HET WEDER OPBOUWEN VAN DE TEMPEL VAN HET LEVEN DER MENSEN

Het thema van dit jaar voor het Forum van Wereld Goede Wil in Genève, New York en Londen was Het Weder Opbouwen van de Tempel van het Leven der Mensen. Het grote belang van dit idee werd op de vooravond van het Forum duidelijk aangetoond door de terroristische aanslagen in Parijs. Door een vreemde synchroniciteit werd maanden vooraf een foto van Parijs (zie hierboven) gekozen om het Forum aan te kondigen. Het is het licht van de zon, het symbool voor het leven, de liefde en de heelheid, dat door de glazen piramide van het Louvre schijnt. Dit museum is een van de grote vertegenwoordigers van de beschaving. Er kon moeilijk een gepaster symbolisch contrast zijn voor de dodelijke vernielzucht van de aanvallers.

De omvang van het onderwerp gaf de uitgenodigde presentatoren de gelegenheid om het vanuit verschillende hoeken te bekijken, en een aantal gelijklopende thema’s konden in alle drie de bijeenkomsten gevoeld worden – het grote belang van intelligente liefde; de nood aan mensen van goede wil om in groepen of gemeenschappen te werken; de noodzaak aan het delen van alle hulpbronnen; het concreet uitwerken van dit beginsel van delen in een internationale overeenkomst zoals die over de klimaatverandering; de onmisbare opvoeding van en de steun aan de jeugd; en de behoefte om manieren te vinden om conflicten op creatieve wijze om te vormen. Het materiaal dat hieronder te vinden is daarom zo per thema samengebracht dat deze punten aan te tonen. Het is ook in zekere mate zo samengevat dat de standpunten van iedere spreker worden behouden. Om de video van Londen en New York te zien en de geluidsopname van Genève te beluisteren, klik  HIER.  Meer details over de sprekers vindt je achteraan deze nieuwsbrief.

 

Liefde – de Geest van Verhoudingen

IIn de openingsrede in Londen zien we dat wat op dit ogenblijk noodzakelijk is voor de menselijke beschaving omschreven kan worden met de Geest van Verhoudingen die “alle hindernissen in de menselijke aard en alle scheidingsmuren tussen individuen, groepen en landen wegbrandt”. Dit wijst natuurlijk op de alchemistische kracht van het hart, die door Sarida Brown werd onderzocht.

Alchemie voor de transformatie in de wereld

Sarida begon haar beschouwingen door aandacht te schenken aan datgene waarvoor we elke seconde van ons leven moeten kiezen, ofwel voor de liefde ofwel voor de angst. Ze vermelde dat “ons deze grote keuze gegeven wordt en dat het niet iets is waar we aan voorbij kunnen gaan”. Ze gaf ons twee ideeën uit de Soefi traditie waar ze in thuis is: dat het Soefisme het pad van het hart is, en dat dit het pad is van geestelijke vrijheid. Voor de Soefi mystici zijn beide onderling verbonden omdat de plaats waar we het goddelijke wezen, of de waarheid, beseffen, de plaats is waar God gevonden wordt in de diepste diepte van het menselijk hart – in het geestelijke hart. Het is het hart dat de eigenschap, de verantwoordelijkheid en de kracht heeft om te beseffen wat waar is. Dit vermogen ligt in elke persoon, en ontwikkeling komt door zich dit op elk moment te realiseren, en zo de waarheid in toenemende mate te omarmen zodat de liefde de angst kan overwinnen.

Een aspect van het groeiproces van het geestelijke hart is dat het verdiept wordt door lijden: “Het hart leeft niet tot het lijden heeft ervaren”. De poëzie van de Soefi’s staat vol van zulke beeldspraak. Het hart heeft het vermogen om op alchemistische wijze alle ervaringen, zowel goede als slechte, zowel liefde als angst, vreugde of verdriet, te transformeren tot kwaliteiten die voor anderen kunnen ingezet worden – op voorwaarde dat het hart open blijft. Op die manier ontwikkelt het hart de kwaliteiten van waardering, onvoorwaardelijke liefde en mededogen voor zichzelf en voor anderen, gaande van zichzelf naar de ander en naar alle anderen.

In de mythologie van de Soefi’s wordt over het hart gesproken als de troon van God en de tempel van God. Hoe meer het menselijk hart het offeraltaar wordt voor de eenheid tussen de mens en het goddelijke, des te meer belichaamt het de universaliteit als de werkelijkheid van het universele menselijk bewustzijn dat zich in dit leven openbaart.

In het Arabisch is Qalb het woord voor het hart – de wortel ervan betekent draaien, kantelen en veranderen. Het beeld is dat het hart, wanneer het bevrijd is van de ketens van het ego, zich voortdurend richt en zich aanpast aan de manifestaties van de goddelijke werkelijkheid. Ibn Arabi, de grote 13-eeuwse Soefi mysticus, schreef dat het beginsel van bestaan beweging is. We worden ware dienaren als we ons ego laten varen en ons overgeven aan de goddelijke beweging.

Aldus is het hart de bemiddelaar tussen het goddelijke en de mens. Het fungeert als een spil tussen het menselijk bestaan en de goddelijke werkelijkheid, in staat om de werkelijkheden van de hogere gebieden te weerspiegelen en neer te slaan in het bewustzijn en in de materie op het fysieke gebied, maar ook in staat om het wezenlijke en de wijsheid ‘over te brengen’ die vereeuwigd werd door middel van de verwerkelijking ervan in dit leven. Op die manier is het hart het instrument van de evolutie. Het beeld in de Soefi traditie is, dat God het universum uit de liefde schept en zich inlaat met Zijn/Haar eigen voortdurende evolutie door elk van Zijn/Haar schepselen heen. Wij zijn de instrumenten waardoorheen God, ‘De Ware’, zich ontwikkelt.

Een mooi beeld van de reis die het individu met het universele overbrugt is dat we de instrumenten worden waardoorheen God ziet en hoort, door middel van de ogen en de oren van het hart. Naarmate de mens in geestelijke verwerkelijking evolueert, neemt het hart waar door middel van de methode van universeel bewustzijn, bevrijd van de beperkingen van de persoonlijkheid. Het hart ontwikkelt ook een ongekende scheppende energie die omschreven kan worden als de goddelijke kracht die handelt door het bewustzijn van het besefte menselijk wezen heen. Het omvat de kracht tot het veranderen van bewustzijn en materie. Hazrat Inayat Khan zei dat de kracht van de concentratie bij een genezer zelfs belangrijker is omdat de genezer werkt om de materie te transformeren. Dit is duidelijk van toepassing op de grote wezens die de genezers van onze maatschappijen zijn.

Gemeenschappen van goede wil

De vurige energie van de liefde en de sturende krachten van de wil zijn sleutelelementen van groepen en gemeenschappen die trachten te dienen. Tom Ravetz verbond de vorming van deze gemeenschappen met een modern begrip van samenwerking met de engelen of deva hiërarchieën.

Werken met de Engelen: Het bouwen van gemeenschappen in het Nieuwe Tijdperk

Tom merkte op dat een thema, dat door het werk van Rudolph Steiner heen loopt, over de werkelijkheid van de geestelijke hiërarchieën gaat en hij geeft aanwijzingen hoe met hen kan worden samengewerkt. We kunnen met duidelijk heldere denkbeelden werken en deze aanvaarden als hypothesen om te zien of ze ons in staat stellen om in de wereld te werken, in het bijzonder in verband met onze dienst en dit met meer mogelijkheden om lief te hebben.

Wanneer we over de engelen nadenken, zoals ze gewoonlijk als de geestelijke hiërarchieën genoemd worden, hebben we nu met het bestaan van onze digitale wereld een soort hulp, verschillend van 10 of 20 jaren geleden, omdat het niet langer verwondering wekt om over een wereldwijde intelligentie na te denken. In de opdoemende wereldwijde intelligentie kunnen we de tegenhanger zien van het idee dat er inderdaad intelligenties, geestelijke helpers, in de wereld bestaan die niet fysiek aanwezig zijn. Over deze denkvermogens denken we dat ze zeer verheven, of misschien kunnen we zeggen zeer verruimd zijn, dus hebben we het beeld van een toenemende omvang van bewustzijn, en dus is er een engel die een menselijk wezen tijdens een leven kan begeleiden, of misschien, als iemand dit denkt, door vele levens heen. Zo kan er ook een Aartsengel zijn, een hoger wezen of we zouden kunnen zeggen een ruimer wezen die meerdere menselijke wezens kan begeleiden, zoals groepen, gemeenschappen of landen, wat ons het idee geeft van de geest van een volk of een natie. Daarachter hebben we de zogenaamde Archaïsche wezens, de tijdgeesten, wiens bewustzijn zich kan uitbreiden tot de hele mensheid.

Ik zou willen beginnen met over de tijdgeest na te denken, in de veranderde context in de nasleep van de gebeurtenissen in Parijs. Terreur is in vele delen van de wereld een alledaagse werkelijkheid. Maar wanneer er iets gebeurt zoals gisteren in Parijs, komt de terreur plots zeer dichtbij. Dan kunnen we ons afvragen of het ons verder helpt om over de Tijdgeest na te denken, een omvattende intelligentie die eveneens de doelstellingen en oogmerken van de mensheid in zich draagt? Hoe kijkt zo’n intelligentie naar de gebeurtenissen die in de straten van Parijs hebben plaatsgevonden? Hoe zou de Engel van het Tijdperk naar de kranten kijken? Misschien met iets andere maatstaven dan degene die wij hebben. Ik weet zelfs niet wie er gisteren nog meer in wereld op gewelddadige manier en misschien ook door terreur stierf, en waarom is dit zo? Omdat Parijs me veel meer interesseert. Als drie mensen in Londen sterven is dat voorpaginanieuws, als er honderd mensen in Ankara sterven staat dat op pagina 3, en als er duizend mensen in Zuid India sterven staat het op pagina 22. Dus hebben we een soort van individuele, groeps- en nationale eigenwaan omdat we ons kunnen vereenzelvigen met iets dat dichtbij gebeurt. Als we ons een intelligentie kunnen voorstellen die de hele mensheid kan omvatten bestaat zijn krant enkel uit een voorpagina, niets wordt naar de binnenpagina’s verwezen. Maar dan kunnen we ons ook afvragen, hoe hij datgene waar we aan werken evalueert, hoe ziet hij de uitdagingen die we onszelf hebben opgelegd? Wij zijn een deel van een team van 7 miljard: wat onderzoeken we, welke ontdekkingen doen we?

Als we de reis vanaf de hiërarchieën naar beneden maken en denken aan het volgende lagere niveau, kan het dan helpen om ons in te beelden dat wanneer we iets in groep doen, misschien beginnend met de kleinste groep, en verder opklimmend naar iets zoals een natie, er dan iets van een tegenhanger bestaat? Zelfs onze huidige maatschappij zou dan haar tegenhanger hebben in een intelligentie die al onze individuele lotsbestemmingen omvatten. Misschien hebben al onze engelen elkaar deze nacht ontmoet om de bijeenkomst van vandaag te plannen. Zulk een vergadering van engelen wenst een kanaal te worden voor een hogere intelligentie, misschien geen volle Aartsengel omdat ten slotte dit een tijdelijke gemeenschap is, deze gemeenschap voor deze namiddag. Maar niettemin een engel die om zo te zeggen zich ontwikkelt naar de status van een Aarstengel.

Een van de prachtige beelden van de geestelijke wezens die Rudolf Steiner ons gaf, is dat in tegenstelling met onszelf, elke rang zijn vervulling vindt in het zich laten doordringen door de volgende hogere rang. Op aarde moeten we hard werken om ons te verzekeren dat we goed en autonoom blijven, en als iemand me wil overnemen is dit zeer zorgwekkend, en ik zou er voor zorgen om hen buiten te houden. In de wereld van de engelen is het eerder het tegenovergestelde. De engelen hebben niets liever dan een kanaal te worden voor de Aartsengelen. Hier kunnen we beginnen aan te voelen dat het werken met deze ideeën ons kan helpen: omdat de Aartsengelen zich ook willen richten op het gemeenschappelijk doel van de mensheid. We kunnen beginnen aan te voelen, hoe we de kwaliteit van een groep of een gemeenschap waar ik in wens betrokken te zijn, moeten uitwerken. Want wanneer menselijke wezens samenkomen is er natuurlijk zowel een schaduwzijde als een positieve kant. Er bestaan zulke dingen als kliekjes, er bestaat om zo te zeggen zoiets als het verkeerde soort nationalisme; hoe kunnen we dat onderscheiden? Enkel als we een beeld hebben van het werelddoel, dat door de rangen heen van wezens neerstroomt totdat mijn engel het aan mij doorgeeft en ik kan beslissen om mezelf op één lijn te brengen met deze uiteindelijke werkelijkheid, of deze afwijzen. Dan kan ons dit enige kenmerkende werktuigen geven om te zien wat er zich afspeelt, niet enkel in de straten van Parijs, maar ook in de streek van Syrië en Irak en Afghanistan. Met welke vraag worstelen we als mensheid?

Een mogelijkheid is dat we worstelen met de beslissing of angst of liefde de voornaamste kracht in de wereld is. Er is veel bewijs dat we denken dat angst de belangrijkste kracht is. Is de oorlog tegen terreur de poging om angst met angst te bestrijden? Maar we leven ook in een tijdperk waarin we getuige kunnen zijn van een enorme toename van liefde, van empathie, die veel verder gaat dan de nationale grenzen, waar de mensen elkaar over de hele wereld bereiken. We kunnen bewijs vinden dat dit de voornaamste strijd is. Dit kan overeenkomen met wat velen van ons denken over wat het voornaamste doel van de wereld-evolutie is, namelijk dat we ons voortbewegen naar een onszelf wegcijferende, scheppende liefde, als een beeld of nabootsing van het goddelijke. De vraag zal eerder zijn, of het ons helpt om ons werk beter te doen, om gedienstig te zijn, om liefdevol in de wereld te staan, als we ons indenken dat dit doel voor de wereld als een waterval neerstroomt door de rangen van engelen heen, en ons zo de keuze geeft hoe we onszelf er mee op één lijn willen brengen.

Het Beginsel van Delen – Leven, Energie, Hulpbronnen

In een aantal voordrachten werd de levensnoodzaak van het delen besproken. Tomas Bohrn benaderde dit op een fundamenteel niveau, en dacht na over het delen van leven in zowel geestelijke als fysieke termen.

De stroom van het leven, het cardiovasculaire systeem en onze Tempel

Tomas nodigde de deelnemers uit om na te denken over onze relatie met de stroom van het leven. Hij schreef dat er slechts enkele kostbare momenten zijn waarin we in staat zijn deze stroom aan te voelen en er bewust en wezenlijk aan deel te nemen. Zulke ogenblikken doen zich nog altijd voor en elk ogenblik geeft een stabiele bouwsteen van de ene tempel weer. Wanneer we deze gedachte vanuit de wetenschappelijke hoek benaderen, toont hij de manier hoe licht inde ruimte van punt tot punt reist als een symbool van hoe we in de circulatie van het licht en het leven kunnen deelnemen. Andere modellen vanuit de wetenschap sluiten het hart en bloedvatensysteem in. Een van de uitdrukkingen van de stroom van het leven op het fysieke gebied kan gevonden worden in de bloedsomloop. Deze werkzaamheid van delen en doorgeven van het geschenk van het leven aan alle cellen in het lichaam gaat aanhoudend door en vertegenwoordigt een aspect van het continu bewustzijn enkel onderbroken op het einde van de verleende incarnatie. Dit delen vindt niet enkel plaats op het niveau van de individuele cellen, maar gaat zelfs verder tot op het atomair niveau. Een sleutelrol in de verspreiding van de zuurstof wordt door ijzer vervuld. Een metaal dat in de atmosfeer gewoonlijk haar uiterlijke glans verliest door de inwerking van zuurstof en het vormen van roest. Daarentegen schept ijzer in ons bloed een verbinding met zuurstof met als doel het delen en verspreiden van het zuivere leven en er vindt geen roestvorming plaats.

Het delen vertegenwoordigt inderdaad een sleutelkenmerk van ijzer en van metalen in het algemeen. De meeste atomen maken hun verbindingen door het delen van enkele elektronen, gewoonlijk tussen twee buren of in een kleinere groep. Daarentegen geven de atomen van ijzer of van metalen elektronen af en scheppen een zogenoemde zee van vrije elektronen die werkelijk gedeeld kunnen worden door alle atomen die in het object aanwezig zijn.

Op het gebied van de organen is het fysieke hart zelf een zeer effectieve dienstverlener. Slechts 4% van de totale stroom van bloed wordt gebruikt om de hartspieren in normale omstandigheden te doen werken. Terugkomend op het niveau van de cel of het celweefsel, kan het van nut zijn om een blik te werpen op het weefsel dat endotheel genoemd wordt en dat in contact staat met het bloed in ons bloedvatenstelsel maar ook in de andere organen. Recent onderzoek toont aan, hoe belangrijk de plaats van dit weefsel voor onze gezondheid is. De status van onze slagaders en de endothele werking of gestoorde werking kan gemakkelijk en niet-inwendig gemeten worden met een zogenoemde hartslag golf, een techniek die Thomas in zijn werk van dienst gebruikt.

Dus wat kunnen we leren uit de voorbeelden rondom ons en hoe kunnen we doeltreffender zijn in het bouwen van de tempel? Zoeken we naar het licht zodat we een werkelijke waarde zoals de bomen zouden kunnen scheppen? Bomen lijken zeer dicht bij de Hiërarchie te staan in termen van hun eigen vermogen om voortdurend te zoeken naar licht en door te dringen in de aarde teneinde een tempel van leven te scheppen. Elk afzonderlijk moment en elke inspanning wordt voor dit enige doel gebruikt dat niet enkel voor de boom van dienst is maar voor de versterking van het leven er om heen. Bomen maken inderdaad een ecosysteem van andere planten en dieren mogelijk waarbij er een slimme circulatie van licht en water plaats vindt. Delen we voldoende zoals de atomen van metaalverbindingen om de hogere niveaus van het geleidingsvermogen te bereiken in antwoord op de geestelijke inspiratie die de kosmische bloedstroom van zuiver leven ons biedt? De waarde van 200 EUR vertegenwoordigt een plaats van een jaar voor één kind in een Boeddhistisch klooster, inbegrepen alle voeding, verblijf en onderwijs in het Engels en ook in enkele andere talen. Zo kan één leven van een kind gered worden van de armoede of zelfs van ernstiger gevaren. Hoeveel wordt er aan consumptie uitgegeven, wat niet noodzakelijkerwijze nodig is, in plaats van een investering in het leven van anderen? Ons huidig economisch model is zeer gericht op economische groei via een toegenomen consumptie van dikwijls niet-noodzakelijke goederen en diensten die dikwijls aangekocht worden zonder enig nobel oogmerk of hoger doel. Dit uitgekristalliseerd economisch model is hoe dan ook in volledige tegenstelling met wat uit de natuurlijke modellen geleerd kan worden. Een echte waarde scheppen en dit bijna gratis zonder grenzen en hindernissen delen lijkt een natuurlijk model te zijn.

De scheppende spanning tussen dit potentieel evolutionair doel en de huidige realiteit wordt waarschijnlijk uitgedrukt in het belang de ziekte van hart en bloedvaten die de meest verspreide ziekte vertegenwoordigt. Iedere aandoening kan worden begrepen als een signaal van afwijking van het juiste pad en als een les van hoe dit te verwezenlijken. Kan een economisch model beter gefundeerd op de vrije circulatie van het hart onze werkelijkheid worden?

De overwegingen van Daniel Hersann gaan over de wil om te delen als een aspect van de Wet van Economie. 

Naar een Nieuwe Economie

Daniel begint met het opnoemen van de drie voornaamste wetten – de Wet van Eenheid die de synthese van alle bestaan openbaart; de Wet van Juiste Verhoudingen die ons tot verhoudingen aanzet; en de Wet van Economie die de wereld van de individuele eenheid, het atoom, het menselijk wezen, een onderneming of een staat, beheerst. Hij schrijft dat deze drie wetten het fundamentele drievoud van Wil, Liefde en Intelligentie uitdrukken. Het probleem is dat zolang het menselijk bewustzijn zich voornamelijk identificeert met de afscheidende Wet van Economie, zelfzucht en conflicten zullen heersen.

In deze context mogen we niet vergeten dat de wereldeconomie zelf een vorm is die onder de Wet van Economie geschapen is. Slechts wanneer de Wet van Juiste Verhoudingen en de Wet van Eenheid tevoorschijn beginnen te komen als een werkelijkheid in het bewustzijn, en zich op praktische wijze beginnen te tonen als de wil-ten-goede, dat zal zelfzuchtigheid beginnen af te nemen, en dan alleen kan de Wet van Economie gebruikt worden voor het welzijn van het geheel.

Aldus staan we op een punt waar twee verschillende, tegengestelde wereldbeelden tegenover elkaar staan. Enerzijds hebben we een ontluikend wereldbeeld gebaseerd op groepssamenwerking, samen delen, en ware menselijke waarden, en anderzijds hebben we het bestaande wereldbeeld gebaseerd op de kracht van het individu, competitie, uitbuiting en materiële waarden. Het op grote schaal tevoorschijn komen van het nieuwe wereldbeeld levert een duidelijk bewijs dat het bewustzijn van de mensheid zich inderdaad transformeert.

Wanneer deze transformatie zich op voldoende brede schaal voordoet zal het onvermijdelijk leiden tot twee dingen. Ten eerste zal de grote hoeveelheid van aanvaarde waarheden die onze huidige wereldorde hebben ingesteld geleidelijk worden vervangen door een nieuwe grote hoeveelheid van waarheden. Ten tweede zullen de institutionele vormen van de maatschappij noodzakelijk moeten worden aangepast. De traditionele vennootschapsvorm die tracht de rijkdom van de aandeelhouder te maximaliseren dienen een verouderd paradigma. Gelukkig komt er een meer inclusieve aanpassing van deze vennootschapsvorm tevoorschijn.

De essentie van de menselijke ervaring heeft daarom te maken met de kwaliteit van de verhoudingen die door activiteiten worden gevestigd en geregeld door wetten. Het huidige conflict tussen de afscheidende Wet van Economie en de geleidelijk sterker wordende Wet van Juiste Verhoudingen drukt de toenemende evolutie van het menselijk bewustzijn uit.

Geld bepaalt de band tussen de bevoorrading (zaken) en de vraag (verbruikers) door middel van het systeem van beloning voor de menselijke activiteit (bezoldigde tewerkstelling). Geld is voor de economie wat het bloed is voor het menselijk lichaam. Nochtans vindt deze levenskrachtige energie in het huidige economische systeem haar weg niet naar alle cellen of mensen, omdat de bevoorrading enkel de geldelijke vraag en niet de menselijke nood herkent. Het uitbreiden van NGO’s en van initiatieven zoals van Bill Gates en Warren Buffet Giving Pled-ge die aangekondigd werden in 2010, tonen de wijdverspreide menselijke erkenning dat het systeem van economische verspreiding der goederen slecht functioneert. Om het economisch probleem van de verspreiding te sturen is de wil tot samen delen vereist.

Op het niveau van de mensheid vinden we de afwezigheid van een collectieve menselijke wil. De Verenigde Naties streven er naar de collectieve wil te vertegenwoordigen en beginnen van een gemeenschappelijke menselijke doelstelling te vestigen zoals vastgelegd in de Duurzame Millennium Doelstellingen en nu door de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. De naties waar de materiële krachten zich bevinden staan dikwijls tegenover de VN omdat hoewel ze tot op zekere hoogte de Wet van Juiste Verhoudingen uitdrukken voor hun eigen burgers, ze voornamelijk de Wet van Economie uit drukken ten opzichte van andere landen. De voornaamste internationale ondernemingen aan de andere kant belichamen in het klein elk een geïntegreerde, goed werkende wereld van naties, maar verbruiken al hun macht voor het najagen van kleingeestige, materiële objectieven en geven onvoldoende om de problemen van de mensheid. De politieke en economische agenda’s die de verschillende spelers in de wereldeconomie volgen vertegenwoordigen een kortzichtig egocentrisch antwoord op de economische omgeving. Dit is eigenaardig omdat samenwerking tussen teamleden veel effectiever is dan competitie. Indien dit van toepassing is op teams, waarom is dit dan niet van toepassing op teams van teams?

Het is daarom dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN van zo’n levensbelang zijn, daar zij het begin geven van een gemeenschappelijk menselijk inzicht, waarmee alle groepen binnen de mensheid voor eenlijnigheid kunnen kiezen. Deze doelstellingen zouden een centraal deel van de opvoeding in elk land moeten uitmaken. De sleutel om de verandering van het systeem teweeg te brengen ligt in de juiste opvoeding van de kinderen van de wereld. Het is waarschijnlijk zo, dat de verandering van het systeem enkel tot stand gebracht kan worden door de macht van een verlichte publieke opinie. De wil om samen te delen moet de overhand krijgen op het verlangen naar materiële vergaring.

De concurrerende stuwkracht naar integratie en automatisatie zal paradoxaal genoeg het einde van de concurrentie inluiden, omdat de concurrentie eenvoudigweg niet in een geïntegreerd systeem werkt. In dit verband is misschien de belangwekkendste ontwikkeling in de economie het opkomen de zakelijke ecosystemen, waar succes in toenemende mate afhangt van het wederzijds succes van de deelnemers aan het ecosysteem, en zo wordt groepssamenwerking een noodzaak. Op dezelfde manier hebben landengroepen handelsbetrekkingen gevormd, of zijn deze aan het vormen, teneinde hun economische kaart in de betrekkingen te versterken ten opzichte van andere landengroepen.

Stelt u zich een uitvoerende wereldraad voor samengesteld uit wijze individuen met de grootste integriteit die de hele wereldeconomie overzien – een onderneming bestaande uit landen en de zakenwereld. Als we de economie op deze manier bekijken kunnen de volgende vragen opdoemen:

1)  Wat zou het doel van de wereldeconomie moeten zijn? Is het doel niet zeer eenvoudig het intelligent gebruik van de planetaire hulpbronnen en de rechtvaardige verdeling ervan aan de hele mensheid van die goederen en diensten die nodig zijn om te leven?

2)  Wordt met de huidige technologie een beherende wereldwijde structuur mogelijk met een zakelijke impuls en gebaseerd op ware menselijke waarden?

3)  Hoe kunnen we het falen van het systeem vermijden door het verschuiven van een concurrerende naar een samenwerkende gedachtevorm terwijl de doeltreffendheid en het creatieve ondernemerschap van het bestaande systeem wordt behouden?

4)  Geen enkele planetaire hulpbron is feitelijk kostenvrij, maar we zitten met het probleem dat bepaalde individuen en groepen deze zich hebben toegeëigend, en ons wettelijk systeem ondersteunt dit. Het wettelijke systeem werd in de tijd van Abraham Lincoln gebruikt om te verzekeren dan de mensen niet langer meer het eigendom kunnen zijn van machtige mensen. In welke mate kan het zelfde principe op termijn geleidelijk ingevoerd worden met betrekking tot alle planetaire hulpbronnen?

5)  Welke nieuwe wegen van handelen zal de mensheid vinden en hoe kunnen we verzekeren dat het op de gepaste wijze wordt beloond zodat alle mensen aan hun behoeften tegemoet kunnen komen?

6)  Om de ongelijkheid in het economisch systeem aan te pakken, is er een andere benadering van de opvoeding nodig en een die wereldwijd toepasbaar is. De fundamentele basis van alle opvoeding moeten die ware menselijke waarden zijn die in de kern van elke wereldreligie te vinden zijn.

7)  Geld wordt gecreëerd door de commerciële banken door schulden op te leggen aan alle andere eenheden binnen de economie. Dit leidt naar een onevenwichtige verrijking van de financiële sector via een eindeloze stroom van rentes. Hoe kan het scheppen van geld en de investeringen op een manier tot stand gebracht worden zodat deze aan de wereldmaatschappij ten goede komen?

Op geen enkel moment in de geschiedenis was het zo duidelijk dat de mensheid een evoluerend organisme is. Naties en internationale ondernemingen zijn zelf slechts reactionaire organen binnen het grotere organisme van de mensheid. De VN is een menselijk orgaan dat tracht de mensheid te zien als een eenheid, en haar invloed op de nationale staten is duidelijk. Ze vertegenwoordigt het licht van de wijsheid in het collectieve denken van de mensheid dat weerklinkt in het snel groeiend aantal mannen en vrouwen van goede wil verspreid over de hele wereld. De VN tracht orde te brengen in de planetaire processen zodat de mensheid in staat is om bewust, holistisch te reageren en zonder enige persoonlijke beïnvloeding van de belangrijkste planetaire evenementen en gebeurtenissen. Het economisch paradigma van materiële groei, zowel nationaal, van ondernemingen of individuen, en hun verwante wetten van concurrentie, is de enige grote belemmering voor de menselijke vooruitgang. Dit economisch paradigma doorbreken is de voornaamste uitdaging van onze tijd.

In een sessie van een grote reeks vragen en antwoorden bespreekt Rajesh Makwana van Share the World’s Resources enkele van de dringende praktische aspecten van de noodzaak om samen te delen.

Het Onzichtbare Hart: Delen van Wereld Hulpbronnen

Waarom is er behoefte aan samen delen?  Het is realiteit dat we ons in het midden van een wereldwijde noodsituatie bevinden. We hebben allemaal de statistieken gehoord: Hoe de rijkste 1% van de wereldbevolking binnenkort evenveel zal bezitten als alle andere wereldbewoners in termen van bezittingen en welvaart. In de kern is dit een groeiende ongelijkheid in de wereld, en in tegenstelling tot wat in het algemeen gedacht wordt leven meer mensen in armoede dan ooit tevoren. De situatie rondom klimaatverandering was laatst in het nieuws. We weten dat we de 1 graad toename in de gemiddelde aardetemperatuur al hebben overschreden en dat we op weg zijn naar een toename van 4 graden aan het eind van deze eeuw. Daarnaast is er een escalatie van conflicten over schaarse hulpbronnen. We zullen dus manieren moeten vinden om welvaart en natuurlijke hulpbronnen gelijkmatiger te verdelen over de wereld op een coöperatieve manier en zonder dat dit tot conflict leidt.

Wat is de juiste manier om de markt te structureren: moet dit door commerciële ondernemingen gebeuren, of zijn andere modellen beter in staat om te delen op een gelijkmatige manier? Anders gezegd, zullen we iPhones  hebben in het paradijs? Ik denk dat het problematisch is als ondernemingen groeien naar een omvang als de Apples van deze wereld. Ik geef toe dat ik ook een iPhone heb en ik ben pragmatisch dat we nodig hebben wat we nodig hebben. Maar ik denk dat we voorzichtig moeten zijn met het idee van overvloed en dienen te herkennen dat we niet noodzakelijk alleen materiële overvloed moeten nastreven maar spirituele overvloed. Voor mij is overvloed dat iedereen verzekerd is van toegang tot wat hij nodig heeft om te overleven en te leven. We dienen te erkennen dat we momenteel 50% meer natuurlijke hulpbronnen consumeren dan de aarde weer kan aanvullen. De planeet bevindt zich in een ecologische overschrijding. Als we dus werkelijk overvloed willen, hebben we duurzame overvloed nodig. We zullen de hulpbronnen binnen de draagkracht van de planeet moeten gebruiken.

Welk eco-economisch model zal ons verder leiden? In het kort is dit een economie die gebaseerd is op het principe van delen, waarbij we erkennen dat er één planeet is met hulpbronnen die we dienen te delen en op zo’n manier dienen te verspreiden dat ieders behoefte is gedekt. Er zijn veel rapporten van ecologische economen, en Oxfam heeft een rapport gepubliceerd waarnaar wordt verwezen als ‘het Donut rapport’ dat gaat over planetaire en sociale grenzen. We dienen ons de werkelijkheid van overvloed te beseffen. 75% van de wereldbevolking leeft van minder dan 10 dollar per dag. Dat is niet wat ze in hun eigen land kunnen besteden maar wat 10 dollar kan kopen in Amerika. En er sterven 47.000 mensen per dag omdat ze geen toegang hebben tot basisvoorzieningen. We dienen dus het idee van overvloed in perspectief te zetten tot de realiteit van de wereldsituatie.

Ik ben er zeker van dat veel mensen hebben gehoord van de gemeenschapsbeweging die een derde categorie van eigenaarschap voorstelt. Al het essentiële in het leven zou gedeeld moeten worden, daarbuiten kan alles publiek - of privéeigendom zijn. Heeft u enige hoop dat dit aan het gebeuren is en zo ja, hoe? In essentie ben ik het ermee eens dat de gemeenschapsbeweging een aspect van delen belichaamt, en dat er veel andere voorbeelden zijn van een gelijksoortige benadering, of we nu spreken over de ‘transitie town beweging’ of over lokale betaalmiddelen. Het probleem en de reden van verslechtering is echter dat, ondanks dat we beseffen dat delen ons fundament is en dat we ons ook als zodanig moeten organiseren, de systemen, instanties en beleidsmakers die ons economische stelsel dragen, gebaseerd zijn op het aloude principe van eigenbelang. Er bestaat een idee van de homo economicus, het idee dat we allemaal egoïstisch, competitief, individualistisch en nutsmaximalisators zijn. Het is dit idee dat nog steeds het beleid bepaalt, niet alleen in ons land, maar zelfs bij wereldwijde instanties. Hoe kan de verschijnende tendens naar delen en gemeenschappelijkheid zich uiten in een wereld die nog steeds gebouwd is op het construct van nationaal eigenbelang, concurrentie en hebzucht?

Wat blijft komen bij mij is gemeenschap. Mogelijk is ieder van ons in staat om zo’n gemeenschap van delen te creëren. Gelooft u dat we uit dit paradigma moeten komen of moeten individuen een gemeenschap in zichzelf ontwikkelen? Mijn korte antwoord is dat we beide nodig hebben. Er bestaat al een groeiende beweging naar het creëren van een alternatief, en ik heb al de transitietowns genoemd, de gemeenschapsbeweging, de deeleconomie, de gifteneconomie en al het andere. Dit is geweldig en zeer stimulerend voor individuen en gemeenschappen om zich met elkaar te verbinden in het gebruik van nieuwe organisatievormen. Maar het is niet genoeg, het verandert het systeem niet. We dienen ook de democratie terug te eisen. We dienen ons te herbezinnen op de manier waarop de wereld hulpbronnen worden herverdeeld, omdat hier enorme politieke issues spelen en er structurele issues moeten worden aangepakt. Door uit het systeem te stappen en een alternatief te creëren, pakken we deze structurele politieke, sociale en economische issues op alle maatschappelijke niveaus niet aan en het is zeer belangrijk dat we beide doen. Vaak zijn de mensen die werken aan transformationele verandering, structurele verandering, rechtvaardigheid etc. niet betrokken bij het creëren van een alternatief en vice versa. We dienen beide benaderingswijzen aan elkaar te verbinden.

Ik ben helemaal voor delen maar het gaat erom hoe dit gebeurt. Ik heb een bedrijf en ik heb een top vacature voor £100.000 en ik vraag sollicitaties en er komen er 27 binnen. Ik neem er een aan en de andere 26 blijven werkeloos, wat moet ik doen? In India zeggen dat je alles moet verkopen. Wij hebben allerlei maatschappelijke experimenten gedaan rondom delen en welvaart, met een hoop onbedoelde consequenties. Wat kunnen we anders doen in delen zodat deze onbedoelde consequenties achterwege blijven? Er is een massale wereldwijde verschuiving gaande naar modellen zonder winstoogmerk en coöperaties waar de beslissingsbevoegdheid gelijkwaardiger is verdeeld onder belanghebbenden, en winsten ook gelijker onder belanghebbenden zijn verdeeld en niet worden onttrokken door aandeelhouders. Dit soort modellen verschijnen al sinds lange tijd en er zijn wereldwijd 1 miljard mensen lid van een coöperatie. De tweede vraag over hoe we delen, daar is literatuur over, je kunt naar onze website gaan, er zijn verschillende ideeën over het opzetten van systemen rondom het principe van delen. Ook zijn er systemen van welvaartsverdeling en sociale bescherming waar problemen mee zijn, maar in essentie zijn deze veel beter dan als we ze niet zouden hebben. Deze zijn zeer belangrijk in de ontwikkelingswereld waarin veel landen nog steeds geen effectieve systemen van welvaartsverdeling en sociale bescherming hebben. Het is dus heel belangrijk deze mechanismen binnen landen te versterken en op te schalen, en we hebben dergelijke systemen ook wereldwijd nodig. Hoe we daar precies komen is bijna een secundaire discussie omdat we momenteel precies in tegengestelde richting bewegen. We moeten iets anders eisen en dat moet wereldwijd gebeuren.

Het punt dat ik ga maken is dat het woord ‘delen’ voor mij een tweezijdig ding is. Op de een of andere manier moet het delen het zelfrespect van de persoon die ontvangt bewaren door hem in staat te stellen iets terug te geven. Uw organisatie leidt ons hopelijk weg van het donatiegebeuren. Dit gaat niet over charity, of over individuele giften. In feite bestaat er een hoop literatuur die suggereert dat charity onderdeel van het probleem is omdat het de status quo handhaaft. Het gaat om rechtvaardigheid, delen betekent in werkelijkheid rechtvaardigheid. Onze focus is erop gericht hoe een rechtvaardige en duurzame wereld te creëren. Het gaat om het creëren van economische, sociale en politieke systemen die het principe van delen systematisch belichamen.

Uw oprichter heeft een rapport geschreven dat zich richt op hoe artikel 25 van de Universele Rechten van de Mens gebruikt kan worden, en dit gaat terug naar rechtvaardigheid als een toetssteen voor het vestigen van systemen van delen. We zijn dit idee nog steeds aan het onderzoeken en ontwikkelen. De werkelijke vraag is hoe we verandering creëren. We hebben een wereldwijde beweging van burgers nodig die op straat verandering eisen van hun overheden. Er is bewijs dat suggereert dat het aantal protesten voor sociale en economische rechtvaardigheid behoorlijk is toegenomen in de laatste decennia, en we hebben mensen nodig die samenkomen met open hart in de geest van delen en die gezond verstand eisen van hun overheden. Artikel 25 stelt dat iedereen recht heeft op de noodzakelijke levensbehoeften. Dit is nergens in de wereld vanzelfsprekend. Als we dit zelfs niet kunnen bereiken, welke hoop moeten we dan hebben op het aanpakken van de klimaatverandering? Dit dient dus het startpunt te zijn.

Een hoop mensen praten over de komende wereldwijde economische crash. Hoe ziet u hier een nieuwe economie uit verrijzen? Ook noemde iemand dat de mensheid op een kantelpunt staat naar het ontwaken van meer mensen in Christusbewustzijn. Mijn vraag heeft betrekking op het concept van eigendom en beheer. Hoe verbindt uw organisatie het concept van beheer aan het concept van delen? Ik denk dat als we praten over eigendom we aan mijn iPhone denken, maar er zijn dingen die duidelijk eerder beheerd dan bezeten dienen te worden door de landen van de wereld, of door lokale gemeenschappen. Dat is waar de gemeenschappen op gericht zijn. Het beheer van gemeenschappelijke hulpbronnen gaat niet over eigendom; maar dat betekent niet dat we onze tafels en stoelen niet kunnen bezitten. Dat is een ander niveau van eigendom. Als het aankomt op dingen die er echt toe doen in de wereld is beheer te prefereren boven eigendom.

Over de grotere vraag over hoe verandering plaatsvindt, de manifestatie van het Christusprincipe, de realisatie dat we één mensheid zijn, daar zijn we naar op weg. Het zou kunnen dat, jammer genoeg, een nieuwe wereldwijde economische crisis, een grote crash, dat proces kan katalyseren. Als dat zou gebeuren zullen we óf het oude systeem opnieuw oplappen waarna het wederom zal gebeuren, óf we werken democratisch samen aan het vormen van een nieuw systeem dat is gebaseerd op andere principes, en zonder twijfel dient delen daar een onderdeel van te zijn.

Drie punten, ten eerste, wat te denken van de nieuwe manieren van delen die werken volgens de wet van de minste weerstand, bijvoorbeeld AirBnB en Uber. Ten tweede, uw kijk op mobiele telefoons triggerde me een beetje. Vooral in Afrika zijn de mobiele telefoons een zeer sterke aanjager van toegenomen rechtvaardigheid, en de verdeling van nieuwe technologie zoals toegang tot micro kredieten en mobiele telefoons, die in veel Afrikaanse landen boven de 80% is gestegen, hebben veel weerstanden overwonnen. Het derde punt heeft te maken met uw opmerkingen over beheer. Het startpunt om met delen te beginnen is kennis en opleiding. Ten eerste, delen is absoluut een belangrijk onderdeel van het menszijn: bewijs uit antropologische - en gedragswetenschappen laat zien dat delen en samenwerken in ons verankerd zijn vanaf zeer vroege leeftijd. Vanuit een evolutionair perspectief zouden we niet in staat zijn geweest om te evolueren als soort als we niet konden delen. In termen van AirBnB en Uber, zij noemen zichzelf deeleconomieën, maar ze doen eerder aan verhuur dan aan delen. Over mobiele telefoons heeft u gelijk, er is een verschil tussen pragmatisch gebruik van mobiele telefoons bij het helpen van ontwikkeling, en het weggooien van onze mobieltjes iedere paar maanden voor het nieuwste model. Dat is een massale verspilling van hulpbronnen. Er is een betere manier om dat te doen.

Heeft u laatste opmerkingen? We dienen na te denken hoe we betrokken kunnen zijn bij het creëren van het alternatief, en in het eisen van verandering van onze bestuurders. Als Christus vandaag in de wereld zou zijn, zou hij zeker rechtvaardigheid eisen voor die mensen die momenteel geen toegang hebben tot de hulpbronnen, iets wat wij zomaar accepteren. Er zijn jaarlijks 17 miljoen mensen die onnodig sterven, en gelukkig zijn er miljoenen NGO’s, burgerrechtenorganisaties en campagnes die iedereen die dienstbaar wil zijn overvloedige mogelijkheden aanreiken.

Duurzaamheid – Een Gedeelde Verantwoordelijkheid

Jimena Leiva Roesch van het Internationale Vredesinstituut deelde haar gedachten over hoe de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen de reikwijdte van de menselijke verantwoordelijkheid tot delen uitbreiden.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelen: Een Collectieve Oproep aan de Wil

Jimena merkte op dat op 25 september, in navolging van een inspirerende oproep door de Paus, de gemeenschap van in de VN verenigde landen een nieuwe declaratie aannam die werd omschreven als “een handvest voor mensen in de planeet in de 21e Eeuw”. De declaratie, Transformatie van onze Wereld: de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling (die de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen omvat) benadrukt 5 sleutelelementen: vrede, samenwerking, mensen, planeet en voorspoed.

De 2030 agenda zet een nieuw paradigma neer in het internationale denken: ten eerste zijn de fundamentele aspecten van ontwikkeling – economisch, sociaal en milieu – geïntegreerd. Ze staan niet langer op zichzelf. Onder het nieuwe denken kan economische groei worden bereikt met sociale inclusie en met integriteit voor het milieu.

Ten tweede is de agenda universeel toepasbaar: alle landen – noord en zuid – zijn gecommitteerd om ze toe te passen. Dit is misschien wel de grootste verschuiving. Beslissingen in een deel van de wereld beïnvloeden alle andere delen. Klimaatverandering, ongelijkheid en de kernoorzaken van armoede kunnen niet worden aangepakt als de geïndustrialiseerde wereld niet verandert. Dit is een zeer grote paradigmaverschuiving voor geavanceerde landen die voorheen slechts een rol als donor hadden. Nu dienen ze naar binnen te kijken, hun eigen huis op orde te brengen en verantwoordelijkheid te nemen om deze agenda thuis te implementeren. Een van de moeilijkste doelen voor de Verenigde Staten is misschien Doel 13, het veranderen van haar niet-duurzame patronen van consumptie en productie. Dit vergt diepe veranderingen in onze levensstijlen.

Ten derde is de definitie van ontwikkeling veranderd. Nu bevat het zaken die voorheen buiten haar traditionele scope vielen, met name vrede en veiligheid en klimaatverandering. Afzonderlijke gemeenschappen hebben nu het mandaat om samen te werken in een geest van partnership. De gezamenlijke aanpak van klimaatverandering was altijd terughoudend, weg van de focus van de VN. Nu is het geïntegreerd als een sleutelonderdeel van het gehele ontwikkelingsproces in doel 13: Neem urgente actie om klimaatverandering en haar gevolgen te bestrijden. Het allerbelangrijkste, de vredes- en veiligheidsgemeenschap wordt nu aangemoedigd om samen te werken met sociale – en milieugemeenschappen. Hier dient de Verenigde Naties haar manier van werken te herdefiniëren. Momenteel werkt de de Veiligheidscommissie samen met de Algemene Vergadering, ECOSOC en de Vredescommissie. De 2030 agenda tracht de hardnekkige patronen af te breken die zich zo in ons denken hebben vastgezet. Zij reflecteert de verschuiving van het Vissentijdperk naar het Watermantijdperk.

De vierde paradigmaverandering is de betrokkenheid van de burgergemeenschap. Tijdens de twee jaar dat de Strategische Ontwikkelingsdoelen (SOD’s) werden ontwikkeld, meldde de Secretaris-Generaal dat de website meer dan 8 miljoen keer bezocht is door burgers. Daarnaast hebben de burgers de conferentiezalen waarin de SOD’s werden ontwikkeld niet verlaten. In het verleden vonden dergelijke onderhandelingen altijd achter gesloten deuren plaats, en alleen door overheden.

Gisteren was er een vergadering binnen de VN over de synergiën tussen de 2030 agenda en de toekomstige Klimaatovereenkomst in Parijs. Een van de conclusies was dat ze beide deel van dezelfde agenda zijn, één visie van de mensheid. In 2016 zal de VN de mogelijkheid en de uitdaging hebben om binnen het meest omvattende raamwerk in haar geschiedenis te werken aan duurzame ontwikkeling. Dit betekent dat van individuen, ieder van ons, die houden van de Verenigde Naties en die betrokken zijn bij haar werk, wordt geëist dat we waakzamer zijn en dat we ons dienen te beseffen dat de visie verschoven is.

Iedere keer dat we de Grote Aanroep aanheffen, besluiten we met “Laat Licht en Liefde en Kracht het Plan op Aarde herstellen”. De 2030 agenda kan, op een kleine manier, gezien worden als een manifestatie van dit Meesterplan op aarde.

Jimena besloot met te vermelden wat het voor haar heeft betekend om dit onderwerp van het herbouwen van het altaar van het menselijk bestaan te onderzoeken. Als betrokkene bij deze twee overheidsonderhandelingen (meestal van buitenaf) werd ze uitgedaagd om naar binnen te gaan: tijd te besteden aan het bouwen van het altaar in haarzelf; de stem van de stilte te versterken; meer tijd te besteden aan het opschonen en evalueren van haar gewoonten; de drie lichamen meer te integreren; en verschillende angsten onder ogen te zien. Voor anderen kan het herbouwen van het altaar iets heel anders, of iets tegengestelds, betekenen, misschien juist meer in de buitenwereld staan en minder naar binnen? Waar we ook staan, het betekent dat we de nieuwe komende energieën moeten leren hanteren, en ze vervolgens moeten leren verspreiden. Daarvoor dienen we de lichamen in lijn te brengen en op een lichte wijze voort te gaan.

Opleiding en de Vlam van de Jeugd

Judit Hegedus van College Board International onderzocht de voortgang van de idealen achter drie internationale opleidingsinitiatieven.

Opleiding tot Wereldwijd Burgerschap – Tekenen van de Ziel

Judit merkte op dat sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw de universitaire opleidingen enorm zijn gegroeid. Er is wereldwijd sprake van een toenemende toegang tot universiteiten, het aantal studenten aan de universiteit is gegroeid, en wereldwijde mobiliteit onder de studenten neemt toe.

Geholpen door de ontwikkelingen in de informatietechnologie, leidt het gegroeide aantal studenten dat in het buitenland studeert tot een gegroeid besef van transnationale onderlinge verbondenheid. Studenten zijn onderdeel van grotere wereldwijde netwerken en ervaren dientengevolge meer eenheidsbewustzijn en zullen, nog belangrijker, geneigd zijn om hun levens daarop afgestemd in te richten en vorm te geven.

Er worden momenteel drie zeer grote systemen gebruikt om studenten voor te bereiden op de universiteit in meer dan 100 landen. Van belang is dat deze enkele gemeenschappelijke waarden vertegenwoordigen die in opleidingen verschijnen.

Ten eerste is er de Internationale Bachelors graad (IB) die in 1971 is geboren in Geneve. Momenteel zijn er 4.200 scholen in ongeveer 130 landen die IB-programma’s onderwijzen. De missie is inspirerend, gericht op het ontwikkelen van onderzoekende, goed geïnformeerde en zorgzame jonge mensen die helpen om een betere en vreedzamere wereld te creëren door middel van intercultureel begrip en respect.

Het tweede systeem, het Voortgezette Stageprogramma (VSP), gestart in 1955 in de Verenigde Staten als een programma voor in wetenschap geïnteresseerde Middelbare School studenten die klaar waren voor eerstejaars Universiteitsprogramma’s. De meest recente vernieuwing, het tweejarige VSP Sluitstukprogramma, is een interessante ontwikkeling. Het is interdisciplinair, wereldwijd, en bevat teamgericht onderzoek en een seminar die, samen met leergangen, een basis vormen voor specifieke kennis. Er zijn duidelijke overeenkomsten met het IB-programma – de leerdoelen voor studenten bevatten:

  • Creatief denken om begrip te kweken
  • Probleem onderzoekend en –oplossend
  • Samenwerking in het oplossen van problemen
  • Synthetiseren en het maken van cross-circulaire verbindingen

De hoeksteen van het programma is een eenjarig seminar leergang waarin studenten kunnen praten over elk gewenst onderwerp naar keuze – ze worden meer getest in hun vermogen om in teams te werken dan op inhoud.

Het derde grote internationale systeem is het Cambridge Pre-Universiteitsprogramma dat uit het Verenigd Koninkrijk komt en nu in ongeveer 130 landen functioneert. Gecombineerd met A-Niveau vereisten is dit programma meer gericht op gespecialiseerde onderwerpen dan de andere twee. Onder haar doelen bevinden zich:

  • Het aanmoedigen van de ontwikkeling van goed geïnformeerde, open en onafhankelijk denkende individuen
  • Het helpen van studenten in het verwerven van specifieke vaardigheden op het gebied van probleem-oplossen, kritisch denken, creativiteit, teamwerk, onafhankelijk leren en effectieve communicatie
  • Het stimuleren van een internationale kijk en een cross-cultureel besef.

Deze drie programma’s leveren een duidelijk bewijs dat zielskwaliteiten in toenemende mate worden geïntegreerd in opleidingen. Wereldwijde studentenmobiliteit is een blijver; het zal blijven groeien en leiden tot een hoger bewustzijn van Eenheid binnen de mensheid. En naast de verscheidenheid van benaderingswijzen van leren in verschillende landen, zullen de volgende trends binnen het middelbaar onderwijs curriculum zich doorzetten: samenwerking met anderen; interdisciplinair leren; geïndividualiseerd leren; focus op vaardigheden in plaats van inhoud; weggaan van stampen en onthouden; focus op probleem-oplossen; stimuleren van begrip voor andere culturen en mensen en benadrukken van juiste menselijke relaties (“anderen kunnen goed zijn en het bij het rechte eind hebben”); op output gebaseerde beoordelingen in plaats van gebaseerd op input. Maar we zijn nog steeds aan het begin van de reis.

Hilary, Michael and Clarence Harvey, WYSE International vertegenwoordigend, deelden hun ervaringen met verzorgend leiderschap bij jonge mensen die anderen willen dienen. 

WYSE Hoofden op Jonge Schouders

Hilary merkte op dat WYSE International is opgezet om enkele manieren waarop wij ons verhouden tot andere mensen te transformeren, en specifiek is gericht op het ondersteunen van jonge mensen over de hele wereld die zich aandienen als leiders. WYSE concentreert zich op hoe ze een dienstbaar bewustzijn kunnen ontwikkelen.

De context waaraan we werkelijk denken is een wereldwijde. Het interessante voor WYSE is dat de grootste generatie van jonge mensen die ooit op de planeet heeft geleefd de generatie is die nu leeft. Meer dan de helft van de wereldbevolking is jonger dan 35 jaar, en 90% hiervan leeft in wat we de ontwikkelingswereld noemen. En door technologie hebben we meer toegang tot alternatieve manieren om de wereld te zien, en meer onder ons zijn in beweging. We bewegen van platteland naar de stad. Dat roept de vraag op hoe we onze hulpbronnen gebruiken. Zoal Rajesh zei, hoe ziet consumptie eruit? Als iedereen op Aarde op de manier wil leven die wij gewend zijn, zijn er meer dan 3 planeten met hulpbronnen nodig. En we beginnen enige feedback van onze planeet te krijgen. Het klimaat warmt op, en we dienen ons af te vragen of we voldoende schoon water en voedsel voor iedereen hebben. Dit is de context waarin meer dan de helft van de wereldbevolking opgroeit.  Dit zijn de soort vragen die we stellen aan de leiders die we in onze programma’s halen om zich mee bezig te houden. We vragen ze om zich te buigen over de vraag wat onze rol in dit alles is. Kofi Annan zei: “De manier waarop we onze jeugd en de leiders van morgen opleiden moet ook veranderen, we moeten het momentum benutten om de denkkracht te ontsluiten en mobiliseren om deze uitdagingen met kracht en doelgerichtheid tegemoet te treden”. Dat is iets wat we ons als WYSE zeer ter harte nemen. Onze kernmissie is om verschijnende leiders te ondersteunen in wereldwijde verandering en onze visie is een wereldwijd netwerk van verschijnende leiders die geïnspireerd zijn en zich ondersteund en verbonden met elkaar voelen om positief bij te dragen aan hun gemeenschappen.

WYSE werkt primair met jonge mensen tussen 18 en 35, en we hebben rond 30 deelnemers uit ongeveer 20 verschillende landen. Het is een zeer belangrijk thema voor ons om een zo rijk mogelijke verscheidenheid bij elkaar te brengen. We draaien ook een geavanceerd leiderschapsprogramma waarin het thema primair is gericht op de wil – hoe ontginnen en benutten mensen hun wilskracht om hun visies voor de wereld om te zetten in actie? We doen al dit werk om niet, en we hebben professionals en deskundigen die niets voor hun tijd rekenen Dat betekent dat we onze kosten aanzienlijk kunnen reduceren. We bieden daarbovenop ook nog beurzen. Het is voor ons echt belangrijk dat we in staat zijn om dit soort ondersteuning te beiden aan verschijnende leiders die normaliter niet in staat zouden zijn om aan dit soort leiderschapstrainingen deel te nemen.

Michael deelde dat WYSE een significante rol heeft gespeeld bij het bepalen van zijn beste bijdrage aan de wereld. Momenteel werkt hij met grote multinationale ondernemingen als onderdeel van een denktank met de verklaarde missie om ondernemingen te inspireren en in staat te stellen de weg te wijzen naar een duurzame economie. De ondernemingen waarmee hij gewerkt heeft werken actief aan de uitdaging hoe duurzame methoden te integreren in hun business modellen. Er is veel aandacht voor de rol van jonge mensen in het ondersteunen van dit soort innovaties en de rol die zij moeten spelen in de nog grotere multinationals die soms zeer statisch zijn en moeite hebben om hun werkwijze te veranderen. Volgens recente onderzoeken bij ondernemingen als Deloitte en MacKencie is de mate van aspiratie van deze individuen om te leiden duidelijk, en zij verwachten veel meer van de ondernemingen waarin ze werken. Als het gaat om de sociale verantwoordelijkheid die ondernemingen laten zien, was hij eerder deze week bij een evenement waarop een van de vier grote energieleveranciers in de wereld sprak over hoe lang het zou duren om de overgang te maken naar een lage steenkool economie. Hij was geraakt door de kracht van hun argumenten, maar ook door het feit dat de waarschijnlijkheid dat het echt binnen de onderneming zou gebeuren werd gedreven door de jongere mensen in de organisatie. In zijn visie zijn mensen en jonge volwassenen in staat om binnen planetaire grenzen te werken en, misschien belangrijker, zijn individuen in staat om te bloeien in alle potentiële aspecten van onze levens, maar vooral door ons dagelijkse werk en in de ondernemingen waarin we werkzaam zijn.

Clarence merkte op dat er een nieuw verhaal aan het verschijnen is waarvan we de medescheppers zijn, zowel individueel als op groepsniveau. Een deel van het verhaal heeft, zoals we weten, een hoop geweld in zich, zoals door andere sprekers vandaag is vermeld. We dienen in overweging te nemen dat de rol van jonge mensen in deze transformatie niet alleen hosanna in de glorie is, maar dat we als mensheid worstelen met de juiste manier van het realiseren van onze idealen. We spreken over spiritualiteit en we proberen het in de praktijk te brengen, maar de perceptie van spiritualiteit van sommige mensen leidt ertoe dat ze zichzelf opblazen en anderen daarin meenemen. De vraag naar verantwoordelijke actie is iets waarmee jonge en oudere mensen worstelen. Hoe kunnen we de rol van jonge mensen in de wereldtransformatie in ogenschouw nemen? En transformatie waarheen, en waarin? Voor Clarence is het verhaal van de mensheid die evolueert in alles waar we waarde aan hechten: delen, zorgen en nobelheid, opgesomd in het concept van bodhisattva – de ene wiens hart is geopend, wiens mind is geopend en verlicht. En dat dit geen individueel persoon is, maar dat de gehele mensheid daarmee worstelt en daarnaar streeft. Dat is wat hem naar WYSE heeft getrokken, als een praktisch voorbeeld van een groep mensen die denkt dat het waardevol is om deze nobelere aspecten te voeden in jonge mensen en wat het betekent om menselijk te zijn. Clarence rondde af met het delen van het voorbeeld van twee WYSE-deelnemers, twee zussen, beide advocaat, die een magazine maken, Lawtoons genaamd, dat de wet vertaalt voor kinderen in stripvorm, waardoor kinderen de wetten van hun land beginnen te begrijpen, en de rechten die daarin vertegenwoordigd zijn. Jonge mensen leiden nog jongere mensen op. Die soort van voeden van jongeren is onderdeel van dit proces. 

Het op creatieve wijze omvormen van conflicten

Oliver Rizzi Carlson beschrijft een techniek om conflicten op een niet-gewelddadige manier op te lossen zodat alle deelnemers en de fundamentele heiligheid van het leven worden gerespecteerd. 

Een sacrale maatschappij

Een definitie van sacraal is dat het “dat is wat ons op elk moment heelt”, en Oliver merkte op dat, terwijl onze ervaringen van het sacrale vluchtig kunnen zijn, ze voor ons altijd latent beschikbaar zijn. Het probleem is dat daarentegen veel van onze sociale systemen het idee van afgezonderdheid in zich dragen, wat dikwijls een mogelijke bron van lijden is. De uitdaging bestaat erin ons bewustzijn te laten evolueren tot een geïntegreerd wereldinzicht van waaruit er systemen worden ontworpen die geen lijden meer veroorzaken.

Een gebied waar het van zeer groot belang is om dit te bereiken is in het gebied van de transformatiesystemen voor conflicten. Daar waar deze reeds bestaan zijn het meestal controlestructuren van het land, op nationaal niveau, waar wetten en regels worden toegepast, met dwangmethoden, en een visie van fout en schuld, goed en slecht, enz.. Dit alles schept een conflictervaring die voor iedereen die er bij betrokken is zeer pijnlijk is.

Het is dikwijls moeilijk om de aard van de gewelddadigheid van deze concepten te zien (ik spreekt van een culturele gewelddadigheid), want wij worden voor lange tijd er mee geconfronteerd om met de conflicten om te gaan. Ze hebben in feite een zeker nut; maar we zien meer en meer de omvang van hun grenzen. Het woord “gewelddadigheid” is toepasselijk omdat we de manieren beginnen zien hoe ze het leven schenden. De concepten die niet schaden, maar het leven in acht nemen en mogelijk maken (die ruimte scheppen voor wat er zich voordoet) zijn dezelfde als diegene die we onder andere terugvinden in de Permacultuur, de alternatieve opvoeding, de nieuwe economische modellen en de kwantummechanica. Men vindt er de onderlinge afhankelijkheid in terug, de veranderlijkheid, de autonomie, de diversiteit, het belang van de drempels, de verandering, de terugkeer naar het plaatselijke, de decentralisatie, het delen van de hulpbronnen en hun kracht, de wet van de minste weerstand, enz.

Deze aspecten hebben allemaal het idee van het (her)scheppen van het verband tussen het extra-persoonlijke en interpersoonlijke en sociale verbanden die aan de basis liggen van een andere visie van de vrede. De vrede beheerst niet langer het gedrag (wat men orde en veiligheid noemt), maar een verband die ons in staat stelt om de onderlinge band te behouden tussen ons en het leven. Het leven is uiteindelijk beweging. De dialoog is diezelfde beweging, die alles het zelf uitdrukt en de andere respecteert, vertrekkende van en een grotere verbinding en een eenheid scheppend. Laten we ons bijvoorbeeld richten op de Cercles Restauratifs (Herstel-Kringen) die ontstaan zijn in Brazilië.

De Herstel-Kringen onderschrijven het beeld van de menselijke verhoudingen waarbij conflicten worden gezien als onvermijdelijk, en zelfs als deel van het leven, terwijl hun oorsprong in de verhoudingen zelf te vinden is. Er zijn doorgaans geen twee maar drie partijen bij een conflict betrokken: diegene die ageren, diegene die bij de actie rechtstreeks betrokken zijn, en de mensen uit hun omgeving die met hen een zekere band hebben.

De Herstel-Kringen scheppen zo een structuur van ondersteuning die op elke stap van het proces banden schept. Het proces bereikt haar hoogtepunt in de kring waar alle betrokkenen naar elkaar kunnen luisteren en gehoord kunnen worden. Zo wordt er ruimte geschapen waar de boodschap, die soms in pijnlijke bewoordingen wordt geuit, makkelijker wordt beluisterd, waarbij tegelijkertijd elke vorm van geweld overbodig wordt.

Vooreerst hangt het vinden van een herstellend systeem af van de overeenkomst in een groep (kring) personen die dit gaat instellen. Er wordt dus niets afgedwongen, en de personen vertrekken van het principe dat hun verhouding(en) belangrijk is/zijn los van de problemen die ze kunnen tegenkomen. Er is dus een erkenning van de onderlinge afhankelijkheid tussen iedereen. Er is ook een erkenning dat conflicten een natuurlijke zaak zijn.

Er zit ook geen enkele rangorde in het scheppen van een systeem, en het delen van de macht is eveneens te zien in het tweede element van een systeem: dat de akkoorden in verband met het systeem en hun werking verspreid en altijd toegankelijk moeten zijn voor alle leden ervan.

De activering van het mechanisme, het derde element dat voornamelijk dient om het bestaan van een conflict mee te delen, is een onderdeel van het door het geheel van de leden vastgestelde systeem. Er is dus een toegankelijk en praktisch mechanisme voor alle leden. Daarom moet het een toegankelijk en praktisch mechanisme zijn, met de mogelijkheid dat er verschillende manieren zijn om het bestaan van een conflict onder woorden te brengen. Het is belangrijk om een eenvoudige eerste stap te hebben, in ogenblikken waarin het gewicht van een conflict zeer zwaar wordt, om vanaf het begin van een conflict tot een band te komen.

Een vierde element betreft de ontwikkeling van de nodige bemiddelaars om het proces te leiden, mensen die deel uitmaken van de bestaande gemeenschap. Het zijn de leden van deze groep die zich ten dienste stellen van de maatschappij, die reageren telkens iemand het systeem activeert. En het leerproces van de bemiddelaars en de ontwikkelingen ontstaan binnen het herstelsysteem zelf. Dus wanneer iemand een conflict op de agenda plaatst, is de eerste stap het maken van een pre-kring.

In een pre-kring herkennen de onderhandelaars de onderlinge afhankelijkheid door de bedenkingen van de andere personen in zich op te nemen. Ze trachten te ontdekken wat er voor de herstelkring nodig is. Tenslotte bevestigen ze de bereidheid van de persoon om het proces te aanvaarden. De opeenvolgende pre-kringen met de voornoemde personen vinden op dezelfde manier plaats, zodoende delen ze de macht en volgen de banden die zichtbaar worden door het proces heen. Het verband met de ervaring van iedereen maakt het mogelijk om de waarde van elke ervaring te herkennen, niet enkel in een poging om onpartijdig te zijn, maar eerder multi-partijdig.

Het vijfde element van een herstel-systeem wordt tijdens de kringwerking even belangrijk: een fysieke ruimte of materiële omgeving draagt bij aan de band door de afwezigheid van overlast, van geluiden, van comfort, van de gemakkelijkheid van de toegang, en het symbolisch belang die men voor de gemeenschap heeft.

Het doel van de kring, waarin alle betrokkenen elkaar ontmoeten, is het herstellen van de band tussen personen door een diepgaande luisterbereidheid, en niet het bereiken van een voorbestemd einddoel. De onderhandelaars zijn er enkel om de noodzakelijke steun te geven opdat deze band mogelijk wordt. De afwezigheid van regels, de tussenkomst van de onderhandelaars die indien nodig zeer diepgaand kunnen luisteren, en de opzettelijke beperking van de manieren voor tussenkomst herkennen de levendige aard en het bewustzijn van de groep. Deze decentralisatie draagt niet enkel bij aan een proces verrijkt door de diversiteit van de bijdragen, maar ook aan de duurzaamheid van de resultaten. De na-kringen dienen gevolg te geven aan de akkoorden die in de kring werden gesloten en moeten er op toezien of men hun objectieven bereikt.

Zo'n systeem lijkt te ideaal, toch is het via ondervinding dat deze werkwijze en haar beginselen werden ontdekt. Ze hebben aangetoond dat dit effectief werkt, en nieuwe ontdekkingen worden voortdurend gemaakt. Tot slot komen we bij de vraag waarvan we denken dat ze mogelijk is – onze visie op de wereld. Het is in het onderzoek van wat we geloven dat bestaat dat we de sacrale structuren van het leven ontdekken teneinde een wereld van vrede te scheppen. 

SYNTHESE – Een Gemeenschap van Dienst

Martin Ping van de Hawthorne Valley Association deelt zijn ervaringen van het werken in een gemeenschap die reeds lang actief is en die bezield wordt door het werk van Rudolf Steiner over landbouw, opvoeding en kunst, inbegrepen hoe het beheren van een conflict (“plaatsen van spanning”) de creativiteit voor dienst mogelijk maakt.

Land, Ziel & Gemeenschap: een Liefdesverhaal in Drie Bewegingen

Martin begon met het meedelen dat zijn thuis in een zeer klein gehucht van Harlemville, NY, ligt, waar er meer koeien zijn dan mensen. Hij merkte op dat de schijnbare tegenstellingen die we in onszelf dagelijks waarnemen eigenlijk kenschetsen wat het betekent om mens te zijn. We staan op twee plaatsen tegelijk, en trachten harmonie te vinden in wat soms een spanningszone is tussen een fysiek wezen, geïncarneerd in de materie, en een geestelijk wezen dat op aarde een taak te vervullen heeft. Dit gevoel van de twee aspecten van ons zijn kan behulpzaam zijn als een perspectief om de uitdagingen van de wereldgebeurtenissen en de uitdagingen van het dagelijkse leven tegemoet te treden.

Hawthome Valley is een grote biodynamische boerderij van 400 hectare met melkvee. Er is een zuivelbedrijf, een bakkerij en een opslagkelder, en een winkel. Op de boerderij is er een Waldorf School voor kinderen tot 12 jaar, een agro-ecologisch onderzoekcentrum, farmscape, een Centrum voor Sociaal onderzoek, een theatergezelschap Walking the Dog, en andere. Buiten de school komen er elke week sinds 1972 een 30-tal kinderen naar de boerderij, dikwijls om aan de drukte van de stad te ontsnappen. Ze komen de maandag toe en leven tot vrijdag in het hoofdgebouw van de boerderij waarna ze naar hun thuis terugkeren. Zo zijn er ondertussen ongeveer al 25 duizend kinderen geweest. Er is ook een opleiding tot landbouwer, met elk jaar 10 leerlingen. Het startprogramma van de boerderij biedt in de hele Hudson Vallei cursussen voor landbouwers en toekomstige landbouwers aan, en de USDA gaf onlangs een prijs van 700.000 US dollar aan de Hawthome Valley omwille van het helpen re-integreren van gevangen, teruggekeerde veteranen en immigranten.

Er werken ongeveer 200 mensen op Hawthome Valley en bij het integreren alle activiteiten is het doel om wegen te vinden voor het hernieuwen van de maatschappij en de cultuur. Het is een edel doel, niet minder edel dan de tempel van het leven. Het is werkelijk hetzelfde.

Op Hawthome Valley is er een grote bedrijvigheid, en het is, zeker op kleine schaal, niet een gemakkelijke weg om te overleven. En de combinatie van de landbouw, de verkoop en het verhandelen van onze productie, de opleidingen van de kinderen, wetenschappelijk en cultureel onderzoek, maakt alles nog wat moeilijker. Een nieuwe soort van sociale macht ontwikkelt zich. Er is een spanningsveld waar we in werken, wat een voortdurend vinden van nieuwe wegen vergt om samen te werken, dus maken we elkaar niet gek of geven niet op en laten niet los en lopen niet weg. Na al die jaren ben ik de manier gaan waarderen hoe alle creatieve energie in dat spanningsveld een oplossing vindt. Hoe langer je er in kan blijven, des te beter je nieuwe wegen kan vinden om problemen op te lossen, nieuwe manieren om iets te verwezenlijken. Samenwerken is het enige dat de problemen van de dag zal oplossen. We leven in een antisociale tijd en er zijn krachten die werkelijk voor de mensen het verschil maken om samen te werken om de tempel van het menselijk leven op te bouwen. Alles wat ons drijft en ons de mogelijkheid geeft om deze sociale kracht te ontwikkelen is een goed ding. Gedurende de voorbije 43 jaren is Hawthome Valley een soort microkosmos van het hele systeem geweest, met het leren samenwerken en te werken als een organisme.

Neem bijvoorbeeld het Farmscape Ecology Programma dat op een rationele wetenschappelijke manier onderzoekt welke systemen er op het land reeds bestaan, wat er reeds leeft en welke verbanden er bestaan waar we ons bewust van moeten zijn voor met de landbouw te beginnen.   Met deze kennis kunnen we dan op een samenwerkende, harmonieuze manier met de natuurlijke omgeving werken. Een bioloog, een plantkundige en een technieker vormen de voltijdse staf van het programma, en zij onderzoeken en geven raad, niet enkel op de Hawthome Valley, maar in het hele Colombia County en nu zelfs verder opwaarts en afwaarts in de Hudson vallei.

Een ander voorbeeld voor onze inspanningen om samen te werken met de natuurlijke omgeving is de praktijk van de bio-dynamica, die de boerderij zien als een levend organisme dat zorg draagt, niet om het land, de dieren of de mensen uit evenwicht te brengen. De bodem krijgt veel aandacht door het verhogen van de vruchtbaarheid, in feite wordt de grond ontwikkeld zodat deze ons voedsel kan opbrengen. Hiervoor moet je ten minste voor een verstandelijk levensonderhoud zorgen. Dit kan door rechtstreeks op de boerderij een waarde aan het geteelde voedsel toe te voegen en door middel van een rechtstreekse verhandeling met de klanten op onze boerenmarkten en winkels. Aan deze verhandeling is er een opvoedend bestanddeel, met de bedoeling onze klanten te helpen om bewuste medewerkers te worden. Het is een heel economische systeem dat we doen ontstaan.

Dus hoe is dit alles tot ontstaan gekomen? De sleutel is de stimulans die een stichting geeft. Daar is de gelegenheid van werkelijk belang, doen de mensen er toe, en is de tijd van werkelijk belang. Denk aan de dag van vandaag, en aan alles wat op een dag kan gedaan worden. En denk dan aan alle dagen die sedert 30 juli 1972 zijn verstreken, vanaf de dag dat de boerderij werd aangekocht – het zijn er ongeveer 15 duizend dagen. Stel u de duizenden mensen en de verbazingwekkende onderlinge verhoudingen voor die gedurende deze hele periode zo’n plaats hebben opgebouwd.

Een van onze oprichters was Karl Ege. Hij was de laatste leraar die door Rudolf Steiner in Stuttgart is opgeleid. Steiner had hem gezegd dat, indien hij opnieuw scholen en opvoedingssystemen zou kunnen ontwerpen, hij het roer 180 graden zou omgooien en zich zou baseren op de praktijk en de opvoeding van de wil. Het was deze stimulans, de opleiding van die zeer mysterieuze kwaliteit van de wil, die centraal in de visie van Hawthome kwam te staan – het verbinden van de opvoeding met de landbouw. Hier volgt Karl zijn laatste gedachte. Het is vandaag nog even relevant als het in de begin jaren 1970 was:

“Want vandaag tracht zich iets totaal nieuw te ontwikkelen. Wat is dit? Het is de sociale structuur van het komende tijdperk. Door middel van het inzicht in de positieve geestelijke impulsen die nu tevoorschijn komen, moet die vorm krijgen. We kunnen deze ontwikkeling niet zelf bedenken; we kunnen enkel onszelf zien als de dienaren van de krachten die trachten hun weg naar de mensheid te vinden.”

Karl Ege, An Evident Need of our Times.

Om te beëindigen, drukken de gedachten van Karl Ege mooi het idee uit van het weder opbouwen van de tempel van het leven der mensen, en roept ons allen op om de vurige Geest van Verhoudingen aan te wenden om onze onderlinge hinderpalen af te breken zodat we de eenheid met goede wil voor allen kunnen dienen.

Sprekers:

Sarida Brown leidt de Sufi Healing Order op international niveau en heeft het genezersblad Caduceus opgericht en was voor 20 jaar de editor.

Rev. Tom Ravetz is een priester v an de Christian Community – een kerkgenootschap geinspireerd door Rudolf Steiner.

Thomas Bohrn werkt in het gebied van telemedicine, met name gericht op het vroegtijdig detecteren van cardiovasculaire risicofactoren hoofdzakelijk in verband met de kwaliteit van de bloedstroom in verschillende delen van het menselijk lichaam.

Daniel Hersann lid van het management van een Zwitserse wereldwijd IT bderijf en de CFO van dat bedrijf.

Rajesh Makwana is de executive director van Share The World’s Resources die zich sterk maakt voor een eerlijkere verdeling van de welvaart, macht en resources binnen en tussen naties.

Jimena Leiva Roesch was actief betrokken bij onderhandelingen voor het opstellen van de Sustainable Development Goals als Counselor van de Permanent Missie van Guatemala bij de Verenigde Naties. Jimena werkt nu als Policy Analyst bij het International Peace Institute.

Judit Hegedus is Executive Director van College Board International, wat studenten uit de USA en wereldwijd behulpzaam is om universitieten hier en in het buitenland te kunnen bezoeken.

Hilary Harvey is een leadership development consultant en executive. Michael Harvey is consultant voor een think tank en strategische adviesfirmam werkend met bedrijven om  leaderschap in duurzaamheid te bevorderen. Clarence Harvey was vice-principal in een Steiner school en heeft evenementen georganiseerd rond op de ziel gebaseerd onderwijs sinds eind 1990. Alle drie zijn geassocieerd met WYSE (World Youth Service & Enterprise) International.

Oliver Rizzi Carlson is editor van de nieuwsbrief van de Global Campaign for Peace Education. Hij geeft onderwijs sessies voor jongen mensen over de cultuur van vrede zowel op scholen als elders.

Martin Ping is Chief Executive van de  Hawthorne Valley Association.

Houd contact

Wereld Goede Wil in Sociale Media