De Kracht van Bevrijding
Christine Morgan
Goedemiddag allemaal. In vervolg op ons thema “Dood als Overgang” loont het even stil te staan bij hoe het seculiere westen zich steeds verder geïsoleerd heeft van het natuurlijke cyclische proces van de dood. Steeds op zoek naar nieuwe sensaties heeft het onbeheerst tekeer gaan in ons materialisme een te sterke vereenzelviging met de vormkant opgeleverd; we zijn verstrikt geraakt in zinnelijkheid en als gevolg daarvan losgeraakt van onze innerlijke natuur. De zintuigen zijn bedoeld om ons informatie te geven, niet om te bezitten, en slechts door onszelf van hen te onderscheiden en ons onderzoeksterrein te verinnerlijken, mogen we hopen iets van waarachtig begrip te krijgen inzake de natuur van de dood. We moeten de innerlijke esoterische zintuigen wekken en hun leiding volgen om in contact te komen met de eeuwige kern van ons bestaan die onbeweeglijk en sereen in stand blijft gedurende de lange cycli van leven, dood en wedergeboorte. Pas dan kunnen we uit de eerste hand het geheim kennen dat het stervensproces omhult, en dat een intrede in een groter leven is.
Het westerse denken schijnt erop gericht te zijn dat we maar één leven hebben, dus laten we er zo lang mogelijk tegen elke prijs aan vasthouden. Het ultieme symbool hiervan is de cryogene conservering en het afschuwelijke beeld van bevroren lichamen die weer in het leven terugkeren, indien en wanneer de wetenschap ver genoeg gevorderd is. Wat een treurige getuigenis is dit van hoe ongevoelig we zijn geworden voor de innerlijke waarheden die we ooit als geboorterecht gekend hebben. Door spirituele bijziendheid zijn onze levens haastig, woest, zelfdestructief en leeg geworden maar gelukkig maakt de wereldcrisis ons weldra wakker uit deze gevaarlijke egocentrische sluimering, zij het op een pijnlijke manier.
Wij staan op het punt naar onszelf te kijken en dat is bepaald niet te vroeg. Door oorlog, hongersnood, ziekte, terrorisme en natuurrampen wordt de dood dagelijks via de media tot in onze huizen doorgegeven – en de mensen reageren op het verschrikkelijke lijden dat ze zien. Deze gruwelijke beelden herinneren ons voortdurend aan onze eigen sterfelijkheid en we vragen ons af of er werkelijk een God of een geestelijk hiernamaals mogelijk is in een wereld die zo vervuld van pijn en schade, haat en afgescheidenheid is. De massale ontgoocheling ten opzichte van orthodoxe religies is het resultaat van hun onvermogen om bevredigende antwoorden te geven, en intelligente, onderzoekende geesten zijn op zoek naar een filosofie die meer geëigend is voor de huidige wereldomvattende uitdagingen. Naast de snelle groei van de psychologie en de sociale wetenschappen is de nieuwe tijd zo tot bloei gekomen, vol met vermeende contacten met hen aan gene zijde van de sluier des doods, communicatie met engelen, ontvoeringen door buitenaardse wezens, astrale reizen en dergelijke, terwijl wetenschappelijk onderzoek doende is het veld van exploratie en debat te ontsluiten met onderzoek naar bijna-dood- en buitenlichamelijke ervaringen.
Bij al deze ontwikkelingen is er een voortdurende afwijzing van taboes rondom het onderwerp dood en een toenemende interesse in de natuur ervan. Het wetenschappelijke establishment zoals dat nu functioneert aanvaardt geen hard bewijsmateriaal voor het leven na de dood en zijn atheïstische houding is voor een deel een in karmisch opzicht betaald zetten van de kerk, die in vroeger tijden de overheerser en onderdrukker ervan was. En het is opvallend dat tegenwoordig het beeld van de hemel van religieuze ijveraars er een is dat de meeste wetenschappers zouden beschouwen als een absolute hel, terwijl zelfs orthodoxe religieuze ideeën aangaande dit onderwerp weinig verband schijnen te hebben met of relevant schijnen te zijn voor de realiteit van onze moderne wereld, en dat zij daardoor hun aantrekkingskracht nagenoeg verliezen. Slechts door het hiernamaals op te vatten als een uitbreiding van dít leven kan het stervensproces eenvoudig begrepen worden als een overgang – een verplaatsing van het bewustzijn van het ene gebied van goddelijk bewustzijn naar een ander. En dit vervallen van de vorm en het invoeren van een nieuwe, meer passende, is op zijn beurt weer deel van een eindeloze spiraal van vooruitgang volgens het goddelijke Plan.
Teneinde de relatie tussen deze wereld en de volgende te begrijpen, moeten we een meer onthecht, onpersoonlijk perspectief innemen. We moeten ons egocentrische beeld van het leven laten plaatsmaken voor het grotere systeem van dingen, de individuele persoonlijkheid sterft daadwerkelijk nadat zijn hogere kwaliteiten opnieuw door de ziel geabsorbeerd wordt. Het is de ziel die blijft en die, door opeenvolgende incarnaties, geleidelijk aan meer controle krijgt over zijn voertuigen, zodanig dat hij zichzelf volledig kan manifesteren op het fysieke niveau. Als dit massaal gebeurt, zal het collectieve bewustzijn van de mensheid een levendig krachtcentrum worden – een goddelijke buitenpost met verantwoordelijkheid voor het rentmeesterschap van de planeet en het geestelijk voeden van de lagere natuurrijken, die elk hun rol te spelen hebben in het goddelijke Plan.
Als we deze zienswijze overnemen, zullen we de dood op een meer positieve wijze gaan beschouwen, en beseffen we dat de enig werkelijke dood de beperking is, namelijk incarnatie in de verdichte fysieke stof, gezien vanuit het gezichtspunt van de verlichte geest – en bevrijding ervan het binnengaan in een omvattender leven. Deze omgekeerde houding ten opzichte leven en dood is de zienswijze van de verlichte en deze is prachtig samengevat in de volgende passage uit Alice Baileys boek Esoterische Genezing:
Houd in gedachten, o Chela, dat er binnen de gekende gebieden niets is dan licht is, ontvankelijk voor het WOORD. Weet dat dit licht afdaalt en zichzelf concentreert; weet dat het vanuit zijn verkozen brandpunt zijn eigen gebied verlicht; weet eveneens dat het licht opstijgt en datgene in duisternis achterlaat wat het – in tijd en ruimte – verlichtte. Dit afdalen en opstijgen noemen de mensen leven, bestaan en verval; Wij die de Verlichte Weg bewandelen noemen dit dood, ervaring en leven.”
Dit op zijn kop zetten van het perspectief op leven en dood is prachtig en inspirerend om te beschouwen. Zoals de werelden werden geschapen door de verkondiging van het WOORD, zo is ieder van ons op een lagere wending van de spiraal een woord, verkondigd door de ziel en manifest gemaakt op het fysieke vlak. Het WOORD trekt verlichte substantie aan, dat zich vervolgens verdicht tot vlees waarvan onze tijdelijke schil of verblijfplaats voorzien wordt. En als deze vorm ouder wordt of onbruikbaar, hetgeen met alle vormen gebeurt – waarom zou je hem dan nog willen vasthouden?
Dit aannemen en loslaten van de vorm is de spirituele kant van het evolutionaire proces, het bewustzijn dat in elke vorm huist gaat nooit verloren, maar beweegt zich spiraalsgewijze in en uit allerlei vormen, ervaring opdoend, zich aanpassend, lerend en evoluerend volgens een bepaald plan in een goddelijke Geest. Hierover nadenkend krijgen we een beter idee van verhoudingen, als we onze ogen afwenden van ons persoonlijke lot ten behoeve van een meer macrokosmisch perspectief. En juist door deze onpersoonlijke benadering raken we vervuld van een gevoel van ontzag als we de onvoorwaardelijke liefde gewaarworden die aan universele processen ten grondslag ligt en die ieder voortstuwt naar een onbekend doel.
Alice Bailey leert ons dat het werk van het Grote Leven dat onze planeet bezielt, gebruik maakt van energieën en krachten, onderworpen aan kosmische wetten… en voortdurend de nieuwe vormen creëert die nodig zijn om uitdrukking te geven aan een “steeds overvloediger leven” en aan “het steeds duidelijker wordende doel van Zijn Wil” dat de voortgang der tijden cyclisch mogelijk maakt. We leven tegenwoordig in een cyclus waarin Zijn intense werkzaamheid gebruikmaakt van de techniek van goddelijke vernietiging om het geestelijke leven vrij te maken. Tegelijkertijd creëert dit grotere Leven de nieuwe structuur voor de beschaving die meer vervuld de evolutionaire verworvenheden van de planeet en de natuurrijken tot uitdrukking brengt, en zo uiteindelijk leidend naar de volmaakte uitdrukking van Zijn goddelijk leven en doel. Gelukkig weten we dat deze periode van vernietiging zijn einde nadert en dat er, mits we de noodzakelijke veranderingen in ons bewustzijn opstarten, een tijdperk van liefdevol begrip zal aanbreken.
Zo zien we dat de dood niet iets is dat alleen het individu betreft – zij maakt deel uit van een groter proces, waarin de ziel zich conformeert aan geestelijke wetten. Dit betreft de periodieke ineenstorting van al wat gekristalliseerd is en een bevrijding tot nieuwe vormen nodig maakt. Het heeft overal plaats en op alle niveaus en we zien enorme rampen zoals aardbevingen in het minerale rijk en het uitsterven van soorten. Op het menselijke vlak zien we op emotioneel en mentaal niveau eveneens het stervensproces in actie; zo zien we het voortdurend sterven en herboren worden van instituties, religies, politieke bewegingen en culturele stromingen. We zijn getuige van opbouw, afbraak en wederopbouw rondom ons en dit alles temeer pijnlijk door het feit dat we proberen vast te houden aan bekende en vertrouwde vormen uit het verleden.
Voor ons die zo verbonden zijn met het vormaspect is het moeilijk om dit hogere doel van de dood te begrijpen, in het bijzonder in geval van natuurrampen zoals we er onlangs enkele hebben zien gebeuren. Volgens de eeuwige Wijsheidsleringen geschieden alle zogenaamde overmacht-gebeurtenissen volgens de Wet en het Plan, en dit veroorzaakt begrijpelijkerwijs een moeilijke paradox, want wie kan zulk vreselijk lijden verzoenen met een weldoende en liefhebbende God? Wellicht is een deel van de tegenstelling te wijten aan een onbewuste projectie op Hem als persoonlijkheid, die ten diepste begaan is met de zaken van ieder individu op de planeet. Hoe dan ook, de grote Levens die verblijven in het Centrum waar de Wil van God gekend wordt, inclusief de planetaire Logos zelf, zijn vooral gericht op interplanetaire verhoudingen en op de richting van kosmische krachten in het belang van álle natuurrijken. Hierdoor kunnen we vermoeden dat, bij natuurrampen en in tijden van oorlog, het individuele lot en karma in het algemeen overruled worden door groeps- en raciaal karma, ja zelfs planetair karma in het geval van natuurrampen. En in esoterische zin is de dood natuurlijk een verlossing ten behoeve een groter leven door herplaatsing van het bewustzijn op een ander gebied van het Goddelijk systeem. Dus, terwijl natuurrampen als aardbevingen onder leiding van planetaire intelligenties plaatsvinden, wordt de grote wet van Liefde die het zonnestelsel regeert nooit geschonden. Het is nu eenmaal zo dat de vorm moet zwichten voor “de druk van de goddelijke idee” of, om het anders te zeggen “Het gewaad van God wordt terzijde geschoven door de energie van Zijn bewegingen…”
In het geval van een menselijk conflict dat niets van doen lijkt te hebben met het goddelijke, maar meer met menselijke dwaasheden, is de grote zonde van afgescheidenheid de ultieme oorzaak van alle oorlogen op elk niveau – zowel raciaal, nationaal als individueel. Het lijkt erop dat we onszelf intens lijden aandoen tot aan een punt waar we er noodgedwongen van afzien. Als de zelfzuchtige wil afgebroken is, kunnen nieuwe geestelijke wetten het overnemen. De op zichzelf gerichte persoonlijkheid wordt dan een onzelfzuchtige ziel, bereid tot samenwerking met de energie van synthese die uiteindelijk planetaire eenwording teweegbrengt.
Levende synthese is dan het doel van de evolutie voor zover we dat kunnen begrijpen, en het is het gevoel van afscheiding dat overwonnen moet worden. Deze afscheiding komt door het incarneren in de verdichte substantie van een grofstoffelijk lichaam. Maar het is door onze evolutie in de planetaire substantie dat de stof geleidelijk wordt verlost en de hele illusie van ruimte en tijd die eraan ontspringt, vervaagd wordt. Dit is onze missie en zij vormde de impuls die de menselijke familie in incarnatie bracht in een getijde van energie afkomstig van het sterrenbeeld Kreeft. Dit leert ons in verband hiermee het boek Esoterische Astrologie van Alice Bailey:
“Het is om ten slotte het begrip van tijdruimte te niet te doen en te bewijzen dat dit een illusie is dat de deur in het Kreeft-teken open staat voor de zich opofferende, dienende ziel. Houdt dit steeds in gedachten wanneer u het onderwerp van wedergeboorte bestudeert. In zichzelf zijn wedergeboorte en reïncarnatie misleidende termen; „cyclische impuls", „intelligente doelbewuste herhaling" en „bewuste in- en uitademing" zouden nauwkeuriger dit kosmisch proces beschrijven. Het punt van het grootste belang ligt, esoterisch gesproken, in het feit dat er te allen tijde een groeps-wedergeboorte plaats vindt en dat ten opzichte van deze grotere gebeurtenis de incarnatie van de enkeling slechts van bijkomstige aard is. Dit is grotendeels over het hoofd gezien of vergeten wegens het intense, zelfzuchtige belang in persoonlijke ervaringen en persoonlijk leven.” (p.325)
Zullen we nu een pauze nemen om na te denken over het patroon van leven en dood, opgevat als een patroon van cyclische uit- en inademing; daarna zal ik de oude Indiase mantram opzeggen, De Gayatri, die dit zo krachtig symboliseert. Degenen onder u die mee willen doen zijn welkom en aan het eind kunnen we het heilige woord OM tot klinken brengen:
O Gij, die het heelal in stand houdt
Uit Wie alle dingen voortkomen
Tot Wie alle dingen terugkeren
Ontsluier ons het aangezicht van de ware geestelijke Zon.
In een helder licht verborgen
Opdat wij de waarheid mogen kennen en volledig onze plicht vervullen
Op weg zijnde naar Uw gewijde voeten.
OM
Het stervensproces
Welnu, wat gebeurt er nu precies bij de dood? Bij het sluiten van een levenscyclus oefent de ziel zijn aantrekkende kracht zodanig uit dat hij de inherente aantrekkingskracht van de stof zelf compenseert. In deze zin is de dood een contact met de ziel dat te sterk is voor het lichaam. Het is een liefdesdaad van de ziel en omvat drie belangrijke processen om het geïncarneerde deel van die ziel vrij te maken van de lagere gebieden: Het eerste hiervan is het Werk van Teruggave. Dit betekent de terugkeer van de stof, waarvan het fysieke lichaam gemaakt is, naar het basisreservoir voor de stof, daarbij de persoon achterlatend in het etherische of vitale lichaam; vanuit het oogpunt van de ziel markeert dit de beginnende terugkeer van de spirituele energie naar zijn bron op de niveaus van de ziel. Deze teruggave is voornamelijk het werk van de menselijke ziel, werkzaam binnen het fysieke lichaam, door het hart en de hoofdcentra.
Het tweede proces is De Kunst van Elimineren die plaatsheeft zodra de teruggave van de fysieke stof voorbij is. De persoon is nu vrij van elke reactie op de aantrekkende werking van de stof en bevindt zich in de fijnstoffelijke lichamen reagerend op slechts drie factoren:
De kwaliteit van zijn astraal-emotionele uitrusting
De mentale conditie waarin hij zich gewoonlijk beweegt, en
De stem van de ziel
vaak onbekend maar soms bekend en geliefd. We leerden dat dit de overschaduwende ziel is, niet de menselijke ziel, die werkzaam is bij de verwijdering van de totale beheersing over de astrale en mentale lichamen totdat de opstijgende ziel zichzelf focust op de concrete niveaus van het mentale vlak als een punt van stralend licht. Later in het evolutionaire proces zal dit veranderen en de ziel in incarnatie zal de benodigde veranderingen en het proces van abstractie waarmaken.
Tot slot, als de Kunst van Elimineren is voltooid, krijgen we De Processen van Integratie. Deze behelzen pogingen van de bevrijd spirituele persoon om samen te smelten met de ziel (de overkoepelende ziel) op de hogere niveaus van het mentale vlak. Het deel keert terug naar het geheel, en de persoon doorziet de ware betekenis van de woorden van Krishna:
“Na het hele universum te hebben doordrongen met een deel van mijzelf, blijf ik”
Vergelijkenderwijs blijft het bewust ervarende deeltje, dat het kleine universum van de vorm heeft doordrongen in de drie werelden, in stand en weet van zichzelf dat het deel uitmaakt van het geheel.
Deze drie processen van Teruggave, Eliminatie en Integratie vormen wat wij de dood noemen en door dit in gedachten te houden kunnen we nu iets gedetailleerder naar de kunst van het sterven kijken. Hoewel we gewoonlijk over de dood denken als het onmiddellijk ontkoppelen van het fysieke lichaam, is de persoon op het astrale of lagere mentale vlak vanuit het perspectief van de ziel nog steeds in incarnatie en de tijd die nodig is om dit proces te voltooien varieert overeenkomstig de leeftijd en ervaring van de incarnerende ziel. De meesten zullen gedurende een langere periode op het astrale en de lagere mentale gebieden verblijven terwijl de kunst van elimineren geleidelijk voortgaat totdat er niets meer overgebleven is dat ze nog tot deze gebieden kan aantrekken.
Ontbinding en de Kunst van de Dood
Op het vastgestelde tijdstip laat de ziel een “woord van terugtrekking” weerklinken. Het etherische lichaam, dat het fysieke lichaam doordringt tijdens de incarnatie reageert op de roep van de ziel en organiseert zichzelf tot abstractie. In antwoord hierop injecteren de klieren een substantie in het bloed die het hart aantast, en leveren daarmee één van de oorzaken voor coma en bewustzijnsverlies. Uiteindelijk heeft een psychische tremor plaats waarbij de verbinding tussen het etherische lichaam en het zenuwstelsel losgemaakt wordt – hetgeen vaak resulteert in ontspanning en het ontbreken van angst zoals dat zo vaak bij stervende personen te zien is. Het etherisch dubbel bereidt nu het verlaten van het lichaam voor via de poort van één van de belangrijke chakra’s. Deze uitgang is gewoonlijk de zonnevlecht, maar de goedwillenden en wereldaspiranten gaan heen via het hartcentrum, terwijl de meer gevorderden door het hoofdcentrum vertrekken. Dit punt van vertrek zal uiteraard de nieuwe plek van de persoon op de innerlijke gebieden bepalen.
Gedurende deze tijd trekt de stervende zijn bewustzijn geleidelijk terug naar de astrale en mentale voertuigen, voorbereid tot de volledige abstractie van zijn vitale of etherische lichaam. Om deze reden is het van belang dat het stil is in de stervensruimte. De stervende kan zich beter in zichzelf terugtrekken en vergevorderde personen ondergaan dit proces heel bewust. Veel mensen blijven zich ook bewust van hun relatie met de omstanders, zelfs terwijl ze hun grip op het fysieke bestaan aan het verliezen zijn. Een nieuwe pauze volgt en dit is het moment waarop het fysieke lichaam zijn greep op het etherische lichaam kan herwinnen, tenminste als de ziel dit ziet als deel van het innerlijke plan en de dood nog niet bedoeld was. Vermoedelijk keren velen van dit punt terug om te getuigen van hun Bijna Dood Ervaring. Soms is de collectieve aantrekkende kracht van het fysieke lichaam zo sterk dat het proces van sterven erdoor met weken verlengd wordt. Uiteindelijk zal het toch de strijd verliezen, als de dood tegemoet komt aan het plan van de ziel.
Na de lichamelijke dood
Na zijn fysieke dood is dezelfde persoon nog steeds aanwezig op de planeet, zij het nu immaterieel. Het bewustzijn van de stervende is gericht op het emotionele of op het mentale lichaam (preciezer gezegd het begeertelichaam) en er is een volledig zich-bewust-zijn van wat er plaatsheeft. De gemiddelde persoon wordt zich totaal bewust van zichzelf met een helderheid van waarneming die hij tijdens zijn incarnatie niet gekend heeft. Omdat het brein niet langer het bewustzijn filtert is tijd, zoals we die op het fysieke niveau kennen, niet bestaand. Steevast volgt er een moment van direct contact met de ziel, zelfs bij de meest onwetende mens, en dit wordt ervaren als een lange sterke ruk aan een schellekoord. De ziel geeft antwoord en de persoon ziet de ervaringen van de voorbije incarnatie aan zich voorbijtrekken. Van deze ervaringen worden drie zaad- of conditionerende factoren geïsoleerd die de sleutels tot de vormen bevatten welke in een volgende incarnatie zullen worden gebouwd en die als volgt kunnen worden beschreven:
Eerste zaad – dit bepaalt de natuur van het fysieke lichaam waarin de persoon zal reïncarneren – zijn hoedanigheid en benodigd veld van contact.
Tweede zaad – bepaalt de hoedanigheid van het etherische lichaam waardoorheen krachten uit de omgeving hun invloed op het fysieke lichaam uitoefenen en langs welke lijnen de binnenkomende energieën zullen gaan. Dit bepaalt ook welke van de zeven belangrijke chakra’s het meest actief zal zijn tijdens de volgende incarnatie.
Derde zaad – legt de sleutel tot het astrale lichaam vast. Dit zaad brengt ons in relatie met degenen die wij vroeger liefhadden of waarmee we in contact stonden. Hier beheerst de groepsidee weer de hele incarnatie, niet slechts als gevolg van individuele wensen maar ook met groepsimpulsen, volgens groeps- en individueel karma.
Deze zaden van “bepalende herkenning” zoals ze genoemd worden gelden voor de groep maar alléén op de drie lagere niveaus van bewustzijn. Voor hen die responderen op de ziel, zegt het oude esoterische Commentaar over dit onderwerp: “Als de ziel zichzelf herkent op de plaats waar hij door de Meester geroepen wordt, zullen deze zaden verdwijnen.” Dat betekent dat, waar de meeste mensen opnieuw in incarnatie komen door hun karma en door het verlangen naar ervaring met inbegrip van hereniging met hen waarmee ze gesmede banden in het verleden hadden, dat zij die het pad begaan en tot op zekere hoogte “ziel doordrenkt” zijn, vooral in incarnatie worden gebracht doordat de ziel het werk wenst uit te voeren in lijn met het goddelijke Plan.
Ingevolge deze ervaring van beoordeling door de ziel en het isoleren van de drie zaden zoekt de persoon uit met wie hij of zij emotioneel verbonden is en gaat hij opnieuw verhoudingen met hen aan. In het geval van hen die sterke emotionele bindingen van hetzij liefde of haat hebben met degenen die nog steeds in fysieke incarnatie zijn, zullen zij magnetisch aangetrokken worden tot hen en zullen hen zoeken en in hun buurt blijven, zich bewust van hun activiteiten. Hoewel, in beide gevallen zal de lokroep van het verlangen afslijten zodra de geest meer overheersend wordt. De tweede dood nadert nu – de Kunst van Elimineren – om de greep van het begeertelichaam los te maken.
Vanuit het gezichtspunt van de ziel is het astrale gebied een plaats van sterke begeerte en daardoor in velerlei opzicht een nog grotere wereld van illusie dan het fysieke gebied. Om deze reden is een van de krachtigste dingen die we kunnen doen in dit leven, het zuiveren van onze emoties en onszelf te bevrijden van hun overheersende krachten – dan zal het astrale gebied ons niet lang vasthouden als we de fysieke incarnatie verlaten en zo zullen we deel hebben gehad in het vernietigen van de begoocheling van dit gebied.
Drie soorten Hemel
We kunnen lange tijd doorbrengen op het astrale gebied in overeenstemming met de staat van onze emoties en verlangens, speciaal omdat de staat van bewustzijn die traditionele religies “de Hemel” noemen hier te vinden is. Het is een staat van zinnelijke vreugde, het resultaat van hunkering en verlangen naar rust, vrede en geluk, en omdat elk individu deze staat voor zichzelf inricht, zoals hij of zij probeert een ideaal leven op het fysieke gebied in te richten, bestaan er net zoveel variaties van als er deelnemers zijn. Omdat de kunst van elimineren voortgaat zal de tijd evenwel komen dat het astrale lichaam afsterft, daarbij het bewustzijn de mogelijkheid biedend om zich op het mentale gebied terug te trekken.
En hier, op het mentale gebied, is er ook een hemel, vaak ook Devachan genoemd. Deze is van een hoger trillingsniveau dan de astrale hemel en de ondergane gelukzaligheid wordt wel beschreven als aandachtiger en intenser, waarbij het gevoel van werkelijkheid overweldigend is in vergelijking met elke ervaring op het astrale gebied. Maar het maakt nog steeds deel uit van de lagere wereld van vorm en zij die het spirituele pad gaan en leren om te dienen moeten ook deze toestand overstijgen. Dit is alleen mogelijk door het constant beoefenen van gelijkmoedigheid en niet-gehecht zijn op elk gebied van bewustzijn. Incidenteel kan er geen Devachan zijn voor de niet-geëvolueerde, want waar maar weinig intelligent en actief gedachteleven is, is er ook maar weinig mentale ervaring om mee naar het Devachan te nemen en daarom kan het bewustzijn niet werkzaam zijn in die omgeving. In deze gevallen heeft er een impuls vanuit de Ziel plaats om vrijwel onmiddellijk te reïncarneren.
Het derde type hemel is het Nirvana, waarover we zoveel horen. Hier naar binnen gaan is slechts mogelijk als de drie lagere werelden niet langer een persoon vasthouden door geneigdheid of karma. Omdat Devachan het gevoel van eenheid met anderen geeft, is het nog steeds een afspiegeling van deze hogere staat en is het gekleurd met zelfzucht en het genoegen van afgescheidenheid. Nirvana echter is waarachtig groepsbewustzijn en in deze hoge staat van bewustzijn deelt elk afzonderlijk individu door zichzelf te realiseren in groepsrealisatie. Hierin is de gelukzaligheid voor het individu gelegen – afscheiding wordt niet langer gevoeld, slechts eenheid en wezenlijk eenheidsbewustzijn zijn gekend. Het is een staat van bewustzijn die op het fysieke gebied ervaren kan worden door hen die de staat van verlichting bereiken.
Factoren die de bewuste beslissing tot reïncarnatie begeleiden bij hen die werkzaam zijn op het spirituele pad.
We weten dat het de natuurlijke impuls van de ziel is om te geven en te dienen en hij heeft het vermogen om dit verlangen in te prenten bij de gedeeltelijk verlichte discipel tijdens de incarnatie. Daarom is het uiteindelijke doel van de discipel om na zijn dood zijn fijnstoffelijke lichamen af te stoten en nieuwe te verwerven. Terwijl zij die pas beginnen op het spirituele pad ernaar verlangen om bevrijd te worden van de cyclus van herboren worden, zijn gevorderde zielen zelfs tijdens hun incarnatie vrij, en dit komt omdat hun bewustzijn afgestemd is op en gefuseerd met de ziel, en dit verlangen om de mensheid en het Plan te dienen bepaalt of zij incarneren of niet.
Zodra het lichaam afgedankt is, zullen de meeste mensen twee grote ervaringen ondergaan, namelijk een moment van contact met de ziel en daarna een tamelijk gewelddadige heroriëntatie op het aardse leven. Kort gezegd is dit een proces van “afdaling en aanroeping” waarin de benodigde substantie om de toekomstige lichamen te vormen verzameld wordt en die gekleurd wordt met de reeds bereikte kwaliteiten en kenmerken, naast andere activiteiten. Een bewuste keuze van ouders wordt in dit stadium gemaakt nog vóórdat het moment van incarnatie afgewacht wordt. Alice Bailey zegt dat de ouders daarom slechts het dichte fysieke lichaam verschaffen behalve wanneer de ziele-ervaring langdurig is en een werkelijk groepsrelatie wordt gevestigd.
Meditatie:
Het doorstaan van het stervensproces en het veranderen ervan in iets waarin we bewust participeren is de volgende stap vooruit van intelligente mensen van goede wil overal, en meditatie is de sleutel tot het begrijpen van het stervensproces. Als we even terugdenken aan de Gayatri, verbergt deze mantram veel niveaus van bewustzijn overeenkomstig ons spiritueel begrip. Voor de meesten van ons zal dit het licht van de ziel zijn – een licht waarnaar velen van ons op zoek zijn om dagelijks aan te roepen. Hoewel, in het grootste deel van de cyclus van incarnaties schenkt de ziel weinig aandacht aan onze dagelijkse beslommeringen en activiteiten maar als we het pad beginnen te gaan en bewust zijn licht aanroepen, zegt ons de eerste regel van de Witte Magie dat: De Zonne-Engel zich in zichzelf terugtrekt, zijn kracht niet verspilt, doch dat hij, in meditatie diep verzonken, met zijn reflectie in verbinding treedt.
Als dit plaatsheeft ervaart de persoonlijkheid de impuls tot introspectie en meditatie waarmee het positieve proces van dood en vernietiging van alles wat het licht van de ziel belemmert begint. De heilige Paulus sprak van dit proces in zijn toespraak tot de Corinthiërs toen hij zei “Ik sterf dagelijks”. “Dit brengt ons helemaal naar de Kruisiging van de Christenen en de Grote Verzaking, in het Oosten, met zijn lessen over opoffering en zijn oproep tot dood van de lagere natuur. Dit was de les die Paulus kende en het doel waarnaar hij streefde. “Ik sterf elke dag”, zei hij, “want alleen door de praktijk van het dagelijkse sterven kunnen we de uiteindelijke Dood tegenkomen en doorstaan.” Door de verlossing en verrijzenis van ons gedachteleven beginnen we te begrijpen dat de dood zelf een deel is van de Grote Illusie en slechts bestaat vanwege de dichtheid van de sluiers van stof die zich in onze aura’s hebben opgehoopt door onze egocentrische manier van leven.
De rol die meditatie speelt is centraal voor het hele proces van dood en bevrijding omdat het een pad legt tussen de lagere concrete geest en de hogere abstracte geest en verder. Ooit zal dit continuïteit van bewustzijn waarborgen tussen de gekende wereld en de fijnstoffelijke gebieden die zichzelf nu nog alleen aan ons manifesteren als we loskomen van het fysieke lichaam bij de dood. Juist het beoefenen en bewuste dagelijks abstraheren, los van onze vereenzelviging met ons lichaam, onze emoties en gedachten maakt ons gereed voor de “Kunst van Elimineren” die bij de dood voortgaat onder jurisdictie van de ziel. Dit onthechtingsproces veredelt en verhoogt de trilling van de substantie van onze voertuigen en dit zal ons helpen bij een snelle en geplande vrijmaking als de ziel ons weer roept, zoals zij al zo veel malen eerder gedaan heeft.
Alice Bailey schreef dat de dood een daad van de Intuïtie is – intuïtie overgebracht door de ziel naar de persoonlijkheid waarna ernaar gehandeld wordt. Als we de betekenis van de Intuïtie onderzoeken, ontdekken we dat het een onmiddellijke waarneming van de wil van de ziel of de innerlijke mens is, zonder interpretatie door het verstand of kleuring door de emoties. Voor veel mensen zal de dood het enige moment in het leven zijn waar zij werkelijke intuïtie ervaren want zij is niet begaan met de details van het persoonlijkheidsleven maar met omvattender groepsdoelen waarin de ziel betrokken is. Hier kunnen we opnieuw de relatie leggen met wat eerder werd gezegd, dat het hele proces van herboren worden of “cyclische impuls” ten diepste een groepsactiviteit is waarin het individu slechts incidenteel van belang is.
Het loont de moeite om in gedachten te houden dat de dood in zeker opzicht iets is dat wij elke nacht tijdens onze slaap ervaren. Velen beseffen niet dat we tijdens de slaap sterven op het fysieke gebied en elders leven en functioneren. En dat het slechts de betrekkelijke grofheid van het brein is die er niet in slaagt om dit precies te registreren wanneer we elke morgen weer terugkomen in het waakbewustzijn. De processen van dagelijkse slaap en die van sterven vertonen in feite erg veel overeenkomst, met dit verschil dat tijdens de slaap de magnetische draad of energiestroom waardoorheen de levenskracht stroomt intact blijft en het pad vormt voor de terugkeer in het lichaam. Bij de dood is deze levensdraad gebroken of doorgesneden. Als dit gebeurt, kan het bewustzijn niet terugkeren in het verdichte fysieke lichaam, waardoor dat lichaam bij gebrek aan het principe van samenhang uiteenvalt.
Desintegratie is de weg van alle dingen als het coherentieprincipe van de ziel de substantie niet in een bepaalde vorm bij elkaar houdt en onderhoudt. Bij het uiteenrafelen van de natuur van de dood geeft Alice Bailey ons een zeer diepe en krachtige overweging mee: Dood is in werkelijkheid verslechtering in tijd en ruimte en is te wijten aan de tendens van geest-stof om zichzelf te isoleren gedurende de manifestatie ervan. Hoewel de tijd ontbreekt om dit in detail te onderzoeken, kunnen we dit wellicht vasthouden als een punt van reflectie. Deze stelling geeft de som van het hele proces van involutie en evolutie weer, van involueren naar de vorm en een steeds meer afgescheiden individuele staat van bewustzijn en vervolgens de terugkeer naar eenheid langs de opgaande boog van evolutie, terug naar de geest, daarbij de vruchten van onze ervaring als kwaliteit met ons meevoerend. Zodra we leren om bewust aan dit proces te werken brengen we onszelf in lijn met de ziele-kracht van bevrijding en ervaren we een groter geestelijk leven.
Tot slot stelt het gerust te weten dat de angst en gruwel van de dood zullen verdwijnen want zij zijn gefundeerd door de liefde voor het vormleven – onze eigen vormen, de vormen van degenen waar we van houden en de vorm van onze familiekring en onze omgeving. Toch legt dit type van liefde een claim op ons begrip van de spirituele realiteit. De hoop voor de toekomst en de hoop op onze verlossing van deze ziekmakende angst ligt in het verschuiven van onze nadruk naar het feit van de eeuwige ziel en naar de noodzaak tot een spirituele manier van leven voor die ziel, opbouwend en goddelijk binnen de stoffelijke voertuigen. Zorg, eenzaamheid, ongeluk, verval, verlies – dit alles zijn ideeën die zullen verdwijnen als men leert om bewust als ziel te leven en de vorm of vormen als simpele manieren van expressie te zien. Dan zal een nieuwe en vreugdevollere benadering van die grote ervaring plaatsvinden.