154-162

[154] HET SEXPROBLEEM,

[155] SHAMBALLA,

[156] INZICHT,

[157] EENZAAMHEID,

[158] DE ZIEL,

[159] GELUID,

[160] RUIMTE,

[161] SPRAAK,

[162] GEEST

[154] HET SEXPROBLEEM

1. Ik wens een woord te schrijven over het geslachtelijke in het leven van de discipel. Er heerst in de denkvermogens van de aspiranten veel verwarring omtrent deze aangelegenheid en het gebod betreffende het celibaat neemt de houding aan van een godsdienstige leer. Ons wordt dikwijls door goedbedoelende doch onlogisch denkende mensen verteld, dat, indien een mens een discipel is, hij niet trouwen kan en dat men geen werkelijk geestelijk punt kan bereiken tenzij een mens celibatair blijft. Deze theorie vindt haar oorsprong in twee dingen:

Ten eerste: het Oosten heeft altijd een misplaatste houding ten opzichte van vrouwen gekend. Ten tweede: van de tijd van Christus af, is er in het Westen een neiging geweest tot een kluizenaars‑ en kloosterlijk begrip van geestelijk leven. Deze twee standpunten behelzen twee verkeerde denkbeelden en vormen de kern van veel misverstand en zijn de oorzaak van veel kwaad. De man is niet beter dan de vrouw en ook de vrouw is niet beter dan de man...

Het geloof, dat een discipel noodzakelijk een celibatair leven moet leiden en een volledige onthouding van alle natuurlijke functies noodzakelijk is, is noch juist, noch gewenst. Dit kan bewezen worden door de erkenning van twee dingen:

Het eerste omvat, indien goddelijkheid inderdaad wenselijk is en zowel alvermogen en alomtegenwoordigheid als alwetendheid uitdrukt en indien de mens in wezen goddelijk is, dat er dan geen toestand mogelijk kan zijn waarin goddelijkheid niet oppermachtig kan wezen. Er kan geen gebied van menselijke werkzaamheid zijn waar de mens niet goddelijk kan handelen en waarin niet alle functies door het licht van zuivere rede en goddelijke intelligentie kunnen worden verlicht...

Ten tweede, een leven dat niet normaal afgerond wordt, zodat niet alle functies van zijn natuur — dierlijk, menselijk en goddelijk (en de mens bezit al deze drie in één lichaam) — worden gebruikt, wordt verijdeld, gestuit en abnormaal. Dat niet iedereen in deze tijd kan trouwen is waar, doch dat feit neemt het grotere feit niet weg dat de mens door God geschapen is om te huwen... Doch dat een opgelegd celibaat een aanduiding is van diepe vergeestelijking en een nood­zakelijke kant van alle esoterische en geestelijke training, is eveneens verkeerd, abnormaal en ongewenst. Er is voor een discipel en ingewijde geen betere opleidingsschool dan het familieleven, met zijn verplichte verhoudingen, zijn arbeidsveld voor vereffeningen en aanpassingsvermogen, zijn vereiste opofferingen, dienst en zijn gelegenheden elk deel van de menselijke aard ten volle uit te drukken. Er kan geen groter dienst aan het mensdom bewezen worden dan het aanbieden van lichamen voor inkomende zielen en binnen de huiselijke sfeer aandacht te schenken aan die zielen en hun opvoeding te vergemakkelijken.

De discipel en de aspirant op het Pad, en de Ingewijde op zijn 'Verlichte Weg', krijgen dus geen beter trainingsterrein dan de huwelijksverhouding, wanneer deze naar behoren aangepakt en juist begrepen wordt. ...Het is waar dat soms een mens in een speciaal leven geroepen kan worden, waarin hij tegenover het probleem van de ongehuwde staat komt te staan en gedwongen wordt zich van alle stoffelijke verhoudingen te onthouden en een streng celibatair leven moet leven ten einde aan zichzelf te bewijzen dat hij de dierlijke en instinctieve zijde van zijn natuur kan beheersen. Doch deze toestand is vaak het gevolg van uitspattingen en losbandigheid in een vroeger leven, welke strenge maatregelen en abnormale toestanden noodzakelijk maken ten einde gedane fouten uit te wissen, te herstellen en de lagere aard tijd te geven zich opnieuw te regelen. Doch het is verder geen aanwijzing van geestelijke ontplooiing, eerder het tegenovergestelde. Vergeet niet dat ik mij hier bezighoud met het speciale geval van een zelfopgelegd celibaat en niet met de tegenwoordige, wereldwijde toestand waarin, door economische en andere redenen, mannen en vrouwen gedwongen worden buiten een natuurlijke en volledige levensuitdrukking te leven.

In laatste aanleg moet het seks‑probleem in het gezin en onder normale toestanden worden opgelost en het zijn de meergevorderde mensen der wereld en de discipelen van alle graden die het aldus moeten oplossen.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 237‑239.

2. Vele ingewijden hebben hun doel bereikt, terwijl zij op behoorlijke en verstandige wijze deel hadden aan de huwelijksverhouding. Een ingewijde kweekt een bijzondere geesteshouding aan, waarin een erkenning ligt, dat alle vormen van openbaring goddelijk zijn en dat het stoffelijk gebied net zo zeer een vorm van goddelijke expressie is als één der andere hogere gebieden. Hij beseft, dat de laagste openbaring van goddelijkheid onder de bewuste beheersing van die in hem huizende goddelijkheid moet staan en dat alle handelingen van iedere soort geregeld moeten worden door het streven om iedere plicht en verplichting te vervullen, iedere handeling en daad te beheersen en het stoffelijk voertuig zo te benutten, dat de groep daarvan voordeel kan hebben en geholpen kan worden bij zijn geestelijke vorderingen...

Ingewijden en Meesters trouwen in vele gevallen en vervullen op normale wijze hun plichten als echtgenoten, vrouwen en huishoudsters, maar alles wordt beheerst en geregeld door doelstelling en voornemen en geen van hen laat zich meeslepen door hartstocht of begeerte. In de volmaakte mens op het stoffelijk gebied staan alle centra onder volledige beheersing en hun energie wordt op wetmatige wijze gebruikt.

Mensen‑ en Zonne‑Inwijding blz. 188, 189.

3. Uit de vele nu aan de gang zijnde geslachtelijke proefnemingen zal de komende generatie een punt van evenwicht bereiken en dan als gevolg daarvan zullen zij de weegschaal in de verlangde en gewenste richting doen doorslaan. Hieraan is niet te twijfelen; alleen is er het punt in tijd en dit zal astrologisch worden bepaald. Door de rechtschapen denkvermogens en door een juiste wetgeving zal men seks ten slotte gaan zien als een rechtmatige, goddelijke funktie; deze zal veilig gesteld worden door een juiste opvoeding van de jeugd en van de onwetenden, alsook door de juiste handelingen van de jeugd en de hoog‑intelligente opkomende generatie — de kinderen en baby's van deze tijd.

Het onderricht in verkeerde seksuele gewoonten, het voorbeeld van wijd en zijd verspreide prostitutie (ik gebruik dit woord met betrekking tot mannen zowel als vrouwen), de toename van homoseksualiteit (niet in haar zeldzame fysiologische vormen en aanleg, maar vanuit het gezichtspunt van een gedegenereerde mentaliteit en een ongezonde verbeelding welke heden ten dage achter zovele van de uitingen ervan liggen), de bekrompengezinde christelijke erfenis van een 'schuldcomplex' waar het seks betreft en de erfenis van zieke stoffelijke lichamen die te veel of te weinig door het seksuele worden beheerst, hebben het mensdom tot zijn tegenwoordige chaotische en onintelligente wijze van behandeling van dit belangrijke probleem gebracht. De oplossing zal men niet krijgen door godsdienstige uitspraken, gebaseerd op een verouderde theorie, of door fysiologische onderdrukking of gewettigde losbandigheid; ook zal zij niet komen door een wetgeving, geïnspireerd door verschillende denkwijzen van een gemeenschap of van welk volk ook. Zij zal het resultaat zijn van de vereende activiteit van het geestelijk‑gezind bewustzijn, het kritisch inzicht, de intellectuele waarneming en de gestadige drang van het evolutieproces. Aan de onvermijdelijkheid van de oplossing valt niet te tornen en niets kan de verschijning verhinderen van wenselijke houdingen en toestanden waarin het geslachtelijke zich op de juiste wijze kan uitdrukken.

Esoterische Astrologie. blz. 176.

4. Er is u eveneens verteld, dat de energie van het heiligbeen‑centrum (het meest betrokken en actiefste centrum ten tijde van de eerste inwijding) omgevormd en opgeheven moet worden tot het keel-centrum, waardoor de stoffelijke scheppingsdaad wordt omgevormd tot het scheppingsproces, waarin het goede, het schone en het ware tot uitdrukking worden gebracht. Dit is het a.b.c. van uw fundamentele kennis: de omzetting van het geslachtsleven. In dat omzettingsproces hebben de mensen grote fouten begaan en hebben het onderwerp van twee gezichtspunten benaderd:

1) Zij hebben getracht een natuurlijke begeerte uit te roeien en hebben gepoogd de nadruk te leggen op een opgelegd celibaat; herhaaldelijk hebben zij op die manier de natuur verdraaid en de 'natuurlijke mens' onderworpen aan regels en voorschriften, welke niet in de goddelijke bedoeling lagen.

2) Zij hebben geprobeerd, vervallend in een ander uiterste, om de normale seksuele begeerte uit te putten door vrij geslachtelijk verkeer, losbandigheid en perversiteit, waardoor zij zichzelf schade berokkenen en de basis leggen voor moeilijkheden gedurende vele toekomstige incarnaties.

...Wanneer een behoorlijke erkenning van de plaats, die het geslachtsleven moet innemen in het dagelijks leven, wordt geëvenaard door het concentreren van het denken over het keel-centrum, wordt dat centrum vanzelf magnetisch en trekt de krachten van het heiligbeen-centrum door de ruggengraat opwaarts naar de 'plaats van het scheppend bouwen'. Het normale geslachtsleven wordt dan geregeld en kwijnt niet weg; het wordt verschoven naar zijn rechtmatige plaats als één van de gewone vermogens of begeerten, waarmede de mens begiftigd is. Het komt onder beheersing door het gebrek aan gerichte belangstelling en wordt ondergeschikt gemaakt aan de wet van het land, waar het zijn verhouding betreft ten opzichte van zijn tegengestelde pool, hetzij negatief‑vrouwelijk of positief‑mannelijk. Voor de aspirant wordt het in hoofdzaak het werktuig voor het scheppen van de vereiste voertuigen voor reïncarnerende zielen. Door de kracht van het voorbeeld, door alle uitersten te vermijden, door de lichamelijke energieën te wijden aan de hogere doeleinden en door de wet van elk willekeurig land en op elke willekeurige tijd te aanvaarden, zal de tegenwoordige wanorde en het in omloop zijnde misbruik van het geslachtsbeginsel plaats maken voor een geregeld leven en voor het juiste gebruik van deze grote lichamelijke functie.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 531.

Top | Inhoud

[155] SHAMBALLA

1. Shamballa, waar Zij (Sanat Kumara en Zijn Leerlingen) wonen, bestaat in fysieke stof, zoals de Kumara's maar het is materie van de hogere ethers van het fysiek gebied, en alleen wanneer de mens etherisch gezicht ontwikkeld heeft zal het mysterie geopenbaard worden dat achter de Himalaya's ligt.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 586.

2. ...Alhoewel er over Shamballa wordt gesproken alsof het in fysieke stof bestaat en een bepaalde plaats in de ruimte inneemt, de fysieke stof waarop gedoeld wordt, etherisch is en de Heer van de Wereld en Zijn Helpers van hogere graad een lichaam hebben dat uit etherische stof bestaat.

Ongeveer zeventien miljoen jaren geleden (de komst van de Hiërarchie en het stichten van Shamballa had zowat achttien en een half miljoen jaar geleden plaats) werd er besloten om op het dichte, stoffelijke gebied een organisatie en een hoofdkwartier voor de mysteriën te hebben, en een groep van Adepten en Chohans, die in dicht‑stoffelijk lichaam werkzaam zouden zijn om zodoende aan de behoefte van de snel‑ontwakende mensheid tegemoet te kunnen komen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 272.

3. De eerste post van de Shamballa‑Broederschap was de oorspronkelijke tempel van Ibez, gelegen in het midden van Zuid‑Amerika, en één van de vertakkingen ervan vond men in een veel later tijdperk in de oude Maya‑instellingen... Een tweede vertakking werd later in Azië gesticht en van deze tak zijn de Himalaya‑ en Zuid‑Indische Adepten de vertegenwoordigers, hoewel het werk grondig veranderd is. Later zullen er ontdekkingen gedaan worden, die het bestaan van de oude vorm van hiërarchisch werk aan het licht zullen brengen; dan zullen er oude verslagen en monumenten tevoorschijn komen, enkele boven de grond en vele in uitgestrekte ondergrondse gebieden. Naarmate de geheimen van Centraal Azië, het land dat zich vanaf Chaldea en Babylon door Turkestan heen naar Mantsjoerije uitstrekt, de Gobiwoestijn inbegrepen, aan de dag zullen komen, zal volgens de plannen, die hiervoor gemaakt zijn, veel van de oude geschiedenis der Ibezaanse werkers aan het licht komen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 272.

4. De duidelijkste en sterkste kracht in de hedendaagse wereld is die van de eerste Straal van Wil en Macht... Dit is de kracht welke in de wereld stroomt uit het grote wereldcentrum, Shamballa. Er is zeer weinig omtrent Shamballa bekend... Slechts twee keren tevoren in de geschiedenis der mensheid heeft deze Shamballa‑energie zich doen gelden. De aanwezigheid ervan moest wel gevoeld worden door de ontzaglijke veranderingen welke tot stand kwamen:

1) Toen de eerste grote menselijke crisis zich voordeed ten tijde van de individualisering der mensen in oud‑Lemurië.

2) Ten tijde van de grote worsteling in Atlantische tijden tussen de 'Heren van Licht en de Heren van Stoffelijke Uitdrukking'.

Deze weinig bekende, goddelijke energie stroomt nu uit het Heilig Centrum. Dit centrum omvat in zichzelf de energie welke achter de wereldcrisis van het ogenblik ligt. Het is de Wil Gods om bepaalde radicale, belangrijke veranderingen, in het bewustzijn van het mensdom aan te brengen, waardoor 's mensen verhouding tot het leven benevens zijn begrip van de geestelijke, esoterische en subjectieve hoofdzaken van het leven volkomen gewijzigd zullen worden. Het is deze kracht (in samenwerking met de tweede‑straals-kracht) welke die overweldigende crisis — op handen zijnde in 's mensen bewustzijn — zal bewerkstelligen. Die crisis, welke wij de tweede crisis noemen, is de inwijding van het mensdom in het Mysterie der Tijden, in datgene wat van de aanvang af verborgen is geweest.

De Bestemming der Volkeren, eerste druk blz. 18, 19.

Al het hier voorafgegane is niet gezegd in een geest van kleinering, doch met de bedoeling te bewijzen dat de velerlei denkwijzen — orthodox academisch, oud, stoffelijk of geestelijk, nieuw, vooruitstrevend of mentaal — onderling van elkaar afhankelijk zijn; zij moeten tot één grote geneeswetenschap tezamen worden gebracht. Dit zal een wetenschap zijn die de gehele mens zal genezen en die alle bronnen — stoffelijk,

5. Bovendien wil ik uw aandacht er op vestigen dat het gebruik van de eerste‑straals-energie onvermijdelijk in vroege stadia vernietiging met zich brengt, doch later zijn de uiteindelijke resultaten samensmelting en vermenging. Indien gij de volkeren der hedendaagse wereld van dit gezichtspunt uit bestudeert, zult gij opmerken hoe deze Shamballa‑energie van wil zich krachtig uitwerkt door bemiddeling van zekere grote, aanzienlijke persoonlijkheden. De Heer van Shamballa zendt in deze tijd van dringende nood deze dynamische energie uit zowel uit liefde voor het levensaspect, uit begrip voor het Plan alsook uit liefde voor de mensheid. Deze energie vernietigt de vorm en brengt dood aan die stoffelijke vormen en georganiseerde groepen die de vrije uitdrukking van het leven van God verhinderen, omdat zij de nieuwe cultuur ontkennen en de zaden van de komende beschaving overleveren aan werkloosheid.

De onnadenkende mensheid trekt zich terug in angst voor deze energie‑ontplooiing en kan haar niet aan. Wanneer de persoonlijkheid van menselijke wezens vol haat is en eigenzinnig, trachten zij dikwijls deze energie om te buigen voor hun eigen zelfzuchtige doeleinden. Indien menselijke wezens (zelfs de besten onder hen) niet zo onontwikkeld, zo oppervlakkig in hun oordeel en visie waren, zouden zij in staat zijn door te dringen achter hetgeen zich in de sleutellanden in de wereld afspeelt. Zij zouden de geleidelijke verschijning van nieuwe en betere toestanden zien en de verdwijning van de geliefde doch langzaam in verval gerakende vormen. De energie van Shamballa is echter zo nieuw en zo vreemd dat het voor menselijke wezens moeilijk is haar te kennen voor wat zij is, namelijk het tot uitdrukking komen van de Wil Gods in een nieuw en krachtig levend‑zijn.

...In deze tijd is het probleem der Hiërarchie om een wijze en geschikte samensmelting van de Shamballa‑energieën en de hiërarchische energieën te bewerkstelligen, zodat het vernietigingsaspect in toom wordt gehouden en aan deze kracht de geest van opbouw kan worden toegevoegd door de bouwende en herstellende krachten van de tweede‑straals‑energie in werking te stellen. De Shamballa‑energie effent de weg voor de energie der Hiërarchie. Zo is het van het begin der tijden geweest, doch de cycli der Hiërarchie, ofschoon betrekkelijk veelvuldig voorkomend, zijn niet samengevallen met die van Shamballa, welke zeer bijzonder en zeldzaam zijn. Naarmate de tijd voortschrijdt, zal de aandrijving van de Shamballakracht veel vaker voorkomen, omdat de mensen het vermogen zullen ontwikkelen die kracht te verdragen en te weerstaan. Tot dusverre is het een te gevaarlijke energie geweest om op de mensheid toe te passen, want de gevolgen hebben zich destructief uitgewerkt behoudens in de eerste grote Lemurische crisis. Het werk van de eerste straal is daarom nagenoeg geheel toevertrouwd aan de Hiërarchie, welker Leden toegerust zijn deze energie te hanteren, haar volkomen juist weten te assimileren en haar weten te gebruiken voor het heil der mensheid. Nu wordt de proef ondernomen de mens toe te staan de energie en de invloed ervan, los van de bemiddeling der Hiërarchie te ontvangen. Het kan een voorbarige en ontijdige poging blijken te zijn, doch de hoofdzaken zijn nog niet bepaald, en de Heer van Shamballa met Zijn helpers plus de hulp van de waakzame Leden van de Hiërarchie zijn niet ontmoedigd over de aanvangsresultaten. De mensheid reageert boven verwachting goed. Er is langs deze lijn veel welslagen geweest, doch de intelligente mensen zien de resultaten niet helder, omdat zij weigeren iets anders te zien dan het destructiever aspect en het verdwijnen der vormen waaraan zij tot nog toe hun gevoelens, hun begeerten en hun mentale waarneming verpand hebben. Zij slagen er nog niet in de onwederlegbare getuigenis van opbouwende activiteit en van waarlijk scheppend werk op te merken. De tempel der mensheid in het Nieuwe Tijdperk verrijst snel, doch de omtrekken ervan kunnen niet gezien worden omdat de mensen volkomen in beslag worden genomen door hun individueel of nationaal zelfzuchtig inzicht alsmede door hun persoonlijke of nationale instincten en impulsen...

Meestal wordt de reactie op de activiteit van Shamballa gekenmerkt door angst en ontsteltenis, door gevoeligheid en bedroevend ontwikkelde reacties op de krachten van haat en afscheiding. Slechts enkelen, hier en daar, begrijpen werkelijk het visioen van de toekomst beseffend hetgeen er zich afspeelt, en aanschouwen waarlijk de schoonheid van het te voorschijn tredend Plan. Het is met deze enkelen dat de Leden der Hiërarchie kunnen werken omdat zij (zelfs bij gebrek aan begrip) geen tegenzin of haat jegens anderen koesteren. Liefde verenigt en verklaart alles.

De Bestemming der Volkeren, eerste druk. blz. 22‑25.

6. De mensheid is het resultaat van alle vormen van uitdrukking en ervaring beneden de menselijke en van de activiteit van bovenmenselijke wezens. Deze bovenmenselijke wezens zijn het product van vorige evolutiestelsels en zijn in zichzelf het totaal van de grote Goddelijke Opoffering, zoals zij zich in ons planetair leven concentreert. Zij hebben alle voorafgaande fasen van bestaan doorlopen en hebben het bewustzijnsaspect in zichzelf vervolmaakt door middel van menselijke ervaringen. Zij zijn al hetgeen de mens kan weten te boven gekomen, met inbegrip van alle bewustzijnsvormen waarmede hij vertrouwd is of waarmede hij in de toekomst vertrouwd kan raken; thans drukken Zij een fase van goddelijkheid uit waar de mens niets vanaf weet. Zij LEVEN. Zij zijn zelf energie en gezamenlijk vormen zij het 'schitterend centrum dat ver in het verschiet ligt'. (Shamballa).

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 64.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 317, 318; 410, 411.

Top | Inhoud

[156] IN‑ZICHT

1. Gezicht — dat innerlijk aanschouwen, dat voortgebracht wordt door het proces van inwijding, doch dat tevens slechts de herkenning is van een vermogen, dat weliswaar onbekend, toch altijd aanwezig is. Precies zoals er bij een kind, dat bij de geboorte ogen heeft, die volmaakt en goed helder zijn, toch een dag aanbreekt, waarop de bewuste her­kenning van dat wat gezien wordt voor het eerst opgemerkt zal worden, zo is het ook bij de menselijke eenheid, die het proces van geestelijke ontplooiing ondergaat. Het middel tot innerlijk aanschouwen heeft altijd bestaan en dat wat gezien kan worden, is er altijd, maar de herkenning ervan door de meerderheid vindt tot op heden nog niet plaats. Deze 'herkenning' door de ingewijde is de eerste grote stap in de inwijdingsceremonie en alle andere stadia moeten wachten, totdat dit gebeurd is.

Mensen‑ en Zonne‑Inwijding blz. 112.

2. Vertrouwen gaat verloren in waarneming en de ongeziene dingen worden gezien en gekend. Hij kan niet langer twijfelen, maar hij is in plaats daarvan door eigen streven een KENNER geworden.

Mensen‑ en Zonne‑Inwijding. blz. 115.

3. De onsterfelijkheid van de ziel en de werkelijkheid van de ongeziene werelden is voor hem bewezen en tot zekerheid geworden. Terwijl voor de inwijding dit geloof gebaseerd was op een korte en vluchtige visie en op sterke innerlijke overtuigingen (het resultaat van logische redenering en van een zich geleidelijk ontwikkelende intuïtie) is het thans gegrond op waarneming en op een niet te weerleggen erkenning van zijn eigen onsterfelijke aard.

Mensen‑ en Zonne‑Inwijding. blz. 116.

4. Etherisch gezicht is vergelijkenderwijs zelfs nu algemeen. Maar uitleg erover is zeldzaam, wat te wijten is aan vrees voor kritiek.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 355, 356.

5. De grootste stoffelijke gave is die van zien, hetgeen ook het geval is op een hogere wending van de spiraal in de wereld van de ziel. Wanneer de discipel een zekere mate van visie verkregen en zijn doel 'in zicht' heeft, kan hij tot een ashram worden toegelaten waarin de aard van openbaring aan hem bekend kan worden gemaakt. De mensen zijn geneigd visie en openbaring met elkaar te verwarren; ik wil proberen deze aangelegenheid in uw denken enigszins te verhelderen, daarom is de voorgaande zin van groot belang. Aspiranten zijn geneigd te denken dat het doel waarop zij afgaan dat van zielecontact is, met een secundair doel van een hiërarchische positie en als derde doel dat van dienst. Dit is echter niet juist.

Het in het vooruitzicht liggend doel van de aspirant is het bewustzijn van geen‑afgescheidenheid en de erkenning van een universele omvattendheid. Het secundaire doel is de bekwaamheid om de aard van die werkelijkheid, de Eenheid, te onthullen. Het derde doel is het vermogen om die maatregelen in de drie werelden te nemen waardoor het menselijk bevattingsvermogen gemakkelijker deze hoofdzaken in zich op zal nemen. U zult opmerken hoe deze laatste omschrijving van het doel onvermijdelijk de factor van eigenbelang totaal uitschakelt. Ik zou kunnen zeggen dat openbaring het Eén‑zijn of de Eenheid betreft en niets anders. De praktische aard van deze waarheid wordt enkel onderkend wanneer de discipel poogt twee dingen te doen, nl. het individueel te beseffen en de aard van planetaire eenheid en van geen‑afgescheidenheid in het denken en in het leven der mensen over de gehele wereld in te prenten.

Het werk van de aspirant is om het licht te zien; pas wanneer dit een feit in zijn bewustzijn is geworden, kan hij de verborgen openbaring gaan begrijpen die dat licht, waarmede hij in aanraking komt en dat hij gebruikt, kan onthullen. Ik geef u hier nog een sleutelverklaring ter overdenking.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 237, 238.

6. Wanneer het 'zien' bijgevolg is verkregen en het licht instroomt, wordt de openbaring van de eenheid van alle leven een eenvoudige, onmiddellijke gebeurtenis; het komt voor de discipel allereerst als een flits van wonderlijk voorlichtend en instinctief besef en gaat dan gestadig, naarmate de discipel vorderingen maakt, over tot een voortdurend beter begrip en waardering; het brengt ten slotte de aandrijvende impuls van alle handelingen teweeg.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 239.

7. Het zien is de grootste van alle ontwikkelingen in deze wereldperiode, waarin de Logos bezig is te trachten de lagere natuurrijken tot het punt te ontwikkelen, waar zij menselijk gezichtsvermogen verkrijgen, de mensheid tot het punt, waar geestelijke visie wordt ontwikkeld en hiërarchisch inzicht de normale hoedanigheid is van de ingewijde, en om de Leden van de Hiërarchie te brengen tot het punt, waar Zij de universele waarneming verkrijgen.

Telepathie en het Etherisch Lichaam. blz. 61, 62.

Zie ook: ‘LICHT’ en 'VERLICHTING'.

Top | Inhoud

[157] EENZAAMHEID

1. Eén der allereerste voorwaarden, waarnaar een discipel moet zoeken om het Plan te kunnen aanvoelen en door een Meester te worden gebruikt, is Eenzaamheid. In eenzaamheid ontvouwt zich de bloem der ziel; in eenzaamheid kan het goddelijk zelf spreken; in eenzaamheid kunnen de vermogens en zegeningen van het Hoger Zelf in de persoonlijkheid wortel schieten en tot bloei komen. In eenzaamheid kan ook de Meester nader komen en op de rustig geworden ziel de kennis, die Hij zoekt mede te delen, de les, die geleerd moet worden, de methode en het plan aangaande het werk, die de discipel moet beseffen, indrukken. In de eenzaamheid wordt de klank gehoord. De Verhevenen moeten door menselijke werktuigen werken en het plan en de visie worden zeer bemoeilijkt, indien de werktuigen van hun kant tekort schieten.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 99, 100.

2. Er ontstaat... altijd een periode van eenzaamheid en van verdriet voor de strever naar de Mysteriën en de werker met de Wet, waarin niemand hem bijstaat en isolatie zijn lot is... Maar dit is slechts tijdelijk.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 188.

3. De eenzame weg is ook de verlichte weg. Eenzaamheid is een illusie die probeert de pogingen van de dienaar te dwarsbomen. Het is een begoocheling die ernstig inbreuk kan maken op ware visie.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 99.

4. Eenzaamheid neemt toe naarmate de aspirant zich los maakt van de wereld der zielen. Er komt altijd een tussenperiode waarin de discipel zich in intense schijnbare afzondering voelt, maar dit is slechts illusie. U weet dat u niet alleen is.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 363.

5. De eerste‑straals discipel houdt van afzondering. Voor hem is dat de lijn van de minste weerstand. Hij is, zoals u weet, normaal gesproken degene die alleen staat. Dit is zijn kracht, maar tegelijkertijd is het ook zijn zwakte. Hij is er trots op ongehecht te zijn.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, Il. blz. 541.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 34, 35; 604, 605.

Top | Inhoud

[158] DE ZIEL

1. Stof is het openbaringsvoertuig der ziel op dit bestaansgebied, en op een hoger gebied is de ziel het openbaringsvoertuig van de geest — en deze drie vormen een drie‑eenheid, die door het leven wordt samengevat, dat hen alle doordringt. De ziel ontwikkelt zich door van de stof gebruik te maken, en bereikt haar hoogtepunt in de menselijke ziel.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 16.

2. De ziel is, tot dusverre, een onbekende kwantiteit, die nog geen werkelijke plaats vindt in de theorieën van de academici en wetenschappelijke onderzoekers. Er is geen bewijs voor haar bestaan en zij wordt zelfs door de ruimer denkende academici als een mogelijke hypothese beschouwd, die evenwel niet aangetoond kan worden. In het ras‑bewustzijn wordt zij niet als feit aanvaard. Slechts twee groepen mensen nemen haar als feit aan: de ene is de onnozele, onontwikkelde, kinderlijke mens, die — grootgebracht bij één der Heilige Schriften der wereld en religieus gezind — zonder vragen de axioma's van de godsdienst, zoals de ziel, God en onsterfelijkheid, aanneemt. De andere groep bestaat uit de kleine maar gestaag‑groeiende groep van Gods‑ en waarheidskenners, die de ziel uit eigen ondervinding kent, maar niet in staat is voor de mens, die enkel aanvaardt wat het concrete denkvermogen kan begrijpen, analyseren, beoordelen en proefondervindelijk bewijzen, het bestaan ervan op bevredigende wijze aan te tonen.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 19.

3. De ziel is de hoedanigheid door elke vorm geopenbaard. Het is dat subtiele iets, waardoor het ene element van het andere verschilt, en het ene mineraal van het andere. Het is de onvatbare, essentiële aard van de vorm, die in het plantenrijk beslist of een roos of wel een bloemkool, een olm of een waterkers zal ontstaan. Het is een soort energie, die onderscheid doet ontstaan in de verschillende soorten van het dierenrijk, en de ene mens van de andere doet verschillen in uiterlijk, aard en karakter.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 31.

4. De ziel is... noch geest, noch stof, maar de verbinding tussen deze twee. De ziel is daarom de middelaar in deze dualiteit; zij is het midden-beginsel, de schakel tussen God en Zijn vorm. Daarom is de ziel een andere naam voor het Christusbeginsel, zowel in de natuur als in de mens.. . De ziel is het vorm bouwend aspect en de aantrekkende factor in iedere vorm... en zij drijft al Gods schepselen langs het evolutie-pad verder, door het ene rijk heen naar het andere, tot een uiteindelijk doel en een glorierijke voltooiing.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 32.

5. De hoedanigheden, trillingen, kleuren en kenmerken in alle natuurrijken zijn... ziels‑eigenschappen... De hoedanigheden worden teweeg gebracht door de wisselwerking van de paren van tegenstelling, geest en stof, en hun uitwerking op elkaar.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 33.

6. De ziel der mensheid is niet slechts een wezen, dat geest en stof verbindt, en dat bemiddelt tussen de monade en de persoonlijkheid, maar zij heeft een unieke opdracht te vervullen door te bemiddelen tussen de drie hogere natuurrijken en de drie lagere.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 40, 41.

7. Ik... tracht mijn medepelgrims ervan te overtuigen, dat de voorbijgaande dingen der zinnen slechts triviaal en waardeloos zijn in vergelijking met wat de mens die zijn gewone bewustzijn in dat van zijn ziel tracht te doen opgaan, hier en in dit leven aan beloningen krijgt. Want dan gaat hij tot de gemeenschap der zielen in en staat niet alleen. De enige eenzame perioden zijn het gevolg van verkeerde oriëntatie en van het vasthouden aan datgene, wat de visie versluiert en de handen zozeer vult, dat zij 'het juweel van de lotus', zoals het genoemd wordt, niet kunnen aanvatten.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 71.

8. Het licht van de ziel is als een reusachtig zoeklicht, waarvan de stralen naar vele kanten gericht en op vele niveaus geconcentreerd kunnen worden.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 71.

9. De uiterlijke bekleding van de ziel (stoffelijk, etherisch en psychisch) is een deel van de uiterlijke bekleding van God.

's Mensen zelfbewuste ziel staat in verband met de ziel aller dingen. Het is 'n onafscheidelijk deel van de universele Ziel en kan daarom zich bewust worden van de bewuste doelstelling van de Godheid; het kan intelligent met de wil van God samenwerken en op die manier met het Evolutieplan...'s Mensen geest zal hem te zijner tijd in verbinding brengen met dat Gods‑aspect hetwelk transcendent is, en zo zal ten slotte iedere zoon van God zijn weg vinden naar dat centrum — afgezonderd en afgetrokken — waar God buiten de grenzen van het zonnestelsel verblijft.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 61.

10. Langs deze verschillende richtlijnen zullen de bewijzen der ziel zich opeenstapelen. In het bijeenbrengen van verklaring en bewijsmateriaal ligt een vruchtbaar veld van aktiviteit. In de training van de hogere mensentypen in het gebruik van ziel‑energie en krachten der ziel, en in de geoefende beheersing van het mechanisme zal dat bewijsmateriaal, op die manier voortgebracht, gezien worden als van zulk hoog gehalte te zijn en het zal zo wetenschappelijk worden voorgesteld dat het beschouwd zal worden als even belangrijk en net zo gerechtvaardigd als welke opvatting ook welke heden ten dage door onze vooraanstaande geleerden in hun verschillende gebieden van onderzoek aangeboden wordt. De studie van de ziel zal weldra als terrein van navorsing even gewettigd en achtenswaardig zijn als elk ander wetenschappelijk probleem, zoals het onderzoek naar de aard van het atoom. De nasporing van de ziel met haar regerende wetten, zal binnenkort de aandacht in beslag nemen van onze grootste denkers. De nieuwere psychologie zal er ten slotte in slagen het feit van haar bestaan te bewijzen en de evenwijdig daaraan lopende intuïtieve en instinctieve reactie van het mensdom op zielskracht, uit de onzichtbare zijde van het leven voortvloeiend, zal geleidelijk en met welslagen het bestaan van een geestelijk wezen in de mens bewijzen — een wezen al‑wijs, onsterfelijk, goddelijk en scheppend.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 98.

11. De mensheid drukt zich uit door middel van twee aspecten van de ziel — de dierlijke ziel en de goddelijke ziel — en deze twee, vermengd en versmolten in de mens, vormen de menselijke ziel. Dit feit is de oorzaak van 's mensen bijzondere problemen en deze twee factoren verwikkelen hem in de lange strijd welke eindigt in de bevrijding van de goddelijke ziel door middel van veredeling van de dierlijke ziel. In deze woorden ligt veel stof om over na te denken.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 197.

12. Op het gebied van ziele-bestaan is er geen afscheiding, dus niet 'mijn ziel en uw ziel'. Slechts in de drie werelden van illusie en begoocheling denken wij in termen van zielen en lichamen.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 89.

13. Deze blijheid en kalmte zijn niet een astrale toestand doch een ziele-reactie. Deze hoedanigheden worden niet verkregen ten gevolge van het disciplineren van de emotionele aard, doch komen tevoorschijn als een natuurlijke, automatische reactie van de ziel. Dit is de beloning voor een definitief bereikte eenlijnigheid. Deze twee hoedanigheden der ziel — kalmte en blijheid — zijn aanwijzingen dat de ziel, het ego, de Ene Die alleen staat, de persoonlijkheid, de omstandigheden en alle omringende levensomstandigheden in de drie werelden bestuurt of overheerst.

De Nieuwe Psychologie, II. blz. 155.

14. De discipel weet of moet leren begrijpen dat hij niet dit of dat is, doch het Leven zelf. Hij is niet het stoffelijk lichaam of zijn emotionele aard; hij is in laatste analyse (een zeer occulte zin) niet het denkvermogen of dat waardoor hij weet. Hij leert dat ook dat te boven moet worden gekomen en vervangen moet worden door intelligente liefde (hetgeen slechts waarlijk mogelijk is nadat het denkvermogen is ontwikkeld); dan begint hij te beseffen dat hij de ziel is. Later komt vervolgens dat ontzagwekkende 'ogenblik in tijd' waarop hij, zwevend in de ruimte, ontdekt dat hij niet de ziel is. Wat is hij dan? Een punt van goddelijke dynamische wil, geconcentreerd in de ziel, en door gebruik te maken van de vorm komt hij tot bewustzijn van het Zijn. Hij is wil, de beheerser van tijd en de organisator, in tijd, van de ruimte.

De Stralen en de Inwijdingen. blz. 86, 87.

15. U moet leren altijd aan elkaar te denken als zielen en niet als beperkte menselijke wezens.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 11.

16. Leef daarom altijd boven uw fysiek lichaam, zonder er acht op te slaan hoe u zich gevoelt en tracht zoveel mogelijk ver weg te vertoeven, het waakbewustzijn vermengd en versmolten met dat van de ziel. Zelfs als u het niet voelt, weet dan dat het er is.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 371.

17. In zover iemand vatbaar wordt voor ziel‑impressie en daarna ziele‑overheersing, om zich tenslotte met de ziel te vereenzelvigen, beweegt hij zich naar het middelpunt van fusie. Naarmate uw liefde voor de mensheid toe‑ en uw belangstelling in uzelf afneemt, zult u zich voortbewegen naar het centrum van licht en liefde, waar de Meesters verwijlen in een toestand van geestelijk Zijn.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 591.

Zie ook: 'HET EGO' en Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 51, 52, 227.

Top | Inhoud

[159] (GELUID) KLANK

1. Door het wanbeheer van de mensen en hun onevenwichtige ontwikkeling, hebben de geluiden van de aarde, zoals die van de grote steden, van fabrieken en van het oorlogstuig, een ernstige toestand onder de gasvormige deva's teweeggebracht. Dit moet op de één of andere wijze ongedaan gemaakt worden en de toekomstige inspanningen van de beschaving zullen gericht worden op de verspreiding van een opstand tegen het kwaad van overbevolkt leven en op de verspreiding van een impuls van wijdverspreide aard om het platteland en de wijde ruimten op te zoeken. Eén van de voornaamste interesses zal, ten gevolge van de toegenomen gevoeligheid van het ras, in de toekomst een neiging zijn naar de uitschakeling van lawaai. Wanneer de energie van water en van het atoom voor het gebruik van de mens aangewend wordt, zullen onze huidige typen van fabrieken, onze methoden van scheepvaart en van transport, zoals stoomboten en spoorweguitrusting, een volkomen omwenteling ondergaan. Dit zal een machtige uitwerking hebben niet alleen op de mens maar ook op de deva's.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 76.

2. Nog beseft of begrijpt men de betekenis niet van wat er in de wereld gedurende de laatste eeuw op het gebied van de klank gebeurd is. De gevolgen, veroorzaakt door het ongelooflijk toegenomen lawaai en alle klanken, die van de planeet in deze tijd uitgaan, zijn evenwel verschrikkelijk. Het geraas van machines, het gedaver van vervoermiddelen in alle delen van de wereld — treinen, schepen en vliegtuigen — het concentreren van de menselijke klanken in opgepropte ruimten als de grote steden en het algemeen gebruik in deze tijd van de radio, die muziekklanken in ieder huis en in het straatleven brengt, hebben op het lichaam van alle mensen en op alle vormen van het leven overal uitwerkingen, die slechts zichtbaar zullen worden in de loop van de tijd. Sommige levensvormen in het dieren‑ maar voornamelijk in het plantenrijk, zullen verdwijnen en de reactie van het menselijk mechanisme op deze wereld van klank, lawaai en muziek, waarin het zich in toenemende mate zal bevinden, zal zeer belangwekkend zijn.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 240.

3. Laat ons in de eerste plaats de oude waarheid herhalen dat de werelden het gevolg zijn van klank. Eerst leven, dan stof; later de aantrekking van de stof tot het leven, ten einde dit te openbaren en tot uitdrukking te brengen, en vervolgens de geordende rangschikking van die stof in de nodige vormen. Klank vormde de verbindende factor, de stuwende impuls en het aantrekkend beginsel. Klank betekent in een occult en diep metafysisch begrip datgene wat wij 'de verhouding tussen' noemen, en is de scheppende bemiddelaar, de verbindende derde factor in het proces van openbaring.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 60.

4. Het is een gemeenplaats te zeggen dat klank kleur is en kleur klank, maar toch is het zo, en het onderwerp dat ik feitelijk onder uw aandacht wil brengen, is niet zozeer de klank als klank, doch de kleuruitwerking van klank. Ik wil in deze brief speciaal de nadruk leggen op het kleuraspect, u verzoekend altijd in gedachten te houden dat alle klanken zich uitdrukken in kleur.

Brieven over Occulte Meditatie. blz. 183.

5. ...leder van de zeven stralen zendt zijn eigen toon uit, waardoor die krachten, welke daarmede samen moeten werken, in beweging worden gebracht.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 25.

Top | Inhoud

[160] RUIMTE

Energie wordt nu beschouwd als alles wat IS; de schepping is de manifestatie van een zee van energieën, waarvan sommige tot vormen zijn opgebouwd, andere het medium samenstellen, waarin die vormen leven, bewegen en hun bestaan hebben, en weer andere bezielen. Men moet ook bedenken, dat vormen binnen vormen bestaan... U — zoals u in uw kamer zit — bent een vorm in een vorm; die kamer zelf is een vorm in een huis en dat huis (nog een vorm) is waarschijnlijk één van vele gelijkvormige huizen, die bovenop elkaar of naast elkaar zijn gezet en tezamen een nog grotere vorm maken. Toch zijn al die verschillende vormen uit ontastbare substantie samengesteld, die — wanneer zij geordend en tezamen gebracht wordt door het één of andere ontwerp of idee in het denkvermogen van de één of andere denker — een stoffelijke vorm schept. Deze ontastbare substantie wordt samengesteld door levende energieën, die in verband met elkander vibreren, doch hun eigen hoedanigheid en hun eigen kenmerkende leven behouden...

Het zou wellicht heilzaam zijn erop te wijzen, dat het gehele heelal van nature etherisch en vitaal is en van een uitgestrektheid, die het begripsvermogen van het grootste denkvermogen van dit tijdperk te boven gaat, waar het in meer dan astronomische cijfers loopt — daargelaten, of deze verklaring u ook maar iets zegt. Deze uitgestrektheid kan zelfs niet geschat worden in termen van lichtjaren; dit kosmisch etherisch gebied is het veld van ontelbare energieën en de basis van alle astrologische berekeningen; het is het werkingsveld van alle historische cycli — van de kosmos, van het zonnestelsel en van de planeet — en staat in verband met de sterrenbeelden, met de werelden van zonnen, met de verst verwijderde sterren en met de talrijke universums, zowel als met ons eigen zonnestelsel, met de vele planeten en met die planeet, waarop en waarin wij ons bewegen en leven en ons bestaan hebben, zowel als met de kleinste levensvorm, die de wetenschap kent en misschien door de zinloze term 'een atoom' wordt weergegeven. Allen worden in Ruimte gevonden — Ruimte is etherisch van aard en — aldus leert ons de occulte wetenschap — Ruimte is een wezen. De glorie van de mens ligt in het feit, dat hij zich bewust is van ruimte en zich deze ruimte kan indenken als het veld van goddelijke levende werkzaamheid, vol van werkzame intelligente vormen, welke ieder in het etherisch lichaam van dit onbekende Wezen hun plaats hebben, alle staan met elkander in verband door de macht, die hen niet alleen in bestaan houdt, maar ook hun positie in verhouding tot elkander in stand houdt; toch bezit ieder van deze gedifferentieerd vormen zijn eigen afgescheiden leven, zijn eigen unieke hoedanigheid of kenmerkende kleur en zijn eigen bijzondere en eigenaardige bewustzijnsvorm.

Dit etherisch lichaam — onmetelijk en onbekend als het is, wat zijn uitgestrektheid betreft — is niettemin van nature begrensd en statisch (in betrekkelijke zin gesproken) in vermogen; het bewaart een vastgelegde vorm, een vorm, waarvan wij volstrekt niets weten, maar die de etherische vorm van het Onbekende Wezen is. Aan deze vorm geeft de esoterische wetenschap de naam RUIMTE; het is het statische gebied, waarin iedere vorm van een melkwegstelsel tot een atoom zijn plaats vindt.

Wij spreken soms van een uitdijend heelal; wat wij werkelijk bedoelen, is een zich uitbreidend bewustzijn...

Telepathie en het Etherisch Lichaam. blz. 174, 175.

Zie ook: Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 311, 312.

Top | Inhoud

[161] SPRAAK

1. Eén der beste werktuigen voor de praktische ontwikkeling in handen van groot en klein is de SPRAAK. Hij, die over zijn woorden waakt en alleen spreekt met altruïstische bedoelingen, teneinde de energie der Liefde door middel van de tong uit te dragen, is iemand, die snel de beginstappen machtig wordt die genomen moeten worden ter voorbereiding tot inwijding. Spraak is de meest occulte openbaringsvorm die bestaat. Het is het middel tot scheppen en het voertuig van kracht. In het niet‑spreken ligt volgens esoterische opvatting het behoud van kracht; in het gebruik van juist gekozen en gesproken woorden ligt de verspreiding van de liefde‑kracht van het zonnestelsel besloten, de kracht, die in stand houdt, sterk maakt en stimuleert. Slechts diegene, die iets weet van deze twee aspecten van de spraak, kan veilig voor de Inwijder staan en bepaalde klanken en geheimen uitdragen vanuit die Aanwezigheid, die hem medegedeeld zijn onder de behoefte van stilzwijgen.

De discipel moet leren het stilzwijgen te bewaren, wanneer hij tegenover het slechte komt te staan. Hij moet leren te zwijgen bij het lijden van de wereld, geen tijd te verspillen met ijdele klachten en met een demonstratie van droefenis, maar hij moet de lasten der wereld helpen dragen en al werkend geen kracht verspillen met spreken. Toch moet hij daar spreken, waar behoefte aan bemoediging bestaat en de tong gebruiken voor constructieve doeleinden; hij moet de liefde‑kracht van de wereld tot uitdrukking brengen, zoals deze misschien door hem heen stroomt, overal waar de kracht het best kan dienen om een last te verlichten of een druk op te heffen, terwijl hij daarbij steeds in gedachten houdt, dat naarmate het ras vorderingen maakt, het liefde‑element tussen de seksen en de uitdrukking daarvan op een hoger plan gebracht zal worden. Dan zal door het gesproken woord en niet zoals thans door de uitingen behorend tot het stoffelijk gebied, het besef komen van die waarachtige liefde, die degenen die één zijn in dienst en in streven, met elkaar verbindt. Dan zal de liefde tussen de leden van de menselijke familie de vorm aannemen van het gebruik maken van de spraak, teneinde te scheppen op alle gebieden en de energie, die nu bij de meerderheid tot uitdrukking komt door de lagere geslachts‑centra, zal overgebracht worden naar het keel-centrum. Dit is thans nog een ver verwijderd ideaal, maar zelfs nu kunnen sommigen zich dat ideaal voor de geest halen en trachten — door gezamenlijke dienst, liefdevolle samenwerking en eenheid van aspiratie, gedachte en streven — er een, hoewel niet altijd doelmatige vorm aan te geven.

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 76, 77.

2. De discipel, die tracht de poorten van inwijding binnen te gaan, kan dat niet doen, voordat hij de macht van het spreken en het zwijgen heeft geleerd... Voordat de mens de betekenis begrijpt van het gesproken woord en voordat hij de stilte der verheven plaatsen gebruikt om gewenste effecten op één of ander gebied teweeg te brengen, kan hij niet toegelaten worden tot die gebieden waarin iedere klank en ieder gesproken woord krachtige resultaten in stof van de één of andere soort veroorzaakt...

Mensen‑ en Zonne‑lnwijding. blz. 183.

3. De occulte betekenis van spreken... Hoe groter de vooruitgang is die gemaakt wordt langs het toegangs-pad tot de mysteriën, hoe groter de voorzichtigheid moet zijn die de aspirant in acht moet nemen (met spreken). Dit is om drie redenen noodzakelijk:

Ten eerste is hij ten gevolge van zijn stadium in de ontwikkelingsgang in staat aan zijn woorden kracht bij te zetten op een wijze die hem zou verbazen, als hij het op het mentaal gebied kon zien. Hij bouwt nauwkeuriger dan de gemiddelde mensen, zijn daarop volgende gedachtevorm is sterker bezield en hij vervult zijn functie waarop hij uitgezonden is met groter nauwkeurigheid door de 'Klank' of het spreken.

Ten tweede veroorzaakt ieder woord dat gesproken wordt en bijgevolg iedere gedachtevorm die wordt opgebouwd (tenzij langs het hogere pad en niet op de persoonlijkheids‑impulsen gebaseerd) licht een hinderpaal van mentale stof tussen een mens en zijn doel. Deze stof of afscheidende muur moet verdreven worden voor verdere vooruitgang gemaakt kan worden.

Ten derde is spreken in zeer ruime mate een wijze van gemeenschap op de fysieke niveaus; op de ijlere niveaus waarop de werker staat en in zijn verbindingen met zijn medewerkers en uitgekozen samenwerkers zal het een aldoor verminderende rol spelen. Intuïtieve waarneming en telepathische wisselwerking zal het onderling verkeer tussen aspiranten en discipelen kenmerken...

Indien de mens erin slaagt de betekenis te begrijpen van spreken, indien hij leert hoe te spreken, wat door spreken bereikt wordt en wat er gebeurt wanneer hij spreekt, is hij goed op weg om zijn doel te bereiken.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 759, 760.

4. ...Iedere goede spreker verricht een hoogst occult werk. Een goede spreker (bijvoorbeeld) is iemand die werk doet dat op kleine schaal analoog is aan wat door de Zonnelogos gedaan wordt, Wat deed Hij? Hij dacht, Hij bouwde, Hij bezielde. Een spreker zondert daarom het materiaal af waarmee hij zijn lezing zal opbouwen en dat hij gaat bezielen. Uit alle gedachtenstof van de wereld brengt hij de substantie bijeen die hij individueel tracht te benutten. Daarna bootst hij het werk van de tweede Logos na door het verstandig in vorm te bouwen. Hij bouwt de vorm op en wanneer hij geconstrueerd is, maakt hij hem af door de rol te spelen van de eerste Persoon van de Drie-eenheid, door zijn Geest, vitaliteit en kracht erin te leggen zodat het een trillende, levende manifestatie is.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 760.

5. In de openbaring op het fysiek gebied worden we door ons spreken gekend; we worden gekend door onze terughoudendheid, door de dingen die we zeggen en door de dingen die we ongezegd laten en worden beoordeeld naar de hoedanigheid van onze conversatie. We denken over mensen in termen van wat zij zeggen, want hun woorden onthullen het type van gedachtenstof waarin zij werken en de hoedanigheid van de energie of het leven dat zij achter hun woorden leggen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 761.

6. Door spreken wordt een gedachte opgeroepen en is aanwezig; ze wordt uit de abstractie en uit een nevelige toestand overgebracht en verstoffelijkt op het fysiek gebied, waarbij ze (konden wij het slechts zien) iets zeer bepaalds op etherische niveaus voortbrengt...

Spreken is één van de sleutels die de deuren van verbinding opent tussen mensen en ijlere wezens... Maar alleen hij die geleerd heeft te zwijgen en gekomen is tot de kennis van de tijden om te spreken kan deze sluier passeren en zekere esoterische kontakten leggen. Magie bestaat, wordt ons in de 'Geheime Leer' verteld, in het toespreken van de Goden in Hun eigen taal; daarom kan het spreken van de gemiddelde mens Hen niet bereiken.

Daarom moeten degenen die trachten de occulte taal te leren, degenen die vurig verlangen zich bewust te worden van de woorden die door zullen dringen tot de oren van degenen die aan de andere zijde staan en degenen die trachten de formules en zinnen te benutten die hun macht zullen geven over de Bouwers, hun vorig gebruik van woorden afleren en zich onthouden van de gewone methoden van praten. Dan zal de nieuwe taal de hunne zijn en zullen de nieuwe uitdrukkingen, woorden, mantrams en formules aan hun zorg worden toevertrouwd.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 761, 762.

7. Het doel van alle spraak is om gedachten in te kleden en op die wijze onze gedachten aan anderen door te geven. Wanneer wij spreken, roepen wij een gedachte op. Wij brengen hetgeen in ons vermogen is, tot hoorbare expressie. Spraak openbaart en juist spreken kan een vorm van weldoende uitwerking scheppen, evenals verkeerd spreken een vorm kan produceren die een kwaadaardige bedoeling heeft.

Een Verhandeling over Witte Magie. blz. 107.

8. In laatste instantie is het voornaamste probleem van wereldbestuur het verstandig gebruik van denkbeelden. Op dit gebied doet de kracht van spreken zich gevoelen, juist zoals op godsdienstig en opvoedkundig terrein de kracht gevoeld wordt van het geschreven woord en van de gedrukte letter. Op politiek gebied worden de massa's opgezweept door hun woordvoerders en nooit zo erg als tegenwoordig door het gebruik van de radio. Grote denkbeelden — theorieën over dictatuur, communisme, nazisme, fascisme, marxisme, nationalisme en democratische idealen — worden zonder ophouden in de oren van het publiek gehamerd. Methoden van regeren worden door deze of die groep van denkers aan het publiek voorgelegd, het geen tijd latend ze te overwegen of helder er over na te denken. Gevoelens van rassenafkeer worden verspreid en persoonlijke voorkeur en droombeelden komen tot uitdrukking waarbij de onnadenkenden misleid worden. De mens die een gladde tong heeft, de mens die de gave heeft met woorden te spelen en die met nadruk de grieven van het volk kan vertolken, de goochelaar in statistieken, de fanaticus met een zeker en onfeilbaar geneesmiddel voor sociale misstanden en de mens, die ervan houdt rassenhaat aan te wakkeren, kan altijd op volgelingen reken. Dergelijke mensen kunnen zonder moeite het evenwicht van de maatschappij ontwrichten en een groep van onnadenkende aanhangers naar een kortstondig succes en macht of naar ongenade en vergetelheid voeren.

De Nieuwe Psychologie, I. blz. 148, 149.

9. Laat ieder van u zijn tong leren beheersen, waarnaar u dikwijls gestreefd hebt, maar waartoe u zelden in staat bent geweest en bedenk daar dan bij dat de machtigste factor hierbij een liefdevol hart is. Angstaanjagend onbezonnen spreken, verachtelijke praatjes, wrede toespelingen, wantrouwen, het toeschrijven van verkeerde en slechte motieven aan personen en volkeren en de uiteenlopende geesteshoudingen, welke de diverse naties in de wereld van elkaar gescheiden hebben, vieren tegenwoordig hoogtij en hebben de wereld in zijn huidige benarde toestand gebracht. Men komt er zo gemakkelijk toe dezelfde spreek‑ en denkgewoonten aan te nemen die men om zich heen aantreft en te ontdekken, dat men deelneemt aan haatgedachten en aanvallen. Verzet u met hand en tand hiertegen en zeg niets wat haat en wantrouwen zou doen ontvlammen ten opzichte van enig ras, persoon, groep, leiders van groepen en volkeren. U zult bijzonder op uw hoede moeten zijn, zodat zelfs bij de verdediging van dat, wat u uit persoonlijk of nationaal standpunt goedkeurt, u geen haatgedachten toelaat, wat het breken van de wet van liefde betekent — de enige wet, die de wereld kan redden. Misschien zal de sleutel tot uw succes in deze de stilte van een liefdevol hart blijken te zijn.

Het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. blz. 74.

10. ...Dit is een proef waardoor ik kan oordelen of u in staat bent het stilzwijgen te bewaren tot het niet langer nodig is. Ook dit geldt als een beslissende factor voor mij. Stilzwijgen is één der eerste vooropgestelde vereisten voor inwijding, iets dat iedere discipel bepaald moet leren.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, I. blz. 67.

11. ...Leer... wanneer te spreken en wanneer te zwijgen, daarbij bedenkend dat het verwijderen van bezitzucht en van verwijzen naar zichzelf de spraak tot haar geestelijke essentie zal terugbrengen.

Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk, II. blz. 435.

Top | Inhoud

[162] GEEST

1. De aard van de Geest kan slechts op intelligente wijze onthuld worden aan de hogere graden van de ingewijden, dat is aan degenen die (door middel van het werk dat tot stand gebracht wordt in de derde inwijding) in bewust contact gebracht zijn met hun 'Vader in de Hemel', de Monade. Esoterische studenten, discipelen en ingewijden van lagere graad zijn bezig contact te leggen met de ziel of het tweede aspect en pas wanneer dit contact definitief gelegd is kan het hoger begrip in overweging worden genomen.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 957.

2. Het doel van verwezenlijking voor de mens is bewustzijn van de aard van de Ziel, het middel waardoor het Geestaspect altijd werkt. Het is voor hem niet mogelijk meer te doen. Wanneer hij geleerd heeft als ziel te functioneren, gescheiden van de drie werelden, dan wordt de mens een bewust gemeenschappelijk werkzaam deel van die Ziel die al wat in openbaring is doordringt en vervult. Dan eerst wordt het zuivere licht van de Geest per se zichtbaar voor hem door een juiste waardering van het Juweel dat in het hart van zijn eigen wezen verborgen ligt; dan pas wordt hij zich bewust van dat grotere Juweel dat in het hart van zonne‑openbaring verborgen ligt. Zelfs dan, in dat gevorderd stadium, is al waar hij zich bewust van kan zijn, waarmee hij contact kan maken en waarvan hij zich een beeld kan vormen, het licht dat uit het Juweel afkomstig is en de straling die de innerlijke glorie versluiert.

...Het is daarom voor ons nutteloos te bestuderen en te beschouwen wat de ingewijde van hoge graad alleen vaag kan aanvoelen; het is voor ons nodeloos naar termen te zoeken om uit te drukken wat veilig verborgen ligt achter alle denkbeelden en al het denken, wanneer het denken zelf niet op volmaakte wijze begrepen wordt en het mechanisme voor het begrijpen niet volmaakt is. De mens zelf — een groot en specifiek denkbeeld — kent de aard niet van wat hij bezig is te trachten uit te drukken.

Al wat we kunnen doen is het feit beseffen dat DAT bestaat, dat echter tot nu toe niet bepaald kan worden; er ons bewust van worden dat een centraal leven hardnekkig volhoudt dat de Ziel doordringt en bezielt en tracht de vorm te benutten waar de ziel zich door uitdrukt. Dit kan gezegd worden waar te zijn voor alle vormen, voor alle zielen, menselijk, beneden-menselijk, planetair en solair.

Een Verhandeling over Kosmisch Vuur. blz. 959, 960.

Top | Inhoud