Voedsel is een van de weinige absoluut noodzakelijke basisbehoeften voor het leven op het aardse vlak. In een tijd waarin stijgende voedselprijzen, voedselrellen en het schrikbeeld van honger in delen van de wereld overal de gedachten van de mensen bezighouden, is het goed een onderzoek in te stellen, naar de betekenis van voedsel en onze opstelling daar tegenover.
Een van de oudste sociale overblijfselen van vroeg menselijk bestaan zijnde grotschilderingen. Die zijn hoofdzakelijk in Europa gevonden, waarvan sommige 20.000 jaar oud zijn, hoewel er ook over de hele wereld exemplaren te zien zijn. Onder vele dingen vertellen deze schilderingen ons, dat jagen op voedsel een ritualistische gemeenschapsactiviteit was. Er zijn volop speculaties over de vorm van deze ceremonieën. Maar een favoriete theorie is, dat ze zich concentreerden rond een sjamaan, die met de geesten van de dieren communiceerde om hun hulp te vragen bij het verschaffen van voedsel aan de gemeenschap. Daardoor zijn wij te weten gekomen dat voedsel niet alleen een fysieke noodzaak is, maar dat, juist daardoor, mensen in alle maatschappijen van de wereld en door heel de geschiedenis er een sociale betekenis en spirituele macht aan gegeven hebben. Zij hebben deze ideeën vorm gegeven in patronen van delen en wederzijdse steunverlening en in de grote rituelen die te vinden zijn in alle spirituele tradities, die het hart van gemeenschappen overal inspireren en versterken. Dit patroon is blijkbaar uit het oog verloren in onze moderne tendens om op elk moment van de dag of de nacht een tussendoortje te gebruiken. En voor kantoormensen is vooral het middagmaal gewoonlijk niet een gelegenheid voor gezelligheid, maar een gehaast bijtanken aan hun bureau.
In veel maatschappijen wordt voedsel niet alleen beschouwd als een heilige zorg, maar ook als een viering van gemeenschappelijkheid. Het is een spirituele vreugde en plicht de vreemdeling en de reiziger aan je tafel te verwelkomen en hem te eren en te voeden. Familie bijeenkomsten en gemeenschappelijke vieringen zoals huwelijken en andere overgangsriten hebben vaak uitgebreide feesten met zich gebracht, die veel gezelligheid boden. Ook in onze huidige seculiere wereld met haar versplinterde 'nucleaire' gezin, houdt de dagelijkse routine nog normaal in, dat men op zijn minst voor één maaltijd per dag bijeen zit, en soms de maaltijd nog vooraf laat gaan door een dankgebed.
Een meer ascetische benadering van voedsel wordt in veel kloosters gevonden, waar de monniken de gewoonte hebben in stilte te eten, terwijl zij naar het voorlezen uit de Heilige Schrift luisteren. Dit symboliseert het feit, dat niet alleen ons lichaam voedsel nodig heeft, maar ook ons denkvermogen. Zonder consumptie van voedsel zal ons lichaam tenslotte sterven, zonder ideeën te stimuleren zal het denkvermogen ook atrofiëren.
Een kenmerk van alle spirituele tradities is de aanmoediging - soms vereiste - dat de volgelingen ervan perioden van vasten ondergaan. Twee voorbeelden zijn de Ramadan in de Islam, en de Veertigdaagse Vasten in het christendom. De grote oosterse religies hebben ook hun traditionele tijden om te vasten. Daar zijn verschillende redenen voor. Een daarvan is dat het helpt voor onszelf aan te tonen, dat wij onze begeerten en eetlust kunnen beheersen. Een ander is, dat zich bewust van voedsel onthouden helpt om voor fouten en zonden te boeten.
Voedsel wordt door de grote spirituele leiders van de mensheid vaak gebruikt als symbool van juiste verhoudingen. "Want ik was hongerig en u hebt mij gevoed", zei de Christus in het Nieuwe Testament. Hoe men over voedsel denkt en het verdeelt is dus een goede lakmoes test van menselijke motivatie. Wanneer wij door persoonlijke overwegingen gemotiveerd worden, dan worden onze activiteiten naar zelfzuchtige doeleinden gericht, met vaak schadelijke gevolgen voor de maatschappij en het milieu. Maar, gemotiveerd door de ziel, richten de menselijke creativiteit en het genie zich op dienstverlening en het goede voor het geheel.
Hoe beschouwt en verdeelt de mensheid nu het voedsel? Het verdient de aandacht dat de regeringspolitiek in de ontwikkelde wereld sinds de Tweede Wereldoorlog de landbouw met subsidies gesteund heeft om zeker te stellen, dat er volop voedsel voor iedereen beschikbaar zou zijn en dat honger en ondervoeding de bevolkingen nooit meer zouden teisteren. Dit prijzenswaardige motief heeft een overvloed aan voedsel tot gevolg gehad. De keerzijde van deze politiek was echter, dat voedseloverschotten op wereldmarkten werden gedumpt, met als gevolg dat vele zich ontwikkelende wereldboeren werden verdrongen, daar zij niet in staat waren te concurreren tegen zulke kunstmatig lage prijzen, en resulterend in voedseltekort op verschillende plaatsen. Het is echter een bewijs voor het feit, dat de ziele-beginselen van liefde en verantwoordelijkheid opkomend zijn dat, wanneer ook maar er grote voedseltekorten in de wereld zijn, de hulporganisaties in; actie komen en de financiële bijdragen van mensen van goede wil van over de hele planeet naar het transport en de verdeling van voedsel leiden om het lijden in de betreffende gebieden te verlichten.
Nu echter, in 2008, wordt de wereldgemeenschap geconfronteerd met een voedselcrisis, die niet lijkt op enige voorgaande. Het Wereld Voedselprogramma omschrijft het als "een stille Tsunami". Deze wordt veroorzaakt door het samenvallen van verschillende factoren: De belangrijkste daarvan zijn: het toenemende percentage land dat niet bebouwd kan worden; de stijgende prijzen van fossiele brandstof, wat een direct effect op de voedselprijzen heeft, waardoor, ze boven de koopkracht van de heel arme mensen zijn komen te liggen; het gebruik van de oogst om er biobrandstof van te maken - met andere woorden om eerder auto's dan mensen te voeden; en de toenemende vraag in China en India naar een meer westerse stijl dieet.
Wat kunnen mensen van goede wil daaraan doen? 'Voed de Wereld' is de slogan waarmee wij moeten werken. Het eerste waaraan wij kunnen denken, is wellicht, ermee ophouden aan voedsel te denken als aan een handelsartikel en opnieuw beginnen eraan te denken als iets speciaals en iets dat heilig is voor ons allen. Terwijl speculanten toekomstig voedsel kunnen kopen als een handelsartikel en het opbergen met hoge prijzen, is voedsel als een heilige verantwoordelijkheid er voor allen wanneer dat nodig is. Het tweede wat de meesten van ons in de ontwikkelde wereld moeten doen is minder eten. Een van de ironieën van de huidige wereldsituatie is het gelijktijdig bestaan van een grote epidemie van overgewicht en andere ziektes van overdadige consumptie in het welvarende westen, terwijl de mensen elders steeds verder de armoede in gedreven worden en toenemende miljoenen kinderen speciaal nu ondervoed zijn.
Iets anders wat wij kunnen doen is de kwestie aan te pakken van het aantal mensen dat de planeet praktisch kan onderhouden. Het is duidelijk dat een verdere exponentiële toename van de bevolking simpel niet houdbaar is. Wij moeten erkennen dat, indien wij als wereldgemeenschap deze kwestie niet aanpakken, de Natuur dat zal doen op haar - in onze ogen niet discriminerende - manieren van honger, oorlog en ziekté. Is het niet veel beter deze keer te proberen de weg van liefhebbende toegepaste intelligentie te gaan? Wij hebben de kennis, de vaardigheden en nog maar een korte spanne tijds.
Misschien zullen het' overwegingen als deze zijn die tot een weer opduiken van de waarden van samenwerking, delen en verantwoordelijkheid binnen de wereldgemeenschap zullen leiden, die het begin zullen markeren van een nieuwe fase in het menselijke leven en de bevoorrading van "levensbrood" voor allen zeker zullen stellen.
In this issue
- 2008 #3 - Voedsel
- Gemeenschap en delen
- Rituelen rond het voeden van groepen
- Nieuws van het Netwerk van Dienst