Een vlam met vele vonken

De geestelijke aspirant volgt een pad naar het licht en daarmee komt een dieper besef van de overvloed van het Leven. Door contact te maken met het licht in jezelf, ontstaat er een bewustzijn van de verbindende aard van het licht en zijn universaliteit. Deze energie van het universum stroomt door alle vormen – er is maar “Eén Vlam doch vele vonken van verschillende helderheid in die Vlam”.1 Het licht is één en de energie is één – dat is de heerlijkheid van het grote eeuwige Licht.

Door dagelijkse geestelijke oefening raken we geleidelijk gewend aan deze overvloedige energie die in het wachtende en ontvankelijke denkvermogen stroomt. We beginnen te erkennen dat deze energie door ons heen werkt, dat het via ons verstand en hart naar de wereld uitstraalt. Het is geen licht dat we voor onszelf verwerven: het is licht waar we ons op afstemmen om met anderen te delen. En terwijl het onze geest verlicht, beginnen we te zien wat innerlijk als een hinderpaal voor het licht werkt, onze onvolkomenheden die de uitstralende kracht, die ons inspireert om dit zuiverende pad te bewandelen, vervormen en beperken. Het licht heeft daarom een verlossende kracht die transformatie, meer begrip en een meer inclusieve visie brengt. Dankbaarheid, grootmoedigheid van geest en een verlangen om licht, liefde en begrip te delen komen naar degenen die het licht ingaan. De overvloed ervan wordt erkend, want overal wordt licht gezien dat zich uitstort door individuen en groepen heen. Zo wordt het goddelijke Plan ten zeerste aangevoeld en wordt een verlangen opgeroepen om dat Plan te dienen.

Driehoeken is een wonderbaarlijk effectieve manier om het Plan te dienen en de overvloedige energie te delen waarmee door spirituele oefening contact wordt gemaakt. Elke Driehoek past binnen het grote netwerk van licht en goede wil en heeft een krachtige invoed op het netwerk omdat elk lid van Driehoeken, zoals hij of zij zich verbindt met de twee andere lichtpunten, in contact staat met het Ene overvloedige licht. Die overvloed overspoelt het netwerk van licht en goede wil door de intentie, aandacht en verwachting van al zijn leden en brengt dat licht en die goede wil over naar de harten en denkvermogens van de mensen overal ter wereld, zodat ze een groter vermogen hebben om het Plan op aarde te verankeren.

Wanneer de toenemende aantallen van degenen die namens de mensheid met licht werken voldoende verenigd raken, zal hun straling in alle natuurrijken zeker voelbaar zijn. Dit is het “overvloediger leven” waarover de Christus spreekt2 en het doel van de mensheid om deze geestelijke energie door te geven aan de lagere natuurrijken zal uiteindelijk haar triomf kennen en licht, liefde en Leven naar de hele Aarde brengen.

1. Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk , Vol. II, p. 626
2. Een Verhandeling over Witte Magie, p. 91