitaliteit. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van verkeerde levensvoorwaarden en het verkeerd gebruik van voedsel. De huidige algemene neiging tot juistere en zuivere levensvoorwaarden, het terugkeren van de mens tot eenvoudiger en gezonder leven, het wijdverspreide gevoel voor baden, frisse lucht en zonlicht, en het groter verlangen naar plantaardig en noten‑voedingsartikel, zal onvermijdelijk uitlopen op een gemakkelijker opname van pranische stromen. Dit zal zekere veranderingen teweegbrengen, en verbeteringen in de fysieke organen en in de vitaliteit van het etherisch lichaam.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 508.

4. Iedere discipel zou strikt vegetarisch moeten leven. De lagere aard wordt belemmerd en zwaar en de innerlijke gloed kan niet naar buiten uitstralen, wanneer vlees in het dieet inbegrepen is. Dit is een strenge regel voor hen, die naar inwijding streven en mag niet geschonden worden. Aspiranten zijn vrij in hun keuze of zij vlees willen eten ja dan neen, maar in een bepaald stadium op het pad is het van essentieel belang, dat ieder vleeseten beëindigd wordt en dat de strengste aandacht aan het dieet wordt gewijd. Een discipel moet zichzelf bepalen tot groenten, graansoorten, vruchten en noten. Alleen zo kan hij het type stoffelijk lichaam opbouwen, dat in staat is het binnentreden te verdragen van de werkelijke mens, die in zijn ijlere lichamen voor de Inwijder heeft gestaan.

Er moet hier natuurlijk erkend worden, dat er nooit vaste regels gegeven kunnen worden behalve de ene beginregel, dat aan hen, die naar inwijding streven, vlees, vis en gegiste dranken van alle soorten, zowel als het gebruik van tabak, absoluut verboden zijn. Voor hen, die het kunnen verdragen, kunnen eieren en kaas soms nog beter uit het dieet verwijderd worden, maar dat is op geen enkele manier verplicht. Het is altijd aan te raden, dat zij, die bezig zijn psychische vermogens van enigerlei soort te ontwikkelen, zich niet veroorloven eieren te eten en maar heel weinig kaas. Melk en boter valt onder een andere categorie en de meeste ingewijden en zij die naar inwijding streven vinden het noodzakelijk die in hun dieet te behouden. Enige uitzonderlijke mensen kunnen blijven leven en hun volledige stoffelijke energieën behouden op een dieet, vermeld in de vorige alinea, maar dan wordt het ideaal belichaamd en zoals wij allen weten, is het ideaal zelden te bereiken in de huidige overgangsperiode.

In dit verband moet de nadruk op twee dingen gelegd worden: ten eerste op de behoefte, die al degenen, die naar inwijding streven, hebben aan gezond verstand; deze faktor ontbreekt dikwijls en studenten doen er goed aan te bedenken, dat onevenwichtige fanatici geen begerenswaardige leden van de Hiërarchie zijn. Evenwicht, een juist gevoel voor verhoudingen, gepaste consideratie voor de omstandigheden van de omgeving en een gezond verstand zijn de kenmerken van de ware occultist. Wanneer er eveneens een werkelijk gevoel voor humor bestaat, zullen er veel gevaren vermeden worden. Ten tweede, een erkenning van de factor 'tijd' en een vermogen om langzaam aan te doen, wanneer veranderingen in het dieet en in de gewoonten van een mensenleven bewerkstelligd worden. Alles in de natuur vordert langzaam en zij, die naar inwijding streven, moeten de occulte waarheid leren van de woorden: 'haast u langzaam'. De wijste weg is gewoonlijk een proces van geleidelijke verwijdering.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 182, 183.

5. Naarmate de discipel een regelmatig leven leidt, vlees, nicotine en alcohol vermijdt en zelfbeheersing beoefent, kwijnt de pijnappelklier niet langer weg, maar herneemt haar vroegere werkzaamheid.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 785.

6. Een belemmering (op het occulte pad) wordt in het stoffelijk lichaam gevonden, dat door middel van vlees en gegist voedsel en drank is opgebouwd, en grootgebracht is in een omgeving, waar frisse lucht en zonlicht niet de overwegende factoren waren. ...Eeuwen lang is voedsel, dat aan het ontbinden is en dus in staat van gisting verkeert, het voornaamste voedsel der westerse rassen geweest en het resultaat daarvan is te zien in lichamen, die ongeschikt zijn voor enigerlei inspanning, zoals die door het occultisme wordt opgelegd en die daarom het innerlijk licht belet helder uit te schijnen. Wanneer vers fruit en groenten, schoon water, noten en graan, gekookt en ongekookt, het enige dieet vormen voor de zich ontplooiende mensenzonen, dan zullen er lichamen opgebouwd worden, die geschikt zijn om tot voertuig te dienen voor hoog ontwikkelde Ego's.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 66.

7. Diegenen, die trachten... de Akasha‑verslagen te lezen of die straffeloos pogen te werken op het astrale gebied en daar de weerspiegeling van gebeurtenissen in het astrale licht op de juiste wijze bestuderen, moeten noodzakelijkerwijze zonder uitzondering strenge vegetariërs zijn. ...Alleen diegenen, die gedurende tien jaren streng vegetariërs zijn geweest, kunnen aldus in hetgeen genoemd kan worden het 'getuigenis‑aspekt van het astrale licht' werken. Wanneer zij bij hun gelouterde astrale en stoffelijke lichamen bovendien het licht van de rede en de verlichting van het op één brandpunt gebrachte denkvermogen (hetgeen zeer zelden wordt aangetroffen) voegen, dan worden zij nauwkeurige vertolkers van astrale verschijnselen... Doch indien het doel van een vegetarisch dieet niet dit veld van dienst is, zijn de argumenten voor die te volgen vorm van dieet doorgaans waardeloos en van geen wezenlijk belang.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 192.

Top | Inhoud

[40]

DISCIPELEN: HET AANNEMEN VAN-

1. Over de wijze waarop een Meester een aangenomen discipel doet weten, dat hij aangenomen is, heeft men vele foutieve opvattingen. De algemene mening is dat het de discipel verteld wordt en dat hem een onderhoud wordt toegestaan waarin de Meester hem aanneemt en aan het werk zet. Dit is niet zo. De occulte wet geldt zowel voor discipelschap als voor inwijding en de mens gaat blindelings verder. Hij hoopt het, maar hij weet het niet. Hij verwacht, dat het zo is, maar er wordt hem geen tastbare zekerheid gegeven. Door zichzelf en de eisen, die gesteld worden, te bestuderen, komt hij tot de conclusie dat hij misschien de positie van aangenomen discipel bereikt heeft. Hij handelt daarom naar deze veronderstelling en past zorgvuldig op zijn daden en woorden en beheerst zijn gedachten, zodat geen openlijke handeling, geen onnodig woord of onvriendelijke gedachte het ritme verbreken zal, dat — naar hij gelooft — ingesteld is. Hij gaat door met zijn werk, maar intensiveert zijn meditatie. Hij onderzoekt zijn beweegreden, hij tracht zijn mentaal lichaam van het nodige te voorzien, hij stelt zich het ideaal van dienst voor ogen en tracht altijd te dienen. Wanneer hij zo in het werk, dat zich voordoet, opgaat dat hij zichzelf vergeten heeft, ziet hij plotseling op een dag de Ene, Die reeds gedurende lange tijd hém gezien heeft.

Dit kan op twee manieren gebeuren: of terwijl men klaar wakker is, of doordat de herinnering aan het onderhoud, dat gedurende de uren van slaap plaats gehad heeft, in het stoffelijk brein wordt vastgesteld.

Maar het besef van deze gebeurtenis zal voor de discipel tevens vergezeld gaan van bepaalde andere inzichten:

1)    De gebeurtenis wordt als iets onweerlegbaars beseft. De discipel weet, dat er geen twijfel mogelijk is.

2)    De discipel voelt dat het hem verboden is iemand van het voorgevallene deelgenoot te maken. Er kunnen maanden of jaren verstrijken voordat de discipel het vertelt en dan nog alleen aan mensen, die hij ook als discipel kent of aan de één of andere medewerker die ook onder dezelfde groepsinvloed staat, die het recht heeft het te weten, welk recht door de Meester aan de groep verleend is.

3)    De discipel erkent geleidelijk zekere factoren, die de betrekking van de Meester tot de discipel bepalen, en deze gaan steeds meer invloed op zijn leven van discipel uitoefenen.

a. Hij erkent dat deze aanrakingspunten met zijn Meester bepaald worden door de behoeften van en in verband staan met dienst aan de groep. Het wordt hem langzamerhand duidelijk dat zijn Meester alleen belang in hem stelt voor zover zijn ego, door middel van de persoonlijkheid op het stoffelijk gebied, voor dienst gebruikt kan worden, dat zijn Meester met zijn ziel werkt en dat het dus zijn ego is, dat met de Meester in verbinding staat en niet de persoonlijkheid. Zijn probleem wordt daarom hoe langer hoe duidelijker en dit is het probleem van alle discipelen. Het is om het verbindingskanaal tussen de ziel en het brein via het denkvermogen open te houden, zodat wanneer de Meester in verbinding tracht te komen, Hij dat onmiddellijk en gemakkelijk kan doen. Soms moet een Meester weken wachten, voordat hij gehoor van Zijn discipel kan bereiken, want het opwaartse kanaal is gesloten en de ziel heeft geen verbinding met het brein. Dit gebeurt voornamelijk in de beginfasen van discipelschap.

b. Hij merkt dat één van de eerste dingen, die hij doen moet, is onderscheid leren maken tussen:

De trilling van zijn eigen ziel.

De trilling van de groep discipelen, waarmede hij verbonden is. De trilling van de Meester.

Zij zijn alle drie verschillend en ze worden, vooral in het begin, gemakkelijk met elkaar verward. Voor aspiranten is het, wanneer zij met een hoge trilling en stimulans in aanraking komen, een veilig voorschrift aan te nemen dat het hun eigen ziel is, de Meester in het hart, die met hen in contact komt en zij moeten hun hoofd niet verliezen door te denken (wat zo vleiend voor hun trots en persoonlijkheid is) dat de Meester pogingen doet hen te bereiken.

c. Hij merkt ook, dat Meesters niet de gewoonte hebben Hun discipelen te vleien of beloften te doen. Zij hebben het veel te druk en zijn te wijs, evenmin geven Zij Zich de moeite Hun discipelen te vertellen dat deze bestemd zijn voor een hoge werkkring of Hun tussenpersonen zijn en dat de Hiërarchie van hen afhankelijk is. Ambitie, machtswellust en de zelfgenoegzaamheid, waardoor zovele mentale typen gekenmerkt worden, stellen de worstelende aspirant op de proef en wat dat betreft, krijgt hij van zijn persoonlijkheid alles wat er in dat opzicht nodig is. Deze eigenschappen misleiden hem en voeren hem op een dwaalspoor, dwingen hem op een voetstuk, waarvan hij tenslotte toch moet afstappen. De Meesters zeggen niets, wat de trots Hunner; discipelen zou kunnen aanwakkeren, evenmin zeggen Zij dingen die in hun chela's de geest kunnen voeden van afgescheidenheid.

d. De discipel merkt ook alras, dat de Meesters niet gemakkelijk te bereiken zijn. Het zijn bezige mensen, het valt Hun moeilijk zelfs enkele ogenblikken vrij te maken om met de discipel in verbinding te treden en alleen in gevallen van nood, in het geval van een beginneling op het pad van Discipelschap, besteden de Meesters de nodige energie om in verbinding te treden. Met oude en beproefde discipelen wordt het contact veelvuldiger, omdat het dan gemakkelijker tot stand komt en vluggere resultaten heeft. Men moet evenwel onthouden dat hoe nieuwer een discipel is, hoe meer aandacht hij eist en meent, dat hij die hebben moet. De oudere, meer ervaren dienaren trachten hun plicht te doen en hun werk te verrichten met zo min mogelijk contact met de Meester. Zij trachten de Meester tijd te besparen en vaak beschouwen zij een onderhoud met de Meester als een bewijs dat zij hunnerzijds tekort geschoten zijn. Daarom hindert het hen, dat zij op de kostbare tijd van de Meester beslag gelegd hebben en Hem gedwongen hebben Zijn energie te gebruiken om het werk voor vergissingen en de discipel misschien voor gevaar te beveiligen. Het doel van iedere hoge discipel is zijn werk ten uitvoer te brengen en in verbinding te blijven met het geestelijk krachtscentrum, dat zijn groep is, en daardoor zonder onderhoud of uiterlijk contact in voortdurende aanraking met de Meester. Velen verwachten slechts eens per jaar met hun Meester in aanraking te komen, gewoonlijk ten tijde van de volle maan in mei.

e. Hij merkt ook dat de betrekking tussen Meester en Discipel door de wet bestuurd wordt en dat er, in de gewenste verbinding, bepaalde contact‑stadia en ‑graden zijn.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 124‑126.

2. Wanneer hij eenmaal een aangenomen discipel is en definitief het werk op zich heeft genomen ter voorbereiding voor inwijding, is er voor hem geen terugkeer mogelijk. Hij kan niet al zou hij willen en de ashram beschermt hem.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 49.

3. Een aangenomen discipel is iemand die:

1) Het vaststaand feit heeft aanvaard van de Hiërarchie, met inbegrip van trouw en medewerking die die aanvaarding met zich brengt.

2) Het feit heeft aanvaard dat alle zielen één zijn en die zichzelf de belofte dus heeft gegeven om als een ziel uitdrukking te zoeken. De te verrichten dienst bestaat in het doen ontwaken en stimuleren van alle zielen met wie hij in aanraking komt.

3) De occulte techniek heeft aanvaard van dienen. Dienstbetoon aan de mensheid bepaalt al zijn werkzaamheden en maakt zijn persoonlijkheid ondergeschikt aan de behoefte der tijden. Let op deze zienswijze. Cultiveer inzicht en een open ontvankelijkheid voor de onmiddellijke behoefte en geen gevoelige reactie op een veraf doel.

4) Het Plan heeft aanvaard zoals dit is aangegeven door de Leraren van het ras. Hij tracht de aard van dat Plan te doorgronden en de openbaring ervan te vergemakkelijken.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 71.

4. Wanneer de schommelingen van contact een einde hebben genomen

en de leerling standvastig is geworden en een 'gestadig naderend punt van energie' wordt, dan wordt hij een aangenomen discipel.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 84.

5. De eerste inwijding gaat steeds vooraf aan het stadium van aangenomen discipelschap. Geen Meester neemt een discipel aan of neemt hem op in Zijn ashram, in wie de geboorte van de Christus niet heeft plaats gehad.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 621.

6. De term 'aangenomen discipel' omvat de stadia van de eerste en tweede inwijding.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 630.

7. Ingewijde discipelen hebben slechts belangstelling voor de visie, het Plan en de besturing en verwerkelijking ervan op aarde. Aangenomen discipelen leren dit.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 633.

8. Er zijn op het ogenblik (1934) slechts ongeveer vierhonderd aangenomen discipelen op de wereld, d.w.z. mannen en vrouwen, die werkelijk weten dat zij discipel zijn, die weten wat hun werk is en dit werk doen. Er zijn evenwel (in de huidige generatie van jonge mensen) vele honderden die op het punt staan te worden aangenomen en duizenden bevinden zich op het Proefpad.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 120.

Zie ook: 'De Zes Stadia van Discipelschap'. Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 583‑669.

Top | Inhoud