Problemen der Mensheid

Beschouwingen van Arcane School studenten over de Problemen der Mensheid.

Het heilige karakter van werk.

Werk is de vervulling van een menselijk wezen. Werk is het leven. Elk leven is gegeven werk en is werk in voortgang vanuit het standpunt van de ziel. Een samenleving, die ontkent dat werk de ultieme waardigheid van het hart is, saboteert het Goddelijk Plan en speelt in de kaart van de destructieve krachten van het kwaad. Werk begrijpen is essentieel voor gezondheid, evenwicht en balans. Werk zodanig reguleren, dat het Grote Geheel wordt gediend, is ook wezenlijk, want er is uiterlijk en innerlijk werk en elk moet zijn passende ruimte gegeven worden. Het begrijpen van de ritmes van de creatieve geest is daarom onontbeerlijk om de balans in creativiteit te bereiken tussen uiterlijk en innerlijk, het exoterische en esoterische en tussen het subjectief en het objectief. Iets wat gemist wordt in onze maatschappij, is de betekenis van de ware doelstelling van individueel werk en het gehele perspectief in ogenschouw houden van de barensweeën van onze aarde. Vanuit ons punt in evolutie is individueel werk zonder zin geworden, omdat het overzicht ontbreekt. De mens is niet meer de vasthoudende entiteit, voortgedreven uitsluitend door de zorg voor zichzelf en zijn directe omgeving. De mens is een éénheid geworden, gedwongen om zich aan een maatschappij aan te passen, met zulke uitgebreide grenzen, dat zijn zelfgevoel is weggezakt en zijn werk hem vaak nutteloos voorkomt en slechts dient om te overleven en geld te verdienen. Het geheiligd karakter van werk is getemperd, waardoor mensen zich tot poppen en robotten gemaakt voelen, en zich krachteloos gemaakt voelen bij hun nuttige bijdrage in het immense plan van aards leven en bestuur, op een kleine selectieve groep na. Het is alles te groot en de mens veel te klein. Na eeuwen van worsteling, onderzoeken en veroveren, trots in zijn identiteit, zijn plotseling alle heersende waarden en verlangens explodeert en zit de mens op de wrakstukken en een wereld, die nieuw opgebouwd moet worden. Net als Job zal hij zich verbijsterd en zinloos gevoeld hebben. En velen voelen zich in deze tijd getraumatiseerd, hulpeloos, behoeftig en krachteloos. De Verlosser moet nu innerlijk gezocht worden en moed opgetuigd door nederigheid, vertrouwen en vriendelijkheid. De kracht van een in zichzelf geïnteresseerde wil is nutteloos gebleken tegenover de stromingen van een natuur, die niet door de mens gecontroleerd kan worden. De mens moet zichzelf in subjectieve zin kennen en opnieuw de rijkdom ontdekken van een voor hem versperde wereld. Dat is de reddende genade, waarop hij kan hopen. Alleen door het evenwicht te creëren tussen innerlijk en uiterlijk leven, zal hij de kracht herwinnen om met vertrouwen de wegen van de toekomst te begaan, die nu in de aarde gekerfd worden, door de als een bulldozer opdringende elementen, die zijn prestaties uit het verleden verwoesten.

De mensheid wordt in een verrassend tempo wakker en ik vraag me af of dit niet bijna te snel gaat voor dit natuurlijke ontvouwingsproces, dat de evolutie heeft bedoeld. Onze biologische kenmerken veranderen langzaam en wij leven in een vorm die geselecteerd was voor totaal andere condities, als die waaronder wij nu leven. Onze hersens en de inherente “zombie” programma`s, welke automatisch meelopen, zijn ontworpen voor een leven in de natuur met fysieke en psychologische uitdagingen, anders als die, waar wij nu tegenover staan. Kunnen wij leren om ons brein/het lagere denken te controleren en op intelligente wijze het programmeren te veranderen om een transitie in bewustzijn toe te laten? Als meditatie een meer verspreide techniek kan worden ( misschien zelfs op een bepaald tijdstip onderwezen op scholen), is er hoop dat wij kunnen inspelen op de noodzakelijke veranderingen in de mensheid.

Is er enig bewijs voor wereldburgerschap in deze tijd? Ja, er is definitief bewijs voor wereldburgerschap in de huidige tijd. Er is een toenemend besef van de onderlinge verbondenheid van natuurrijken of  levensvormen op de Planeet Aarde ( menselijk, dierlijk, planten, mineralen en elementalen). Vele theorieën die scheidingen, verdelingen of grenzen tussen wezens hadden opgebouwd, hebben deze barrières nu opgeruimd en benadrukken nu het begrip „porositeit“. Op  het menselijk niveau, is dit verdwijnen van ideologische isolatie uitgemond in de verwijdering van fysieke afscheiding. Menselijke wezens schijnen naar voren gedrongen te zijn in één wereld, één globale of planetaire gemeenschap. Zelfs diegenen, die zich niet beschouwen als wereldburgers, vinden zichzelf leven in deze bijzondere gemeenschap. Het bewust zijn van wereldburgerschap wordt nog versterkt door bepaalde planetaire gebeurtenissen en trends. Hier een paar voorbeelden: 1 De evolutie van taal. Het doorsijpelen van termen als „wereldburger“ en „globale dorp“ in het dagelijkse taalgebruik laat mensen zich afvragen, wat deze begrippen betekenen. 2 Elektronische communicatie (radio, televisie, telefoon, internet en verwante technieken.) Deze technologieën zorgen ervoor dat mensen grenzen kunnen overschrijden en realiseren, dat als zij met andere mensen op welke plek dan ook op onze Planeet, er misschien maar één tehuis is, waartoe alle mensen behoren.  3.Transport. (over land, lucht en zee) Dit maakt het mensen mogelijk om zich fysiek overal op de Planeet te verplaatsen, en geeft hen opnieuw de ervaring van het behoren tot de éne Planeet. 4. De tendens tot politieke federalisme. In de Amerikaanse wereld, heeft het stichten van de Verenigde Staten van Amerika in Noord Amerika vele denkers geïnspireerd tot het oprichten van federale entiteiten. In Zuid Amerika Simon Bolivar dacht dat het een goede idee was om alle Zuid Amerikaanse landen onafhankelijk van Spanje als één staat genaamd La Gran Colombia te verenigen. Al werd zijn idee niet opgepakt, de idee van een verenigde politieke entiteit heeft toch wortel geschoten. Venezuela, Bolivars geboorteland, bijvoorbeeld heet officieel „ de Bolivarian United States of Venezuela”. Europa wordt langzaam maar zeker de Europese Unie en Afrika de Afrikaanse Unie. De oorspronkelijke volken van Amerika hebben een Unie van de inheemse Volken van Amerika, welke zich uitstrekt van Noord Amerika tot over geheel Zuid Amerika. Er zijn veel meer van deze algemeen politieke of economische regionale verbanden in Amerika, Europa, Afrika, Azië en Oceanië. En er is natuurlijk de Verenigde Naties, welke alle naties op onze Planeet verenigt. Als het Charter van de UN verklaart „Wij de volkeren“, betekent dat „Wij de volkeren van Planeet Aarde- de Ene Planeet Aarde“. 5. Ruimtevaart onderzoekingen. Als astronauten en kosmonauten de Planeet verlaten en weer terugkomen en dit proces documenteren, geeft dit de mensen enig bewijs dat zij allen leven op één planeet. 6. De ecologische beweging. Dit besef van leven op Eén Planeet is al voor millennia de inherente wijsheid van de inheemse volkeren geweest. Maar voor de mensen in gebieden van de Planeet, welke meer op het niveau van het concrete denken leven en meer bewijslast nodig hadden als het intuïtieve weten van de inheemse volkeren, heeft het ruimteonderzoek dat bewijs geleverd. Dit heeft het bewust beleven van de Planeet als „Eén Ecologie“, die wij allen delen, ondersteund. Ecologische rampen zoals tsunami’s, aardbevingen of pollutie komen voor  in één bepaald gebied van de planeet, maar ook kunnen uitwerken op andere gebieden, zijn ook bevorderend voor besef van planetair burgerschap. 7. De verbreiding van ziekten en economische crises. Communicatieve ziektes, zoals Ebola, AIDS, SAKS en andere, hebben ertoe geleid dat mensen zich gerealiseerd hebben dat er energieën en krachten zijn, die niet binnen grenzen gehouden kunnen worden. Daar deze ziekten in potentie alle mensen kunnen treffen, zijn zij in feite Eén Volk. Zij dienen daarom als één volk te leven en te werken om deze uitdagingen hoofd te bieden. Net als er één globaal netwerk van gezondheid schijnt te zijn, is er ook één globaal economisch netwerk. De huidige cyclus van economische crisis heeft de gedachte aan de oppervlakte gebracht, dat wij allen globale burgers zijn, zowel bij cycli van economische voorspoed als bij economische neergang. 8.Migratie, Verschuivingen, vrijwillig of gedwongen, helpen vele mensen bij het besef van wereldburgerschap en laat hun ervaren dat zij integraal deel uitmaken van twee of meer plaatsen op Planeet Aarde, tegelijkertijd en in dit specifieke ene leven. 9. Educatie. Multiculturele en internationale educatieve programma’s binnen landen, en studieprogramma’s in het buitenland op alle niveaus van het educatieve systeem (primair, secondair en tertiair) trainen studenten meer en meer wereldburgers of burgers van het Globale Dorp te zijn. Kosmopolitisch denken. Er zijn vele denkers en groepen, die onverdroten bezig zijn uit te werken, hoe kosmopolitiek of wereldburgerschap kunnen uitzien en aanvoelen, als wij de 21e eeuw binnenstappen.

Wij weten dat de oorzaak voor de kloof tussen rassen en naties de ketterij van afgescheidenheid is. Oplossingen kunnen bereikt worden door verandering van waarden. Separatisme en egoïsme, gebaseerd op een gebrek aan visie en begrip, moeten worden omgezet door het offeren van egoïsme, wat zal leiden tot nieuwe waarden in de betrekkingen van landen en rassen. Het zal de wil tot delen aanmoedigen en voorspoed brengen aan de gehele mensheid. De progressieve ontwikkeling van gewenste spirituele waarden zal plaats vinden als een gevolg van de toenemende bewustwording van de mensheid. Dit betekent dat wij niet alleen maar uit moeten zijn op onze eigen verlossing en ons materiële overleven. Dit betekent dat als elke rassengroep voor zijn eigen belangen vecht, er géén nieuwe wereldorde, gebaseerd op juiste menselijke verhoudingen, verbondenheid en vrijheid, kan ontstaan. Wat goed is voor de groep is goed voor elk van ons. In feite is overleven op aarde altijd gebaseerd geweest op militairisme en uitbuiting van minderheden. Een andere realiteit kan worden opgebouwd door een radicale verandering van het menselijke hart, door het liefhebben van de mensheid als geheel en met een gevoel voor het één zijn van leven. De verandering van waarden omvatten ook het praktiseren van de juiste gedachten, woorden en daden, kijkend naar éénheid-in-verscheidenheid, en waarden als het omvattendheid en integriteit. Dit zijn ziele kwaliteiten. De erkenning van de energie van goedwillendheid zal de chronische en diepe kloven tussen volkeren en naties overbruggen- dit is de energie van liefde in actie. Dit betekent de fusie van het individu met het geheel, zonder daarbij zijn gevoel van individualiteit kwijt te raken. Dit betekent dat onze belangrijkste taak het werken voor éénheid, synthese en wederzijdse samenwerking is.

Herkenning en overwinning van het stammen-instinct is een belangrijke stap, welke in deze tijd van menselijke evolutie nodig is. Vele mensen begrijpen de noodzaak om stammen-instincten op een zo hoog mogelijke schaal te temperen; Ons belang in en verplichting tot het overwinnen van racisme in dit land is een goed voorbeeld van deze impuls. Toch begrijpen maar weinig mensen hoe diep geworteld het stammen-instinct werkelijk is. Zouden ouders op een sportveld, geobsedeerd met “mijn team”, of mensen die denken over “ons staddeel” of zelfs “mijn familie”, het zaad van stam mentaliteit herkennen? Zo veel van onze ideeën cirkelen om de impuls van staminstinct. Wij zien graag mensen, die zoals ons uitzien, zich kleden zoals ons, zo geloven zoals ons, en de gelijke godsdienst hebben zoals ons. Wij overwinnen één vooroordeel, maar vervangen dit in ons denken met een hele rij aan “anderzijds”, die zo nodig niet aardig gevonden, uitgeroeid of uitgescholden moeten worden. Het Amerikaanse experiment met betrekking tot ras is een goede start gebleken voor de inspanning nodig om stammeninstinct te overbruggen, maar is maar een heel klein begin. Deze expansievere standpunten moeten over hun relatief enge omgrenzingen uitgebreid worden, dieper in het collectieve denken van de mensheid en de idee van stammenbestaan moet worden uitgebreid om al haar manifestaties in te sluiten. Gepassioneerde sportfanatiekelingen zullen misschien in opstand komen, hoewel sport bedrijven waarschijnlijk een beter kanalisering biedt voor dit soort gevoelens als de oorlogen en pogroms uit het verleden. Maar de behoefte aan een stammen georiënteerde identificatie is nog steeds diep en donker aanwezig in alle delen van de wereld. Spirituele werkers moeten hier hard, heel hard aan werken om deze behoefte in zichzelf uit te roeien en om allerlei mensen in allerlei verschillende levenssituaties te identificeren en te beleven. Wij hebben allen meer schrijven en discussie voeren over dit thema nodig om het gezichtspunt van stammenbestaan in onze individuele en collectieve psyche te herkennen.

Een beduidend element van stammen-mentaliteit strekt zich uit tot het gebied van economie, waar wij letterlijk en mentaal opgedeeld worden in „bezittenden“ en „niet-bezittenden“. Verschillende economische theorieën, gepresenteerd in de naam van grotere, algemene uitwerkingen, blijken een herverdeling van hulpbronnen te zijn en creëren géén echt nieuw systeem, maar een nieuwe groep van „bezittenden“. Tijd doorgebracht met leven en reizen in Oost Europa, heeft mij de fundamentele overeenstemming tussen „socialisme“ en „kapitalisme“  geopenbaard. Beide overdragen de meerderheid van hulpbronnen, of de controle hierover, aan een relatief kleine groep van mensen binnen een bredere maatschappij. Bovendien zijn beide systemen gegrondvest in een mentaliteit van schaarste, welke aanneemt dat er „verliezers“ zullen zijn in hun systeem en beide produceren een krachtige retoriek om te rechtvaardigen waarom deze „verliezers“ hun verliezen verdienen. Een economie van overvloed en generositeit, welke worstelt om een weg te vinden, die ervoor zorgt, dat alle mensen toegang hebben tot fundamentele behoeften en laat ons beginnen te geloven dat overvloed gecreëerd kan worden en dat het mogelijk is bepaalde ontwikkelde elementen binnen onze cultuur naar voren te brengen. Deze realiteit, geworteld in de spirituele principes van evolutie ( het geheel ontwikkelt zich naar voren) en overvloed ( zoek en gij zult vinden), moet zich ontwikkelen als een elektrificerende set van ideeën, welke creatieve enkelingen inspireert om een economie te ontwerpen, gebaseerd  op generatie, generositeit en innovatie in niet meer op afgunst, angst en hebzucht.     

Het is een cliché dat wij van de jeugd zeggen, dat zij “niet weten hoe gelukkig ze zijn”, en natuurlijk is het ook waar in materiële zin. Het merendeel van de westerse jeugd heeft mogelijkheden, die de meerderheid van jonge mensen in de wereld nooit zal hebben. Maar hoe kunnen wij een gevoel van perspectief teweeg brengen, waarmee zij hun omstandigheden goed kunnen inschatten? Er is al een overvloed aan informatie beschikbaar over de globale verdeling van rijkdom, omstandigheden van oorlog en verdrijving enz. En toch geloven vele bevoordeelde, opgroeiende jongeren dat zij enigszins onderdrukt of hard behandeld worden. Misschien komt het doordat volwassenen zich zo vaak over hun situatie beklagen- want kinderen zullen altijd het voorbeeld van hun ouders volgen. Als het zowat zou geven, zou ik een doctrine van dankbaarheid aanbevelen, van waardering voor elk moment van leven en het vermogen om naar volledige expressie te streven. Dat kan op zich hopelijk leiden tot het verlangen naar het leveren van een ruimere bijdrage, en het ontwikkelen van vermogens om kansen volledig uit te baten.

Uiteindelijk denk ik dat leringen, overgedragen van ouderen op jongeren, niet essentieel zijn. Veeleer, onafhankelijk van hun betekenis, worden ze vaak genegeerd en hebben daarom weinig resultaat. Gedrag door voorbeeld- de invloed van een persoon in het leven van een jongere, welke zijn woord houdt en niet bedriegt, welke handelt vanuit integriteit en oprechtheid- zal een groter effect hebben, als welk dan ook bijzonder onderwijs zich zou kunnen wensen. Ik denk dat de meesten van ons zich kunnen vinden in wat wij beschouwen als de grootste invloeden in ons leven: meestal zijn dit fatsoenlijke mensen en niet leringen in één of andere vorm. Deze oude begrippen, „ gezond verstand“ en „fatsoen“ zijn erg moeilijk bij te brengen, maar blijven essentieel voor zekerheid en tevredenheid, en zij kunnen alleen geleerd worden door het ervaren en beleven van deze begrippen in de huidige tijd. 

Hoe kunnen wij de grote afscheidingslijnen tussen rassen, landen en groepen uit de weg ruimen en de breuken helen, die overal te vinden zijn en wel zodanig dat de “Ene Mensheid” te voorschijn komt in de arena van wereldpolitiek? Dit is overduidelijk een zeer complex en moeilijk probleem. Het rassenprobleem is een zaak, waar ik uitgebreid over geschreven heb in eerdere berichten, daarom wil ik mij hier niet herhalen. Ik geloof dat om aan te vangen deze kunstmatige scheidslijnen tussen rassen en landen te elimineren, wij moeten beginnen met onze kinderen al op vroege leeftijd op te voeden. Tegenwoordig gaan kinderen door het leven zonder dat zij realiseren dat ras (in zijn ware betekenis van biologisch onderscheidende subgroep) niet toepasbaar op de mensheid is geweest sinds de laatste Neanderthaler is gestorven voor  zo’n 30.000-50.000 jaren. De meeste studenten met wie ik spreek, geloven inderdaad dat mensen met blanke en donkere huid genetisch verschillend zijn. Dit is eenvoudig niet het geval. Wat wij „ras“ noemen, zou beter „etniciteit“ genoemd kunnen worden. De meeste studenten leren dat niet, voordat zij een hogere school opleiding afgerond hebben. Dit betekent dat een groot deel van onze kinderen, die niet een hogere opleiding volgen of géén antropologische leergang volgen, dit in het geheel niet geleerd hebben. Dat moet veranderen. Dit soort lessen moet kinderen op jonge leeftijd onderwezen worden, voordat zij hun ideeën  over ras en de verschillen tussen mensheid vormen.

Ik denk dat de verhouding tussen landen een nog groter probleem is dan tussen de „rassen“. De kunstmatige grenzen tussen verscheidene landen zijn een bron van conflict en verwarring sinds de antieke Egyptische tijd. Vele voorbeelden bestaan in de huidige tijd. Na Wereldoorlog II werden de westerse koloniale rijken opgebroken. Dit leidde tot het stichten van talloze nieuwe landen in Afrika en het Midden-Oosten. Deze landen werden kunstmatig opgesteld en sneed vele etnische groepen in stukken. Een voorbeeld is de opdeling van Kurdistan in delen van Turkije Syrië en Irak. Men hoeft alleen maar het nieuws aan te knippen om de problemen in Irak te zien. Deze worden voor het grootste deel veroorzaakt door nationalisme en etnische herleving.

Vroege educatie is één manier hiermee om te gaan. Een andere weg is om studenten te stimuleren naar andere delen van de wereld te reizen. Toen ik nog jonger was en deelnam aan een studieprogram in het buitenland, werden mijn ogen geopend voor de armoede, waarin een groot deel van de rest van de wereld in leefde, maar het leerde mij ook realiseren, Dit was mijn eerste werkelijke ervaring met de broederschap mensheid Het stimuleren van studentenreizen tijdens hun studietijd is zeer belangrijk. Vandaag de dag stimuleer ik mijn studenten om in het buitenland te studeren en velen doen dit dan ook. Als zij terugkomen, vertellen zij ongetwijfeld van gelijke ervaringen, zoals ik die had, als ik voor de eerste keer verreisde.

Door het stimuleren van vroege educatie en het bereizen van de wereld, geloof ik dat het idee van één mensheid langzaam op het wereldtoneel verschijnt. Er zijn natuurlijk vele andere politieke en economische maatregelen, die genomen kunnen worden, zoals een sterkere UN met regelgeving, die rechtvaardiger is voor de kleine landen, maar ik geloof dat men moet beginnen met de basiselementen. Door het opvoeden van onze kinderen in de realiteit van één mensheid en ze vervolgens bemoedigen dit zelf te ervaren, zal een brede kerngroep van mensen die geloven in de éne mensheid ontstaan. Vanuit deze kerngroep zullen politieke en economische veranderingen worden ontwikkeld, die mogelijk etnische en nationale grenzen zullen uitwissen. 

Het probleem van territoriale bezitsdrang is binnen de familie van landen de groepsovereenstemming met het belang van het individu. Eenvoudig gezegd, dit is nationalistische liefde voor land. De liefde voor land en territorium heeft een psychisch gevolg op mensen en vertegenwoordigt een belangrijke wereldbegoocheling. Territorialiteit en nationaliteit hebben diepe wortels in de menselijke psyche. Lopend archeologisch onderzoek oppert dat territorialiteit stamt uit de Pre-pottenbakker tijd Neolithisch B van Zuidwest Azië. Dit in de vorm van het begraven van de hoofden van zijn voorvaders onder de vloer van zijn huis om hiermee aan te geven dat het familiebezit is. Tegenwoordig is dit probleem zo uitgegroeid, dat het het voortwoekerende nationalisme omsluit, zoals men door de hele wereld kan zien. De belangrijkste factoren van dit probleem wortelen in individueel materialisme en sluiten de herkenning van „verschillen“ tussen mensen in één geografisch gebied tegenover die in andere gebieden in (deze verschillen zijn natuurlijk kunstmatig), een gevoel van superioriteit voor zijn gebied tegenover andere geografische gebieden en de wens om zijn geografisch gebied te beschermen en ervoor te vechten om zijn superioriteit te behouden. Dit probleem is erg oud en zal één van de meest moeilijke zijn om te corrigeren in de komende decaden. Een eerste poging tot correctie werd gedaan (op wereldschaal) door het stichten van de Verenigde Naties. Helaas is de UN, als wereld regerend orgaan, grotendeels ineffectief gebleken om met wereldproblemen om te gaan, dit vanwege de wijze waarop zij gestructureerd is. De landen die verantwoordelijk zijn voor het oprichten van de UN, zoals de USA en Europa, hebben waarborgen in het politieke orgaan ingebouwd, zodat zij de controle over de Verenigde Naties konden behouden. Deze waarborgen leveren de kleinere, minder ontwikkelde landen uit aan de controle van de westerse ontwikkelde landen. Op deze wijze is de UN noch een rechtvaardig noch een representatief orgaan. In feite kan het zelfs een omkering van het beoogde effect tot gevolg gehad hebben en heeft het de verschillen tussen de landen aangewakkerd door het veroorzaken van grote ergernis en wantrouwen bij de minder ontwikkelde landen ten opzichte van de grotere landen.

 Het probleem van nationalisme is, in algemeen, alleen maar voortdurend gegroeid. De problemen in het Midden-Oosten zijn gebaseerd op gebiedsgeschillen. Bijvoorbeeld de Tempelberg is een klein stuk land, waarover Moslims, Christenen en Joden allen gelijktijdig strijden. Na de terroristische aanslagen op New York, neemt nationalisme in de Verenigde Staten weer een vooraanstaande plaats in. Het betwijfelen van iemands patriotisme ( ook wel nationale loyaliteit) is een zware strafdaad geworden. Bij elke gelegenheid heeft de US-regering verzocht om de US van alle andere landen af te scheiden met retorische middelen, zoals de as van het kwaad. Deze afgescheidenheid heeft tot één oorlog gevoerd met potentiaal voor meer. Wij kunnen duidelijk de verwoestende werking zien die afgescheidenheid over onze moderne wereld heeft gebracht en in onze recente geschiedenis ( zoals twee wereldoorlogen, Vietnam, Korea enz.).

Ondanks de problemen is voortgang geboekt in de richting van een oplossing. Het positiefste aspect is de oprichting van de Europese Unie geweest. Dit is een volkomen geïntegreerd overheidsorgaan (in tegenstelling tot de VN), waarin alle leden een gelijke stem hebben en allen zich moeten houden aan de standaards en regelgeving opgesteld door het internationale orgaan. Landen die nog voor kort in oorlog waren of een lange geschiedenis van afkeer/wantrouwen hebben, werken nu samen aan een betere toekomst voor geheel Europa. De recente uitbreidingen van de Europese Unie naar andere landen, zoals Turkije, demonstreren hoe mensen van totaal verschillende culturen, zoals de Turkse en Europese, samen kunnen gaan in een verenigd orgaan.

De rest van de wereld gaat voort met “krimpen”. Het is makkelijk met mensen aan de andere kant van de globe met lichtsnelheid te communiceren. Alle landen van de wereld zijn economisch met elkaar eng verbonden, zodat wat gebeurt in één land dramatische effecten op een ander land heeft. De verandering is niet alleen maar positief. Sommige landen zijn dieper in armoede gezonken door dit nieuwe systeem. Hopelijk zal de aanwezigheid van een sterker en meer onpartijdige wereld-regerend orgaan deze economische onbalans rechttrekken en leiden tot een echte verenigde wereld.

Waarom zijn isolatie en nationaal gerichte politiek gedoemd tot mislukken in de toekomst? Welke invloed heeft een individu op de publieke opinie?

Isolatie en nationaal gerichte politiek zijn veroordeeld tot mislukken, omdat zij gebaseerd zijn op de idee van samentrekking. Samentrekking is een negatieve energie. In de mens leidt het tot orientatie terug op zijn lager zelf. Deze focus op het lager zelf snijdt hem af van de bron van goddelijke energie en uiteindelijk tot het mislukken van zijn geopenbaarde ideëen. In iedere situatie, zodra de energie is afgewend van het geheel en terug gebracht tot het individu, is er verlies ten opzichte van het geheel. Wij hebben geleerd dat wat waar is voor de individuele mens ook waar is voor naties.Wanneer wij ophouden met denken in een globale aard en ons richten op   isolationisme en nationalisme, wordt goddelijke energie geblokkeerd en de ideëen, die geopenbaard worden, zijn gedoemd te mislukken.  

Als er één idee is wat ik geleerd heb uit mijn lessen deze maand, dan is het dat goede economie expansie betekent. Economische expansie, vanuit een esoterisch gezichtspunt betekent, denken aan economie in steeds groter wordende kringen, lokaal naar nationaal, naar internationaal. Om onszelf op wereldniveau aan te sluiten bij een spiritueel perspectief, hebben wij juiste menselijke verhoudingen nodig. Vandaag, meer dan enige tijd in de geschiedenis, denken wij op wereldschaal. Dit merkt men in deze tijd aan het Internet, investeringen op wereldschaal, en interessant genoeg in milieuvervuiling en klimaatverandering. Het zal misschien in de arena van behoud van het milieu zijn, waar wij ware vereniging en juiste menselijke verhoudingen vinden. Individueel denk ik niet dat ik veel invloed heb op de publieke opinie of een belangrijk persoon in de internationale gemeenschap ben. Het is zelden dat een persoon zo prominent aanwezig is in de publieke waarneming. Echter als lid van de Nieuwe Groep van Werelddienaren, ben ik een klein deel van een zeer machtige groep en met elkaar, verenigd, kunnen we een onderscheid maken.

Vele esoterische werkers en discipelen vinden een veld van dienst binnen de kerk. In deze transitie in de Nieuwe Wereld Religie en de Universele Kerk, geeft men zich moeite om de basis van deze nieuwe vorm te vestigen, terwijl de oude vormen in snelle vaart tot stof verkrummelen. Wij vatten moed door ons begrip van de geestelijke Hiërarchie, het verspreiden van kennis van de Bijbel, de genezende kracht van de sacramenten, en een begin van tolerantie, leidend tot omvattendheid in georganiseerde religie (Het naar buiten treden van de Geestelijke Hiërarchie, blz. 510-511).

Wij rukken voor naar het moment dat de stemmen van de profeten opnieuw de waarheid schallen en “Wij zullen weten en begrijpen. Wij zullen niet alleen geloven, hoop hebben en verzoeken te begrijpen. Wij zullen in alle openheid over de Hiërarchie spreken en over haar Leden en Hun Werk. (Het naar buiten treden van de geestelijke Hiërarchie, blz. 417)

Natuurlijk prefereren velen in de kerken hun spirituele leven te ontplooien en bij de waarheid aan te komen door het proces van accepteren van nieuwe autoriteiten en hen te vergelijken met voorheen gevestigde leerstellingen. Een nieuwere aanpak komt te voorschijn in, zowel de religieuze als de filosofische wereld, gebaseerd op wetenschappelijke methoden. “Spiritueel

onderricht zal in toenemende mate geaccepteerd worden als een hypothese, bewezen minder door scholastiek, historische grondlagen en autoriteit, en meer door de resultaten van zijn werking op het geleefde leven en zijn praktisch nut bij het oplossen van de problemen van de  mensheid”, zoals Foster Bailey oppert.    

Esoterici weten dat “ Alleen die waarheden, welke individueel gesmeed zijn in de smeltkroes van persoonlijke ervaring, dringen door tot het levende bewustzijn en dragen vrucht” (Discipelschap in het Nieuwe Tijdperk I, blz. 11). Discipelen weten, onze grootste opdracht is het om onze training toe te passen op het voorbereiden van anderen op de wederkomst van Christus. Om dit te doen, moeten wij de waarheid binnen onszelf onder ogen zien, als wij er naar streven om de crisissen

in ons leven van dienst in liefde het hoofd te bieden en te overwinnen.

Het probleem van Kapitaal, Arbeid en Werkgelegenheid

Het is een weldadige ervaring om het betreffende hoofdstuk in Problemen de Mensheid te herlezen. Achter het verschijnsel van wereldwijde industriële en imperium opbouwende ondernemingen en het kapitalistische systeem van financiën en controle dat deze ondernemingen heeft aangedreven en daarbij dan noch de ontluikende tirannie van misbruikte vakbonden en arbeidskracht, staat de inherente zelfzuchtigheid van de menselijke persoonlijkheid. Echter, centraal in ons werk is de kennis dat de mens niet alleen maar een “persoonlijkheid” is.Achter de vorm bevindt zich de ziel, het ware zelf, een wezen van liefde, wijsheid en een globaal bewustzijn.De uitdaging en realistische mogelijkheid waarmee de mensheid, tijdens het tijdvak dat dit boek geschreven werd, geconfronteerd werd, was het beginnen met het uitstijgen over de limieten van de persoonlijkheid en met de waarden en kwaliteiten van de ziel het fundament te gronden van een nieuwe mensheid en daaruitvolgend- en zonder overdrijving- een nieuwe eeuw.Het zou nieuw en revolutionair in spirituele zin zijn, omdat nooit tevoor heeft de mensheid en masse aan de wieg gestaan van een globale uitdrukking van waarden als liefde en samenwerking.

In dit hoofstuk somt de Tibetaan acht vragen op ( bldz.78), waarvoor hij oppert, dat het beantwoorden hiervan de mensheid zal helpen bij het oplossen van haar problemen, “ of, als zij niet worden beantwoord, de mensheid zal uitsterven. Zo een sterke waarschuwing zou ertoe moeten leiden dat alle dienaren en al diegenen die de mensheid liefhebben, moeten onderzoeken in welke mate deze vragen zijn opgelost, en helpen om onmiddelijke, praktische stappen voor hun oplossing te bedenken, en om verdere vragen te formuleren die aan de lijst kunnen worden toegevoegd, vanwege de veranderingen in omstandigheden over de decaden sinds dit boek was geschreven. Binnen de doelstelling van dit schrijven laat ons kort vier van deze vragen onder de loep nemen.

Blijft het kapitalistische systeem aan de macht? (vraag 1)

Deze kwestie werd beslist voor de dan vooruit te schouwen toekomst in de 1980' er jaren met de inéénstorting van het communistische Sovjet-blok. De redenen voor deze kollaps zijn aan de oppervlakte complex, maar komen neer op twee oorzaken. De eerste is het feit dat de Sovjet regering overerfelijk oneerlijk was bij zijn verkondiging van het communistische ideaal en heerste door angst, informatie controle, overheidscensuur en zware schendingen van de “Vier Vrijheden”. De tweede reden is de angst van het communistische systeem voor wat bekend zou worden als “het Westen”, wat leidde tot de confrontatie tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten. Belangrijke mechanismen van deze confrontatie waren de koude oorlog ( die buitengewoonlijk niet heet geworden is), een economisch destructieve wapen-wedloop en vele kleine “naastgelegen” oorlogen geconcentreerd in het Midden-Oosten, het Verre Oosten en het Afrikaanse en Latijn Amerikaanse continent. De koude oorlog was een echte bevestiging van de woorden van de Tibetaan: “een wereld, waarin alle naties in een gewapende wapenstilstand leven, waarin wantrouwen hand over hand toeneemt, en waarin wetenschap geprostitueerd wordt tot de kunst van vernietiging. In deze wereld zmoet en zal uiteindelijk een explosie plaatsvinden, die de mensheid zal vernietigen...”. Dit kwam tot een ontknoping met de financiële implosie van de Sovjet Unie en haar verbrokkeling in de late 1980'er. Overigens heeft deze kollaps ook de spirituele driehoek van de Sovjet Unie, het Britse Gemenebest en de USA ondermijnd en in gevaar gebracht, welke zo veel potentiaal voor het goede in de wereld in zich had.

Vraag 3. Kunnen arbeid en kapitaal een werkzaam akkoord of fusie vormen? Staat ons een nieuwe strijd tussen deze twee groepen voor?

Mijn herinneringen uit mijn kindertijd in Engeland zijn een voortdurende ontwrichting van industrie in bijzonder de autoindustrie, scheepsbouw en transport als onze bovengenoemde groepen hun respectievelijke hoekpunten uitvochten. Wat velen beschouwden als onverantwoordelijk machtsmisbruik van de vakbonden in Groot Brittannië, lokte bij Mrs. Thatcher een wrekend gerechtigheidsgevoel uit en haar regering  verzwakte de vakbonds-macht veel meer als nodig was om deze in toom te houden en op een betere basis te krijgen, dit tot nadeel van alle werkenden en zelfs het land als geheel. Zo is er in de UK sprake van een afgedwongen arbeidsovereenkomst geweest. Bovendien zijn de zaken voortgegaan en in de 21' e eeuw is de verhouding tussen kapitaal en arbeid nu transnationaal. Het beleid van de multinationale ondernemingen is gericht op het zo veel mogelijk “outsourcen” van hun productie aan derde wereldlanden, waar arbeidskosten minimaal zijn en wetten om de werkende mensen en de natuurlijke omgeving te beschermen, of niet bestaan, of genegeerd worden. Met als resultaat “sweat shops”, waar kinderarbeid en andere misstanden, herinnerend aan het Britannïë uit de 19' e eeuw, opnieuw de mensheid beschaamd maken en ook aanleiding gegeven hebben tot industriële en milieu-rampen, zoals de explosie van de chemische fabriek in Bhopal in India.

Vraag 4 Op welke manier kan de Wet van Vraag en Aanbod uitgevoerd worden, zo dat er gerechtigheid voor allen en overvloed voor allen is?

Dit is een, voor ons denken, zeer uitdagende vraag, omdat deze wet beschouwd wordt als een niet te vermijden basiswaarheid voor economen. Maar wat is deze wet? Het is duidelijk géén natuurkundewet, zwaartekracht bijvoorbeeld, welke inherent is in de fysieke aard van het universum. Eerder schijnt het mij een aanschouwelijk mechanisme van menselijke betrekkingen. Betrekkingen worden geregeerd door de motieven van de betrokken mensen. Daar waar het egoïsme van de persoonlijkheid heerst, zijn deze betrekkingen hebzuchtig, uitbuitend en schadelijk. Waar het altruïsme van de ziel heerst, zijn de betrekkingen machtigend, heilend en leiden tot werkelijk tegemoetkomen aan menselijke nood. Wij kunnen hieruit concluderen dat wanneer deze correct door de ziel wordt toegepast, de wet van vraag en aanbod inderdaad zal leiden tot gerechtigheid en overvloed voor allen en deze hernoemd kan worden in de wet van aanbod en behoefte. Welk bewijs is er voor dit gebeuren? Het antwoord is, niet veel. De wereldeconomie is noch immer zeer georganiseerd door hebzuchtige kapitalistische ondernemingen en er is een consequente steedds wijder wordende kloof tussen rijk en arm. De ziel regeert op dit moment nog niet de internationale economie. Dit leidt automatisch tot een beschouwing van

vraag 7. Wat moet worden gedaan om te verhinderen dat geldelijke belangen opnieuw worden ingezet voor de uitbuiting van de wereld.

Het is duidelijk dat na Wereldoorlog II de geldelijke belangen inderdaad werden ingezet en ook in sterkere mate voor de uitbuiting van de wereld. Dit hebben ze nog veel medogenlozer kunnen doen dan voorheen door de globalisatie en de daaruit volgende reductie van controle, zoals kan worden uitgeoefend door regeringen of groepen van regeringen zoals de EU of de UN. De tegenwoordige enorm grote kartels en ondernemingen worden gekarakteriseerd door “exploitatie van menskracht, de manipulatie van de belangrijkste planetaire hulpbronnen en het bevorderen van oorlogen voor privaat of zakelijk gewin,” om opnieuw de woorden van de Tibetaan te gebruiken. Als voorbeeld van het laatste, ik sprak recent met een kennis van Sri Lanka, die voor de BBC vreemde talen service werkt en vroeg hem naar de kansen op een beëindiging van de burgeroorlog in Sri Lanka. Zijn mening was dat een einde van de burgeroorlog niet wordt toegelaten, omdat te veel mensen er enorme geldbedragen mee verdienen, in bijzonder met wapenverkopen. Dus hebben we hier- en er zijn veel meer voorbeelden – een bekrachtiging van de verklaring van de Tibetaan dat”het kapitalistische systeem is opgekomen en heeft de wereld verwoest”.

Het beantwoorden van deze vragen kan een kille exercitie worden, die leidt tot frustatie over het waargenomen tekort aan menselijke vooruitgang, een niveau van wanhoop, als de obstakels voor deze vooruitgang worden erkend en misschien overbelicht door een te pessimistische verbeelding, en een onbekwame angst voor mislukking- de voornaamste angst van een discipel en één die de mensheid (de wereld discipel in deze tijd) negatief beïnvloedt of moeten we zeggen, infecteert.

Wat kunnen wij zeggen, dat een meer uitgebalanceerd beeld van de waarheid weergeeft. Laat ons het advies van de Agni Yoga leringen aannemen, “ Als door een vergrootglas bekijk het goede, en verklein tienvoudig de tekenen van imperfectie, opdat je niet blijft zoals je altijd was.” ( Bladen uit de tuin van Morya 1: bldz.32) . Laten wij daarom door een vergrootglas naar enige van de goede dingen kijken, die gebeurd zijn en nog steeds gebeuren.

Sprekend in het algemeen zou eerst maal aangetekend moeten worden, dat een thermisch-nucleaire derde wereldoorlog niet is uitgebroken. Vele mensen die de Cubaanse raketten crisis en de ergste excessen van de wapenwedloop hebben beleefd, zullen dit een opmerkelijk feit vinden. Wij kunnen ervan verzekerd zijn dat dit lag aan twee onderling verbonden factoren; als eerste het werk van de Hiërarchie die schoonheid en het goede in de mensheid oproepen en als tweede de grote invloed van goedheid en altruïsme in de menselijke familie, zonder welke elke poging van de Hiërarchie om de mensheid te helpen een finale, zware brand te vermijden, zowel onmogelijk als ook onbeduidend zou zijn.

Als tweede punt moet genoteerd worden dat de publieke wereldopinie zo sterk geworden is, dat het nu internationaal een kracht is, waar rekening mee moet worden gehouden. Het is zelfs voorgesteld dat zij nu de “volgende supermacht in de wereld” is. Zoals de Tibetaan al schreef: “ Als men overal- binnen de grenzen van een gegeven land en daarbij zijn autoriteit en beschaving respecterend – aanvangt met denken in termen van één mensheid, dan zal de publieke opinie zo machtig en zo juist in haar gevoel van saamhorigheid worden dat het staatsbeleid zich onherroepelijk aanpast aan het hogere ideaal. (Het naar buiten treden van de Geestelijke Hiërarchie blz.219)”

Nu in 2008 verschijnen er scheuren in het dominante wereldsysteem van vrije markt economie. Enige voormalige “laissez faire” economie-experts hebben nu bedenkingen over het vermogen van de onzichtbare hand van de markt om alle geschillen op te lossen, en zij zien in dat de pogingen van de Wereldbank en het IMF om vrije markt oplossingen aan ontwikkelingslanden op te dringen, heeft geleid tot een verslechteren van de situatie voor deze landen en hun bevolking. In tegenstelling hiermee, worden de landen die deze instituten hebben genegeerd en een pad van staats gecontroleerde ontwikkeling gevolgd hebben, gezien als de meest succesvolle van de opkomende economieën. Twee voorbeelden zijn Zuid Korea en Maleisïe.

Een recente, beduidende ontwikkeling is de stichting van de “Bank of the South” in Latijns Amerika. Deze is met opzet bedoeld als een alternatief voor de Wereldbank en de IMF. Hugo Chavez, de President van Venezuela is de initiatiefnemer van dit idee. Andere deelnemende landen zijn Argentinië, Brazilië, Colombië, Ecuador, Paraguay en Uruguay. Alle twaalf Zuid Amerikaanse landen komen in aanmerking voor leningen van deze Bank. Leningen zullen niet afhankelijk gesteld worden van opgelegde economische maatregelen, welke de privatisering voorschrijven van nutsdiensten als water- en electriciteitsvoorziening en het beperken van staatsuitgaven voor gezondheid en onderwijs. Velen zien dit als een frisse ademtocht in de steriele strengheid van opgelegde fiscale regelgeving en als een echte contributie aan effectieve ontwikkelingsprogramma's.

Het voor de hand liggende geneesmiddel voor de situatie van arbeidsexploitatie door globale productie is een globale vakbond of arbeidsbeweging, welke de macht heeft om de multinationalen af te dwingen om te beantwoorden aan hun verantwoordelijkheden als arbeidsgever en als instituten met een grote werking op het globale milieu. Gelukkig openbaart zich dit op vele manieren. Eén voorbeeld kan men zien op de website van Global Unions welke verklaart: In toenemende mate wordt de naam “Global Unions” aangewend voor de belangrijkste instituten van de internationale vakbondsbeweging. Global Union omvat:

·         De “ International Trade Union Confederation (ITUC), welke de meeste nationale vakbondscentra representeert. De meeste individuele bonden staan in verband met de ITUC via hun nationale vakbondcentrum.

·         De “Global Union Federations (GUFs)”, de internationale vertegenwoordigers van bonden, georganiseerd in specifieke industriesectoren of beroepsgroepen.

·         Het “Trade Union Advisory Committee” van de OECD

Een individuele vakbond zal gewoonlijk behoren tot een nationaal bondscentrum in zijn land, dat dan aangesloten zal zijn bij een wereldinstituut als het ITUC.Dezelfde individuele bond kan ook aangesloten zijn bij een GUF, afhankelijk van de industrietak, waar het zijn leden heeft. Vaak zullen bonden met leden in verschillende industriëen tot meer dan één GUF behoren. Global Unions is ook de naam van deze website, die gezamenlijk in bezit is en gemanaged wordt door de 12 Global Union organisaties. De website geeft haar leden de mogelijkheid om de aandacht te trekken van hun partners, hun leden en de pers, voor het nieuws dat zij produceren en de campagnes die zij voeren.

Wanneer wij de wet van vraag en aanbod beschouwen, dan worden er veel over nagedacht, hoe een meer onpartijdige verdeling van welvaart en hulpbronnen in de wereld tot stand kan komen. Het “Live Aid” fenomeen, de enorme populaire vraag naar schuldvermindering en meer alledaags, de UN initiatieven, zoals het Wereldvoedselprogramma, zijn alle voorbeelden van de menselijke ziel die verzoekt om vraag en aanbod en basisbehoeften op elkaar af te stemmen.

Een ander fenomeen is de “Fair Trade” beweging, waar gebruikers zeker kunnen zijn dat een aanzienlijk deel van het geld dat zij uitgeven, bijvoorbeeld voor bananen en koffie enz., naar de planters gaat en niet wordt afgetapd voor de winst van de tussenhandelaar. Enige statistieken van de website van de Fair Trade Foundation zijn zeer bemoedigend. De Fairtrade Foundation laat een toename van een geschatte kleinhandelverkopen van ₤ 493 m., een enorme stijging van 81% tov. de verkopen van 2006 van  ₤ 273 m. Verkopen zijn jaar voor jaar met meer dan 40 % gestegen sinds 2002.  

·         Fairtrade bananen zijn het best verkopende Fairtrade produkt met verkopen zo veel als £150m, een toename van 130%. 1 van de 4 verkochte bananen zijn nu Fairtrade en wij eten 3 miljoen Fairtrade bananen per dag.

·         Fairtrade koffie verkopen namen 24% toe tot meer dan £117m

·         Artikelen gemaakt met Fairtrade gecertificeerde katoen namen toe van iets meer dan een half miljoen tot net onder 9,5 millioen eenheden.

·         Fairtrade thee steeg met 24% tot net meer dan £30m. En recente commerciële ontwikkelingen betekenen, dat Fairtrade thee een aandeel van 10% van de verkochte thee in de UK inneemt tegen het einde van 2008.

Maar het moet aangemerkt worden dat deze voorbeelden bestaan om in behoeften te voorzien, die gecreëerd zijn door een dominante, zelfzuchtige toepassing van deze wet van vraag en aanbod heeft.Toch zijn er bemoedigende aanduidingen dat wij ons kollektief in de juiste richting beginnen te bewegen.

Vandaag moeten wij erkennen dat achter alle huidige economische en productie-programma's het grote probleem schuilt van het vermogen van de aarde om bij deze schaal van activiteiten in de ruwe materialen te voorzien en of zij de afval die wij produceren kan absorberen. Het is op verscheidene manieren berekend dat als iedereen in de wereld het consumptie-niveau van de gemiddelde Amerikaan had, wij minstens drie, met de aarde vergelijkbare planeten meer nodig hadden om te voorzien in de ruwe voedselproducten en om de afval die we produceren te verwerken en absorberen. Dit gaat duidelijk niet gebeuren.

Hoe dan ook sommige experts zijn optimistisch dat wij een pad naar de toekomst kunnen bewandelen dat collectief acceptabel is. Dit standpunt werd kernachtig uitgedrukt door Dr. Jeffery Sachs in zijn BBC Reith Lectures , een BBC serie van 2007. Hij nam daarbij géén blad voor de mond bij het omschrijven van de grootte en complexiteit van de situatie, maar presenteerde ook een overtuigend standpunt dat als wij, de mensheid in het geheel, samen werken, er de mogelijkheid is dat wij de geschilpunten kunnen oplossen en een duurzaam ontwikkelde wereld, waarin alle mensen een redelijk aandeel in de wereldwelvaart hebben en in de mogelijkheden van educatie en persoonlijke ontwikkeling en vervuling. Een tegengesteld standpunt werd naar voren gebracht door Dr. James Lovelock in een interview in de “Guardian Newspaper” van 1 maart 2008, waarin hij zijn overtuiging verklaarde dat, van een klimaatsstandpunt uit gezien, wij het omkeerpunt overschreden hebben en dat er niets is, wat we nu kunnen doen om beduidende planetaire veranderingen, die, vanuit menselijk perspectief, catastrofaal zullen zijn, te verhinderen.    

Het is al lang mijn mening geweest dat de mensheid effectief heeft geprobeerd, beslissingen over de dan opkomende keuzes in de late 40'er en vroege 50'er jaren, uit te stellen. Wij zijn nu in een tijd van afrekening gekomen, waar alle problemen langzamerhand convergeren in één probleem, het probleem van het opbouwen van juiste verhoudingen tussen de volkeren van de wereld, en tussen de mensheid en de wereld en ook met de andere natuurrijken. Kortom het probleem om boven de persoonlijkheid uit te stijgen en de ziel te voorschijn laten komen. In onze collectieve worsteling naar zieleopenbaring, kan iets bijzonders gebeuren, omdat de Hiërarchie elke voortgang, die wij maken, zal evenaren met haar eigen heilzame actie en onverwachte geschenken. Ik heb géén twijfel dat wij kunnen bereiken wat nodig is. Maar zullen wij?