In 2015 verlopen de VN Millennium OntwikkelingsdoelstellingenDeze acht duidelijk gedefinieerde doelstellingen voor menselijke ontwikkeling, elk met een stel meetbare streefcijfers, werden door de Staatshoofden overeengekomen tijdens de profetische dagen die leidden tot het begin van een nieuw millennium op 1 januari 2000. Er werd een belofte gemaakt dat de internationale gemeenschap zou verzekeren dat tegen 2015 elke doelstelling zou bereikt worden.

De Doelstellingen (MOD) vormden voor de internationale gemeenschap een doorbraak. Voor het eerste keer ooit werd een gemeenschappelijk ontwikkelingsagenda voor de menselijke soort gedefinieerd en overeengekomen tijdens een ongewone explosie van gezamenlijke visie van de regeringen van de wereld. Er kan gezegd worden dat tot de jaren 1990 de ontwikkelingsagenda werd bepaald, ondanks de retoriek, door de politiek van de koude oorlog. Toen het ijzeren gordijn viel volgde er een decennium van bespreking en gedachtewisseling hoe de regeringen konden samenwerken om feitelijke vorderingen te maken met de doelstellingen en beginselen voor menselijke ontwikkeling die in het handvest van de VN en in de Verklaringen van de Mensenrechten vastgelegd werden. Grote internationale conferenties gingen toen over zulke thema’s als de bevolking, de omgeving en ontwikkeling, vrouwen, en de toekomst van de steden. De Millennium Doelstellingen ontsproten uit de geest van deze conferenties alsook een bereidheid om de vraag te stellen: zal dit werken? Hoe kunnen de landen van de wereld hun acties op een dergelijk manier overeenstemmen zodat het aantal mensen verminderd dat in armoede leeft, zonder het minimum gezondheidszorg, opvoeding, water en sanitair – terwijl tevens de omgeving beschermd wordt?

De goede wil achter deze Doelstellingen was duidelijk. Acht doelstellingen werden gedefinieerd – elk met een stel meetbare streefcijfers. De Doelstellingen richten zich op specifieke thema’s: extreme armoede en honger; universele opvoeding; gelijkheid der seksen; kindergezondheid; zwangerschapsgezondheid; de strijd tegen HIV/AIDS en andere ziekten; duurzaamheid van de omgeving; wereldwijde samenwerking om de doelstellingen te behalen. De streefcijfers bevatten ook de halvering van het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, onder de 1,25 US $ per dag; twee derde vermindering van het aantal per duizend kinderen dat sterft onder de 5 jaar; en, als deel van een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling, het verhogen van het budget voor ontwikkelingshulp door de donorlanden tot 0,7 % van het BNP.

Het meten van de vooruitgang

De betekenis van deze Doelstellingen en streefcijfers is dat het nu mogelijk is om elk jaar de vooruitgang te meten op een basis van land-per-land – of zelfs van stad-tot-st          ad. Dit heeft de agenda in de thema’s voor ontwikkeling gewijzigd. Elke burger kan makkelijk zelf de meting doen om te zien of aan de beloften die hun leiders in 2000 deden tegemoet gekomen wordt. De regeringen worden uitgedaagd om samen te werken aan een gemeenschappelijk agenda – en de burgerlijke gemeenschap (professionele organisaties, gewone ontwikkelingsbewegingen, plaatselijke besturen, de zakenwereld, enz.) wordt eveneens uitgedaagd om op hun eigen manier hier aan bij te dragen. De droom was om niet alleen de regeringen te verenigen, maar ook de mensen van de wereld in een samenwerkende, gedeelde opdracht.

Sinds 2000 hebben de MOD’s een invloed gehad op de verbeelding en het denken van de regeringen. In plaats van te plannen voor de nationale sociale ontwikkeling in het teken van wat is de beschikbare hoeveelheid geld, of welk geld kan er aangetrokken worden van donorregeringen, zijn de succesvolle besturen begonnen met nadenken: als we één van onze doelstellingen in onze stad, provincie of land tegen 2015 moeten bereiken, wat hebben we daar dan nu en volgend jaar en daarna voor nodig – en hoe zullen we er toe komen?

Vanuit het perspectief van goede wil hebben de MOD’s een nieuwe dynamiek ingeleid op een internationaal niveau door een gevoel van doel op te wekken rond acties om fundamentele vrijheden te bereiken, zoals de vrijheid van behoefte en de vrijheid van vrees. Toch zijn de Doelstellingen en het werk dat verricht werd en nog zal gebeuren tot 2015 voor hen slechts een flauw begin van wat bereikt zou kunnen worden als en wanneer de krachten van goede wil in de mensheid waarlijk en waarachtig ‘gewekt’ kunnen worden.

Indien de overvloedige bestaande krachten van goede wil in de mensheid waarlijk gemobiliseerd worden, in steun voor de MOD’s, dan zou er een massale stimulatie kunnen plaats vinden van het vindingrijk vermogen van wat mogelijk is. Honderden miljoenen mensen van alle culturen en religies van de wereld zouden de verstandhouding kunnen delen dat, met hun hulp en hun engagement, de problemen van de extreme armoede en de verloedering van het milieu, dat tot nu geassocieerd wordt met economische ontwikkeling, in onze levensperiode zouden kunnen uitgeroeid worden.

Het dynamisme eigen aan de wil

Sommige idealisten in nationale regeringen, politieke partijen, internationale agentschappen, private bedrijven en in de vele ontwikkelingsbewegingen zijn volhardend geweest in hun inspanningen om de Doelstellingen te bereiken. Zij hebben de dynamiek eigen aan de wil toegepast. Hun verwezenlijkingen zijn in vele gevallen opmerkelijk geweest en het zijn de bakens waar we heen gaan.

Er zijn bewijzen dat, twee jaar voor de MOD’s aflopen, er een aantal doelstellingen en streefcijfers bereikt zullen worden – zeker een reden voor feesten en een bewijs dat de focus op de Doelstellingen en de streefcijfers heeft gewerkt. Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft (minder dan 1,25 US $ per dag) is sinds 1990 inderdaad gehalveerd – en dit werd aanzien als de voornaamste doelstelling. De verhouding van mensen zonder toegang tot betrouwbare bronnen voor drinkbaar water is eveneens gehalveerd sinds 1990 – nog een doel dat bereikt wordt. De gezondheidsdoelen in doelstelling 6 (stop de verspreiding van ziekten zoals HIV/aids, TBC en malaria en draai de verspreiding ervan om) hebben belangrijke vorderingen gemaakt. Inschrijvingen in de lagere school voor evenveel meisjes als voor jongens – weer een bereikt doel.

Indien de huidige trend zich doorzet zullen andere Doelstellingen niet bereikt worden – ondanks de inspanningen is het onwaarschijnlijk dat alle kinderen tegen 2015 naar de lagere school zullen kunnen gaan. Doelstelling 4 en 5 gaat over de kindersterfte verminderen en de gezondheid te verbeteren in 75 landen waar meer dan 95% van alle kindersterfte voorkomt. Slechts in 9 landen wordt doelstelling 5 bereikt – verminderen met drie-vierde van de sterftegraad – en van 22 landen van de 75 wordt verwacht dat ze doelstelling 4 bereiken – verminderen van de sterfte onder de vijf jaar met twee-derde.

Maar daar waar niet verwacht wordt om de Doelstellingen te bereiken is er in de meeste regio’s toch een merkbare vooruitgang. Toch blijven er nog onaanvaardbare cijfers bestaan voor mensen in extreme armoede, en met weinig toegangsmogelijkheden tot de grootste basisbehoefte van gezonde voeding, gezondheidszorg, vers water, sanitair, opvoedingsmogelijkheden. Longontsteking en diarree veroorzaken nog steeds meer dan 2 miljoen te voorkomen doden per jaar. Naargelang we 2015 naderen is er dus een vernieuwde wil om de inspanningen te richten op het waarlijk bouwen aan een wereld vrij van behoefte en vrees. De voormalige eerste minister van Nieuw Zeeland en hoofd van het de invloedrijke VN Agentschap UNDP (Ontwikkelingsprogramma), Helen Clark, riep onlangs de regeringen en beheerders op om zich te richten naar een nieuwe inspanning in de resterende dagen voor het einde van de oude Doelstellingen en het begin van een nieuwe ontwikkelingsprogramma. Onder leiding van de UNDP werken 45 landen met een MOD versnellingsschema om te trachten datgene te bereiken wat nog mogelijk is – en om de nationale doelen op tijd te bereiken.

Er zijn mensen die argumenteren dat wanneer regeringen van bovenuit de doelstellingen begeleiden, het dan te verwachten is dat niet alle MOD’s op tijd bereikt zullen worden. Politiekers hebben ook dikwijls de doelstellingen gebruikt wanneer ze in hun politieke korte-termijn doelen pasten – niet genoeg leiders waren bereid om hun politieke carrière te riskeren en bijvoorbeeld het uitoefenen van druk voor een op regels gebaseerde niet-discriminerende wereldhandel en financieel systeem (zoals vooropgesteld in Doelstelling 8), of om zich te richten op de 0,7 % van het BBP voor ontwikkelingshulp zoals vooropgesteld in de MOD’s tegen 2015 (blijkbaar zijn slechts vijf donorlanden erin geslaagd om de doelstelling te bereiken of te overtreffen en de officiële ontwikkelingshulp van de ontwikkelde landen ligt op 0,31 % van het samengevoegde nationale inkomen). Zonder voldoende visionaire leiders zijn de MOD’s breeduit gefaald om te worden wat had gekund: krachtige, levendige doelstellingen die de vele mensen van goede wil bezielen.

Een universeel agenda

Maar terwijl het makkelijk is om de ‘regeringen te beschuldigen’ van een gebrek aan een geloofwaardig doel, is het eveneens waar dat populaire bewegingen die specifieke doelstellingen nastreven ook nooit bereiken wat zou moeten. En dit is een verantwoordelijkheid die alle mensen van goede wil delen. De MOD’s, of datgene wat ze na 2015 zal vervangen, kunnen enkel bereikt worden als ze de steun hebben van grote delen van de bevolking – en die steun moet door iedereen die gelooft in een wereld van rechtvaardigheid, gelijkheid en juiste verhoudingen worden voortgebracht.

Bedenk bij voorbeeld dat als verenigingen van mensen van goede wil (kleine en grote, plaatselijke en internationale, esoterische en exoterische) zo bezield waren door de gelegenheid om bij te dragen tot het bereiken van deze universele agenda, zij er voor zouden kiezen om iets te doen, om het even, om ergens één van de doelen te helpen bereiken. Dit niveau van algemene goede wil vraagt niet te veel van de mensen, of niet meer dan wat redelijk aanvaardbaar is – enkel een gevoel om een kleine rol te spelen in een wereldwijde beweging om de levensomstandigheden te verbeteren voor de meest kwetsbaren en om een reeds verwoeste milieuomgeving te herstellen.

Nu, in de komende twee jaar, vindt er een verandering plaats, een zeldzame gelegenheid, om een dergelijk algemene wil voor het bouwen van een betere wereld te doen ontvlammen, gericht op een stel doelstellingen die de MOD’s vervangen nadat ze in 2015 zijn afgelopen. Er is een nooit eerder voorgekomen niveau van mentale (onderzoeksteams, academische werken, gerichte groepen, media commentatoren) discussies, debatten en onderhandelingen op nationaal en wereld niveau, een meditatie als je wil, over wat de MOD’s na 2015 zal vervangen. Voor de eerste keer vindt er een inspanning plaats om een zo wijd verspreid mogelijke groep deelnemers in dit initieel discussieproces te betrekken – een proces dat zal leiden naar beslissingen van de regeringen bij de VN (mogelijk gemaakt door de VN Agentschappen) over een stel doelstellingen en een agenda voor de post-2015 wereld.

De VN Secretaris-Generaal Ban Ki-moon heeft een panel op hoog niveau aangeduid om hem te adviseren over de post-2015 ontwikkelingsagenda. Onder het gezamenlijk voorzitterschap van de Hoofden van Indonesië, Liberia en het Verenigd Koninkrijk bevat het panel 27 eminente personen, voormalige regeringsleden, leiders van de burgerlijke gemeenschap en van de private sector. Het panel houdt regelmatig vergaderingen over een aantal belangrijke vraagstukken, en elke vergadering houdt ook een dag van overleg in met de burgerlijke gemeenschap. In 2012 is het panel twee keer samengekomen, in New York en in Londen, en in de eerste helft van dit jaar komen ze drie keer samen (in Liberia, Bali en New York).

Bijkomend aan dit panel over de post-2015 doelstellingen werd er een Speciale Adviseur toegevoegd aan de VN Secretaris-Generaal om het proces te volgen, om zo veel als mogelijk beheerders te betrekken om een akkoord over de toekomstige doelstellingen te bereiken. Een Duurzaam Ontwikkelingsoplossingen Netwerk samengesteld uit leidende experten van duurzame ontwikkeling en academische instellingen van over de hele wereld zijn door de VN aangeduid om wetenschappelijke en technische expertise van academici, de burgerlijke gemeenschap, en de private sector te mobiliseren als steun voor het oplossen van het duurzame-ontwikkelingsprobleem op lokaal, nationaal en wereldschaal. Het Netwerk bevat voorstanders met verschillende inzichten over hoe de hoofdthema’s van extreme armoede, toenemende ongelijkheid en het behoud van de planeet moeten worden aangepakt. In de Leidende Raad van het netwerk zetelt bijvoorbeeld de econoom Jeffrey Sachs samen met de econoom en soms criticus van de MOD Paul Collier. Dit in navolging van de vertegenwoordigers van de regeringen van 70 landen bij de Rio+20 conferentie in 2012 waar zij deel waren van een VN open werkgroep om een stel van Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (DODs) te ontwikkelen. VN Agentschappen zoals het milieu programma, UNEP, het nieuw agentschap dat opkomt voor de vrouwen, VN Vrouwen, en het ontwikkelingsprogramma met kantoren in elk ontwikkelingsland, UNDP, nemen deel aan een VN Systeem Taken Team dat de voorbereidingen voor na-2015 coördineert. En tenslotte leidt de VN voor de eerste keer ooit, een wereldwijd onderzoek, Mijn Wereld, waar burgers worden uitgenodigd om te stemmen op welke van de zes te ontwikkelen thema’s in hun leven het meeste impact heeft.

Dit alles duidt op een niveau van brandpunten en energie binnen de VN en bij regeringen die nog nooit eerder zijn samengebracht rond eender welk onderwerp. Het doel is om een ongekende hoeveelheid goede wil en vooruitziend doel op te roepen bij de onderhandelende partijen van de VN. Hierachter steekt een wijdverspreide inspanning om een goede wil beweging op te wekken die zich richt op het nieuwe stel doelstellingen. Meer dan 500 burgerlijke gemeenschapsorganisaties die alle regio’s van de wereld vertegenwoordigen werken onder de vlag van ‘na 2015’om ten strijde te trekken voor een sterke en wettige opvolger van de MOD’s. Via ‘de beweging De Wereld die we wensen 2015', de beweging De Wereld die we wensen 2015’ coördineren de VN en de burgerlijke maatschappijorganisaties samen raadplegingen in meer dan 50 landen tegelijk met een wereld raadpleeg proces gericht op 9 thema’s – commentaar vragend aan burgers en groepen, organisaties, zakenlui en andere geïnteresseerde partijen. We moeten allen deel nemen aan deze gesprekken en raadplegingen – allen moeten bijdragen om een golf van goede wil op te wekken.

Dit alles omvattende initiatief om goede wil te mobiliseren op wereldschaal is nooit eerder geprobeerd. Het succes zal afhangen van de energie en de wil die door miljoenen geïnteresseerde individuen wordt ingezet. Als een kleine bijdrage ontwikkelt Wereld Goede Wil een programma om informatie te delen over het proces en biedt een gemakkelijk, duidelijk richtsnoer hoe iedereen aan de raadplegingen kan deelnemen. Van tijd tot tijd zal het initiatief van de op meditatie gebaseerde  Cyclus der Conferenties 

haar licht laten schijnen over belangrijke bijeenkomsten die bijdragen aan de post-2015 ontwikkelingsagenda. Tijdens 2013 en 2014 zullen we in de Nieuwsbrief geregeld nieuws brengen over de MOD’s en het post-2015 proces.

GOEDE WIL IS … de zuurstof van alomvattendheid.

Houd contact

Wereld Goede Wil in Sociale Media