Het onderwerp dood roept bijna een universele angst op, en misschien zal een dieper begrip in het bewustzijn tenslotte een eind maken aan deze angst. Naast deze mogelijkheid die we ernstig moeten ne­men (maar ook gedeeltelijk erdoor) brengt zo'n be­grip een diepgewortelde, ingrijpende transformaties tot stand over hoe wij over onszelf en de wereld denken, en dus over hoe wij ons leven leiden. Men kan stellen, dat binnen de wereld van bewustzijn, als een aspect van het bestaan, de mensheid haar we­zenlijke éénmakende staat vindt, haar bron van licht en liefde en het daaraan ten grondslag liggende doel. Wellicht zijn de veranderingen als gevolg van zulke een groeiend begrip zo groot, dat zij in het opko­mende tijdperk een verenigde, vrijere uitdrukking van ons planetaire leven tot stand zullen brengen, wat zich dan zal uiten als harmonische relaties tus­sen alle levende wezens.

Wij kennen en ervaren het bewustzijn allemaal door fysieke sensatie, emotionele reactie, beelden binnen de verbeelding of geconcentreerd mentaal gericht zijn, om een paar bekende voorbeelden te noemen. Het is zonneklaar dat het onze gedachten en gevoelens zijn die ons fysieke lichaam doen be­wegen en het tot de een of andere activiteit aanzetten – onze acties en woorden brengen onze gemoedstoe­stand over en de gevoelens die wij ervaren. Vanuit dit gezichtspunt kan bewustzijn gezien worden als de creatieve, oorzakelijke factor en de vorm als het daaruit voortvloeiende effect - de manifestatie en belichaming van het bewustzijn. Nemen wij dit idee wat verder dan zouden we kunnen zeggen dat het bewustzijn de vormaard schept, doordringt en be­paalt, en die vormaard nodig heeft om zich uit te drukken - dit is het oude Oosterse gezichtspunt van de fundamentele aard van bewustzijn en zijn ver­houding tot de vorm. In zijn boek Het Tibetaanse Boek van Leven en Dood, zegt Sogyal Rinpoche: "OP het ogenblik is ons lichaam ongetwijfeld het centrum van ons hele universum. Zonder erbij na te denken associëren wij het met ons zelf ... en deze onbezonnen, verkeerde associatie versterkt voortdu­rend onze illusie van hun onafscheidbare, concrete bestaan ... Wanneer wij sterven valt deze hele sa­mengestelde constructie plotseling in stukken. Wat gebeurt is, om het heel simpel te stellen, dat bewust­zijn ... zonder het lichaam blijft bestaan...." '.

Het moderne Westerse gezichtspunt schijnt pre­cies het tegengestelde te zijn; het stelt vast, dat het de vorm is die verschillende uitdrukkingswijzen van gewaarwording doet ontstaan als gevolg van gecom­pliceerde biologische processen. Dit betekent dat met de dood en ontbinding van het fysieke lichaam wij uiterlijk ons bestaan eindigen. Ook al is dit de duide­ lijke theorie van de Westerse wetenschap, het is niet de enige theorie die naar voren is gebracht om te proberen de oorzaak en het bestaan van het bewust­zijn te verklaren. Sommige moderne denkers bieden een gezichtspunt dat het Oosterse gezichtspunt bena­dert, ni. dat dromen op zich in feite een soort actie zijn en voor hun bestaan en functioneren niet afhan­kelijk zijn van de aard van het fysieke lichaam: bijna-dood ervaringen, door zoveel mensen aan onderzoe­kers verteld, leveren het bewijs voor het voortbe­staan van leven en bewustzijn na de fysieke dood.

Zelfbewustzijn

Om mogelijke verwarring op te helderen kan het nuttig zijn na te denken over het verschil tussen be­wustzijn als een genetische term en het bewuste ge­waarworden van de mens. Het wondervolle mecha­nisme van het menselijke lichaam is door de Wes­terse wetenschap onderzocht en hoe meer men er zich in verdiept, hoe wonderlijker het wordt. Elke cel of groep cellen in het lichaam heeft een eigen functie. De cel heeft zijn eigen bewustzijnssfeer en dat wordt getoond inde functies die hij uitvoert; b.v., sommige bewegen zich en voelen letterlijk de weg die ze moeten gaan of herkennen welke cellen van hetzelfde organisme zijn, d.w.z. deze die deel uit­maken van het lichaam als geheel, of deze die er vreemd aan zijn. Dit vermogen tot herkennen is zeer zeker een soort van gewaarwording, al is het wel duidelijk dat deze cellen niet die bewuste gewaar­wording hebben waardoor hun activiteiten te verge­lijken zijn met deze van de mens. Zelfbewustzijn schijnt nog het voorrecht van de mens te zijn, die in een volledig deelnemende bewuste gewaarwording zijn eigen activiteiten kan richten, wat door zijn vrijheid van wil bepaald wordt. Bovendien kunnen wij de kenner herkennen, evenals het veld van ken­nis en het medium waardoor wij weten. Met andere woorden, wij kunnen een observerend, waarnemend zelf identificeren - het "IK", de speciale sfeer van gewaarwording of kennis, en de vorm waardoor het zelf waarneemt. Daardoor zijn alle wezens doortrok­ken van bewustzijn, maar hebben zij niet allemaal noodzakelijk het vermogen tot bewust of welbewuste gewaarwording, wat werkelijk afhankelijk is van de waarneming van de persoonlijkheid. Fritjof Capra merkt op: "Gewaarwording van de omgeving ... is een eigenschap van waarneming op alle levens­niveaus. Zelfbewustzijn wordt zover wij weten al­leen gemanifesteerd in de hogere diersoorten, en ontvouwt zich ten volle in het menselijke denkver­mogen. Als mensen zijn wij ons niet alleen bewust van onze omgeving, maar ook bewust van onszelf en onze innerlijke wereld. Met andere woorden, wij zijn ons bewust dat we bewust zijn. Wij weten niet alleen, wij weten dat wij weten". 2

Bewuste overgang

Dromen, waken, geboren worden, sterven - be­tekenen allemaal een verandering of overgang van de ene sfeer van bewustzijn in een andere. Wanneer we in slaap zijn gevallen en in onze droomwereld zijn binnengetreden, zijn de meesten van ons onbe­wuste deelnemers aan de activiteiten van het dro­men. Wij worden van de ene vreemde gebeurtenis naar de volgende gezweept en ervaren vaak in een enkele nacht een enorme complexiteit van emotio­nele of mentale uitdrukking, evenredig aan ons wa­kende bewustzijn. En toch zijn er mensen die actief kunnen deelnemen en welbewust, of bewust, invloed op hun subjectieve omgeving uitoefenen. Dit noemt men lucide of heldere droom. Een heldere droom is een droom waarin men zich actief bewust is dat men droomt. In zo'n droom, waar dit bewustzijn los staat van de inhoud van de droom, kan men het verhaal en de karakters zelfs gaan manipuleren om een ge­wenste situatie te scheppen.3

De levende en levendige realiteit van een heldere droom dwingt iemand die deze droom ervaart van hetgeen zij waarnemen als de realiteit van hun wa­kend leven, te transformeren en opnieuw te beschouwen.4

Er zijn andere gevallen waarin men ontwaakt is, maar toch door een ander bewustzijnsvoertuig werkt dan het fysieke lichaam - zoals de vele gevallen die gemeld worden over zgn. ervaringen van uittredin­gen. Veel patiënten hebben zo gezien dat zij gereanimeerd werden, of dood werden verklaard, en momenten konden herinneren, of zelfs de woor­den van de dokter nadat zij tenslotte weer tot be­wustzijn gekomen waren, ook al waren zijzelf zich volkomen onbewust van de wereld (in de gewone zin) op dat moment. Deze verhalen verschaffen het bewijs voor het gezichtspunt dat "het bewuste zelf dat tijdens het fysieke leven buiten het lichaam kan functioneren, na de scheiding van het lichaam bij de dood ook volledig onafhankelijk daarvan kan func­tioneren".5

Er wordt gezegd dat sommigen die ervaring heb­ben met mediteren bewust in de slapende toestand kunnen treden en hun bewustzijn van het fysieke lichaam naar hogere bewustzijnsgebieden kunnen "abstraheren" of onttrekken - en dat met volledige kennis van het proces en de techniek en bewust ge­waarwording van hun innerlijke omgeving. Er wordt gezegd, dat een gelijksoortig proces wordt gevolgd tijdens de dood. In de Tibetaanse Boeddhistische tra­ditie is er een oefening die zich concentreert op het proces van slapen en sterven, die de student de mo­gelijkheid biedt om gedurende deze twee processen bewust te worden - dat is droom yoga. Naar hun opvatting is het proces van de doodde grootste gees­telijke gelegenheid in iemands leven en er zijn ma­nieren ontworpen om de dood op een wetenschappe­lijke manier te gebruiken om tot spirituele bevrij­ding te komen. Droom yoga begint met het beoefe­nen van de kracht van visualisatie - het visualiseren van het "ontbindingsproces” wanneer men in slaap valt, zijn subtiele lichaam het fysieke lichaam ziet verlaten en ziet binnentreden in wat het "heldere licht­ niveau van bewustzijn" genoemd wordt. Wanneer men sterft treedt men binnen in "het heldere licht van de dood". Dit alles heeft "een proces van ont­binding" tot gevolg, "een terugtrekken" van het be­wustzijn. Hopelijk kunnen deze technieken gewij­zigd worden zodat zij op grotere schaal aanvaard kunnen worden, want in de meeste delen van de we­reld is er "nu een groot verschil tussen de weten­schappelijke methode om mensen in incarnatie te brengen en de volkomen blinde en vaak beangsti­gende en zeker onkundige manier waarop wij hen uit incarnatie brengen". 6

Ontwikkelende visie

Het is dit abstractieproces, van het terugtrekken van zijn bewustzijn van zijn normale toestand naar andere, hogere staten van gewaarwording buiten het stoffelijke gebied, dat als schakel beschouwd kan worden tussen slapen, dromen en dood en als basis van de voortzetting van het bewustzijn.

Tot nu toe zijn er twee aspecten van bestaan ge­noemd en uitgewerkt: die van de vorm en die van het bewustzijn - wij zijn ons fysieke zelf en worden toch vele andere gebieden gewaar - onze fysieke, gevoels- en mentale aard b. v. Er is een derde aspect, het levensaspect, dat de vorm en verschillende sfe­ren van bewustzijn in staat stelt te bestaan, en dat het verschil is tussen dromen/slapen en sterven. Tijdens de slaap worden onze fysieke lichamen in hun we­relds bestaan ondersteund, terwijl ons bewustzijn aan andere bewustzijnsgebieden onttrokken wordt. Bij de dood wordt zowel leven en bewustzijn uit het fy­sieke lichaam teruggetrokken, zodat de persoon die "is overgegaan" (dat is naar een andere sfeer van gewaarwording) in werkelijkheid leeft maar met het levensaspect dat nu "verankerd" is in een lichaam van gewaarwording, anders dan het fysieke.

Alice Bailey heeft de volgende bemoedigende woorden: "Is het onmogelijk zich een tijd voor te stellen waarin sterven een triomfantelijk einde van het leven is? Is het onmogelijk zich de tijd voor te stellen dat de uren, doorgebracht aan het doodsbed, slechts een glorieus voorspel zijn van een bewuste uittreding? ... Kunt u de tijd niet visualiseren waarin in plaats van tranen en angst en de weigering het onvermijdelijke te erkennen, de stervende persoon en zijn vrienden het samen eens zouden worden over het tijdstip en dat uitsluitend geluk de overgang zou kenmerken? Dat er in de gedachten van zij die ach­terblijven geen verdriet opkomt en doodsbedden be­schouwd worden als gelukkiger gelegenheden dan geboorten en huwelijken"?7

Men kan zeggen dat de mensheid op weg is om haar subjectieve aard te overwinnen, evenals ze haar zuiver fysieke intelligentie en activiteit heeft over­wonnen (hoewel niet de waarden die staan voor een meer verlichte activiteit). En dit innerlijke proces van meesterschap begint langzaam duidelijk te wor­den door de nieuwe waarden die opkomen. Dat zal zeer zeker ook leiden tot een toename van bewust dromen en tot een wetenschap die steeds meer men­sen in staat zal stellen om welbewust, sereen en vol vreugde door het portaal van de dood te gaan.

Wanneer de mensheid haar ogen opheft, weg van de wereld van vorm en ophoudt zich uitsluitend te identificeren met deze wereld en baar materiële aard en waarden, en in plaats daarvan haar ogen opricht en zich identificeert met de wereld van bewustzijn met haar uitbreidende en potentieel meer omvattende waarden, zal zij de eerste stap doen naar het vinden van haar innerlijke bron en wezen, wier aard eenheid en bevrijdende verbondenheid is. De wereld van bewustzijn trekt onze materiële waarden in twijfel en samen ook het gehele gedachteleven dat de mens­heid omtrent leven en werkelijkheid heeft opge­bouwd, en kan aldus het menselijke denkvermogen bevrijden van zijn huidige opgelegde beperkingen. Wanneer grotere aantallen mensen geloven, dat vorm een uitdrukking van bewustzijn en een te voorschijn komende subjectieve hoedanigheid is, kunnen we goed op weg zijn om de sleutel naar wereld-­transformatie te vinden, die te voorschijn moet ko­men uit een verandering in het bewustzijn. Dat is een belangrijke verwezenlijking waar de mensheid zo zelfzeker lijkt op weg naar te zijn. Wij allemaal kunnen ons bewustzijn bewust en met belangstelling onderzoeken, en zodoende letterlijk een nieuwe, le­vende realiteit openen als een veld voor ontdekking en creativiteit.

1. Sogyal Rinpoche, Het Tibetaanse Boek van Leven en Dood blz.241-2. Rider, London, 1992.

2. Fritjof Capra, Het Levensweb blz.278. HarperCollins, London, 1996.

3. Francisco J. Varela (ed.), Slapen, Dromen en Sterven blz.101. Wisdom Publications, Boston, 1997.

4. Malcolm Godwin, De Heldere Dromer blz.10. Element Books, Shaftesbury and Rockport, 1994.

5. David Lorimer, Overleven? blz.6. Routledge, London, 1984.

6. Alice Bailey, Een Verhandeling Over Witte Magie blz.499. Lucis Publishing Co., New York, 1934.

7. Ibid., blz.499-500.

____________________________________________________________________________

GOEDE WIL IS… voor hen die te maken hebben met de overgang van incarnatie naar het grotere leven een essentiële kwaliteit.

Houd contact

Wereld Goede Wil in Sociale Media