Ondanks Campagnes voor Stadsbestuur, en Veiligheidsregelingen van UN-HABITAT, leeft vrij­wel een derde van de stadsbevolking in de wereld in achterbuurten, zonder toegang tot behoorlijke huisves­ting of fundamentele diensten, en in buurten waar ziekte, analfabetisme en misdaad tieren. 1 Verder is er het besef dat de kwetsbaarheid van steden toeneemt door de extreme weersomstandigheden, terwijl de ach­terbuurten van de stad tegelijkertijd zich uitbreiden tot gebieden die kwetsbaar zijn voor overstromingen, grondverschuivingen en -verzakkingen, industriële ver­vuiling, en andere gevaren.2

Volgens Daniel Biau, directeur van UN-HABITATS Regionaal en Technisch Samenwerkingsbureau "zijn achterbuurten economisch van nut, een weerspiege­ling van sociaal maatschappelijke indeling , en een cen­trum van menselijke veerkracht ... zij zijn geen mis­lukking van de markt maar een succes van de markt … ." Achterbuurten huisvesten een derde van de stads­bevolking in de wereld en terwijl zij de voornaamste fysieke uitdrukking zijn van stadsarmoede, laten zij toch toe dat mensen goedkoop in steden worden ge­huisvest. Voordat het een probleem is zou men dus kunnen stellen, dat achterwijken in een bepaald sta­dium van economische ontwikkeling een oplossing zijn. Zij waren een oplossing in het Victoriaanse Londen en zijn op het ogenblik een oplossing in Mumbai, in de Dharavi wijk.

Over de hele wereld zijn achterbuurten verschil­lend. Sommige achterbuurten zijn dicht bevolkt, an­dere minder dicht. Zij zijn echter een teken van maat­schappelijk onrecht daar de arme mensen verstoken zijn van de weldaden van het stadsleven. Toch kun­nende arme mensen van de stad, die experts zijn in het overleven in een vaak vijandige omgeving, dynami­sche, energieke ondernemers worden, die hun eigen werkgelegenheidskansen scheppen, en buurtgroepen vormen om hun belangen te verdedigen, terwijl zij al doende hun omgeving transformeren.3

De uitdaging om een einde te maken aan stedelijke indeling is indrukwekkend en er zijn veel groepen en NGO's op de wereld die de uitdaging aanpakken, met inbegrip van de volgende drie voorbeelden: Slum Dwellers International (SDI), die zich onlangs heeft aangesloten bij UN Habitat Cities Alliance Project, is een internationaal netwerk van arme stedelingen, die georganiseerd zijn in federaties, lopend van straatbewoners in Muinbai tot bewoners van hokken in Zuid-Afrika. SDI probeert de strijd aan te binden met rege­ringen en staatsinstellingen om de meest aan de zelf­kant van de maatschappij levende en de meest kwets­bare mensen te helpen houvast te krijgen, en ben be­hoorlijke, betaalbare huisvesting in de steden te ver­schaffen. SDI loopt van groepen van een paar honderd in Zambia tot meer dan anderhalf miljoen in India. De strategie van SDI heeft haar lasteraars, die betogen dat ze te nauw samenwerkt met onderdrukkende regimes, en deze daardoor geloofwaardigheid geeft; het tegenargument is echter, dat afspraken resultaten opleveren.4

De Aziatische Coalitie voor Recht op Huisvesting is een regionaal zetwerk van maatschappelijke organi­saties van gewone mensen die zich bekommeren om armoede in de steden. Een voorbeeld van hun werk is het Baan Mankong Community Upgrading Program, dat in 226 steden wordt uitgevoerd. Er zijn bijna 500 projecten, die mensen uit 957 bevolkingsgroepen in 75 provincies beslaan. De concentratie ligt op beveili­ging van landbehoud en collectieve landpacht of coö­peratieve landeigendom voor gemeenschappen, die voordien verjaagd dreigden te worden: bijvoorbeeld, een gemeenschap aan de kant van de weg die verjaagd dreigde te worden sloot zich bij anderen aan om met een gemeenschappelijke lening in de buurt land te ko­pen.5

De Building and Social Housing Foundation (BSHF) is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie, die in het Verenigd Koninkrijk en internationaal werkt, en duur­zame ontwikkeling en innovatie in huisvesting propa­geert; hun onderzoek richt zich wereldwijd op een hele reeks huisvestingskwesties. Een kwestie waarmee zij zich onlangs bezig heeft gehouden betreft de rechten van Zigeuners en Reizigers, die overal discriminatie ontmoeten en beschouwd worden als degenen, die de minste levenskansen hebben van elke willekeurige et­nische groep in het Verenigd Koninkrijk. In juni 2007 organiseerde de BSHF een raadpleging, bracht men­sen met ervaring en deskundigen bij elkaar om ideeën en praktische manieren te helpen identificeren en ont­wikkelen om aan deze uitdaging het hoofd te bieden. Een ander recent initiatief was een Internationaal Studie­bezoek aan de Johannesburg Housing Company - de winnaar van de Wereld Habitat Prijs van 2006 - om een grondig begrip te krijgen van hun technieken, stra­tegieën en projectmanagement om gebouwen in het centrum van de stad voor hergebruik aan te passen voor gemengde verhuring, betaalbare huurbehuizing, samen met de regeneratie van het omringende gebied.6

Hoewel internationaal wordt aangenomen dat het noodzakelijk is de armoede in de steden aan te pakken moet er op landelijk niveau nog veel gebeuren, vooral in de minst Ontwikkelde Landen, die snel verstede­lijken zonder voldoende institutionele hulpbronnen. De oplossing vereist politieke wil en voorkeursbehande­ling, evenals een holistische benadering op alle niveaus, inclusief economie, huisvesting, plaatselijk bestuur en werkgelegenheid. Alleen dan zal de stedelijk ingedeelde stad de meer inclusieve stad worden.7

1. Informatie over UN-HABITAT website, www.unhabitat.org

2. UN-HABITAT Global Report on Human Settlements 2007. Foreword by Ban Ki-moon, Secretary – General United Nations.

3. Uit: Three things we should know about slums, available on www.unhabitat.org

4. www.sdinet.org

5. www.achr.net

6. www.bshf.org

7. Zie 3.

Houd contact

Wereld Goede Wil in Sociale Media